Organisatie | Lelystad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad houdende regels omtrent omgangsvormen Regeling omgangsvormen gemeente Lelystad |
Citeertitel | Regeling omgangsvormen gemeente Lelystad |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-07-2017 | 12-06-2017 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 12-06-2017 | 170000513 |
Regeling Omgangsvormen gemeente Lelystad
Gelet op het gestelde in artikel 160 van de Gemeentewet;
Gelet op het gestelde in artikel 1 van de Grondwet;
Gelet op het gestelde in de Arbeidsomstandighedenwet;
Gelet op het gestelde in de Algemene wet gelijke behandeling;
Met instemming van de Ondernemingsraad;
REGELING OMGANGSVORMEN GEMEENTE LELYSTAD
Uitgaande van het grondwettelijk beginsel dat allen die zich in Nederland bevinden in gelijke gevallen gelijk behandeld worden, wijst de gemeente Lelystad discriminatie af.
Het doel van deze Regeling is het tegengaan van discriminatie en ander ongewenst gedrag binnen de organisatie. Daarnaast is de Regeling bedoeld om degenen te beschermen, die discriminatie of andere vormen van ongewenst gedrag op de werkvloer ondervinden en hierover een klacht willen indienen.
De Regeling verschaft tevens duidelijkheid over hoe discriminatie of andere vormen van ongewenst gedrag kunnen en dienen te worden voorkomen en bestreden. De Regeling geeft ook aan welke gedragingen binnen de gemeente Lelystad niet getolereerd worden. De Regeling is tevens gericht op het verbeteren van de arbeidsverhouding en het bevorderen van een goede werksfeer.
Deze Regeling is van toepassing op iedereen die binnen de gemeentelijke organisatie werkzaam is, ongeacht de contractvorm of de plaats waar de werkzaamheden worden uitgevoerd.
De Regeling omgangsvormen gemeente Lelystad 2017 geeft een kader op welke wijze we met elkaar omgaan in de gemeentelijke organisatie. Maar de Regeling kan nooit in elke denkbare situatie voorzien. Je moet dus altijd zelf blijven nadenken en je bewust blijven van wat het betekent om “in het hier en nu” ambtenaar te zijn.
De Regeling maakt transparant wat wij met elkaar onder gewenste en ongewenste omgangsvormen verstaan. Hierdoor wordt helder wat wij van elkaar verwachten. De Regeling heeft daarmee ook een beschermende functie: deze helpt je om risico’s te onderkennen, weerstand te bieden aan verleidingen en druk van buitenaf te weerstaan. Je kunt immers zowel intern als extern persoonlijk op jouw gedrag worden aangesproken en ter verantwoording worden geroepen.
Ten slotte gelden er allerlei concrete regels en verplichtingen die betrekking hebben op omgangsvormen en schrijft onder andere de ARBO-wet het gebruik van een Regeling omgangsvormen voor. Met deze Regeling wordt aan die regels meer bekendheid gegeven en gestreefd naar een uniforme uitleg en toepassing daarvan. Dit kan worden bereikt door aan de hand van deze Regeling dilemma’s en vraagstukken over gewenste en ongewenste omgangsvormen geregeld met elkaar te bespreken.
Artikel 1. Gelijke behandeling
Van een ieder die werkzaam is binnen of voor de gemeentelijk organisatie wordt verwacht dat hij op geen enkele wijze onderscheid maakt in de behandeling van enig ander op grond van ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, geslacht, hetero- of homoseksuele gerichtheid, leeftijd, naam, handicap of chronische aandoening, politieke gezindheid, arbeidsrelatie (part- of fulltime), burgerlijke staat of welke grond dan ook.
Artikel 2. Respect voor elkaar
Van een ieder die werkzaam is binnen of voor de gemeentelijk organisatie wordt verwacht dat hij weet dat de gevolgen van ongewenste omgangsvormen ernstige functioneringsproblemen kunnen geven zoals: ziektes, traumatische stress, buitengesloten voelen en prestatieverlies. Zowel de organisatie als de klager kan daardoor (ernstige) schade oplopen.
