Organisatie | De Ronde Venen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie Sociaal Domein De Ronde Venen 2017 |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie Sociaal Domein De Ronde Venen 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt per 1 september 2017 de Verordening cliëntenparticipatie Sociaal Domein De Ronde Venen 2015.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2017 | Nieuwe regeling | 29-06-2017 | Onbekend |
De raad van de gemeente De Ronde Venen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 april 2017;
gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;
artikel 47 van de Participatiewet;
artikel 2.1.3, derde lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
en artikel 2.10 van de Jeugdwet;
gezien het advies van de commissie SI van 12 juni 2017
overwegende dat de Verordening cliëntenparticipatie Sociaal Domein De Ronde Venen 2015 op een aantal punten aanpassing behoeft;
vast te stellen de Verordening cliëntenparticipatie Sociaal Domein De Ronde Venen 2017.
Artikel 1. Participatieplatform
De personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet en de personen die betrokken zijn bij de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of de Jeugdwet, worden bij de uitvoering van deze wet betrokken door een Participatieplatform.
De leden van het Participatieplatform worden geselecteerd, benoemd, geschorst en ontslagen door het college. Het Participatieplatform kan kandidaten voordragen. De selectiecriteria voor kandidaten worden in overleg met genoemde leden vastgesteld, waarbij een minimumleeftijd van 16 jaar wordt gehanteerd. Ook wordt gestreefd naar een evenredige vertegenwoordiging uit de kernen.
De leden van het Participatieplatform zijn verplicht tot geheimhouding van niet-openbare gegevens, totdat het college deze gegevens openbaar heeft gemaakt. Zie artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht. De leden tekenen hiertoe een integriteitsverklaring.
Artikel 2. Taken van gemeentebestuur
Van een tijdstip als bedoeld in het eerste lid is sprake als de adviesaanvraag aan het Participatieplatform wordt toegezonden uiterlijk zes weken voorafgaand aan de datum waarop het college voornemens is het beleid vast te stellen of voornemens is een voorstel voor te leggen aan de gemeenteraad over het te nemen besluit.
Artikel 3. Ondersteuning Participatieplatform
Een ambtenaar vormt de schakel tussen de gemeenteraad en het college en het Participatieplatform. Hij zal erop moeten toezien dat alle partijen informatie tijdig ontvangen of verstrekken, zodat alle partijen hun taak effectief kunnen vervullen. Hiertoe wordt – op voordracht van de ambtenaar - een jaarplanning opgesteld.
Artikel 4. Taken en bevoegdheden van het Participatieplatform
Het Participatieplatform kan twee thema- en voorlichtingsavonden per jaar organiseren voor alle inwoners van de gemeente. Onderwerpen met betrekking tot het Sociaal Domein worden besproken met de inwoners, zodat de inwoners actief worden betrokken om advies te geven en hun bevindingen te kunnen delen. Het advies wordt via het Participatieplatform meegenomen naar het college en de gemeenteraad.
Artikel 6. Budget Participatieplatform
Ten behoeve van het Participatieplatform wordt jaarlijks een budget in de gemeentebegroting opgenomen voor presentiegelden, deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging, onkosten en reiskostenvergoeding. In het budget zijn organisatiekosten opgenomen om twee thema- en voorlichtingsavonden te kunnen organiseren voor inwoners van De Ronde Venen. Jaarlijks voor 1 oktober, dient het Participatieplatform bij het college een werkplan in met begroting voor het komende jaar.
Artikel 7. Vergoeding aan de leden
De leden van het Participatieplatform ontvangen per maand een bedrag van € 72 als onkostenvergoeding voor deelname aan de vergadering en voor de overige werkzaamheden ten behoeve van het Participatieplatform. Daaraan gekoppeld ontvangt de secretaris van het Participatieplatform per maand een extra bedrag van € 72 als vergoeding voor de taken genoemd in artikel 5. Deze onkostenvergoedingen worden uitgekeerd als vrijwilligersvergoeding.
Voor onkostenvergoeding, lidmaatschap, contributiekosten en reiskostenvergoeding is een bedrag van maximaal € 2.500 gereserveerd. De leden kunnen deze vergoedingen aanvragen bij de gemeente. De leden kunnen tevens bepaalde onkostenvergoedingen aanvragen, die relevant zijn om de taken genoemd in artikel 4 naar behoren te kunnen uitvoeren. De reiskostenvergoeding bedraagt per vergadering per kilometer vanaf de woonplaats gerekend: het bedrag per kilometer, zoals in artikel 2 van de reiskostenregeling binnenland. Zowel de reiskostenvergoeding als de onkostenvergoeding worden via een declaratieformulier ingediend.
Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 150 van de Gemeentewet, artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3, derde lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna Wmo 2015) en artikel 2.10 van de Jeugdwet. Deze artikelen draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:
als bedoeld in de artikelen 34a, vijfde lid, onderdeel b, 35, vierde lid, onderdeel b, en 36, derde lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d is verleend;
en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.
Voor de Wmo 2015 gaat het ingevolge artikel 2.1.3 Wmo 2015 en voor de Jeugdwet ingevolge artikel 2.10 van de Jeugdwet om ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers.
Om een goede werking van het Participatieplatform te waarborgen worden de leden van het Participatieplatform ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.
Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.
Artikel 1. Participatieplatform
Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven.
Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een Participatieplatform samen te stellen dat bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties. Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat de cliëntenraad een afspiegeling is van alle in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet genoemde doelgroepen, de doelgroepen van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 en de Jeugdwet.
