Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Eustatius

Eilandsverordening houdende regelen betreffende de bijstand in de medische kosten van on- en mindervermogenden (Eilandsverordening bijstand kosten medische hulp Sint Eustatius 1994)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Eustatius
OrganisatietypeCaribisch openbaar lichaam
Officiële naam regelingEilandsverordening houdende regelen betreffende de bijstand in de medische kosten van on- en mindervermogenden (Eilandsverordening bijstand kosten medische hulp Sint Eustatius 1994)
CiteertitelEilandsverordening bijstand kosten medische hulp Sint Eustatius 1994
Vastgesteld doorEilandsraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpvolksgezondheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Sint Eustatius (AB 2010, no. 19) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Sint Eustatius en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Sint Eustatius van toepassing.

De oorspronkelijke grondslag(en) kan men vinden door de regeling te zoeken op 09-10-2010.

Deze regeling vervangt de Eilandsverordening Bijstand in de medische kosten van on- en minvermogenden (A.B. 1985, no. 2).

Het aanvraagformulier is niet opgenomen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verzamelverordening regelingenbestand Sint Eustatius

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Eilandsbesluit Bijstand advies Commissie

Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen van 22 december 1993, ter uitvoering van de Eilandsverordening bijstand kosten medische hulp Sint Eustatius 1994

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam

08-10-2010

A.B. 2010, no. 19

Onbekend
22-12-199310-10-2010Nieuwe regeling

21-12-1993

A.B. 1993, no. 19

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Eilandsverordening houdende regelen betreffende de bijstand in de medische kosten van on- en mindervermogenden (Eilandsverordening bijstand kosten medische hulp Sint Eustatius 1994)

 

 

HOOFDSTUK I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze eilandsverordening wordt verstaan onder:

  • a.

    medische hulp:

    • -

      algemeen artsenhulp;

    • -

      specialistische hulp, na verwijzing;

    • -

      opname, verpleging en behandeling in een ziekeninrichting;

    • -

      laboratorium-, röntgenologisch-, funktie- en pathologisch onderzoek;

    • -

      verstrekking genees- en verbandmiddelen;

  • b.

    kaart: de door het bestuurscollege te verstrekken kaart recht gevende op volledige of gedeeltelijke bijstand in de kosten van medische hulp;

  • c.

    volledige bijstand in kosten medische hulp: alle onderdelen medische hulp vermeld in sub a;

  • d.

    gedeeltelijke bijstand in kosten medische hulp: één of meer onderdelen van de medische hulp vermeld in sub a, dan wel gedeelten van één of meer van die onderdelen;

  • e.

    houder: degene op wiens naam de kaart is verstrekt;

  • f.

    onvermogenden:

    • 1.

      zij die onderstand genieten;

    • 2.

      kinderen van ouders die onderstand genieten of wiens ouders of voogden behoren tot de categorie als bedoeld onder punt 4, mits zij zelf geen inkomen genieten;

    • 3.

      bejaarden die geheel of gedeeltelijk voor rekening van het Eilandgebied Sint Eustatius in een bejaarden- of verzorgingstehuis verblijven;

    • 4.

      degene, die een inkomen geniet uit arbeid anders dan in een dienstverband en/of een uitkering geniet op basis van de Landsverordening Ouderdomsvoorziening (PB 1960, nr. 155) of de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering (PB 1960, nr. 83), welk inkomen op het tijdstip van de aanvrage gelijk dan wel lager is dan het minimumloon voor werknemers als bedoeld in artikel 9, lid 3, van de Landsverordening Minimumlonen (PB 1972, nr. 110), met dien verstande dat het gezamenlijk inkomen van aanvrager en zijn/haar partner bedoeld minimumloon niet mag overschrijden;

  • g.