Van intimidatie is in ieder geval sprake wanneer:
Iemands gedrag op ongepaste wijze wordt beïnvloedt, mondeling of schriftelijk, bijvoorbeeld door hem angst aan te jagen door agressief of intimiderend taalgebruik en/of door te dreigen met negatieve gevolgen (bijvoorbeeld vanuit een hiërarchische relatie, of andere machtspositie).
Artikel 7. Status van de Regeling omgangsvormen
De Regeling is een nadere uitwerking van het gelijkheidsbeginsel die in de nationale en internationale wetgeving is verankerd. De Regeling is een uitwerking van het discriminatieverbod neergelegd in artikel 1 van de Grondwet, de verbodsbepalingen in het Wetboek van Strafrecht (artikel 137c-g en 429 quater), de bepalingen in het Internationaal Verdrag ter Uitbanning van alle vormen van Rassendiscriminatie, en het verbod neergelegd in de Algemene Wet Gelijke Behandeling.
De Regeling is tevens een nadere uitwerking van de Gedragscode Integriteit Gemeente Lelystad 2017, in het bijzonder artikel 4.3.2. omgangsvormen en privérelaties.
Artikel 8. Reikwijdte van de Regeling omgangsvormen
De Regeling is van toepassing op de gehele ambtelijke organisatie van de gemeente Lelystad en alle personen die in de ambtelijke organisatie werkzaam zijn ongeacht de arbeidsrelatie met de gemeente Lelystad. De Regeling is van toepassing op de verhouding tussen werkgever en werknemer en werknemers onderling..
De werkgever is verantwoordelijk voor de interne en externe bekendmaking van en het bekend blijven van de Regeling.
De werkgever ziet toe op een goede toepassing van de Regeling.
De Regeling wordt aan alle medewerkers ter beschikking gesteld.
De werkgever, de werknemers en alle andere personen die onder de werkingssfeer van de Regeling vallen, zijn verplicht zich conform de Regeling te gedragen.
Een ieder die op de werkplek discriminatie of andere vormen van ongewenste omgangsvormen signaleert, dient deze aan de orde te stellen bij de leidinggevenden of een vertrouwenspersoon.
Artikel 11. Toezicht op naleving
Binnen de gemeente Lelystad bestaat de Klachtenregeling Ongewenste omgangsvormen.
Hiervan kunnen medewerkers en leidinggevenden gebruik maken als zij een klacht hebben met betrekking tot ongewenst gedrag, zoals discriminatie.
De werking van de Regeling wordt jaarlijks geëvalueerd door de Algemeen directeur en de uitkomsten ervan worden gerapporteerd aan het College en de Ondernemingsraad en opgenomen in het sociaal jaarverslag.
De algemeen directeur houdt een registratie van klachtmeldingen en incidenten van discriminatie bij en rapporteert hierover jaarlijks aan het College en de Ondernemingsraad.
De registratie wordt bijgehouden door een daartoe aan te wijzen vertrouwenspersoon en/of klachtencommissie binnen de gemeente.
Artikel 12. Maatregelen en sancties tegen pleger
Afhankelijk van de ernst van de klacht of de frequentie van klachten kan een disciplinaire straf worden opgelegd door het College zoals opgenomen in de CAR-UWO 16:1:2 (schriftelijke berisping, arbeid verrichten buiten de voor de pleger geldende werktijd, vermindering van verlof, geldboete, inhouding van salaris, inhouden periodieke verhoging, vermindering van salaris, plaatsing in een andere functie, schorsing, ontslag, voorwaardelijke straf). Daarnaast wordt aangifte gedaan bij de politie indien pleger zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit.
Artikel 13. Richtlijnen ter voorkoming en bestrijding van discriminatie en andere ongewenste omgangsvormen op de werkvloer
Het management is verantwoordelijk voor het ontwikkelen en uitvoeren van beleid datgericht is op het voorkomen en tegengaan van discriminerend en racistisch gedrag op de werkvloer.
