Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerlen

Verordening op de raadscommissies 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerlen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de raadscommissies 2008
CiteertitelVerordening op de raadscommissies 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 82

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-03-200803-05-2010Nieuwe regeling (tevens intrekking Verordening op de raadscommissies 2005 en de verordening op de rekeningcommissie)

12-02-2008

Weekblad Parkstad

2007/30567

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2008

 

 

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • b.

    commissiesecretaris: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie;

HOOFDSTUK 2 INSTELLING, TAKEN EN SAMENSTELLING

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1.

    De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      Ruimtelijke structuur;

    • b.

      Economische structuur;

    • c.

      Welzijn en zorg;

    • d.

      Veiligheid, bereikbaarheid en beheer;

    • e.

      Publieke dienstverlening, algemene bestuurlijke aangelegenheden en financiën.

  • 2.

    Onderwerpen worden in beginsel slechts in één commissie besproken, en wel in de commissie die het onderwerp het meest aangaat. De voorzitters van de betrokken commissies beslissen in overleg door welke commissie het betreffende onderwerp wordt behandeld.

  • 3.

    In uitzonderlijke gevallen kunnen de voorzitters van de betrokken commissies met betrekking tot een onderwerp dat meer dan één commissie aangaat besluiten tot een gezamenlijke vergadering van raadscommissies. Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3 Taken

  • 1.

    Een raadscommissie heeft de volgende taken:

    • a.

      het uitbrengen van advies aan de raad over voorstellen die betrekking hebben op de in artikel 2, tweede lid, genoemde onderwerpen;

    • b.

      het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

    • c.

      het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede lid, genoemde onderwerpen.

  • 2.

    a. De commissie Publieke dienstverlening, algemene bestuurlijke aangelegenheden en financiën heeft tevens tot taak het geven van advies over de verantwoording van het door het college gevoerde bestuur in de jaarrekening en in het jaarverslag als bedoeld in artikel 197 van de Gemeentewet.

    • b.

      Met de voorbereiding van dit advies wordt belast een werkgroep financial audit bestaande uit leden van de commissie Publieke dienstverlening, algemene bestuurlijke aangelegenheden en financiën.

    • c.

      De raad stel een reglement vast over de samenstelling, de taken en de werkwijze van deze werkgroep.

    • d.

      De werkgroep kan voor de vervulling van haar taken besluiten tot het houden van een onderzoek. De werkgroep kan daarbij beschikken over het in de begroting opgenomenbudget voor het houden van onderzoeken door de raad.

  • 3.

    Voordat het college of de burgemeester een voorstel of onderwerp aan de raad voorlegt, leggen zij het voorstel of onderwerp voor aan de betrokken raadscommissie.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    Een raadscommissie bestaat uitten minste één en maximaal drie leden per fractie naar evenredigheid van het aantal zetels in de gemeenteraad.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3.

    Ieder commissielid kan een plaatsvervanger aanwijzen die aan de vergaderingen en overige werkzaamheden van de raadscommissie deelneemt. Als plaatsvervanger komen uitsluitend in aanmerking fractie-assistenten, als bedoeld in de Verordening op de fractie-assistenten. Aanwijzing geschiedt schriftelijk door het commissielid bij de voorzitter van de betreffende commissie met vermelding of de vervanging incicenteel of structureel is. Bij structurele aanwijzing kan het commissielid de aangewezen fractie-assistent bij verhindering vervangen na schriftelijke kennisgeving aan de voorzitter van de betreffende commissie.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitters en hun plaatsvervangers worden door de raad uit zijn midden benoemd in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling.

  • 2.

    De voorzitter is geen lid van de commissie.

  • 3.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

      Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

      • 1.

        De zittingsperiode van de leden, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

      • 2.

        Een lid en een plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, vierde lid, gestelde eisen.

      • 3.

        De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

      • 4.

        De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

      • 5.

        Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

      • 6.

        Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

      • 7.

        Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van de commissieleden die op voordracht van die fractie zijn benoemd, van rechtswege.

      Artikel 7 Griffier en commissiesecretaris

      • 1.

        De raad benoemt ter ondersteuning van iedere raadscommissie een commissiesecretaris.