    mindervermogenden: degene, die een inkomen geniet uit arbeid anders dan in een dienstverband en/of een uitkering geniet op basis van de Landsverordening Ouderdomsvoorziening (P.B. 1960, no. 155) of de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering (P.B. 1960, no. 83), welk inkomen op het tijdstip van de aanvrage het onder punt f. sub 4, bedoelde minimumloon overschrijdt, doch waarvoor het afsluiten van een deugdelijke particuliere ziektekostenverzekering een onevenredig groot nadeel met zich meebrengt, met dien verstande dat het gezamenlijk inkomen van aanvrager en zijn/haar partner niet meer mag bedragen dan 125% van bedoeld minimum loon;

  • h.

    inkomen: het belastbaar inkomen ingevolge de Landsverordening op de Inkomstenbelasting 1943, (PB 1956, no. 9);

  • i.

    kinderen: wettige, gewettigde-, erkende-, natuurlijke- en pleegkinderen;

  • j.

    commissie: de Bijstand Advies Commissie als bedoeld in artikel 6.

HOOFDSTUK II Het recht op volledige of gedeeltelijke bijstand in kosten medische hulp

Artikel 2 Rechthebbenden

  • 1.

    ledere Nederlander die ingeschreven staat in het bevolkingsregister van het eilandgebied Sint Eust-tius en on- of mindervermogend is, heeft recht op een kaart.

  • 2.

    Deze kaart is slechts geldig voor het eilandgebied Sint Eustatius.

Artikel 3 Volledige bijstand

  • 1.

    Een kaart rechtgevende op volledige bijstand in de kosten van medische hulp wordt verstrekt aan onvermogenden; zij vragen daartoe elk jaar vóór 1 maart een kaart aan.

  • 2.

    Het tarief waartegen deze kaart wordt verstrekt wordt vastgesteld bij door het bestuurscollege vast te stellen eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

  • 3.

    Kaarten die na 1 maart worden aangevraagd worden verstrekt tegen 200% van het bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, vastgestelde tarief.

  • 4.

    Het bestuurscollege kan op advies van de commissie in individuele gevallen ontheffing van betaling van de kaart verlenen.

Artikel 4 Gedeeltelijke bijstand

  • 1.

    Een kaart rechtgevende op gedeeltelijke bijstand in de kosten van één of meer onderdelen medische hulp kan worden verstrekt aan mindervermogenden; zij vragen daartoe elk jaar vóór 1 maart een kaart aan.

  • 2.

    Het tarief waartegen de kaart wordt verstrekt wordt vastgesteld bij door het bestuurscollege vast te stellen eilandsbesluit, houdende algemene. maatregelen.

  • 3.

    Kaarten die na 1 maart worden aangevraagd worden verstrekt tegen 200% van het bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, vastgestelde tarief.

Artikel 5 Voorwaarden

  • 1.

    De mindervermogende die in het bezit is van een kaart als bedoeld in artikel 4, lid 1, is verplicht het consult van de gouvernementsarts zelf te betalen.

  • 2.

    De kaart als- bedoeld in artikel 4, lid 1, geeft slechts recht op een gedeeltelijke vergoeding van de werkelijk gemaakte kosten van één of meer onderdelen medische hulp met een maximum van 90%.

  • 3.

    De vergoeding wordt afgestemd op de omstandigheden van persoon en gezin, alsmede op het betoonde besef van verantwoordelijkheid in de voorziening van een adequate ziektekostenverzekering.

  • 4.

    De kaart kan bovendien worden verstrekt onder voorwaarden welke strekken tot:

    • a.

      gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de kosten medische hulp;

    • b.

      het afsluiten van een adequate ziektekostenverzekering voor aanvrager en zijn gezin;

    • c.

      andere bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen vast te .stellen voorwaarden.

Artikel 6 De commissie

  • 1.

    Er is een commissie van advies. Zij draagt de naam Bijstand Advies Commissie.

  • 2.

    De commissie wordt door het bestuurscollege benoemd.

  • 3.

    De samenstelling, taak en werkwijze van de commissie wordt geregeld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

  • 4.