De bedrijfscultuur moet zodanig zijn dat werknemers elkaar op gelijkwaardige en respectvolle wijze bejegenen.
Het is niet toegestaan om racistische uitlatingen, discriminerende opmerkingen, beledigingen en racistische grappen te maken.
Racistische of beledigende geschriften (stickers, folders, posters, pamfletten etc. met kwetsende/discriminatoire afbeeldingen en/of teksten) zijn niet toegestaan.
Het management is verantwoordelijk voor het creëren van een veilig werkklimaat waarbij ongewenst gedrag in welke vorm dan ook voorkomen en aangepakt wordt.
Het management treft adequate maatregelen om discriminatie en ander ongewenst gedrag te voorkomen en aan te pakken.
De werkgever stelt bij de werving en selectie van werknemers uitsluitend objectieve criteria en reële ‘job-related’ functie-eisen in de geest van de NVP sollicitatiecode.
Objectieve en reële eisen zijn eisen die nodig zijn voor een goede vervulling van de functie.
Het stellen van de eis van de Nederlandse taal mag alleen indien dit relevant is voor de vervulling van de functie (zie ook de oordelen van de Commissie Gelijke Behandeling).
Sollicitanten worden gelijk behandeld en gelijk beoordeeld. Het is niet toegestaan om op basis van achternamen, de ‘niet-Nederlandse’ achternamen buiten de selectie houden.
Bij de werving en het adverteren gebruikt de werkgever geen wervingskanalen die slechts een bepaalde groep bereiken en anderen uitsluiten.
Bij de selectie van kandidaten gebruikt de werkgever geen selectiecriteria die discrimineren. (Voorkeursbeleid is uitgezonderd: zowel de Europese als de nationale regelgeving bieden ruimte voor het voeren van voorkeursbeleid. In dat geval mag de werkgever criteria hanterendie betrekking hebben op ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming en geslacht om achterstanden en ondervertegenwoordiging van die minderheidsgroepen in zijn/haar werknemersbestand op te heffen. Bij voldoende geschiktheid wordt de voorkeur
gegeven aan een allochtone, vrouwelijke en of gehandicapte werknemer).
De werkgever ziet erop toe dat de selectiecommissie objectieve, niet-discriminerende criteria bij de beoordeling en selectie van kandidaten hanteren.
3 Arbeidsovereenkomst en –voorwaarden
De werkgever baseert zich bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst en bij de toepassing van de arbeidsvoorwaarden op objectieve, niet op discriminatie gestoelde criteria.
De werkgever ziet erop toe dat een door hem ingeschakeld extern bemiddelingsbureau niet discrimineert. Gebeurt dit wel, dan verbreekt de werkgever zo nodig de relatie met het bureau
(de gedragscode van de Algemene Bond Uitzendondernemingen is hierbij van belang).
Bij de salariëring en inschaling hanteert de werkgever niet-discriminerende criteria.
Het verdelen van werktaken over werknemers en het verstrekken van opdrachten vindt op basis van niet-discriminerende criteria plaats.
Bij vrije dagen buiten de officieel erkende feestdagen wordt, zoveel als mogelijk en voor zover het bedrijfsbelang dat toelaat, rekening gehouden met de achtergronden van de werknemers.
Bij promotie en doorstroom maken alle werknemers, bij voldoende geschiktheid reële kansen op promotie en doorstroming naar andere functieniveaus.
Het beoordelen van het functioneren van werknemers mag alleen plaats vinden op grond van objectieve en relevante criteria.
Iedere werknemer dient gelijke kansen te hebben op scholingen op deskundigheidsbevordering.
De werkgever ziet erop toe dat door hem ingeschakelde externe aanbieders van scholing en training niet discrimineren. Gebeurt dit wel, dan verbreekt de werkgever zo nodig de relatie met de aanbieder.
Bij het voeren van ziekte- en preventiebeleidmag de werkgever geen criteria hanteren die discriminerend zijn.
Bij ontslagof beëindiging van de arbeidsrelatie hanteert de werkgever uitsluitend objectieve, niet-discriminerende criteria.