Organisatie | Landgraaf |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | De Referendumverordening gemeente Landgraaf 2017 |
Citeertitel | De Referendumverordening gemeente Landgraaf 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-07-2017 | nieuwe regeling | 15-06-2017 | Onbekend |
De gemeenteraad kan voor een vraagstuk een startnotitie voor de inrichting van het besluitvormingsproces vaststellen waarin is aangegeven over welke beslissing met betrekking tot dat vraagstuk een referendum op grond van deze verordening kan worden gehouden.
Een referendum kan in ieder geval niet worden gehouden over besluiten:
Als bedoeld in artikel 1,eerste en derde lid, art. 51, eerste en derde lid., art. 61, eerste en derde lid art. 73, eerste en derde lid en art. 96 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen, alsmede tot het wijzigen van, het toetreden uit een regeling als bedoeld in art. 96 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen;
Het College van Burgemeester en Wethouders geeft in ieder raadsvoorstel aan of een of meer van de art. 3, tweede lid genoemde uitzonderingen aan de orde zijn, in het geval dat kiesgerechtigden een kennisgeving doen als bedoeld in art. 5 van de verordening.
Zodra het benodigde aantal steunbetuigingen is verzameld, stuurt de initiatiefnemer een kennisgeving met inleidend verzoek hiervan, vergezeld van het initiatief aan de voorzitter van de gemeenteraad. Het initiatief moet tenminste 14 dagen voor de raadsvergadering, waarvoor het besluit is geagendeerd bij de voorzitter van de gemeenteraad worden ingediend.
Indien het initiatief voldoet aan de hiervoor gestelde eisen en geen toepassing is gegeven aan het achtste lid, beslist de gemeenteraad in dezelfde vergadering waarvoor het besluit is geagendeerd of op basis van het gestelde in art. 3, tweede lid onder l t/m n over dat besluit een referendum kan worden gehouden. De gemeenteraad kan zijn beslissing verdagen tot de eerstvolgende raadsvergadering.
Bij de toetsing of het verzoek voldoende wordt ondersteund kan gebruik worden gemaakt van de methode van het trekken van een steekproef uit het bestand van de handtekeningen, een en ander uit te voeren op de wijze zoals beschreven is in een door de voorzitter van de gemeenteraad daartoe vast te stellen protocol.
De gemeenteraad kan voor een vraagstuk een startdocument vaststellen. In het startdocument worden probleemstelling en een beeld van de oplossingsrichtingen beschreven. Het startdocument bevat tevens een communicatieparagraaf. Hierin wordt onder andere aangegeven op welke wijze de objectieve, informatie verstrekkende voorlichting inhoudelijk en financieel vorm wordt gegeven en op welke wijze daarnaast inhoudelijk en/of financieel invulling wordt gegeven aan standpunt uitdragende campagnes.
Wanneer de gemeenteraad naar aanleiding van kennisgeving van een initiatief met inleidend verzoek heeft bepaald dat er over een te nemen besluit een referendum op grond van deze verordening kan worden gehouden en vervolgens zowel het inleidend en het definitieve verzoek zijn toegelaten, dan wordt het betreffende raadsvoorstel op de gangbare wijze behandeld.
De stemming over het door de gemeenteraad te nemen besluit zoals dat luidt na verwerking van eventueel aanvaarde amendementen wordt echter aangehouden tot de eerstvolgende vergadering na de dag waarop het referendum wordt gehouden, tenzij eerder negatief over de ontvankelijkheid van het verzoek wordt beslist.
Het College van Burgemeester en Wethouders stelt de dag vast waarop het referendum wordt gehouden, met dien verstande dat het referendum niet later zal plaatsvinden dan uiterlijk 3 maanden na de dag waarop het definitieve verzoek is toegelaten of nadat de gemeenteraad heeft besloten tot het houden van een referendum op basis van artikel 7 van deze verordening.
De commissie is belast met de afdoening van klachten over de gemeentelijke voorlichting en de wijze waarop campagne gevoerd wordt in het kader van het referendum. De commissie toetst daarbij de gemeentelijke voorlichting aan de eisen van objectiviteit en de campagnevoering aan de eisen van fairplay en correctheid.
Met hechtenis van ten hoogste 3 maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft diegene die:
Een volmacht bewijs, oproepingsbewijs of kiezerspas die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan der valsheid of vervalsing hem toen hij deze ontving bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door een ander laat gebruiken dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door een ander te doen gebruiken in voorraad heeft.