Organisatie | Maassluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent destructie Destructieverordening voor de gemeente Maassluis |
Citeertitel | Destructieverordening voor de gemeente Maassluis |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Destructieverordening voor de gemeente Maassluis, zoals vastgesteld bij het raadsbesluit van 7 mei 1987.
artikel 17 Destructiewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-09-1995 | nieuwe regeling | 30-05-1995 De Schakel, 22 september 1995 | . |
Burgemeester en wethouders wijzen één of meer verzamelplaatsen aan, waar het destructiemateriaal in ontvangst wordt genomen.
De aangifteplichtige is gehouden uiterlijk op de eerste werkdag, die volgt op de dag waarop het destructiemateriaal is ontstaan, het materiaal te vervoeren naar de naastbijgelegen verzamelplaats en het daar aan te geven en af te staan.
Tot het tijdstip van afgifte is de aangifteplichtige gehouden het destructiemateriaal zodanig te bewaren dat vermenging met ander materiaal wordt voorkomen.
De artikelen 3 en 4 vinden geen toepassing voor zover artikel 6 van het Destructiebesluit van toepassing is.
Vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Maassluis,
gehouden op 30 mei 1995.
De secretaris, De voorzitter,
mr A.J.T. Korthout drs J. Sterkenburg-Versluis.
Artikelsgewijze toelichting op de Destructieverordening.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kan op grond van artikel 2, tweede lid van de Destructiewet categorieën aanwijzen van dierlijk afval als hoog-risico-materiaal en daarvan bepalen dat artikel 17 van toepassing is.
Het gaat daarbij om vogels die zijn gestorven aan botulisme en om kadavers van dieren in dierentuinen, die uit oogpunt van volksgezondheid gevaarlijk kunnen zijn.
De wet bevat geen bepalingen over het verzamelen van dode honden en dode katten. Het gemeentebestuur kan derhalve één of meer verzamelplaatsen aanwijzen.
Met deze bepaling wordt bedoeld, dat dode honden en dode katten niet samen met ander materiaal dan van dierlijke herkomst mogen worden bewaard. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om halsbanden touw en kleden.
Op grond van artikel 13, derde lid van de gewijzigde Destructiewet zal de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het Destructiebesluit bepalen, dat er uitzonderingen bestaan op de regel dat dode honden en dode katten moeten worden afgestaan aan de destructor/ondernemer (op grond van de regelen in de plaatselijke verordening).
Indien dode honden en dode katten worden begraven op het terrein van de eigenaar of houder of op een plaats die ingevolge een besluit van het gemeentebestuur voor dit doel is toegelaten, hetzij worden verast in een crematorium, behoeven deze niet te worden afgestaan aan de destructor/ondernemer.