Organisatie | Terneuzen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Groenbeheerplan Terneuzen 2004 |
Citeertitel | Groenbeheerplan Terneuzen 2004 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ordening ruimtelijk structuur woon |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-06-2004 | Onbekend | 03-06-2004 Onbekend | Onbekend |
Het Groenbeheerplan in kort bestek
Om meer grip te krijgen op het beheer van het groen in Terneuzen heeft de gemeente aan 'Oranjewoud' gevraagd de huidige situatie van het groen in beeld te brengen. Op basis hiervan wordt een beheerplan opgesteld zodat het groen de komende jaren gestructureerd kan worden beheerd.
De basis van de groenstructuur in de gemeente is goed; de belangrijkste dragers van die structuur zijn de hoofdwegen en de parkstroken. De invulling van de groenstructuur (en daarmee de uitstraling) is op veel plaatsen vergelijkbaar en monotoon. Er is geen of weinig onderscheid tussen groen in verschillende type gebieden. Groen in de woonomgeving heeft bijvoorbeeld dezelfde uitstraling als in het centrum.
Opvallend is echter wel de grote hoeveelheid verschillende soorten binnen één plantvak. Op een klein oppervlak worden verschillende soorten toegepast. Dit zorgt voor een gevarieerd maar rommelig beeld en levert problemen op bij het beheer.
Terneuzen beschikt over potenties om delen van het groen op een natuurlijke manier te beheren. Er is een duidelijke boomstructuur langs de hoofdwegen, naar de centra neemt die duidelijkheid af.
Om meer variatie in het beeld van het openbaar groen te realiseren wordt een nuancering in drie kwaliteitsniveaus voorgesteld: het groen krijgt in de centra een representatieve uitstraling; in de woongebieden een standaard uitstraling; waar er natuurlijke potenties zijn krijgt het groen een natuurlijke uitstraling.
Ten opzichte van de huidige situatie heeft dat de volgende veranderingen tot gevolg:
De beheerder heeft een visie nodig waarmee het groen wordt benaderd, daarmee is hij in staat op korte en op langere termijn activiteiten te ontwikkelen. Deze visie is verwoord in de beheerstrategie. Het uitgangspunt daarbij is dat het groen duurzaam in stand gehouden wordt. Ten opzichte van de huidige manier van werken verandert met name het onderhoud aan de heesterbeplantingen en het bosplantsoen. Waar nu veel met de maaibalk wordt geschoren, staat in de voorgestelde beheerstrategie de natuurlijke vorm van de beplanting meer centraal.
Bij het doorvoeren van de nuancering van de kwaliteitsniveaus en het beheren volgens de beschreven beheerstrategie loopt de beheerder tegen een aantal knelpunten aan:
monotoon groen, onvoldoende ruimte voor ontwikkeling van de beplanting, scheren van de heesters als hagen en dergelijke. In dit Groenbeheerplan worden richtingen opgesteld om die knelpunten op te lossen:
Het Groenbeheerplan is financieel doorgerekend op basis van gemeentelijke tarieven (prijspeil 2004) aan de hand van maatregelpakketten die zijn gebaseerd op de IMAGnormeringen*. Dat levert een theoretische begroting op van € 3,52 miljoen.
Dit Groenbeheerplan richt zich met name op de huidige situatie voor het groen. Het neemt echter al een voorschot op de toekomst door een aantal verbeterpunten voor te stellen. In de aanbevelende zin worden die nog op een rij gezet:
* IMAG: Instituut voor Mechanisatie Arbeid en Gebouwen levert tijdnormen voor Groenvoorzieningen. Deze arbeidsnormen voor het onderhouden van groen zijn gebaseerd op ervaringscijfers.
De voormalige gemeente Terneuzen heeft Ingenieursbureau Oranjewoud. B.V. in januari 2001 opdracht gegeven voor het opstellen van een groenstructuurplan en een beheerplan. Daarnaast is in november 2001 opdracht verstrekt tot de vulling van het beheerprogramma Technisch
Beheer Informatiesysteem (TBI-Groen).
Begin 2003 zijn de gemeenten Axel, Sas van Gent en Terneuzen in het kader van een gemeentelijke herindeling samengegaan in de nieuwe gemeente Terneuzen. Om het beeld en beheer in de verschillende kernen op elkaar af te stemmen, is ervoor gekozen ook het groen in de kernen van de voormalige gemeenten Axel en Sas van Gent te laten inventariseren, de hoeveelheden in het beheerprogramma te verwerken en de groenstructuur in de kernen te beoordelen. In het najaar van 2003 heeft Oranjewoud hiervoor de opdracht gekregen.
Het doel van deze rapportage is inzicht geven in de huidige situatie van het groen in de gemeente Terneuzen. Daarmee heeft de gemeente een instrument in handen om het beheer van het openbaar groen beter te sturen. Tevens vormt het de basis om in de toekomst nieuw ruimtelijk beleid te ontwikkelen.
Er is voor gekozen om van grof naar fijn te werken. Dat betekent dat op hoofdlijnen een beoordeling is gedaan van het huidige groen in de gemeente. Op een beschrijvende manier is in kaart gebracht wat de sterke en zwakke punten zijn van de groenstructuur in de kernen.
Een van de belangrijkste conclusies is wel dat het groen (hoewel netjes en verzorgd) een monotoon uiterlijk heeft. Dat geldt het vakniveau, maar ook op een groter schaalniveau: er is weinig onderscheid tussen bijvoorbeeld het centrum en de woonwijken. Om dat monotone karakter te doorbreken wordt een nuancering van de kwaliteitsniveaus voorgesteld. Daarnaast wordt een beheerstrategie voorgesteld die meer past bij het karakter van de beplanting die er staat.
Niet alle zwakke punten van het groen kunnen beheersmatig worden opgelost. Om die reden wordt afzonderlijk aandacht besteed aan knelpunten en de oplossingsrichting die daarvoor gekozen kan worden.
Om de financiële consequenties van dit plan te kunnen bepalen is een groenbeheersysteem ingericht. Daarvoor is al het groen opnieuw geïnventariseerd. Op basis van de beheerstrategie zijn maatregelpakketten opgesteld. Met behulp van dit geautomatiseerd beheerinstrument is een financiële vertaling gemaakt.
Er is bij het tot stand komen van dit rapport uiteraard samengewerkt met de betrokken ambtenaren van de gemeente. Daarmee is bereikt dat met name de beheerstrategie, de werkpakketten, de begroting en de gebruikte tarieven stroken met de actuele situatie van de gemeente.
Daarnaast is er door middel van workshops inbreng geweest van raadsleden en leden van de stad-, dorps-, en wijkraden. In deze workshops is samen nagedacht over de kwaliteit van het groen, met name over de nuancering in kwaliteiten. ‘Welke groenkwaliteit verwachten we waar?’ was de vraag die tijdens deze workshops centraal stond.
Hoofdstuk 2 Huidige groenstructuur
In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de groenstructuur van de gemeente Terneuzen. Hierbij wordt uitgegaan van de huidige situatie. Op basis van een veldverkenning is er per deelgebied op kaarten aangegeven hoe de situatie nu is. In paragraaf 2.1 en 2.2 zijn deze resultaten opgenomen. Daarbij is er beoordeeld op een aantal aspecten, te weten:
In paragraaf 2. 3 worden conclusies getrokken.
De gemeente Terneuzen is gelegen in Zeeuws-Vlaanderen en is de grootste gemeente van de provincie Zeeland. Terneuzen is gelegen tussen de Westerschelde en de Belgische grens en wordt aan de westzijde begrensd door de gemeente Sluis en aan de oostzijde door de gemeente Hulst.
In Zeeuws-Vlaanderen wonen ongeveer 100.000 mensen, waarvan ruim 55.000 in Terneuzen. De gemeente Terneuzen wordt doorsneden door het noord-zuid lopende kanaal van Terneuzen naar Gent. Het gebied rond het kanaal, de Kanaalzone genoemd, is van oudsher een industrieel gebied met haven- en industriecomplexen. Met name de chemische industrie is er sterk vertegenwoordigd. De Kanaalzone is het economische kerngebied van Zeeuws-Vlaanderen; het gebied voorziet in een groot gedeelte van de regionale werkgelegenheid.
De kernen Axel, Sas van Gent en Terneuzen zijn de grootste kernen en dragen de namen van de voormalige gemeenten zoals die tot 1 januari 2003, de datum van gemeentelijke herindeling, bestonden. Daarnaast kent de gemeente Terneuzen nog 11 kernen, te weten: Biervliet, Hoek, Koewacht, Overslag, Philippine, Sluiskil, Spui, Westdorpe, Zandstraat, Zaamslag en Zuiddorpe.
