Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst
Subsidieregeling taalniveau 3F VVE-locaties
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
- a)
College : burgemeester en wethouders van de gemeente Best.
- b)
Pedagogisch medewerker : een pedagogisch medewerker werkzaam in een voorziening voor kinderopvang
- c)
Taalniveau 3F : spreek- en leesvaardigheid op eindexamenniveau Havo en Mbo 4.
- d)
Toetstraject 3F : een toets waarmee vastgesteld kan worden of een deelnemer de spreek- en leesvaardigheid beheerst op taalniveau 3F.
- e)
Verletkosten : kosten die de aanvrager maakt om de pedagogisch medewerker die bijscholing volgt te vervangen of uit te betalen.
- f)
Voorschoolse voorziening : voorzienig voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar aangaande opvang en educatie.
Artikel 2 Doel
Met deze regeling stimuleert het college eenmalig de ontwikkeling van de spreek- en leesvaardigheid van pedagogisch medewerkers van kinderopvanginstellingen die voorschoolse educatie aanbieden.
Artikel 3 Subsidieaanvrager
- 1.
De aanvrager is een rechtspersoon die een voorziening voor kinderopvang exploiteert in de gemeente Best, niet zijnde enkel gastouderopvang.
- 2.
De in lid 1 genoemde rechtspersoon verzorgt door het college gesubsidieerde voorschoolse educatie of heeft eerder een subsidie van het college toegekend gekregen voor de kosten van een gecertificeerde VVE-opleiding voor bij de rechtspersoon werkzame pedagogisch medewerkers.
Artikel 4 De te subsidiëren kosten
- 1.
Voor subsidie komt in aanmerking:
- a)
de kosten voor een toetstraject 3F ten behoeve van een pedagogisch medewerker;
- b)
de kosten voor scholing tot taalniveau 3F ten behoeve van een pedagogisch medewerker;
- c)
eventuele bijkomende verletkosten voor het afleggen van het toetstraject tot een bedrag van € 100 per pedagogisch medewerker;
- d)
eventuele bijkomende verletkosten voor de scholing tot een bedrag van € 950 per pedagogisch medewerker.
- 2.
Het betreft een eenmalige subsidie.
Artikel 5 Bijzondere bepalingen en verplichtingen
- 1.
De aanvrager van de subsidie is gehouden bij honorering van de aanvraag de pedagogisch medewerkers waarvoor de subsidie wordt toegekend te toetsen op taalniveau 3F en deze medewerkers te scholen tot taalniveau 3F.
- 2.
De aanvrager is vrij in het organiseren van de in lid 1 genoemde toetsing en scholing.
- 3.
Omdat een door het Rijk extra beschikbaar gesteld budget verplicht besteed moet zijn voor aanvang van 2018, is de aanvrager inmiddels gestart met het opleiden van betrokken medewerkers of start daar zo snel als mogelijk mee.
- 4.
De aanvrager verstrekt facturen van gemaakte toets- en opleidingskosten alsmede een overzicht van verletkosten voor 31 december 2017 aan het college.
Artikel 6 Subsidiehoogte en verdeling
- 1.
De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 1.500 per pedagogisch medewerker.
- 2.
De in lid 1 genoemde pedagogisch medewerkers dienen in aanmerking te komen voor een toetstraject 3F.
- 3.
Pedagogisch medewerkers komen in aanmerking voor een toetstraject als zij:
- a)
ten aanzien van spreek- en leesvaardigheid niet kunnen aantonen het niveau 3F te beheersen;
- b)
geschoold zijn voor een gecertificeerde VVE methodiek of hiervoor in opleiding zijn;
- c)
een arbeidsovereenkomst voor langer dan 12 maanden met de aanvrager zijn overeengekomen of in geval van een jaarcontract aantoonbaar de intentie bestaat de arbeidsovereenkomst te verlengen.
Artikel 7 Aanvraag
- 1.
De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.
- 2.
De aanvraag dient uiterlijk op 1 september 2017 door het college te zijn ontvangen.
- 3.
Aanvragen ontvangen na 1 september 2017 worden niet meer in behandeling genomen.
- 4.
Het college neemt binnen 8 weken na ontvangst van een complete aanvraag een besluit over de subsidieverlening.
Artikel 8 De subsidieverlening
Bij de subsidieverlening wordt bepaald of en op welke wijze een voorschot kan worden verstrekt op de verleende subsidie waarbij het aantal termijnen, de termijnbedragen en de data waarop deze worden uitbetaald worden vermeld.
Artikel 9 Rapportageverplichtingen
- 1.
De subsidieaanvrager registreert en legt verantwoording af waarbij wordt overlegd:
- a.
een overzicht op naam met vermelding van adres en geboortedatum van alle pedagogisch medewerkers die aan de in artikel 5 lid 1 genoemde toets hebben deelgenomen;
- b.
een overzicht op naam met vermelding van adres en geboortedatum van alle pedagogisch medewerkers die aan de in artikel 5 lid 1 genoemde scholing hebben deelgenomen of hier nog aan deelnemen;
- c.
een factuur van de aanbieder van het taaltraject waaruit blijkt wat de kosten zijn van de afgenomen toets- en scholingstrajecten;
- d.
een overzicht op naam waarin zichtbaar is aan welke medewerker voor hoeveel uur een vergoeding voor verletkosten is betaald.
- 2.
Het college kan nadere gegevens opvragen om de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie conform de opgelegde verplichtingen te controleren.
Artikel 10 De subsidievaststelling
- 1.
Een verzoek tot vaststelling van de subsidie moet voor 1 augustus 2019 worden ingediend.
- 2.
Bij het verzoek tot vaststelling van de subsidie worden de gegevens overlegd zoals omschreven in artikel 9.
- 3.
Het college stelt op basis van de ingediende verzoek de subsidie vast aan de hand van de op grond van deze regeling gemaakte kosten.
- 4.
De subsidie kan lager worden vastgesteld:
- a.
wanneer het verzoek tot vaststelling van de subsidie ook na een eventuele hersteltermijn niet compleet is;
- b.
wanneer de aanvrager niet heeft voldaan aan de bepalingen in deze subsidieregeling.
Artikel 11 Hardheidsclausule
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.
Artikel 12 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 21 juli 2017 en is direct van toepassing op aanvragen om subsidie voor de kosten van scholing tot taalniveau 3F.
Artikel 13 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling taalniveau 3F VVE-locaties’.