      • 2.

        De commissiesecretaris is in iedere vergadering aanwezig.

      • 3.

        Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een daartoe door de raad aangewezen ambtenaar.

      • 4.

        De griffier en de commissiesecretaris kunnen, indien zij daartoe door de voorzitter worden uitgenodigd, aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening deelnemen.

HOOFDSTUK 3 VERHOUDING TOT HET COLLEGE

Artikel 8 Burgemeester en wethouders

  • 1.

    De voorzitter, of de griffier namens deze, kan de burgemeester, één of meer wethouders en de gemeentesecretaris uitnodigen in de vergadering aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2.

    Indien de burgemeester, een wethouder of de gemeentesecretaris bij een commissievergadering wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij daartoe vóór aanvang van de vergadering een verzoek aan de voorzitter.

  • 3.

    De commissie beslist of de burgemeester, één of meer wethouders of de gemeentesecretaris in de vergadering aan de beraadslagingen mag deelnemen.

Artikel 9 Gemeentesecretaris

De commissie kan het college verzoeken de gemeentesecretaris of andere ambtelijke medewerkers in de vergadering deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening.

HOOFDSTUK 4 VERGADERINGEN

PARAGRAAF 1 TIJDSTIP VAN VERGADEREN EN VOORBEREIDINGEN

Artikel 10 Vergaderfrequentie

  • 1.

    In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie op aan het begin van ieder kalenderjaar in overleg door de commissievoorzitters vastgestelde data plaats. De vergaderingen van de raadscommissies vangen in de regel aan om 19.00 uur en vinden plaats in het stadhuis.

  • 2.

    Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 3.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag en/of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 11 Openbaarheid

  • 1.

    De vergaderingen van de raadscommissies worden in het openbaar gehouden.

  • 2.

    De deuren worden gesloten, wanneer ten minste een vijfde van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 3.

    De commissie beslist of er achter gesloten deuren wordt vergaderd en wie daarbij aanwezig mogen zijn.

Artikel 12 Oproep

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, tijdstip en plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3.

    Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 13, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen zo spoedig mogelijk voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 13 De agenda

  • 1.

    Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter na overleg met de griffier de agenda van de vergadering voorlopig vast.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep vóór de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid van de raadscommissie of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4.

    Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 5.

    Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 14 Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de oproepingsbrief voor de leden van de commissie in het stadhuis ter inzage gelegd. Voor burgers worden de stukken ter inzage gelegd bij het gemeentelijk informatiecentrum. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 15. Indien na het verzenden van de oproepingsbrief stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht, tenzij met toepassing van artikel 10, tweede lid een andere vergaderplaats is bepaald.

  • 3.

    Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van de raad inzage.

Artikel 15 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in het gemeentelijk informatieblad of een huis-aan-huis blad en zo mogelijk door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

  • a.

    de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

  • b.

    de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

  • c.

    de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 18.

PARAGRAAF 2 ORDE DER VERGADERING

Artikel 16 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de commissiesecretaris door ondertekening vastgesteld.

Artikel 17 Opening vergadering; quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien tenminste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over niet geagendeerde onderwerpen alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst tenminste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 18 Spreekrecht burgers

  • 1.

    Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezigen gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

  • a.

    een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaan of hebben opengestaan;

  • b.

    over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

  • c.

    zaken waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor de aanvang van de vergadering aan de commissiesecretaris. Hij vermeldt daarbij het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren, zijn naam, adres en zijn telefoonnummer.

  • 4.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid van de raad doet een voorstel over de behandeling van de inbreng van de burger.

  • 7.

    Degenen die van het spreekrecht gebruik maken krijgen, na de discussie in eerste termijn van de raadscommissie, desgewenst drie minuten de tijd om te reageren op de inbreng in eerste termijn van de raadscommissie. De voorzitter geeft hem het woord.

Artikel 19 Notulen

  • 1.

    De ontwerp-notulen van de voorgaande vergadering worden, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. De ontwerp-notulen worden op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 2.

    Bij het begin van de vergadering worden, zoveel mogelijk, de notulen van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3.