De N61 loopt als grote provinciale oost-west verbindingsweg tussen verschillende kernen door en verbindt de dorpen onderling. Terneuzen is door middel van de
Westerscheldetunnel (6,8km onder de Westerschelde door) rechtstreeks verbonden met Middelburg, Vlissingen en de rest van Nederland.
In Terneuzen zijn veel voorzieningen op het gebied van winkels, sport, horeca, gezondheidszorg, etc. die in de kleine kernen niet voorhanden zijn. De N252 loopt vanaf Terneuzen in zuidelijke richting naar de Belgische grens langs Sas van Gent en Westdorpe.
Dit groenbeheerplan geeft voornamelijk inzicht in de ruimtelijke situatie met betrekking tot groen binnen de bebouwde kom in de verschillende kernen van de gemeente Terneuzen. Op hoofdlijnen worden de verschillende aspecten weergegeven dus niet elke boom of elke straat wordt apart vermeld.
In deze paragraaf wordt beschreven welke aspecten beoordeeld zijn om de structuur van de gemeente Terneuzen in kaart te brengen. De uiteindelijke resultaten zijn weergegeven in paragraaf 2.2.
De ruimtelijke structuur is beoordeeld op de stedenbouwkundige opzet, indeling in structuurelementen en type beplanting. De volgende structuurelementen zijn onderscheiden:
Beeldkwaliteit is afhankelijk van verschillende aspecten van beplanting zoals variatie, netheid en overzichtelijkheid maar het is ook afhankelijk van de persoonlijke beleving. De volgende typering is gehanteerd:
De boomstructuur langs de hoofdwegen is beoordeeld op basis van:
In dit rapport wordt de boomstructuur aangegeven voor zover deze deel uitmaakt van de (hoofd) groenstructuur. Alhoewel er in de centra en wijken diverse waardevolle individuele of groepen bomen voorkomen, maken deze bomen geen onderdeel uit van dit plan.
2.2 Kernen in de gemeente Terneuzen
In de volgende subparagrafen wordt per kern (in alfabetische volgorde) de groenstructuur beschreven. De beschrijvingen worden verduidelijkt door middel van kaartjes van de huidige ruimtelijke structuur, de boomstructuur en de beeldkwaliteit per type gebied.
Axel is een middelgrote kern ten zuidoosten van Terneuzen, gelegen aan de Grote kreek. Aan de zuidkant wordt Axel omgeven door een recreatief groengebied, de overige omgeving is agrarisch. De kern bestaat voor het grootste deel uit woongebieden, er is een oud centrum aanwezig en verspreid door het dorp liggen parkstroken, begraafplaatsen en andere groenobjecten. Langs de uitvalswegen liggen enkele bedrijventerreinen.
De Nieuwendijk (N685), Buthdijk, Hulsterseweg en de Langeweg (N253) zijn de polderwegen die naar Axel leiden. Binnen de bebouwde kom zijn de Kinderdijk, Kanaalkade, Zuidsingel, Westsingel- Buthstraat en de OranjestraatKerkdreef-Stationstraat-Nieuwendijk belangrijke ontsluitingen. De hoofdwegen sluiten via een rotonde aan op de bebouwde kom. Deze rotondes zijn representatief ingericht, als een entree voor de kern. Langs de
Kinderdijk en de Kanaalkade staan grote bomen die de hoofdstructuur onderstrepen. Wel is deze boomstructuur op een enkele plek onderbroken. Langs de Nieuwendijk staan bomen met een ritme van steeds twee bij elkaar. In het centrum ontbreken bomen langs de hoofdwegen; het straatprofiel biedt niet voldoende ruimte. Opvallend is de bomenrij bij de Emmastraat; een mooi ruimtelijk element.
Ten zuiden van Axel ligt een groot recreatiegebied met een bossig karakter. Naast een groot wandelbos liggen daar onder andere sportvelden, een ruitersportterrein, een ijsbaan, een golfbaan, een openluchtzwembad, zweefvliegveld en een motorcrossterrein, elk met een eigen groene karakter. De Grote Kreek en de Kleine Kreek vormen de scheiding tussen het recreatiegebied en de bebouwing. Overige groenelementen in Axel zijn de begraafplaatsen, de omgeving van de sporthal aan de Polenstraat, het plantsoen tussen de Eisenhowerlaan en Rooseveltlaan. Ook de groenstroken bij de Emmastraat worden als groot groenelement aangemerkt. Speelplekken, plantsoenen en middenbermen van wegen versterken wel het groene karakter maar worden niet als groot groenelement benoemd.
Het centrum van Axel is geconcentreerd rond het Szydlowskiplein, de Markt en de Noordstraat. In deze dichtbebouwde omgeving is het groen afgestemd op de beschikbare ruimte en sfeer. Een cirkel van leibomen op de Markt en vormbomen bij de parkeerplaats hebben een representatief karakter.
In Axel liggen twee grote bedrijventerreinen; Vaartwijk en Noordpolder. Langs de buitenweg liggen kleinschalige bedrijven. Vaartwijk en Noordpolder hebben een functioneel en stenig karakter, het groen bestaat uit grasbermen. Er wordt opvallend veel gras intensief onderhouden.
De hoeveelheid groen verschilt per wijk. De oudere wijken rondom de Wilhelminastraat hebben een stenig karakter; dichte bebouwing, nauwelijks voortuinen en geen openbaar groen. In andere wijken vinden we meer straatbomen, plantsoenen en groenstroken langs de weg. Vaak is het particulier groen in de tuinen bepalend voor het groene karakter in de wijk, met name in Zonnemare en in de wijk bij Middelhovenstraat. Op enkele plekken zou meer ruimte voor groen ingericht kunnen worden om de wijk een betere uitstraling te geven. Dit geldt bijvoorbeeld voor de omgeving van Bosplein. De parkeerplaats is hier bijzonder stenig. In de omgeving van de Aendijkestraat en Diepeneestraat is het toegepaste sortiment (plantensoorten) duidelijk anders dan in de overige woongebieden. Er zijn luxere soorten toegepast. Naast de aanschaf is ook het vereiste onderhoud beduidend duurder.
Woongebied omgeving Trompstraat (Axel)
Biervliet ligt ten westen van Terneuzen aan het Uitwateringskanaal Nol Zeven en ligt aan de N61 waarmee het in verbinding staat met Terneuzen. Dit dorp bestaat voornamelijk uit woonbebouwing en een dorpshart met winkels.
De Middenweg (N61) loopt vlak langs het dorp. De Gentsestraat - Beukelsstraat en de Oude Stad – Burg. Maarleveldstraat zijn aangekleed met goed ontworpen en verzorgde heestervakken en bomen. Ook op die plaatsen waar geen bomen staan (zie boomstructuurkaart), zijn deze hoofdwegen wel herkenbaar door de wegbegeleidende beplanting. Ook langs de Braakmanlaan liggen goed verzorgde groenstroken met een ‘standaard karakter’. De Achterweg - Weststraat is niet duidelijk herkenbaar als doorgaande weg of als dorpsgrens. Een boomstructuur ontbreekt hier.
Het meeste groen in Biervliet bevindt zich bij de begraafplaats en de sportvelden, rondom het bejaardencentrum en langs de dorpsranden en de Kreek (Brandput).
De groene randen vormen de overgang naar het omliggende agrarische gebied. Het openbaar groen in de bebouwde kom ziet er netjes en verzorgt uit. De variatie is passend bij de schaal van het dorp; voldoende afwisseling maar niet te veel soorten per plantvak.
Ten zuiden van Biervliet is in de periode 1998 tot en met 2002 met subsidie van het ministerie van Landbouw Natuurbeheer en Visserij en de gemeente Terneuzen een zogenaamd dorpsbos aangelegd. Dit dorpsbos wordt beheerd en is in eigendom van de Stichting Dorpsbos Biervliet en beslaat ca. 5,6 ha. Dit gebied wordt duurzaam beheerd en is ingeplant met inheemse boomsoorten (knotwilgen, grenslinden, hoogstamfruitbomen, haagbeuk, Zeeuwse haag) en bestaat daarnaast uit diverse terreintypen: grasland met kreekruggen en waterpartijen, een speelweide met een vliedberg en een bloemenweide en een hoogstam fruitboomgaard. Het gebied heeft diverse functies of combinaties daarvan: landschappelijk, natuur, cultuurhistorie en recreatie.
Hoek is een kleine kern ten westen van Terneuzen met voornamelijk woonwijken en een kleine dorpskern met voorzieningen. Via de N61 en de N682 staat Hoek in verbinding met Terneuzen. De omgeving van Hoek is landelijk en groen. De bebouwing van Hoek ligt aan beide zijden van de Voorste Kreek.