De leden van het Participatieplatform worden benoemd door het college. Het platform stelt in haar overleg selectiecriteria vast voor kandidaten en kan kandidaten voordragen voor lidmaatschap van het Participatieplatform (eerste lid). Het college zal een afgewezen voordracht moeten motiveren.
Er is uitdrukkelijk voor gekozen om het Participatieplatform de cliëntenraad uit zijn midden de voorzitter te benoemen. Daarmee wordt gewaarborgd dat ook de voorzitter voor en namens de benoemde doelgroep handelt.
Artikel 2. Taken van het gemeentebestuur
Het gemeentebestuur zal over beleidsvoornemens van de gemeenteraad en het college via de secretaris advies vragen aan het Participatieplatform op een dusdanig tijdstip dat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Als de adviesaanvraag uiterlijk zes weken voorafgaand aan de datum waarop het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen, wordt toegezonden aan het Participatieplatform, dan kan het advies van het platform van wezenlijke invloed zijn op het door de gemeenteraad of het college te nemen besluit.
Het wordt belangrijk geacht dat het Participatieplatform tijdig wordt betrokken bij de totstandkoming van beleid zodat het uitoefenen van invloed op het beleid op die wijze mogelijk is. Daarom is in het derde lid bepaald dat het college ervoor zorgt dat het Participatieplatform wordt betrokken bij de beleidsontwikkeling.
Artikel 3. Ondersteuning Participatieplatform
Om zijn taken effectief te kunnen vervullen is het van belang dat het Participatieplatform wordt gefaciliteerd. Niet alleen vergaderruimte is van belang, maar ook de toegang tot kantoormiddelen. Het college zorgt voor adequate ondersteuning van het Participatieplatform. Om hierin te kunnen voorzien wordt een ambtenaar aangewezen, die de communicatie tussen college en gemeenteraad enerzijds en het Participatieplatform anderzijds kan stroomlijnen.
Artikel 4. Taken en bevoegdheden van het Participatieplatform
Het Participatieplatform is bevoegd gevraagd en ongevraagd advies te geven over het te ontwikkelen beleid.
Het advies wordt uiterlijk 10 werkdagen voordat het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen uitgebracht door toezending aan de daartoe aangewezen ambtenaar.
Dit artikel regelt tevens uitdrukkelijk dat het Participatieplatform geen bevoegdheid heeft in individuele- en uitvoeringsvraagstukken.
Om de belangen van inwoners te kunnen vertegenwoordigen is het belangrijk te weten wat er onder hen leeft. Om die reden kan het Participatieplatform twee thema- en voorlichtingsavonden organiseren. Ook belangenorganisaties kunnen hierbij betrokken worden.
Het Participatieplatform is zelf verantwoordelijk voor het opstellen van besluitenlijst en actielijst. Het Participatieplatform kan ervoor kiezen vanuit het budget waar onkostenvergoeding onder valt, deze vergoeding aan te spreken om de besluitenlijst en actielijst te laten opstellen of om een notulist aan te trekken.
Artikel 5. Taken van de secretaris
De secretaris is (mede) belast met de agendering en verzendt de uitnodigingen. De secretaris verzendt de uitnodigingen aan de leden uiterlijk vijf werkdagen voordat de vergadering plaatsvindt.
Artikel 6. Budget Participatieplatform
Het budget is ter vrije besteding van het Participatieplatform. Ten laste hiervan kunnen onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging, het organiseren van thema- en voorlichtingsavonden en organisatiekosten (tweede lid). Deze kosten kunnen uitsluitend ten laste van het budget worden gebracht indien deze zijn beoordeeld en goedgekeurd door het college. Het ligt voor de hand dat het college dit beoordeelt voordat de kosten worden gemaakt. Het Participatieplatform zal daarom vooraf om goedkeuring moeten vragen.
Het Participatieplatform moet jaarlijks voor 1 september een begroting ter goedkeuring indienen. Ook moet het Participatieplatform jaarlijks achteraf verantwoording afleggen over de besteding van de middelen, zoals vastgelegd in het tweede lid.
Artikel 7. Vergoeding aan de leden
Voor de vergoeding is tot nu toe aangesloten bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. De vergoeding voor commissieleden is presentiegeld en is gerelateerd aan het bijwonen van de eigen vergaderingen (10 keer per jaar). In de praktijk verrichten leden veel andere activiteiten (zoals vooroverleggen, bijwonen informatiebijeenkomsten, stukken lezen en schrijven) die gericht zijn op het adviseren van het college en daarom is een onkostenvergoeding beter op zijn plaats. Deze onkostenvergoeding wordt verstrekt als vrijwilligersvergoeding en is tot een bedrag van €1500 per jaar onbelast.
De onkostenvergoeding voor de leden van het Participatieplatform is €72 per persoon per deelgenomen vergadering. Dit bedrag is gebaseerd op gemiddeld 4 uur per week voor deelname aan de vergaderingen en voor het verrichten van andere activiteiten voor het platform.
De secretaris heeft naast het lid zijn van het Participatieplatform extra taken zoals genoemd in artikel 5 en bereidt daarnaast ook de begroting en de jaarlijkse verantwoording ten behoeve van de voorzitter. Ook zijn er taken op het gebied van coördinatie van de planning, contacten met externe organisaties en burgers en schrijft de secretaris het merendeel van de adviezen. De vergoeding voor de secretaris wordt daarom gebaseerd op het gemiddeld 8 uur per week verrichten van activiteiten voor het platform.