Organisatie | Laren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Standplaatsenbeleid 2016 gemeente Laren |
Citeertitel | Standplaatsenbeleid 2016 gemeente Laren |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Vent- en standplaatsenbeleid gemeente Laren 2004
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2016 | nieuwe regeling | 22-11-2016 | n.v.t. |
Standplaatsenbeleid 2016 gemeente Laren
vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016
1. Begripsomschrijving innemen standplaats
Onder het innemen van een standplaats wordt verstaan:
het te koop aanbieden van goederen en diensten vanaf eenzelfde plaats in de openbare ruimte. De standplaatshouder kan bij het te koop aanbieden van zijn goederen gebruik maken van fysieke hulpmiddelen zoals bijv. een kraam.
De wettelijke grondslag voor het reguleren van de standplaatsen is te vinden in de Gemeentewet. In artikel 108 van de Gemeentewet wordt bepaald dat de bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de huishouding van de gemeente aan het gemeentebestuur wordt overgelaten. Het reguleren van straathandel behoort bij de huishouding van de gemeente.
Afdeling 4 “Standplaatsen” van de Algemene plaatselijke verordening van Laren reguleert het venten en innemen van standplaatsen in de gemeente Laren.
3. Uitzonderingen o.g.v. Algemene plaatselijke verordening
In bepaalde situaties is het verbod tot het innemen van een standplaats niet van toepassing:
4. Wettelijke regels ten aanzien van het uitoefenen van straathandel
Naast de bepalingen van de Algemene plaatselijke verordening zijn op het innemen van een standplaats andere geldende regels, zoals bijvoorbeeld de Winkeltijdenwet, Warenwet en Wet Milieubeheer , van toepassing. Deze wettelijke regels stellen vanuit een ander motief eisen aan het uitoefenen van straathandel.
5. Soorten standplaatsvergunningen
We onderscheiden de volgende standplaatsvergunningen:
Aan dezelfde persoon c.q. rechtspersoon kan één soort standplaatsvergunning per kalenderjaar worden verleend.
6. Aantal vaste standplaatsen/locaties
Er zijn 5 locaties waarvoor vaste standplaatsvergunningen kunnen worden verleend:
3 op de hoek Barbiersweg/Zevenend
1 op het Plein 1945 tegenover supermarkt ;
1 op de Brink ongeveer tegenover de Nieuweweg
7. Aantal tijdelijke en/of seizoensgebonden standplaatsen/locaties
1 of meerdere standplaatsen zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, rekening houdende met de druk op de openbare ruimte, de overlast die daardoor kan ontstaan voor het verkeer en omwonenden en de openbare orde.
8. Aantal ideële standplaatsen/locaties
Maximaal 2 ideële standplaatsen nabij de bushalte aan het Zevenend.
Voor tijdelijke standplaatsen van bijzondere aard, zoals bijvoorbeeld voor het bevolkingsonderzoek naar borstkanker of activiteiten die het algemeen belang dienen, kan van het beleid worden afgeweken.
9. Verkoop van op de standplaats in olie of vet gebakken producten.
Uit veiligheidsoverwegingen is het niet toegestaan op de standplaats producten in olie of vet (af) te bakken. Dit verbod lijdt uitzondering indien dit (af)bakken geschiedt in een verkoopwagen met harde wanden, en wel op zodanige wijze dat het publiek niet met de hete olie of het hete vet in aanraking kan komen. Voor het plaatsen van een dergelijke verkoopwagen zijn alleen voldoende ruimte en faciliteiten aanwezig op Plein 1945, hoek Barbiersweg/Zevenend.
10. Ongeschikte standplaatslocaties
De volgende locaties zijn vanuit een oogpunt van verkeersveiligheid en - vrijheid in elk geval niet geschikt voor het innemen van een standplaats:
Indien daartoe aanleiding bestaat kunnen Burgemeester en wethouders een brancheindeling instellen.
De verkooptijden voor standplaatshouders in Laren zijngelet op de openbare orde- en overlastaspecten vastgesteld op:
Een vergunning voor het innemen van een vaste standplaats wordt voor één jaar kalenderjaar verleend. Wanneer er op een standplaatslocatie een evenement plaatsvindt waarvoor een vergunning is afgegeven, kan er die dag geen gebruik worden gemaakt van de standplaats. Dit wordt uiterlijk 4 weken voorafgaand kenbaar gemaakt aan de vergunninghouder. Indien mogelijk zal er een andere locatie worden toegewezen.
14. Voorschriften verbonden aan een standplaatsvergunning.
slechts vanwege dringende redenen, zoals bij ziekte en vakantie, mag een vergunninghouder zich laten vervangen. Burgemeester en wethouders dienen hiervoor ontheffing te verlenen, zij kunnen vragen de opgegeven reden met bewijsmateriaal te ondersteunen. Vervangers dienen ten minste 18 jaar oud te zijn;
van een vergunning moet steeds gebruik worden gemaakt. In het geval dat geen gebruik wordt gemaakt van de vergunning, moet dit vooraf, onder opgaaf van redenen, worden gemeld bij burgemeester en wethouders. In geval van spoed kan achteraf de mededeling worden gedaan dat men afwezig is geweest, onder opgaaf van de redenen;
15. Over te leggen stukken bij een aanvraag voor een standplaatsvergunning
Er is per vaste standplaats een wachtlijst ingesteld. Aan het totaal aantal inschrijvers is een maximum verbonden van drie per branche. Voor het inschrijven op de wachtlijst is een eenmalige vergoeding op grond van de Legesverordening verschuldigd.