De Hoekseweg is de belangrijkste verbindingsweg van Hoek en vormt de begrenzing van de bebouwde kom aan de oostzijde van het dorp. De Molendijk en Noordstraat Langestraat zijn de hoofdwegen, daar kom je het dorp binnen. De Molendijk is vanaf de Hoekseweg beplant met hoge bomen maar dichter bij de dorpskern is er geen ruimte meer voor groen. Daar houdt de boombeplanting op. De Noordstraat heeft alleen boombeplanting langs de weg op het noordelijke deel, waar het profiel breder is.
Binnen de bebouwde kom komen weinig grote stukken openbaar groen voor. De twee begraafplaatsen zijn de enige grote groeneenheden en de buitenruimte bij het bejaardencentrum heeft een groene uitstraling. Het aanwezige groen betreft met name kleinschalig groen en groen in particuliere tuinen.
De oevers van de Voorste Kreek, de sportvelden en Rozenlaan Hoek het Torenbos vormen een groene overgang van de bebouwde kom naar het buitengebied. Dit gebied heeft tevens een recreatieve functie.
In het centrum is een grote bebouwingsdichtheid. Het enige groen dat daar is te vinden, staat in bloembakken en er staan een paar kleine bomen, al dan niet met bloembollen in de boomspiegel. De kwaliteit van het groen is hier wel afgestemd op het centrum: representatief groen.
Het overgrote deel van de bebouwing van Hoek bestaat uit woningen. In sommige buurtjes zorgen de voortuintjes voor een groene uitstraling, in andere delen van het dorp zorgt het openbaar groen voor een groen karakter. De Kreeksingel heeft een groene uitstraling door veel particulier groen en de invloed van het omliggende landelijk gebied.
Koewacht is een grensdorp op de Belgische grens. Net als de andere kleine kernen bestaat dit dorp voornamelijk uit woonbebouwing. De omgeving is agrarisch. In de nabijheid zijn geen kreken of andere waterpartijen te vinden.
De Nieuwstaat – Eikenlaan is de hoofdweg die door Koewacht heen loopt.
Toegangswegen zijn de Emmabaan, de Berlaerstraat en Het Zand. Op enkele plekken langs de hoofdwegen staan grote laanbomen, op grote stukken ontbreekt de boomstructuur echter, of staan kleine onopvallende bomen. Opvallend zijn de monumentale eiken langs de Eikenlaan, ter hoogte van Eikenhof.
De grote groenelementen van Koewacht bevinden zich aan de rand van het dorp. De tennisbanen, voetbalvelden, het zwembad en het schuttersterrein vormen groenelementen, evenals de begraafplaats achter de kerk. In de Kerklaan en in de Eikenhof zijn plantsoenen ingericht met speelvoorzieningen en representatief groen.
Koewacht heeft geen echt centrum. Langs de Nieuwstraat zijn enkele winkels gevestigd en op de splitsing met de Emmabaan zit een restaurant. Het kerkplein is langs de randen representatief ingericht met leibomen maar verder wordt het vooral gebruikt als parkeerplaats.
Koewacht bestaat voor het grootste deel uit woonbebouwing; laagbouw met tuinen. In de Eikenhof zijn woningen gesitueerd rondom een groen plein/ plantsoen. De buurt tussen Wouterij en Nieuwstraat heeft een stenig karakter. De buurt bij Vlasstraat lijkt groen door de tuinen en de groenstroken langs de kopgevels.
Overslag is een grensdorp bij België. De Dorpsstraat – Zuiddorpseweg is de hoofdweg langs en door het dorp. De scherpe bocht is voorzien van stevige boomstructuur, maar de entrees zijn herkenbaar aan de naamborden, niet aan de groenaankleding. De bebouwing in Overslag bestaat voornamelijk uit woningen en enkele boerderijen. In deze kern is geen centrum, enkel een buurthuis dat een centrale functie vervult. Het openbaar groen in Overslag is minimaal. Langs ’t Hoeksken en Keizersputstraat staan enkele zuilbomen in verharding. Het groene karakter wordt gevormd door de agrarische omgeving en de particuliere tuinen.
Buurthuis “t Hoeksken” (Overslag)
Philippine is een middelgrote kern ten zuidwesten van Terneuzen, aan een uitloper van de Braakmankreek. De hoofdwegen naar Philippine zijn de Kanaalpolderweg (N685) en de Zandstraat (N680).
In Philippine wordt de belangrijkste ontsluiting gevormd door de Kanaalpolderweg, Braakmanweg, Dijckmeesterweg, Kasteelstraat en Zandstraat. De hoofdwegen zijn grotendeels voorzien van een boomstructuur, behalve de Kasteelstraat. Langs het kanaal bij de Braakmanweg staat een grote laanstructuur op een dijk, een beeldbepalend groenelement. De entrees zijn representatief ingericht: beukhaag bij Dijckmeesterweg, bodembedekkers met bollen en solitairstruiken bij de Kasteelstraat – Jacob Hobeinstraat.
De grote groenelementen van Philippine liggen langs de randen: groengebied rondom tennispark en sportpark ’t Bermpje en tussen Kasteelstraat en Spuikompark. Ook de woonwijk Waterdijkbos heeft het karakter van een groot groenelement (wonen in het bos).
Het centrum van Philippine ligt bij het Philipsplein, een plein met muziektent en parkeerplaatsen, omgeven met leibomen en onderbegroeiing. De sierwaarde van het groen is hier gering. Op verschillende plekken zijn de plantvakken van slechte kwaliteit. Beplanting is uitgevallen en er is sprake van schade. Ook de omgeving van de Waterpoortstaat heeft een centrumuitstraling.
In de verschillende woonbuurten is de groenbeleving verschillend. De buurt tussen Meerpaalstraat en het Stadhuisplein is dicht bebouwd en heeft een stenig karakter. In de buurt bij de Esplanade, Schorrenkruidlaan en Havenpoortstraat is wel wat snippergroen aanwezig en er staan straatbomen in het wegprofiel. In deze buurten geven vooral de particuliere tuinen een groene uitstraling aan het totaalbeeld. In de woonbuurt Waterdijkbos wordt de uitstraling eveneens bepaald door het groen in particuliere tuinen. Alleen de bermen langs de wegen zijn in beheer van de gemeente. Er kan worden volstaan men een extensief onderhoud. Dit past goed bij de uitstraling van ‘wonen in het groen’. Bij de Ankerhof is een plantsoen ingericht met gras en rozenperken, een accentpunt in de wijk.
Kasteelstraat & Groengebied Spuikom (Philippine)
Omgeving Waterpoortstraat & Woonomgeving Kanaalpark
Sas van Gent is een middelgrote kern, gelegen aan het Kanaal van Terneuzen naar Gent en aan de N252 Westkade, de doorgaande weg naar België. Sas van Gent bestaat voor het grootste deel uit bedrijventerrein en er is een jachthaven in het centrum. De Belgische grens vormt letterlijk de bebouwingsgrens aan de westzijde, het kanaal vormt de oostelijke begrenzing.
De Westkade is de belangrijkste ontsluiting van Sas van Gent in noordelijke en zuidelijk richting langs het Kanaal. Bolwerk/ Papegeulestraat en Oostpoortweg vormen de hoofdverbindingen in westelijke en oostelijke richting. Overige hoofdwegen in de wijken zijn de Westdam, Beneluxstraat en Europalaan. De Westkade heeft (buiten het centrum) een kaal profiel, functioneel passend bij het Kanaal en aanliggende bedrijventerreinen. De entree van Sas van Gent, bij de kruising Westkade – Bolwerk is vormgegeven met een representatieve rotonde. Langs de Westkade in het centrum, bij de jachthaven, staan leibomen. De Beneluxstraat heeft het groene karakter te danken aan de aanliggende particuliere tuinen. Overige hoofdwegen hebben een mooie boomstructuur.
Sas van Gent kent niet veel grote groenelementen. De begraafplaats aan de Paul Krugersdreef is sober en kaal en geeft geen groene indruk. De parkeervlakte bij de begraafplaats, langs de Canadalaan ligt er open en verlaten bij. Dit zorgt voor een slechte uitstraling.
De sportvelden aan het Suikerplein vormen wel een groot groengebied, omzoomd met hoge bomen. De parkeerplaats is echter alleen functioneel. Er is vrijwel geen groen aanwezig en komt dan ook kaal en stenig over. Tussen het spoor en de Beneluxstraat ligt een brede groenstrook als ‘natuurlijke’ buffer naar de woningen. Ook ligt er een groenstructuur door de wijk tussen de woningen aan de Beneluxstraat en de Europalaan met een parkfunctie. De groengebieden zijn qua inrichting afgestemd op het gebruik.
De Watermolenberg is een groene plek naast het centrum met cultuurhistorische waarde. De plek zelf is echter verloederd door het vele vuil en bekladding (hangplek voor jongeren). De begraafplaats St Janschorre ligt in een groot groengebied ten noorden van Sas van Gent in het agrarisch gebied. Op het schiereiland bij het zwembad ligt een park met recreatieve functie.