    De commissie adviseert het bestuurscollege ten aanzien van de verlening, weigering en intrekking van een kaart, alsmede in andere aangelegenheden deze eilandsverordening betreffende.

HOOFDSTUK III Het aanvragen verlenen, weigeren en intrekken van een kaart.

Artikel 7 De aanvrage

  • 1.

    De aanvrager levert een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier in bij het bestuurscollege.

  • 2.

    Het bestuurscollege beslist binnen twee maanden na ontvangst van dé aanvraag.

  • 3.

    Het bestuurscollege stelt het model van het aanvraagformulier vast.

  • 4.

    Het bestuurscollege kan bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen regelen stellen betreffende de bij de aanvrage over te leggen bescheiden.

Artikel 8 Inlichtingen

  • 1.

    De aanvrager is verplicht alle inlichtingen te verstrekken, die voor de beoordeling van de aanvrage noodzakelijk zijn.

  • 2.

    De commissie als bedoeld in artikel 6 is bevoegd de nodige inlichtingen in te winnen.

Artikel 9 Gezamenlijk inkomen

  • 1.

    Betreft de aanvrage een gezin, een der echtelieden of de kinderen uit dat gezin, dan geldt als maatstaf het gezamenlijke inkomen van de echtelieden.

  • 2.

    Gelijke maatstaf geldt voor niet met elkaar gehuwde personen van verschillend of gelijk geslacht en hun kinderen die duurzaam een gezamenlijke huishouding voeren, tenzij het betreft bloedverwanten in de eerste of tweede graad.

  • 3.

    Lid 1 geldt niet ten aanzien van personen die krachtens onherroepelijk rechterlijke uitspraak van tafel en bed gescheiden zijn, dan wel duurzaam gescheiden leven.

Artikel 10 Kaart ten behoeve van een kind

  • 1.

    De aanvrage van een kaart ten behoeve van een kind wordt beoordeeld naar het gezamenlijke inkomen van.de echtelieden, danwel het inkomen van de onderhoudsplichtige, tenzij het betreft een:

    • -

      minderjarige die zelf onderstand of een inkomen uit arbeid geniet;

    • -

      gehandicapte;

    • -

      minderjarige die zelf een of meer kinderen te zijnen laste heeft.

  • 2.

    Het bepaalde in de artikelen 3, 4 en 5 is van overeenkomstige' toepassing.

Artikel 11 Uitsluiting

Een ieder in wiens medische hulp op andere wijze is of kan worden voorzien, is van het verkrijgen van een kaart uitgesloten.

Artikel 12 Hardheidsclausule

  • 1.

    In gevallen van uitzonderlijke aard kan het bestuurscollege op voorstel van de commissie aan mindervermogenden een kaart rechtgevende op volledige bijstand in de kosten van medische hulp verstrekken, indien dit gezien het inkomen en de hoogte van de ziektekosten noodzakelijk is.

  • 2.

    Het bepaalde in artikel 5, lid 4, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13 De kaart

  • 1.

    De kaart moet vermelden:

    • a.

      naam, voornamen, geboortedatum en -plaats, identiteitsnummer en adres van de houder;

    • b.

      aard van de kaart;

    • c.

      datum van afgifte van de kaart;

    • d.

      geldigheidsduur;

    • e.

      handtekening van de gezaghebber en de secretaris, met een stempel van het bestuurscollege.

  • 2.

    Indien het een kaart betreft als bedoeld in artikel 4, dan vermeldt de kaart bovendien voor welk onderdeel van de medische hulp de kaart geldt.

  • 3.

    Het bestuurscollege stelt het model van de kaart vast.

Artikel 14 Weigering

  • 1.

