Hoofdstuk 2 Criteria voor de tegemoetkoming
Artikel 2. Doelgroep
- 1.
Deze regeling is van toepassing op personen
- a.
die tot de categorie personen behoren met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking;
- b.
die volgens de Basisregistratie Personen zijn of haar woonplaats heeft in Helmond;
- c.
van wie is vastgesteld dat een of meer van de beperkingen genoemd in sub a, opvang van zijn of haar kind of kinderen noodzakelijk maken en
- d.
ten aanzien van wie is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind noodzakelijk is.
Artikel 3. Recht op een tegemoetkoming
De ouder die voldoet aan de vereisten als genoemd in artikel 2 van deze verordening komt in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten indien hij of zij:
- a.
beschikt over een Nederlandse nationaliteit of een rechtmatig verblijf in Nederland, en
- b.
aantoonbaar niet zelf in de kinderopvang kan voorzien en geen beroep kan doen op het eigen netwerk of een andere passende voorliggende voorziening.
Hoofdstuk 4 Verlening van een tegemoetkoming
Artikel 5. Beslistermijn
- 1.
Het college beslist op de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van het schriftelijke aanvraagformulier.
- 2.
Indien een beschikking niet binnen bovengenoemde termijn kan worden gegeven, deelt het bestuursorgaan dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
Artikel 6. Weigeringsgronden
Het college weigert de aanvraag voor een tegemoetkoming voor kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie indien:
- 1.
De aanvraag niet voldoet aan hetgeen bepaalt is in artikel 2 en 3.
- 2.
De ouder niet bereid is om hulpverlening te accepteren of hieraan mee te werken.
- 3.
De ouder of partner al een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op basis van deze verordening ontvangt.
Artikel 7. Verlening tegemoetkoming
Het besluit tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie bevat in ieder geval:
- a)
De naam en de geboortedatum van het kind of de kinderen voor wie de tegemoetkoming is aangevraagd;
- b)
Het aantal uren per week waarvoor een tegemoetkoming wordt verleend;
- c)
De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;
- d)
De naam en het adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;
- e)
De wijze waarop de hoogte van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;
- f)
- g)
De wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;
- h)
De voor de ouder(s) geldende verplichtingen.
Artikel 8. Ingangsdatum
- 1.
De tegemoetkoming wordt toegekend met ingang van de datum, waarop de schriftelijke aanvraag voor de tegemoetkoming volledig door het college is ontvangen.
- 2.
Indien op de datum zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming toegekend met ingang van de aanvangsdatum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.
Artikel 9. Omvang en duur van de tegemoetkoming
- 1.
De tegemoetkoming wordt slechts verleend voor het aantal uren per week waarvoor de inzet van de kinderopvang op sociaal medische gronden naar het oordeel van het college noodzakelijk is.
- 2.
De tegemoetkoming wordt vastgesteld voor maximaal 6 maanden.
- 3.
Indien het college dit noodzakelijk acht vindt verlenging van de tegemoetkoming plaats, onder de voorwaarde dat de ouder aantoonbaar voldoende heeft meegewerkt met betrekking tot het hulpverleningstraject. De verlenging van de tegemoetkoming kan eenmalig worden verleend voor ten hoogste 3 maanden.
- 4.
Alleen bij een nieuwe, andere oorzaak die ten grondslag ligt aan de noodzaak voor kinderopvang dan de oorzaak voor de eerder vastgestelde noodzaak, kan nogmaals een tegemoetkoming worden verstrekt voor maximaal 6 maanden, met een mogelijkheid tot verlenging van ten hoogste 3 maanden.
Artikel 10. Hoogte en Betaling tegemoetkoming
- 1.
De hoogte van de kosten van de kinderopvang zijn gebaseerd op de geldende tarieven van de Belastingdienst.
- 2.
De hoogte van de tegemoetkoming wordt berekend door toepassing van de draagkrachtregels met betrekking tot het inkomen voor bijzondere bijstand.
- 3.
De tegemoetkoming wordt in maandelijkse termijnen uitbetaald aan de houder van het kindercentrum of het gastouderbureau, op basis van een door de ouder afgegeven machtiging.
Hoofdstuk 6 Herziening, intrekking en terugvordering
Artikel 14. Herziening en intrekking
Het college herziet het recht op tegemoetkoming of trekt dit in:
- a.
Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht zoals bedoeld in artikel 12 heeft geleid tot een ten onrechte of te hoog verstrekt tegemoetkoming.
- b.
Indien anderszins een tegemoetkoming ten onrechte of tot een te hoog bedrag verstrekt is.
Artikel 15. Terugvordering
Indien het college een besluit tot herziening of intrekking als bedoeld in artikel 14 heeft genomen, vordert het college de ten onrechte of te hoog verstrekte tegemoetkoming terug.
Hoofdstuk 7 Slotbepalingen
Artikel 16. Hardheidsclausule
Het college kan ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien de toepassing van de verordening zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.
Artikel 17. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.