Het centrum van Sas van Gent ligt bij de jachthaven, rondom de markt. Het centrum is dicht bebouwd en heeft een stenig karakter. Langs de Westkade staan wel leibomen in een groenstrook waarmee de weg een representatief karakter krijgt. Sierwaarde van de onderbeplanting is echter gering.
Op het Keizer Karelplein wordt de weekmarkt gehouden. Het is een vrij stenig en kaal plein. Op de Markt staat slechts één grote boom.
Kruispunt Rozenlaan, Parklaan, Tulpstraat Centrum van Sas van Gent en Walstraat (Sas van Gent)
De bedrijventerreinen zijn grootschalig opgezet: grote kavels met grote loodsen en brede toegangswegen. Langs de wegen ligt een brede grasberm. Verder is er nagenoeg geen openbaar groen.
Woongebied in omgeving Burgemeester Stationsstraat Sas van Gent Hoefnagelsstraat (Sas van Gent)
De woonwijken hebben een wisselend karakter. In de buurt bij de Julianastraat staan bomen in bodembedekkers langs de straat, waardoor de buurt een nette uitstraling heeft.
In de buurten bij Burg. Hoefnagelsstraat en Statenstraat is veel sprake van snippergroen. Er zijn veel soorten in kleine vakken aanwezig waardoor een chaotisch beeld ontstaat. Langs de Europalaan heeft de woonwijk een groener karakter door de ruime opzet van de weg en de tuinen voor de huizen. De kwaliteit van het groen is duidelijk minder dan in de overige kernen van de voormalige gemeenten Sas van Gent en Axel. Er is veel schade aan beplantingen en onkruid en vervuiling komt regelmatig voor. Ook wordt er veel gebruik gemaakt van verschillende soorten in plantvakken waardoor het meer moeite kost om te beheren.
Sluiskil ligt geklemd tussen het Kanaal van Terneuzen naar Gent en de N252 en ligt ten zuiden van de N61. Sluiskil bestaat uit een kleine dorpskern, woonwijken en bedrijventerreinen grenzend aan het water. De bedrijventerreinen zijn door het water gescheiden van de woongebieden. Via de N252 staat Sluiskil in verbinding met Terneuzen.
De entree van het dorp ligt bij de rotonde Rijksweg-Baljuwlaan. De entree is ruim opgezet en groen ingericht, echt een voorbeeld van een herkenbare binnenkomst. De hoofdwegen in Sluiskil zijn verder nauwelijks als zodanig herkenbaar door het ontbreken van duidelijke wegbegeleidende boombeplanting (zie boomstructuurkaart). Slechts bij binnenkomst van het dorp en langs het kanaal staan bomen langs de weg.
Grote groeneenhedenSluiskil heeft grote aaneengesloten stukken groen binnen de bebouwde kom. Bij de entree van Sluiskil langs de Baljuwlaan, ligt een royale groenstrook met een parkachtig karakter. Verder vormen de begraafplaats en de sportvelden een grote aaneengesloten groenstrook. Aan de St. Elisabethlaan is het dorpspark gesitueerd; dit gebied is recentelijk aangeplant en van wandelpaden voorzien. Het park heeft een relatief open beplanting met gras en bomen, en geeft een verzorgde indruk. De gekozen groenelementen hebben een beperkte sierwaarde en de inrichting van het park is op een landschappelijk schaalniveau. Het overgrote deel van het park is in beheer en onderhoud bij een stichting.
In de woonwijken zelf is met name sprake van kleinschalig groen. Opvallend is dat er in de bebouwde kom langs de Baljuwlaan bosplantsoen voorkomt op een plek waar je dat niet verwacht, namelijk midden tussen de bebouwing op relatief smalle vakken. Het overgrote deel van de beplanting valt binnen standaard groen. Er is maar weinig representatief- of natuurlijk groen aanwezig.
Door de dichte bebouwing van het centrum is er weinig ruimte voor groen. Hierdoor komt het centrumgebied stenig over. Het groen dat aanwezig is heeft niet de uitstraling van representatief groen maar gewoon van standaard groen.
Boomstructuren ontbreken op veel plaatsen tussen de bebouwing. De variatie van de beplanting is goed afgestemd op het schaalniveau van de vakken waardoor een rustig beeld ontstaat.
In de woonstraten is veel kleinschalig groen dat er netjes uitziet, ook al is de beplanting op veel plaatsen verouderd. De uitstraling van de beplanting past binnen het beeld van standaard groen. De begraafplaats gelegen aan de rand van de bebouwing onderscheidt zich door de aanwezigheid van representatief groen.
Baljuwlaan vanaf Rijksweg (Sluiskil) & Drostlaan Sluiskil
Spui is een kleine kern in de gemeente Terneuzen en ligt aan de N685 ten zuiden van Terneuzen.
De belangrijkste verbindingsweg, de N685 is in beheer bij de provincie. Deze weg heeft recentelijk een nieuw profiel gekregen in de bebouwde kom. Met deze herprofilering is er meer ruimte gekomen voor groen langs de straat waarmee de dorpskern herkenbaarder is geworden.
De molen van Spui staat in een groene omgeving maar de rest van de bebouwde kom heeft een stenig karakter doordat de huizen dicht langs de weg staan. De bebouwde kom is echter zo klein dat overal het groen karakter van de omgeving domineert. Het enige grote groenelement aan de rand van de kern wordt gevormd door de sportvelden.
Spui bestaat voornamelijk uit woningen hoewel het zo klein is dat er niet van echte ‘woonwijken’ gesproken kan worden. Er is maar een woonstraat, naast de hoofdweg waarlangs ook woningen staan. Openbaar groen is er alleen langs de hoofdweg, verder vormt het particulier groen de grootste De molen van Spui groenmassa.
Terneuzen is de grootste kern in Zeeuws-Vlaanderen en wordt voor driekwart omsloten door water, te weten de Westerschelde, het kanaal van Terneuzen naar Gent en de Otheense kreek. Aan de zuidzijde ligt de N61. De wijk Othene is onlangs gebouwd buiten deze “rechthoek” aan de overzijde van de Otheense kreek en in de toekomst zullen aan deze kant van het water eventuele verdere stadsuitbreidingen plaatsvinden. Het oude centrum ligt bij de monding van het kanaal van Terneuzen naar Gent. Langs dit kanaal zijn ook de meeste bedrijven gevestigd. De woonwijken zijn vanaf het oude centrum steeds verder uitgegroeid in zuidelijke en oostelijke richting, tot aan de Otheense Kreek en de N61.
De Middenweg (N61) is de grootste toevoerweg naar Terneuzen. De Guido Gezellestraat, de Mr. F.J. Haarmanweg en de Buitenhaven zijn de grotere aanvoerwegen naar het centrum. Door de aanleg van de Westerscheldetunnel heeft de Buitenhaven een belangrijkere functie qua toevoer naar de stad gekregen.
De hoofdwegen in Terneuzen ( Rooseveltlaan - Churchilllaan, Mr F.J. Haarmanweg en Guido Gezellestraat) hebben een ruim profiel en zijn meestal redelijk tot ruim voorzien van groenaankleding en wegbegeleidende boombeplanting. De middenbermen zijn voorzien van gras, heesters en (deels onderbroken) rijen bomen. Het groen heeft hier de kwaliteit van representatief groen en versterkt daarmee de entree van de stad. De Scheldeboulevard- Binnenvaartweg ten noorden van het centrum heeft wel een herkenbare inrichting als hoofdweg ook al staan er geen hoge bomen. Het profiel en de bermen geven de weg een herkenbare status als doorgaande weg.
Tussen het noordelijk deel van de Mr. F.J. Haarmanweg en de Binnenvaartweg (o.a.
Kennedylaan) ontbreekt de boombeplanting van de hoofdgroenstructuur.
Bijzonder in de bomenstructuur zijn de historisch monumentale bomenlaantjes in de van Steenbergenlaan, de Verlengde Van Steenbergenlaan, de Leeuwenlaan en de Kerkhoflaan allen nabij het oude stadscentrum.
De grote groeneenheden zijn overwegend recreatieve gebieden met veel groen zoals het sportpark Oude Vaart, het Zuiderpark, recreatiestrook langs de Otheense Kreek en diverse buurtparkjes.
Het grootste deel van het groen binnen de bebouwde kom van Terneuzen bestaat uit standaard groen. Slechts kleine gebieden bestaan uit representatief groen of natuurlijk groen. Op sommige plekken, met name aan de rand van de bebouwing, zou je meer natuurlijk groen verwachten omdat daar de recreatieve waarde groter is.
