Organisatie | Sint Eustatius |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | Eilandsverordening van de 19 augustus 1970 op de invordering van belastingen, bijdragen en vergoedingen |
Citeertitel | Invorderingsverordening 1970 |
Vastgesteld door | Eilandsraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Sint Eustatius (AB 2010, no. 19) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Sint Eustatius en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Sint Eustatius van toepassing.
Verzamelverordening regelingenbestand Sint Eustatius
Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen nopens het inhouden van de inkomstenbelasting op de inkomsten van de ambtenaren in dienst van het eilandgebied als zodanig
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 08-10-2010 A.B. 2010, no. 19 | Onbekend | ||
01-01-1970 | 10-10-2010 | Nieuwe regeling | 19-08-1970 A.B. 1970, no. 3 | onbekend |
Hoofdstuk I Invordering van de inkomstenbelasting, de winstbelasting en de grondbelasting
De invordering van de inkomstenbelasting, de winstbelasting en de grondbelasting, alsmede van de op die belastingen geheven opcenten, geschiedt overeenkomstig de bepalingen van de volgende artikelen en krachtens kohieren, welke worden toegezonden aan de ontvanger van het eiland op welk de belastingen en de opcenten worden geheven.
De verzending van de aanslagbiljetten, in het eerste lid van het vorige artikel bedoeld, en de inning van de daarop voorkomende bedragen kan mede plaats hebben door tussenkomst van de werkgever bij wie de belastingschuldige in dienst is, doch slechts in bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen te bepalen gevallen en onder daarbij te stellen voorwaarden.
Bij de uitbetaling van bezoldigingen, verlofbezoldigingen , non-activiteitstractementen, wachtgelden en andere beloningen van personen in dienst van het eilandgebied wordt telkenmale, tenzij de belasting binnen een maand na dagtekening van het aanslagbiljet in haar geheel wordt voldaan, een deel van de aanslag in de inkomstenbelasting, in het lopende jaar opgelegd, ingehouden volgens voorschriften bij eilandbesluit houdende algemene maatregelen te geven. Inhouding kan op overeenkomstige wijze geschieden ten aanzien van de aanslagen in de grondbelasting.
De verplichting tot betaling der belastingen wordt niet geschorst door de indiening van bezwaarschriften tegen de aanslag of van aangiften of verzoekschriften tot het verkrijgen van ontheffing, noch door verkrijging van surseance van betaling voor zover volgens het Curacaosch Faillissementsbesluit 1931 de surseance ten aanzien van de verplichting tot betaling niet werkt, evenmin door het voorbehouden recht van beraad of door aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving.
Door de nalatige is voor de aanmaning, die wordt uitgereikt nadat de laatste termijn van de aanslag is vervallen, interest verschuldigd ten bedrage van een half ten honderd van het bedrag der afbetaling per aangevangen maand. Als interest maand worden aangemerkt de kalendermaanden volgende op die waarin de laatste termijn van de aanslag is vervallen. Het bedrag der interest wordt naar boven afgerond op vijftig cent. Voor aanslagen beneden vijftig gulden wordt geen interest berekend.
HOOFDSTUK II Invordering van overige belastingen, bijdragen en vergoedingen
De artikelen 5, 6, eerste en tweede lid, 7, 9, 11, eerste lid, en 12 zijn van overeenkomstige toepassing op de invordering van de belastingen, niet vallende onder artikel 1, van de bijdragen en vergoedingen welke volgens tarieven, vastgesteld bij eilandsverordening of eilandsbesluit houdende algemene maatregelen worden geheven, en op de bijdragen en vergoedingen toekomende aan het eilandgebeid, doch geheven volgens tarieven vastgesteld bij landsverordening of bij landsbesluit houdende algemene maatregelen worden geheven, en op de bijdragen en vergoedingen toekomende aan het eilendgebied, doch geheven volgens tarieven vastgesteld bij landsverordening of bij landbesluit houdende algemene maatregelen.
Met ingang van die datum houden de bepalingen van de artikelen 1 tot en 3 en 5 tot en met 9, 12, 13 en 15 van de “Landsverordening van de 31ste december 1942 op de invordering van directe belastingen 1943, voor wat betreft de invordering vanwege het eilandgebied de Bovenwindse Eilanden op te gelden.