    De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, de griffier, de commissiesecretaris en de secretaris, hebben het recht, een voorstel tot wijziging van de notulen aan de commissie te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor het vaststellen van de notulen bij de commissiesecretaris te worden ingediend.

  • 4.

    De notulen moeten inhouden:

  • a.

    de namen van de voorzitter, de commissiesecretaris en de ter vergadering aanwezige leden, alsmede van overige personen die het woord hebben gevoerd;

  • b.

    de namen van de afwezige leden;

  • c.

    een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

  • d.

    een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der aanwezigen die het woord voerden;

  • e.

    een samenvatting van het advies aan de raad;

  • 5.

    De notulen worden opgesteld onder de zorg van de griffier.

  • 6.

    De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de commissiesecretaris ondertekend.

Artikel 20 Ingekomen stukken

  • 1.

    Bij de raadscommissie ingekomen stukken, waaronder schriftelijke mededelingen van het college of burgemeester aan de raadscommissie, worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt aan de leden van de raadscommissie toegezonden en ter inzage gelegd.

  • 2.

    Na de vaststelling van de notulen stelt de raadscommissie op voorstel van de voorzitter de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

Artikel 21 Spreekregels

  • 1.

    Degenen die aan de beraadslaging deelnemen richten daarbij zich tot de voorzitter.

  • 2.

    Zij voeren het woord na dit gevraagd en van de voorzitter verkregen te hebben.

Artikel 22 Aantal spreektermijnen

  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Een lid mag in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel keer een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde, als bedoeld in artikel 29.

Artikel 23 Spreektijd

Een lid van de commissie kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 24 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

  • a.

    de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

  • b.

    een lid hem interrumpeert; de voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog mag afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft kan de voorzitter hem tijdens de vergadering waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

Artikel 25 Beraadslaging

  • 1.

    De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid van de raadscommissie besluiten over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op verzoek van een lid van de raadscommissie of op voorstel van de voorzitter kan de raadscommissie besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen, teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode is verstreken.

Artikel 26 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De raadscommissie kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden van de raadscommissie, de burgemeester, een wethouder, de secretaris, de griffier, de commissiesecretaris en de voorzitter deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden van de raadscommissie genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 27 Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, wordt besloten of er een advies aan de raad wordt uitgebracht en hoe de inhoud van het advies luidt.

  • 3.

    In het advies worden de standpunten van alle aanwezige fracties opgenomen.

Artikel 28 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

    HOOFDSTUK 5 BESLOTEN VERGADERING

    Artikel 29 Algemeen

    Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

    Artikel 30 Notulen

    • 1.

      Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de raadscommissie anders beslist.

    • 2.

      De notulen van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar liggen uitsluitend voor de leden, burgemeester en wethouders en de gemeentesecretaris ter inzage, tenzij de commissie anders beslist.

    • 3.

      De notulen liggen bovendien ter inzage voor collegeleden die op grond van artikel 8 waren uitgenodigd de besloten vergadering bij te wonen. Zij dienen het vertrouwelijk karakter van de notulen in acht te nemen.

    • 4.

      De notulen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van deze notulen. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de commissie-secretaris ondertekend.

    Artikel 31 Geheimhouding

    Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

    Artikel 32 Opheffing geheimhouding

    Indien de raad op grond van het gestelde in artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

    HOOFDSTUK 6 TOEHOORDERS EN PERS

    Artikel 33 Toehoorders en pers

    • 1.

      De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

    • 2.

      Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

    Artikel 34 Geluid- en beeldregistraties

    Degenen die in de vergaderzaal tijdens de raadscommissievergadering geluid- danwel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

    Artikel 35 Verbod gebruik mobiele telefoons

    In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het standby houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

    HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN

    Artikel 36 Uitleg verordening

    In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

    Artikel 37 Inwerkingtreding

    • 1.

      Deze verordening treedt in werking de dag na publicatie.

    • 2.

      Op dat tijdstip vervalt de Verordening op de raadscommissies vastgesteld bij raadsbesluit van

      20 september 2005 en zoals later gewijzigd

    • 3.

      Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de raadscommissies 2008”.

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 12 februari 2008.

    de griffier, de voorzitter,