Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Collegebrief

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingCollegebrief
CiteertitelVerlof
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Ambtenarenwet, Art. 125

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-11-200917-11-2009Onbekend

17-11-2009

Personeel-Portaal

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Collegebrief

 

 

Met de invoering per 1 juli 2004 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente den Haag, herdruk 2004-1, (ARG) is de noodzaak ontstaan om een aantal circulaires te actualiseren. Deze noodzaak doet zich ook voor bij de regeling van het vakantieverlof, zoals vastgelegd in de artikelen 6:1 tot en met 6:2:7 ARG.

Het betreft de aanspraken op leeftijdsverlof en de mogelijkheid om vakantieverlof over te schrijven naar het volgende jaar. Hierbij dient opgemerkt te worden, dat het in deze slechts om vastlegging gaat van reeds bestaand beleid.

Op grond van artikel 6:2:1 lid 1 en 3 stellen wij hierbij het volgende vast:

Voor de ambtenaar, die op of na 1 januari 1997 in dienst is getreden wordt het voor hem geldende vakantieverlof per jaar als bedoeld in artikel 6:2 lid 1 ARG vermeerderd met

7,2 uur indien betrokkene in het desbetreffende kalenderjaar de leeftijd heeft van 45 tot 50 jaar;

14,4 uur indien betrokkene in het desbetreffende kalenderjaar de leeftijd heeft van 50 tot 55 jaar;

21,6 uur indien betrokkene in het desbetreffende kalenderjaar de leeftijd heeft van 55 tot 60 jaar;

28,8 uur indien betrokkene in het desbetreffende kalenderjaar de leeftijd heeft van 60 jaar en ouder.

Voor de ambtenaar, die voor 1 januari 1997 in dienst is getreden wordt het voor hem geldende vakantieverlof per jaar als bedoeld in artikel 6:2 lid 1 ARG vermeerderd met

7,2 uur indien betrokkene in het desbetreffende kalenderjaar de leeftijd heeft van 30 tot 40 jaar;

14,4 uur indien betrokkene in het desbetreffende kalenderjaar de leeftijd heeft van 40 tot 45 jaar;

21,6 uur indien betrokkene in het desbetreffende kalenderjaar de leeftijd heeft van 45 tot 50 jaar;

28,8 uur indien betrokkene in het desbetreffende kalenderjaar de leeftijd heeft van 50 tot 55 jaar;

36 uur indien betrokkene in het desbetreffende kalenderjaar de leeftijd heeft van 55 tot 60 jaar;

43,2 uur indien betrokkene in het desbetreffende kalenderjaar de leeftijd heeft van 60 jaar en ouder.

Voor de ambtenaar jonger dan 21 jaar wordt het voor hem geldende vakantieverlof per jaar als bedoeld in artikel 6:2 lid 1 ARG vermeerderd met

7,2 uur indien betrokkene op 1 mei van het desbetreffende kalenderjaar de leeftijd heeft van 20 jaar;

14,4 uur indien betrokkene op 1 mei van het desbetreffende kalenderjaar de leeftijd heeft van 19 jaar;

21,6 uur indien betrokkene op 1 mei van het desbetreffende kalenderjaar de leeftijd heeft van 18 jaar of jonger.

Voor de hiervoor weergegeven aanspraken op leeftijdsverlof geldt eveneens, dat de duur van het verlof van een ambtenaar die is aangesteld voor een formele arbeidsduur van minder dan 36 uur per week, naar evenredigheid wordt verminderd.

Tevens stellen wij op grond van artikel 6:2:6 lid 1 ARG hierbij vast, dat de ambtenaar geen verzoek behoeft in te dienen voor de verlening in het volgend kalenderjaar van een aantal uren niet genoten vakantieverlof, dat gelijk staat aan maximaal drie maal de feitelijke arbeidsduur per week.

Dit besluit treedt ingaande heden in werking en werkt terug tot 1 juli 2004.

Alle voorgaande circulaires voor zover betrekking hebbend op het onderhavige onderwerp zijn per 1 juli 2004 vervallen.

Hiernaast merken wij nog het volgende op:

Uit de praktijk is gebleken, dat reeds geruime tijd geen gebruik wordt gemaakt van de regeling inzake vakantiewerk, omdat gebruik wordt gemaakt van een uitzendbureau.

Wij constateren, dat aan deze regeling geen behoefte meer bestaat.

Wij besluiten derhalve hierbij, dat ingaande heden onze circulaire van 11 februari 1983 (kenmerk: CAPZ 537585; onderwerp: “vakantiewerk en honorering daarvan ingaande 1983”) is vervallen.

Wij verzoeken u het onder u ressorterende personeel van het bovenstaande in kennis te stellen.

Het college van burgemeester en wethouders

de secretaris

D.M.F.Jongen

de burgemeester

W.J.Deetman