De aanvragen voor toewijzing van een vaste standplaats worden in volgorde van binnenkomst vermeld op een doorlopend te nummeren lijst. De inschrijver voor een vaste standplaats moet jaarlijks voor het eind van het kalenderjaar schriftelijk aangeven of hij zijn plek op de wachtlijst wil handhaven.
17. Regels toekenning vergunning
Voor een vrijgekomen standplaats komen in aanmerking:
Een uitzondering op deze regels is de wens van de echtgenoot, geregistreerde partner, de persoon met wie de vergunninghouder een aantoonbaar samenlevingscontract heeft bij de notaris, kind of kleinkind de standplaatsvergunning van de vergunninghouder over te willen nemen. Dit dient zowel door de huidige als toekomstige vergunninghouder schriftelijk aangevraagd te worden.
In geval van overlijden geldt dat wanneer één van bovengenoemde personen een daartoe strekkend verzoek binnen acht weken na het overlijden van de vergunninghouder bij burgemeester en wethouders indient, burgemeester en wethouders de vrijgekomen standplaats aan de echtgenoot, geregisteerde partner, persoon met wie de overledende een aantoonbaar samenlevingscontract heeft bij de notariskind of kleinkind verlenen.
18. Verwijderbaarheid verkoopgelegenheid
Het principe van een standplaats is dat deze slechts gedurende een gedeelte van de dag (korter dan 24 uur) mag worden ingenomen. Als de verkoopgelegenheid niet voor het publiek is geopend, moet de standplaats worden ontruimd.
19. Afmeting verkoopgelegenheid
Burgemeester en wethouders voeren het beleid dat per concrete situatie aanwijzingen worden gegeven omtrent afmeting en plaatsing van de verkoopgelegenheid. De standplaatsen worden gemarkeerd. Het toegewezen aantal m2 mag niet worden overschreden. De vrije doorgang voor voetgangers dient ten minste 1.50 meter te zijn.
20. Uiterlijk aanzien van de standplaats en de verkoopgelegenheid
De advisering over het uiterlijk aanzien van bouwwerken is op grond van de Bouwverordening opgedragen aan de Welstandscommissie.
Burgemeester en wethouders hanteren over de aanvaardbaarheid van het uiterlijk aanzien van bouwwerken de volgende criteria:
Een verkoopgelegenheid waarmee standplaats wordt ingenomen, is geen bouwwerk in de zin van de Bouwverordening. Om zich toch een oordeel te kunnen vormen over de aanvaardbaarheid van het uiterlijk aanzien van een verkoopgelegenheid hanteren burgemeester en wethouders zoveel mogelijk bovengenoemde criteria als richtsnoer.
Van geval tot geval dient te worden bezien of een verkoopgelegenheid uit het oogpunt van bovengenoemde aspecten voldoet. In ieder geval zullen aspecten zoals de kleur en de onderhoudstoestand van de verkoop-gelegenheid bij de beoordeling worden betrokken.
Burgemeester en wethouders zullen indien het uiterlijk aanzien van een verkoopgelegenheid daartoe aanleiding geeft, een aanschrijving doen uitgaan naar de desbetreffende vergunninghouder, waarin hem/haar een redelijke termijn zal worden gesteld om de verkoopgelegenheid in overeenstemming te brengen met de daaraan te stellen eisen.
In het geval een nieuwe verkoopgelegenheid wordt aangeschaft dient een foto of tekening te worden overgelegd, teneinde een beoordeling te kunnen uitvoeren.
De standplaats en de naaste omgeving moeten binnen een straal van 10 meter in schone en ordelijke staat gehouden worden.
De standplaatshouder is binnen een straat van 10 meter verantwoordelijk voor het opruimen van weggegooide verpakkingsmaterialen en etensresten die gerelateerd zijn aan de door hem verkochte goederen.
De vergunninghouders die eetwaren verkopen die voor directe consumptie geschikt zijn, moeten minimaal twee afvalbakken plaatsen. Voor het legen van deze bakken is de vergunninghouder verantwoordelijk.
De standplaatshouder dient de standplaats na ontruiming schoon en netjes achter te laten.
De kosten voor het verwijderen van achtergelaten afval zijn voor rekening van de vergunninghouder.
22. Uitstallingen in combinatie met standplaatsen
Bij standplaatsen worden geen uitstalvergunningen gegeven. Eventuele uitstallingen dienen binnen de toegestane aantal m² van de standplaats te worden geplaatst.
De verkoopgelegenheid dient te voldoen aan de brandveiligheidsvoorschriften, zulks ter beoordeling van de brandweer.
In geval van wijziging van de bestemming dan wel herinrichting van het betreffende gedeelte van de openbare weg zijn burgemeester en wethouders bevoegd om een vervangende standplaats aan te wijzen. Indien geen vervangende locatie voorhanden is, kan de vergunning worden ingetrokken.
De verleende vergunningen worden gepubliceerd op de landelijke website www.overheid.nl..
2. Toezicht en handhaving ten aanzien van standplaatsvergunningen.
Binnen de gemeente Laren zijn naast de politie de buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA) belast met het signaleren van overtredingen van o.a. de Algemene Plaatselijke Verordening. Voornoemde ambtenaren hebben toezichthoudende en opsporende bevoegdheden.
Indien de vergunningsvoorschriften met betrekking tot de standplaatsen niet worden nageleefd, wordt handhavend opgetreden conform het geldende gemeentelijk handhavingsbeleid. Het opleggen van een last onder dwangsom of het schorsen/intrekken van de vergunning is daarbij gebruikelijk.