    De kaart wordt geweigerd, indien:

    • a.

      de aanvrager niet als on- of mindervermogend in de zin van deze verordening kan worden beschouwd;

    • b.

      de aanvrager ingevolge het bepaalde in artikel 11 van deze verordening van het verkrijgen van een kaart is uitgesloten;

    • c.

      de aanvrager weigert de bij de aanvrage over te leggen bescheiden te verstrekken of weigert de voor de beoordeling van de aanvrage noodzakelijke inlichtingen te verstrekken;

    • d.

      gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat aanvrager onjuiste inlichtingen heeft verstrekt.

  • 2.

    De aanvrager wordt bij een met redenen omkleed besluit van het bestuurscollege van de weigering op de hoogte gesteld.

Artikel 15 Intrekking

  • 1.

    Het bestuurscollege trekt een kaart bij een met redenen omkleed besluit in, indien:

    • a.

      de houder niet langer kan worden aangemerkt als on- of mindervermogend;

    • b.

      de houder gaat behoren tot de personen, die van het verkrijgen van een kaart zijn uitgesloten;

    • c.

      de kaart is verleend op grond van onjuiste informatie door de aanvrager verstrekt;

    • d.

      de houder misbruik maakt van de aanspraken die de kaart geeft.

  • 2.

    De kaart wordt niet ingetrokken, dan nadat de houder behoorlijk tot verhoor is opgeroepen.

  • 3.

    Het besluit waarbij de kaart wordt ingetrokken wordt de houder aangetekend toegestuurd.

HOOFDSTUK IV Het indienen van bezwaar

Artikel 16 Bezwaarschrift

  • 1.

    De aanvrager kan tegen de weigering, de intrekking, de aard van de kaart en de voorwaarden op de kaart een bezwaarschrift indienen bij het bestuurscollege.

  • 2.

    De termijn voor het indien van een bezwaarschrift bedraagt 30 dagen na de verzenddatum van de beschikking.

Artikel 17 Heroverweging

  • 1.

    Het bestuurscollege gaat vervolgens over tot totale heroverweging van de zaak.

  • 2.

    De bezwaarde wordt in de gelegenheid gesteld ten overstaan van het voltallige college zijn bezwaren mondeling toe te lichten.

  • 3.

    Het bestuurscollege beslist binnen dertig dagen na ontvangst van het bezwaarschrift.

HOOFDSTUK V Overige bepalingen

Artikel 18 Eigen bijdrage consult

  • 1.

    Alle houders van een kaart zijn verplicht aan het eilandgebied Sint Eustatius een eigen bijdrage per consult te betalen.

  • 2.

    De hoogte van de eigen bijdrage wordt vastgesteld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

  • 3.

    Onvermogenden als bedoeld in artikel 3, lid 4, worden vrijgesteld van de in het eerste lid genoemde eigen bijdrage.

Artikel 19 Eigen bijdrage ziekenhuis

  • 1.

    Alle houders van een kaart zijn verplicht aan het eilandgebied Sint Eustatius een eigen bijdrage per ligdag in het ziekenhuis te betalen.

  • 2.

    De hoogte van de eigen bijdrage wordt vastgesteld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

  • 3.

    Onvermogenden als bedoeld in artikel 3, lid 4, worden vrijgesteld van de in het eerste lid genoemde eigen bijdrage.

Artikel 20 Spoedeisende gevallen

Slechts wanneer er sprake is van spoedeisende gevallen worden medische kosten, die gemaakt zijn buiten het grondgebied van Sint Eustatius, vergoed. De gouvernementsarts adviseert het bestuurscollege terzake.

Artikel 21 Garantiebrief onvermogenden

  • 1.

    De onvermogende die door de gouvernementsarts voor medische hulp naar elders wordt verwezen ontvangt een garantiebrief van het eilandgebied Sint Eustatius.

  • 2.

    De garantiebrief kan worden verstrekt onder voorwaarden, die onder meer kunnen strekken tot:

    • a.

      slechts betaling van verpleegkosten in het ziekenhuis gelijk aan de kosten voor 3de klasse;

    • b.

      medische kosten onder Naf 100,-- dienen door de. houder van de garantiebrief betaald te worden; deze kosten worden later na overlegging van de rekeningen vergoed.