De oude stadskern van Terneuzen ligt in de noordwest hoek, geklemd tussen de Westerschelde en het kanaal van Terneuzen naar Gent. De randen langs het water hebben
een groen karakter door de grasbermen op de dijk en de rij dennen langs de Scheldeboulevard. In en nabij het stadshart is als gevolg van een grote bebouwingsdichtheid, weinig ruimte voor groen. Het groen dat er is, voldoet niet overal aan de uitstraling van representatief groen dat je op die plek zou verwachten.
Naast het oude stadscentrum zijn er in Terneuzen nog een aantal buurtcentra. Het groen rondom deze centra heeft een zelfde karakter als het groen in omliggende wijk. Hiermee valt het niet extra op als centrumgebied.
Terneuzen heeft een groot oppervlakte bedrijventerrein en industrie, gesitueerd langs het Kanaal van Terneuzen naar Gent. Kenmerkend voor dergelijke terreinen is de functionele inrichting waarbij het stenige karakter de overhand heeft. Langs de wegen liggen soms brede grasbermen/ leidingenstroken, heestervakken en hier en daar verharding. Deze verschillende invulling van de wegbermen zorgt voor een chaotisch en onoverzichtelijk karakter van het terrein. De heestervakken op zich hebben een verzorgde uitstraling, vergelijkbaar met de plantvakken in de woonwijken. Op de bedrijventerreinen zijn echter minder soorten per vak toegepast en sterkere soorten met een wat lagere sierwaarde. Op sommige delen van het bedrijventerrein liggen stukken braak terrein; terreinreserve voor eventuele bedrijfsuitbreiding. De beeldkwaliteit van dit ‘groen’ is niet hoog. Enkele bedrijven hebben hun voortuin ingericht met groen. Dit groen is echter van kleine omvang en nauwelijks van invloed op de totale groenstructuur.
Het grootste gedeelte van de Binnenstad, Het Java, het westelijk deel van de Lievenspolder en het oostelijk deel van de Oudelandse Hoeve beschikken over weinig groen. In deze wijken is de bebouwingsdichtheid erg hoog. De groenstructuur bestaat hier vooral uit kleine straatbomen.
De heringerichte wijk Zuiderpark en de wijk De Kraag hebben een groene uitstraling door de grote hoeveelheden groen zowel openbaar als particulier terrein. Ook de wijk Oude Vaart heeft veel openbaar groen. In Nieuw Othene Polder zijn royale groenstroken aangelegd tussen de bebouwing door. In Serlippenspolder liggen enkele brede openbare groenstroken welke bijdragen aan een groen karakter van de wijk.
De buitenruimte bij de appartementen aan de Churchilllaan is ingericht met een kwaliteit van centrumgroen, zowel semi-particuliere tuinen als ook het openbaar groen er omheen. In veel wijken zijn soms erg veel soorten aangeplant in een klein vak terwijl in andere grote vakken langs een weg bijvoorbeeld maar 1 soort staat. De variatie aan soorten binnen een plantvak loopt dus sterk uiteen.
G. Gezellestraat & Lorentzlaan
Westdorpe is een kleine woonkern ten oosten van Sas van Gent, ontstaan langs de Graaf Jansdijk en uitgegroeid tot aan de Molenkreek. Het dorp is royaal opgezet met voldoende ruimte voor openbaar groen en tuinen. De Molenkreek geeft de zuidrand een landschappelijke uitstraling. Het dorp bestaat voornamelijk uit woonstraten, een bedrijventerrein is niet aanwezig.
De belangrijkste wegen naar en door Westdorpe zijn de Molenstraat, Kapittelstraat, Bernhardstraat en de Graaf Jansdijk A en B.
De Graaf Jansdijk is erg stenig door de beperkte ruimte die overblijft tussen woningen en straat. De Bernhardstraat heeft bij de entree een mooie boomstructuur, verderop staan de bomen in verharding op een onlogische plek, namelijk naast de groenstrook. Langs de Molenstraat zorgt de boomstructuur voor een duidelijke afscheiding tussen bebouwing en buitengebied (en een nieuwe woonbuurt).
In Westdorpe loopt een groenstructuur tussen de woonwijken door. Deze groenstructuur wordt gevormd door een wandelpark met dierenweide en speelruimte. Langs de zuidrand ligt de Molenkreek, welke een groene landschappelijke begrenzing vormt van het dorp naar het buitengebied. Canisvliet is een bosgebied met een recreatieve waarde voor de bewoners uit Westdorpe. De kleine begraafplaats heeft nauwelijks meerwaarde als groengebied in deze redelijk groene kern.
Een supermarkt en enkele winkels op de hoek Bernhardstraat - Amstelveenstraat vormen samen met de omgeving van de kerk aan de Spoorweg/ Graafjansdijk het centrum van Westdorpe. Het ‘winkelcentrum’ grenst aan een groot grasveld dat deel uitmaakt van de groenstructuur in het dorp en heeft de uitstraling van een buurtcentrum. Dit komt voornamelijk door de inrichting met enkele verouderde (lege) bloembakken en te kleine bomen in het trottoir. In het centrum ontbreekt representatief groen.
Het plein voor de kerk is recentelijk nieuw aangelegd waarbij enkele bomen en plantvakken de plek enigszins een representatief karakter geven. Dit zorgt echter niet voor een groene uitstraling; er is weinig groen aangeplant.
Winkels in Bernhardstraat (Westdorpe)
De woningen langs de Graaf Jansdijk staan dicht op elkaar en dicht op de straat, met een stenig karakter tot gevolg. Overige woonstraten zijn redelijk groen, mede door de tuinen en de plantstroken langs de weg en langs kopgevels. Op verschillende plekken is het groen van matige kwaliteit doordat er gaten aanwezig zijn. Pleksgewijs zijn er veel verschillende
soorten per plantvak toegepast. Ook is er snippergroen aanwezig, bijvoorbeeld in de Wilhelminastraat.
Zaamslag ligt ten oosten van Terneuzen. Het is een dorp rondom een kruispunt van wegen langs de N61, de N684 en de polderstraat. Dit dorp bestaat met name uit woonwijken en een dorpskern gevormd door de kerk, winkels en een parkeerplaats rond deze kruising.
De N61 of Terneuzensestraat/ Plein/ Veerstraat en de Axelse straat/ Polderstraat zijn de hoofdwegen door het dorp welke ook enigszins herkenbaar beplant zijn met bomen. Deels ontbreken echter de bomen, vaak door een gebrek aan ruimte.
In Zaamslag liggen grote stroken met groenelementen. Deze bevinden zich in de buitenranden van Zaamslag. Voorbeelden hiervan zijn de sportvelden, het openluchtzwembad en de begraafplaats. Deze gebieden vormen de overgang naar het omliggende agrarisch gebied. Rond het archeologische monument De Torenberg is een groot gebied met grasland aanwezig, dat uitzicht geeft op het achterliggende polderlandschap.
In de woonstraten zijn hier en daar wel laanbomen aanwezig, maar het meeste groen staat in particuliere tuinen. In het centrum van Zaamslag ligt aan de zuidzijde van het Plein een stuk groen met een goede kwaliteit (gazon met voorjaarsbollen en monumentale boombeplanting).
Rondom het kruispunt van de hoofdwegen ligt het Plein met kerk, winkels en parkeerplaatsen. Dit plein is in 2002 opnieuw ingericht, met een klinkerbestrating en nieuw meubilair. Over het hele plein zijn bomen aanwezig. Aan de zuid- en westzijde staat een aantal monumentale bomen. Met name hier heeft het centrum een representatieve uitstraling. Rondom de kerk, binnen de tuinmuur met hekwerk, groeien bodembedekkers met een beperkte sierwaarde.
Centrum van Zaamslag & Plein Zaamslag
Het groen in de woonwijken omvatten laanbomen met kleinschalig groen.
Echter deze woonwijken danken hun groene uitstraling met name aan het groen in de particuliere tuinen. Het gemeentelijk groen in de woonwijken past binnen het standaard groen.
Zandstraat is een kleine kern van woningen langs de hoofdweg, de Zandstraat, met twee zijstraten. Door de mooie laanbeplanting (afwisselend plataan, els en kastanje) en haagjes langs de Zandstraat is er een duidelijke groenstructuur aanwezig. Zandstraat heeft geen centrum, bedrijventerrein en grote groenelementen. De groene uitstraling wordt grotendeels bepaald door de tuinen en het omliggende agrarische gebied.
Zandstraat richting Philippine & Zandstraat richting Sluiskil
Zuiddorpe is een langgerekt dorp langs de Hoofdweg, ten zuiden van Axel. Het grootste deel van de bebouwing bestaat uit woningen. Daarnaast is er een café, restaurant en een grote kerk aanwezig.
