Organisatie | Drimmelen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Organisatiebesluit Drimmelen |
Citeertitel | Organisatiebesluit Drimmelen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Dit besluit vervangt per 11 januari 2017 de Organisatieverordening Drimmelen van 2002.
Gemeentewet, art. 160, lid 1, letter c
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-01-2017 | Nieuwe regeling | 10-01-2017 Onbekend | Onbekend |
Op grond van artikel 160, lid 1, letter c van de Gemeentewet
Het college, bevoegd regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van de gemeente, met uitzondering van de griffie, onverminderd hetgeen in andere wetten en besluiten ter zake is bepaald vast te stellen het navolgende:
Hoofdstuk I: De structuur van het ambtelijk apparaat.
Ingesteld is een ambtelijke organisatie voor de ondersteuning van de bestuursorganen bij de uitoefening van hun taken. De ambtelijke organisatie is ingedeeld in organisatorische eenheden die worden aangeduid met de benamingen "afdelingen".
Hoofdstuk II: De taaktoewijzing.
Artikel 3: Inrichting van de ambtelijke organisatie.
De ambtelijke organisatie van de gemeente Drimmelen bestaat uit 5 afdelingen met de werknamen: Dienstverlening & Ondersteuning (D&O), Openbare Werken (OW), Grondgebied (GG), Maatschappelijke Aangelegenheden (MA) en Middelen.
Hoofdstuk III: De gemeentesecretaris.
De gemeentesecretaris treedt op als voorzitter van het managementteam.
In die hoedanigheid dient hij er naar te streven dat binnen het managementteam maximale consensus wordt bereikt aangaande organisatorische aangelegenheden. Indien geen consensus kan worden bereikt neemt hij uit hoofde van zijn verantwoordelijkheid een eindbeslissing. Bij afwezigheid wordt de gemeentesecretaris vervangen door de loco-secretaris.
De gemeentesecretaris adviseert zelf ingeval van zaken waarbij de bestuursorganen de mening van de (wettelijke) eerste adviseur willen, respectievelijk dienen te kennen. Ingeval hij voornemens is een advies uit te brengen dat afwijkt van het advies of de mening van het managementteam, zal hij het laatstgenoemde orgaan, onder vermelding van redenen, daarvan vooraf mededeling doen.
Artikel 8: Verhouding tot de ambtelijke organisatie.
Onder bestuurlijke verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders is de gemeentesecretaris het hoofd van de ambtelijke, organisatie. Zijn speciale zorg betreft de coördinatie, de beleidsplanning en het personeelsbeleid; voor de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de beleidsadvisering mag en moet hij er van uitgaan dat deze berust bij de managers.
Hij kan vergaderingen op de afdelingen bijwonen. De gemeentesecretaris is als diensthoofd partner in het overleg met de Ondernemingsraad als bedoeld in hoofdstuk IV van de Wet op de Ondernemingsraden. Op verzoek van zowel de gemeentesecretaris als de Ondernemingsraad kan een Overlegvergadering worden gehouden. Naast deze formele contacten heeft hij periodiek overleg met een afvaardiging van de Ondernemingsraad.
Artikel 9: Verticale en horizontale coördinatie.
De gemeentesecretaris bevordert een goede afstemming van de te behandelen zaken tussen het college van burgemeester en wethouders en de portefeuillehouders enerzijds en de managers anderzijds, alsmede tussen de afdelingen onderling. Hij onderhoudt daartoe de nodige en/of wenselijke contacten.
Artikel 10: Verhouding tot de afdeling.
De manager is verantwoordelijk voor een goede coördinatie binnen de afdeling, zowel voor de voorbereiding en voor de uitvoering, als voor de inhoudelijke advisering (inclusief die van hemzelf) via de gemeentesecretaris aan het gemeentebestuur; daar waar een zaak tevens het taakgebied van een of meerdere andere afdelingen raakt en coördinatiebehoeften bestaan, is de manager ( als primaatafdeling) verantwoordelijk voor aanvullende adviezen; de manager is eindverantwoordelijk voor de kredietbewaking c.q. voor budgetbeheer van het voor zijn afdeling beschikbare budgetten.