  • 3.

    Patiënten die niet in het ziekenhuis verblijven kunnen voor teer- en verblijfskosten een vergoeding ontvangen van maximaal Naf 70,-- voor iedere dag die zij onder behandeling van een arts zijn; deze vergoeding wordt slechts verstrekt na overlegging van ( hotel)rekeningen.

    Zij die er voor kiezen bij familie of kennissen te verblijven, kunnen voor iedere dag dat zij onder behandeling van een arts zijn een vergoeding ontvangen van Naf 25,-- per dag, ongeacht de overgelegde kwitanties .

  • 4.

    Onvermogenden als bedoeld in lid l van dit artikel kunnen op schriftelijk verzoek een vervoerstoelage ontvangen ten bedrage van Naf 36,-- voor iedere dag die zij onder behandeling van een arts zijn.

Artikel 22 Garantiebrief mindervermogenden

Aan de mindervermogende die door de gouvernementsarts voor medische hulp 'naar elders wordt verwezen kan een garantiebrief worden verstrekt onder voorwaarden. De voorwaarden kunnen onder mee strekken tot:

  • a.

    gehele of gedeeltelijke terugbetaling der kosten door de houder gemaakt;

  • b.

    het treffen van voorzieningen in de kosten medische hulp.

Artikel 23 Voorschot

Indien de arts, het medisch centrum of het ziekenhuis waarnaar de kaarthouder wordt verwezen, geen garantiebrief accepteert, dan zal het bestuurscollege op schriftelijk advies van de gouvernementsarts een voorschot verstrekken aan de houder. Omtrent het voorschot kan het bestuurscollege nadere regelen stellen.

HOOFDSTUK VI Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 24 Strafbepaling

Met een hechtenis van ten hoogste een maand of een geldboete van ten hoogste vijfhonderd gulden wordt gestraft hij, die:

  • 1.

    als aanvrager of ten behoeve van een aanvrager opzettelijk onjuiste inlichtingen verstrekt of omstandigheden verzwijgt waarvan hij weet of redelijkerwijs behoort te weten, dat deze op de beslissing tot het verstrekken van de kaart van invloed kunnen zijn;

  • 2.

    zonder daartoe gerechtigd te zijn opzettelijk gebruik maakt van een kaart of gebruik blijft maken van een kaart, waarvan hij weet of redelijkerwijs behoort te weten, dat deze is ingetrokken;

  • 3.

    als de houder misbruik maakt van de aanspraken die de kaart geeft.

Artikel 25 Overtreding

De in deze eilandsverordening strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen.

Artikel 26 Overgangsbepaling

  • 1.

    Degene die in het bezit is van een kaart, welke is verstrekt op grond van de Eilandsverordening van 24 september 1985, nr. 2, valt gedurende de geldigheid van de kaart nog onder de werking van bedoelde verordening.

  • 2.

    Zodra de geldigheidsduur van de kaart is verlopen, is de Eilandsverordening bijstand kosten medische hulp Sint Eustatius 1993 op hem/haar van toepassing.

  • 3.

    Personen die niet de Nederlandse nationaliteit bezitten, doch die op basis van artikel 2, lid 2 van de Eilandsverordening van 24 september 1985, no. 2 altijd recht hadden op de verstrekking van een kaart, blijven dat basisrecht behouden. Voor het overige geldt het gestelde in lid 2.

Artikel 27 Citeertitel

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Eilandsverordening bijstand kosten medische hulp Sint Eustatius 1994", en treedt in werking met ingang van de eerste dag na vaststelling.

  • 2.

    Bij inwerkingtreding van deze verordening vervalt de "Eilandsverordening Bijstand in de medische kosten van on- en minvermogenden" van 24 september 1985 (A.B. 1985, no. 2).