Hoofdweg Noord Zuiddorpe & Dorpsplein Zuiddorpe
De belangrijkste ontsluiting door Zuiddorpe is de Hoofdweg Noord en – Zuid. Langs de hoofdwegen staan bomen. De boomstructuur wordt in de bebouwde kom echter wel onderbroken. Ter hoogte van het Dorpsplein staan enkele leibomen. Het Dorpsplein is het centrale punt in het dorp. Hieraan is een café, een restaurant, het buurthuis en de kerk gevestigd. Het dorpsplein is een halfverhard kaal plein omgeven door grote monumentale lindes. Deze bomen bepalen de uitstraling van het centrum in positieve zin. Achter de kerk ligt een begraafplaats welke een groene uitstraling heeft.
Het monument op de splitsing Europastraat – Hoofdweg Zuid is representatief ingericht en is een leuk accent langs de hoofdweg.
In de woonwijken ligt weinig openbaar groen. De tuinen bepalen voor een groot deel het straatbeeld. Bij de nieuwbouwlocatie Ter Duinenstraat is wel rekening gehouden met openbaar groen maar hier zijn gaten gevallen in de nog jonge beplanting.
In de voorgaande paragraaf zijn per kern conclusies getrokken. In deze paragraaf wordt een totaalbeeld gegeven van de huidige situatie van de groenstructuur in de gemeente Terneuzen.
Met name in de kleinere kernen is de ruimte voor het groen vaak beperkt. Deze dorpen zijn stenig van opzet. Het particuliere groen en het omliggende agrarische landschap bepalen dan in belangrijke mate het groene beeld. Doordat particuliere tuinen over het algemeen verschillen qua opzet en inrichting krijgt de totale uitstraling van het groen een wat rommelig beeld.
De kwaliteit en uitstraling van het groen is overal vergelijkbaar. Er zijn weinig gebieden die er duidelijk bovenuit steken (De Nieuw Othene Polder is daarop een uitzondering). Dit doet afbreuk aan het individuele karakter van de verschillende kernen, structuurelementen en groencategorieën. De gelijkvormigheid in beheer en onderhoud versterkt dit beeld.
Het cultuurhistorische karakter van de oude dorpskernen zoals in Sluiskil (langs het water), Biervliet, Zaamslag en Zuiddorpe kan met de beplanting verder worden versterkt. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de oude bomenlaantjes in de Van Steenbergenlaan, de Verlengde Van Steenbergenlaan, de Leeuwenlaan en de Kerkhoflaan (Terneuzen).
Er is in en langs de bebouwde kom maar weinig natuurlijk groen aanwezig. De bestaande potenties worden maar weinig benut. Voorbeelden hiervan zijn de Otheense Kreek in Terneuzen, de dijk bij Hoek, Biervliet en de grotere groenstroken in Sluiskil. Positief voorbeeld is de kreek bij Hoek en het Axelse bos.
Opvallend in het openbaar groen in de hele gemeente is het grote aantal soorten, vaak binnen één vak. Overal zijn beplantingsvakken zichtbaar waar, binnen de vakgrens, meerdere soorten onderling gemengd zijn. Er is sprake van veel kleinschalige menging in de vakken, in plaats van tussen de vakken onderling. Dit geeft een rommelig, zelfs pietepeuterig beeld.
• In Terneuzen is een duidelijke boomstructuur langs de hoofdwegen aanwezig. In de overige kernen is de boomstructuur niet eenduidig, of onderbroken. In het algemeen geldt dat de boomstructuur in de centra van de dorpen afneemt, mede door het gebrek aan ruimte voor de bomen. In Axel ontbreekt de boomstructuur in het centrum bijvoorbeeld bijna geheel. Door de stedebouwkundige opzet is er geen ruimte voor bomen.
Vanuit de beschrijving van de huidige situatie in het vorige hoofdstuk wordt nu verder ingezoomd naar het concrete beheer van het groen in Terneuzen. Allereerst wordt een nadere nuancering van de groenkwaliteit voorgesteld, uitgangspunt daarbij is dat de uitstraling van het groen beter aansluit bij de plek waar het ligt. Deze nuancering ligt ten grondslag aan de beheerstrategie die in dit hoofdstuk op hoofdlijnen wordt beschreven. Een gedetailleerde weergave van de beheerstrategie bevindt zich in bijlage 1.
3.1 Nuancering kwaliteitsniveaus
De belevingswaarde van het groen is voor iedereen anders. Daarom heeft de gemeente ervoor gekozen om bij het bepalen van de kwaliteit de inbreng van anderen te vragen. Dat is gebeurd in de vorm van workshops waarin, naast vertegenwoordigers van de gemeente, ook vertegenwoordigers aanwezig waren vanuit de stad-, dorps- of wijkraden. Tijdens deze workshops is nagedacht over de vraag waar welke kwaliteit van het groen gewenst is. Daarbij is de volgende onderverdeling gehanteerd:
3.1.1 Indeling groenkwaliteiten
Hieronder wordt verstaan het groen met als functie representatie, het dient als een soort visiteplaatje naar de burger en de bezoeker. Dit groen is terug te vinden in centrumdelen van de kernen. Het is over het algemeen kleinschalig groen waarbij gebruik gemaakt wordt van een hoogwaardige beplantingskeuze met vormbomen, veel bloeiende soorten en éénjarigen.
De functie van het standaard groen is met name aankleding. Aankleding van de directe leefomgeving van de bewoners van de gemeente. Het is dan ook terug te vinden in de wijken (wonen) en op bedrijventerreinen (werken). Ook op begraafplaatsen vormt het standaard groen de groenkwaliteit. De beplanting op de graven zelf zorgt voor de gewenste kleur.
Standaard groen is over het algemeen wat grootschaliger en het plantmateriaal bestaat uit afwisselend groene heesters en uitbundige bloeiers. De beplantingsvakken hebben een robuuster uiterlijk en een cultuurlijk karakter.
Hieronder wordt verstaan het groen met een recreatieve en/ of natuurlijke functie. Het groen bestaat uit grotere eenheden en heeft royale vakken. Het uiterlijk van de bomen, de beplanting en het gras hebben een meer natuurlijk karakter. Het gras mag hoger zijn en de kruidengroei wordt gestimuleerd. De beplanting bestaat uit inheemse soorten. Natuurlijk groen is terug te vinden in grote groeneenheden zoals bijvoorbeeld langs de kreken, het Torenbos, de bossages rondom sportvelden, e.d.
3.1.2 Wijzigingen t.o.v. huidige situatie
Ten opzichte van de huidige situatie levert dat de volgende wijzigingen op, bijgevoegde kaartjes illustreren de wijzigingen.
Algemene wijzigingen die gelden voor alle kernen
• Het groen in Overslag krijgt de status standaard groen. Dit is gelijk aan de huidige situatie.
• Het accentpunt in de buurt Waterdijkbos, langs de Mosselverkorting krijgt de status standaard groen.
• Al het groen in Zandstraat krijgt een standaard status. Dit is gelijk aan de huidige situatie.
De basis van een goed beheer is het inzicht in de feitelijke situatie. Daarom is een uitgebreide kwantitatieve inventarisatie gepleegd naar de huidige arealen die in de verschillende delen van de gemeente liggen (3.2.1). Daarnaast heeft een beheerder een visie nodig waarmee het groen wordt benaderd, daarmee is hij in staat op korte en op langere termijn activiteiten te ontwikkelen. Deze visie is verwoord in de beheerstrategie (3.2.2). In dit hoofdstuk gebeurt dat op hoofdlijnen, in de bijlage is de uitgebreide, gedetailleerde strategie opgenomen.
In de volgende tabel is voor elke groencategorie de geïnventariseerde hoeveelheid weergegeven. Die gegevens zijn opgenomen in het groenbeheersysteem van de gemeente Terneuzen. De areaalgegevens worden gepresenteerd per kern.
Analyse op hoofdlijnen van deze inventarisatiegegevens:
Bosplantsoen is beplanting die over het algemeen niet in representatieve gebieden te verwachten is. Door de eenvoud in uitstraling en groeiwijze wordt dit veelal niet in deze gebieden gewaardeerd. Opvallend is dat in de gemeente echter vrij veel (circa 20.000 m²) bosplantsoen in deze gebieden te vinden is. Een opmerking hierbij is echter wel dat ook de begraafplaatsen als representatieve gebieden zijn meegenomen. Hier is, langs de randen, vaak bosplantsoen of bos aanwezig. Op deze plekken is bosplantsoen echter wel gewenst.
Rozen worden met name verwacht in representatieve gebieden en deels in de standaard gebieden, maar niet in de natuurlijke gebieden. In Terneuzen zijn negen maal méér rozen in standaard groen (23.941m2) dan in representatief groen (2.615m2) te vinden. Daarnaast is er nog 1.326m2 in natuurlijke gebieden aanwezig.