De manager heeft de zorg voor het personeel van de afdeling en is de eerst aangewezene voor de juiste en tijdige advisering over de personeelsbezetting. De manager ziet toe op de voortgang en de kwaliteit van de aangeboden diensten. Verder is hij de eerst aangewezene om de medewerkers te stimuleren, te instrueren en zonodig te corrigeren alsmede om met de medewerkers van de afdeling gesprekken te voeren over klachten, problemen, beoordelingen en andere aangelegenheden. Hij is tevens de eerste beoordelaar van zijn personeel, waarbij hij rekening houdt met de daarvoor opgestelde richtlijnen vanuit het college.
De manager draagt tevens zorg voor het jaarlijks houden van functioneringsgesprekken.
Artikel 11: Verhouding tot de portefeuillehouder.
De portefeuillehouder is de aanjager van politiek-bestuurlijke (beleids)processen binnen zijn (haar) portefeuille. Dit geldt eveneens voor de te nemen bestuurlijke beslissingen. De manager overlegt periodiek met de verantwoordelijke portefeuillehouder(s). Uit dit overleg of andere contacten komen opvattingen naar voren die onderdeel dienen uit te maken van integrale ambtelijke advisering. De opvatting van de verantwoordelijke portefeuillehouder dient expliciet in de ambtelijke advisering naar voren worden gebracht.
De manager volgt ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op het functioneren van de afdeling en loopt vooruit op mogelijke ontwikkelingen, onder meer door het volgen van wetsvoorbereidingen en afkondigingen; het uitvoeren van (geautomatiseerd) toegepast onderzoek en het onderzoeken van subsidiemogelijkheden.
Artikel 14: Managementteamvergadering (M.T.).
Het M.T.-overleg heeft tot taak:
de coördinatie van en advisering over het personeels- en organisatiebeleid; de onderlinge afstemming van de stijlen van leidinggeven; de coördinatie van activiteiten tussen de afdelingen onderling en in relatie tot het bestuur; de zorg voor planning, prioriteitsstelling, voortgang van de werkzaamheden en de verantwoording over uitgevoerde taken;
de informatie-uitwisseling van algemene (gemeenschappelijke) zaken; de zorg voor de beleidsintegratie binnen de organisatie; de bespreking en coördinatie van vergaderingen van het gemeentebestuur; de totstandkoming van een taakgerichte cultuur; tijdig signaleren van relevante ontwikkelingen; overige zaken, die voor meer afdelingen van belang zijn. In M.T. vindt afstemming plaats over de centrale middelensturing;
Het volgen van alle ontwikkelingen die van invloed zijn op het functioneren van de organisatie, alsmede vooruitlopen op mogelijke ontwikkelingen. Dit betekent onder meer het volgen van wetsvoorbereidingen, het (laten) uitvoeren van (geautoriseerd) toegepast onderzoek en het onderzoeken van subsidiemogelijkheden. Neemt initiatieven voor de ontwikkeling van nieuwe beleidsvoorstellen (beleidsontwikkeling en -uitvoering), visie en strategie op de organisatie.
De leden kunnen, indien noodzakelijk, worden vervangen door hun vervangers of bij afwezigheid van dezen, door een in overleg met de voorzitter aan te wijzen functionaris. De vervanger van de gemeentesecretaris /voorzitter is de loco-secretaris, al dan niet tevens manager.
Het M.T.-overleg is voorts medeverantwoordelijk voor:
Artikel 17: Overleg burgemeester en wethouders - M.T.-leden.
In principe vindt één keer per jaar overleg plaats tussen burgemeester en wethouders en MT-leden over met name beleidsontwikkelingen, het in gang zetten van nieuw beleid of aangelegenheden die op de gemeentelijke organisatie betrekking hebben c.q. kunnen gaan krijgen.
Hoofdstuk VII: Mandatering en delegatie.
Burgemeester en wethouders, alsmede de burgemeester kunnen voor bepaalde categorieën zaken individuele leden van het college, dan wel de gemeentesecretaris, een manager of een andere door hen aan te wijzen ambtenaar de bevoegdheid geven namens hen of in hun plaats beslissingen te nemen of stukken te ondertekenen. Dit is geregeld in de mandaatregeling van de gemeente Drimmelen.