Perkgoed wordt met name verwacht in representatieve gebieden en deels in standaardgebieden. Qua oppervlakte zijn er vrijwel evenveel éénjarigen in representatieve gebieden als in het standaard groen. Procentueel gezien is in representatief groen echter beduidend meer perkgoed te vinden. Daarnaast zijn er in de representatieve gebieden meer bloembakken te vinden dan in de standaardgebieden.
In de beheerstrategie wordt per groencategorie beschreven wat er moet gebeuren om te zorgen dat het gewenste beeld ook wordt gerealiseerd. In bijlage 1 van dit rapport is dat gedetailleerd weergegeven.
In deze paragraaf wordt kort ingegaan op een aantal aspecten die de beheerstrategie bepalen:
De kwaliteit van het groen is niet alleen afhankelijk van het gevoerde beheer, ook de inrichting van een straat, en daarmee de inrichting van het groen, beïnvloedt de uiteindelijke kwaliteit van het groen. Soms is het zelfs zo dat de inrichting een goed beheer belemmert, bijvoorbeeld wanneer een te hoge soort is gekozen voor te kleine vakken. Een aantal van deze belemmerende factoren komen terug in hoofdstuk 4 (knelpunten en oplossingsrichtingen). Voor een deel kunnen deze oplossingen door de beherende afdeling worden opgepakt, daarnaast moet in breder verband binnen de gemeente dit aspect aan de orde komen. Een mooi moment kan zijn wanneer een reconstructie van een weg of een gebied wordt voorbereid.
Het beheeraspect wordt in het vervolg van dit rapport verder uitgewerkt. Voor een gedetailleerde beschrijving van het beheer per categorie wordt verwezen naar bijlage 1. Daar wordt naast een beschrijving van de strategie ook een uitgewerkt maatregelpakket gegeven.
In paragraaf 3.1 is beschreven welke nuancering wordt voorgesteld voor het kwaliteitsbeeld van het groen in de gemeente. Daarbij is de vraag gesteld welke uitstraling het groen moet hebben; representatief, standaard of natuurlijk. Deze keuze is direct van invloed op het niveau van onderhoud. Representatief groen wordt op een andere manier onderhouden dan natuurlijk groen.
Bij het beschrijven van het beheer wordt onderscheid gemaakt tussen technisch onderhoud en verzorgend onderhoud. Voor beide onderdelen kan een onderhouds niveau worden afgesproken.
Het technisch onderhoud is het onderhoud dat streeft naar de duurzame
instandhouding van de beplanting. Tot het technische onderhoud wordt gerekend het maaien, snoeien, dunnen, knippen, planten, rooien, water geven, etc. Deze maatregelen zorgen voor een gezond areaal aan groen.
Er kan echter nog wel onderscheid worden gemaakt in groen dat technisch op een hoog niveau moet worden onderhouden, met name in de representatieve gebieden, en groen dat op een basis niveau wordt onderhouden. Beide niveaus leveren een duurzaam groenareaal op. Groen dat wordt onderhouden op een hoog onderhoudsniveau ziet er ook nog eens mooi uit, het esthetische aspect speelt dan ook nog een rol.
Het verzorgend onderhoud is gericht op het schoon en netjes houden van de beplanting. Tot het verzorgende onderhoud wordt gerekend het schoffelen, wieden, papier prikken, zwerfvuil ruimen etc.
Het grootste deel van het groen wordt op een basis niveau verzorgd. In de representatieve gebieden wordt een hoog verzorgingsniveau toegepast.
Hoofdstuk 4 Knelpunten en oplossingsrichtingen
In de vorige hoofdstukken is reeds geconstateerd dat de huidige kwaliteiten van het groen niet altijd voldoen aan de verwachtingen, en de in de workshops gemaakte kwaliteitskeuzes. In dit hoofdstuk worden deze knelpunten beschreven en worden oplossingsrichtingen benoemd.
In vrijwel de hele gemeente worden dezelfde typen beplantingen gebruikt. De uitstraling en het kwaliteitsbeeld van het groen zijn daarmee overal vrijwel gelijk. Er zijn maar weinig gebieden die er echt bovenuit steken. Het individuele karakter van de verschillende kernen, gebieden en groentypen komt daarmee niet voldoende tot zijn recht.
Opvallend is bijvoorbeeld dat de beeldkwaliteit van het groen in het centrum vergelijkbaar is met de omringende woonwijken. Er is daar nauwelijks tot geen representatief groen met extra sierwaarde toegepast (bijvoorbeeld in kleuren of bloeiwijzen). Soms heeft het groen in de woongebieden zelfs een hoger sierwaarde dan in het centrum. En in de grotere groeneenheden is maar beperkt natuurlijk groen aanwezig.
Vanuit de workshops is een verdeling van kwaliteitskeuzes in de gemeente opgesteld in representatief, standaard en natuurlijk groen. De huidige bestaande beplantingen voldoen niet en moeten op een aantal plekken omgevormd worden:
Onvoldoende ruimte voor de gekozen beplanting
Regelmatig is 'overkokende' beplanting zichtbaar. Er staat dan te groot uitgroeiende beplanting op een plek met te weinig bovengrondse groeiruimte. De beplantingen groeien hoog uit en takken of hele struiken gaan overhangen, waardoor overlast ontstaat. Ook in het beheer levert dit problemen op en de beplanting moet met oneigenlijke maatregelen (zoals regelmatig scheren van randen) in toom gehouden worden. Vaak is dit zichtbaar in bosplantsoen. Dit betekent dat de verhouding tussen de grootte van de beplanting en de maat van het vak niet passend is. Er zijn bijvoorbeeld beplantingen gekozen die (fors) groter uitgroeien dan de maat van het vak, of er is tot aan de rand van het vak beplanting aangebracht.
Bij nieuwe aanleg moet een passend sortiment gekozen worden, waarvan het eindbeeld afgestemd is op de (bovengronds) beschikbare groeiruimte. Daarnaast moet voldoende vrije ruimte tot aan de rand van het vak worden vrijgehouden, om ruimte te laten voor de te verwachten groei van de beplanting. Indien uit visueel oogpunt gekozen wordt voor het volplanten van het vak, dan moet gekozen worden voor een kleinere soort langs de rand.
Bij de huidige overkokende beplantingen moet de eerste rij heesters verwijderd (rooien of terugzetten) worden, zodat de overblijvende beplanting voldoende ruimte heeft om uit te groeien. Is het vak te klein of te smal voor de aanwezige beplanting dan moet deze vervangen worden door een lager blijvend, kleinere soort.
Regelmatig zijn in één relatief klein beplantingsvak meerdere plantensoorten aanwezig. Daar waar de variatie op een groter schaalniveau (tussen de gebieden) ontbreekt is hij op het detailniveau (binnen de vakken) juist te ver doorgevoerd. Dit 'tuineffect' geeft een rommelig beeld. Ook in het beheer is dat lastig, omdat planten elkaar gaan verdringen en het dan veel moeite kost om elke soort te handhaven.
Bij nieuwe aanplant moet gekozen worden voor één soort in een beplantingsvak, individuele menging moet niet meer toegepast worden in het openbaar groen. Dit levert een rustiger beeld op en vergemakkelijkt het onderhoud.
Op meer representatieve plekken waar uit visueel of esthetisch oogpunt meerder soorten gewenst zijn, kan gekozen worden voor groepsgewijze menging. De groepen dienen dan voldoende groot te zijn en per groep kan een verschillende soort worden toegepast. Bestaande gemengde beplantingen moeten op termijn worden omgevormd, door de ongewenste soorten te vervangen. Tot die tijd moet per vak gekozen worden voor de te handhaven en de te verwijderen soorten.
Op een aantal plaatsen is de boomstructuur niet volledig. Doorgaande bomenrijen zijn belangrijke sturende en structurerende elementen in de groenvoorzieningen. In de oude dorpskernen is er soms gebrek aan voldoende ruimte voor bomen. Bijvoorbeeld door smalle stroken, of ondergrondse kabels en leidingen. Op andere plekken is de boomstructuur soms doorgezet met heel andere boomsoorten, of bomen van een veel kleinere grootte.
De boomstructuren dienen zo veel mogelijk doorgezet te worden. Daarbij moet de bestaande boomsoort worden gebruikt. Op beeldbepalende en representatieve plekken moet geïnvesteerd worden in een grotere maat bomen bij inboet.
Bij ziektegevoelige soorten moet planmatig gekozen worden voor het (stapsgewijs) vervangen van de bomenrij met een andere, beter passende, boomsoort.
Vaak zijn de boomspiegels beplant met vaste planten of heesters. Dit geeft op zich een leuk beeld en brengt sierwaarde aan. Echter door de gebruikte grote variëteit aan soorten wordt dit effect weer tenietgedaan en ontstaat juist een rommelig beeld. Daarnaast vergt het onkruidvrij houden van de boomspiegels (schoffelen) meer aandacht bij het beheer, omdat tussen de beplanting door geschoffeld moet worden.
Boomspiegels kunnen ingestrooid worden met schraal zand of boomschors, om onkruidgroei tegen te gaan. Wordt onderbeplanting echter gewenst, dan moet per straat een eenduidige soortkeuze toegepast worden. Bijvoorbeeld dezelfde, kleurige bodembedekker geeft een duidelijke eenheid aan de boomspiegels.
Regelmatig is er beplanting aangebracht op zulke kleine stroken of vakjes, dat deze beplanting nauwelijks kans van slagen heeft. In Terneuzen bijvoorbeeld tussen de rijbanen in, of tussen de rijbanen en fietsstroken in. Dergelijke kleine vakken zijn heel gevoelig voor schade, zijn niet goed in stand te houden en leveren nauwelijks tot geen positief beeld op.
Snippergroen zo mogelijk omvormen tot aaneengesloten, beter te beheren vakken. Op 'onmogelijke' plekken het snippergroen verwijderen en omvormen in verharding. Op een aantal plekken kan wellicht juist heel bewust gekozen worden voor een echte haagbeplanting.
Axelsestraat Terneuzen & Churchilllaan Terneuzen
Het onderhoud van de beplantingen is vrijwel overal in de gemeente hetzelfde, ongeacht de plek en de functie van de beplantingen. Zowel in het centrum, als in de woonwijken en de meer natuurlijke gebieden wordt het groen op vrijwel dezelfde wijze onderhouden. Overal even schoon, strak en geschoren. Het onderhoud is nog niet afgestemd op de typen groen (representatief, standaard en natuurlijk) en onderhoudsniveaus (hoog of basis).
De gekozen kwaliteitsniveaus en de beschreven genuanceerde werkpakketten ook daadwerkelijk doorvoeren in het beheer en onderhoud. Heldere instructie van de buitendienst en controle zijn noodzakelijk.
Daar waar het type beplanting niet overeenkomt met de gekozen kwaliteitsbeelden zijn omvormingen noodzakelijk (zie ook inrichting). Dit geldt vooral voor de representatieve gebieden, maar ook voor de natuurlijke gebieden.
Vaak krijgt het plantsoen niet de kans om uit te groeien tot zijn natuurlijke habitus en wordt de beplanting geschoren als een blokhaag. Dit werkt de bovengenoemde eentonigheid in de hand.
Het scheren van beplantingen is ook een wijze van 'oneigenlijk beheer', die vaak toegepast wordt als de beplanting te groot wordt voor het vak, om 'overkoken' tegen te gaan.
Scheren van de beplantingsvakken biedt geen structurele oplossing en moet telkens (jaarlijks) herhaald worden. Meer handmatig snoeien, in plaats van gebruik van de maaibalk levert een meer gevarieerd beeld op. Te hoog uitgegroeide en overkokende beplantingen moet gedund en teruggezet worden, zodat de overlast gedurende langere termijn wordt aangepakt. Ook het afzetten van de eerste rij beplanting levert een meer structurele oplossing. Op termijn moeten overkokende beplantingen omgevormd worden en vervangen worden door beter passende soorten.
Op de grens van heesters en gras is er vaak voldoende ruimte om de beplanting te laten uitgroeien. Daarmee ontstaat een zachte en wat speelse, overgang van beplanting naar gras. In Terneuzen worden ook deze randen vaak geschoren. Dit is onnodig en leidt tot een te cultuurlijk beeld.
Stimuleren van zachte overgangen tussen beplanting en gras, door de heesters te laten uitgroeien. Indien de heesters te ver uitgroeien moet de eerste rij verwijderd worden, of moet (handmatig) gesnoeid, teruggezet, of gedund worden.
Snelle veroudering van beplantingen
Lang niet alle heesters en bodembedekkers zijn geschikt voor het scheren als blokhaag. Deze onjuiste snoeiwijze leidt dan tot versnelde veroudering van de beplanting. Deze veroudering is zichtbaar aan de bruine gaten in de beplanting, omdat op het oude hout geen jonge scheuten meer tot ontwikkeling komen.
Voor bosplantsoen geldt dat deze beplanting door het scheren vaak van binnenin 'hol' wordt. De rand van het vak oogt groen, de planten schieten omhoog en binnenin wordt het kaal en donker. Er resteert dan een groene buitenkant, met binnenin kale staken.
Stoppen met scheren van de beplantingen. Zie verder bij dat kopje. Huidige verouderde en te hoog opgeschoten beplanting terugzetten, of zo nodig omvormen en verjongen.
Het gras in Terneuzen wordt voor het grootste deel behandeld als gazon (intensief maaien). Op een groot aantal plekken is het echter mogelijk om het gras wat minder intensief te maaien en bijvoorbeeld als berm, of bloemenweide te behandelen. Dit vergroot de afwisseling in het beeld, zonder afbreuk te doen aan de gebruikswaarde. Ook krijgt het gras weinig kans om een overgang te vormen Otheense kreek naar het (bos)plantsoen.
Meer variatie aanbrengen in het onderhoud van het gras, door een groter deel van het areaal niet meer als gazon te onderhouden. Plekken benoemen waar het gras als bloemenweide of speelgras onderhouden wordt. De maaifrequenties en tijdstippen hier op afstemmen en verminderen.
Overgangen tussen gras en beplanting stimuleren, door gras en kruiden te laten groeien in een mantel-zoom strook langs grotere beplantingsvakken. Af en toe uitmaaien is dan voldoende.
Het eindbeeld van bosplantsoen is vaak dat van robuuste beplantingen, met regelmatig grote bomen ertussen. In het bosplantsoen in Terneuzen zijn naast de bedoelde bomen, ook vaak doorgeschoten boomvormers aanwezig, bijvoorbeeld essen en elzen. Deze snel groeiende boomvormers verdringen de groeiruimte van de werkelijke bomen. Deze komen vervolgens niet goed tot hun ontwikkeling en het bosplantsoen bereikt niet het gewenste eindbeeld.
Dunnen van het bosplantsoen, waarbij de doorgeschoten ongewenste boomvormers verwijderd worden.
De grote groengebieden en recreatieve stroken worden nu op vrijwel identieke wijze onderhouden als het groen in de woongebieden. De natuurlijke potenties worden daarmee nog maar weinig benut. Het beeld van eenvormigheid wordt er door versterkt.
Otheense kreek & Otheense kreek
De basis voor natuurlijker beheer wordt gevormd door de juiste beplantingskeuze. In de natuurlijke gebieden moeten de cultuurlijke plantensoorten vervangen worden door meer inheemse en meer bossige soorten.
Is het juiste type beplanting aanwezig, dan moet het technische beheer geëxtensiveerd worden. Randen mogen overgroeien en wat dood hout is gewenst. Kruidenvegetatie moet gestimuleerd worden, dus schoffelen of onkruidbestrijding moet achterwege gelaten worden.
Hoofdstuk 5 Financiële vertaling
'Oranjewoud' heeft de beheerstrategie uitgewerkt aan de hand van de kwaliteitsverdeling zoals die mede in de gehouden workshops is gemaakt. Samen met betrokken ambtenaren is die strategie vervolgens uitgewerkt in concrete beheermaatregelen. Daarvoor hebben de standaard 'Oranjewoud'-pakketten de basis gevormd. De gemeente heeft op een aantal onderdelen (met name ten aanzien van frequenties) wijzigingsvoorstellen ingebracht, die beter aansluiten bij de specifieke situatie van de gemeente.
De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd bij de berekeningen:
Voor elke categorie is een maatregelpakket samengesteld en op basis van de gehanteerde tarieven is in het groenbeheersysteem van Terneuzen een berekening gemaakt van de eenheidsprijzen per categorie. In bijlage 2 is een overzicht van de eenheidsprijzen opgenomen.
Voor het totale groenonderhoud is uitgegaan van de gewenste kwaliteit, het aanwezige areaal en de verdeling van categorieën daarin. Hiervoor is € 2,77 miljoen nodig. In de volgende tabel wordt dat nader gespecificeerd naar de verschillende kernen. Hierbij is geen rekening gehouden met uitbesteed werk.
Daarnaast worden nog werkzaamheden uitgevoerd en kosten gemaakt die niet direct per groencategorie kunnen worden omgeslagen. Deze kosten zitten dus ook niet in de eenheidsprijs van de diverse groencategorieën opgenomen.
Het totaal benodigde bedrag voor het groenonderhoud komt daarmee uit op € 3,52 miljoen.
Naar aanleiding van deze berekening zijn er een aantal opvallende zaken te zien en conclusies te trekken: