Hoofdstuk 5 Vergunningen, ontheffingen en meldingen |
Bouwkosten |
5.1 | Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan: alle kosten die betrekking hebben op de bouw, behalve: - Grondkosten (verwervingskosten van het terrein, kosten voor infrastructurele voorzieningen en kosten voor bouwrijp maken); - Inrichtingskosten (bedrijfsinstallaties en –apparatuur); - Honoraria voor architecten en adviseurs; - Kosten voor grondonderzoek; - Verzekeringspremies; - Omzetbelasting en andere heffingen. Voor het berekenen van de leges wordt uitgegaan van de op de bouwaanvraag opgegeven bouwkosten. Indien de bouwkosten op het moment van het indienen van de aanvraag nog niet bekend zijn, dan wordt uitgegaan van de opgegeven raming van de bouwkosten. Door de afdeling Vergunningen & Handhaving kan het (door de aanvrager opgegeven) bedrag van de bouwkosten die als basis voor de legesberekening dient (gemotiveerd) gewijzigd worden vastgesteld. Als basis voor die aanpassing zal ondermeer
gebruik worden gemaakt van de door het college van Burgemeester en Wethouders vastgestelde bouwkostenlijst Moerdijk. | |
Bouwvergunningen |
5.2 | Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van: | |
5.2.1 | Vervallen. | |
5.2.2 | Een aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel q, van de Woningwet: van de bouwkosten, met een minimumbedrag van: (het van gemeentewege verstrekken van een kopie van een bestemmingsplanvoorschrift of een deel daarvan behoort tot deze aanvraag) | 1,5 % € 155,40 |
5.2.3 | Een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Woningwet: van de bouwkosten, met een minimumbedrag van: (het van gemeentewege verstrekken van een kopie van een bestemmingsplanvoorschrift of een deel daarvan behoort tot deze aanvraag) | 1,6 % € 155,40 |
5.2.4 | Een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, tweede lid, van de Woningwet: van de bouwkosten, met een minimumbedrag van: (het van gemeentewege verstrekken van een kopie van een bestemmingsplanvoorschrift of een deel daarvan behoort tot deze aanvraag) | 0,80 % € 155,40 |
5.2.5 | Een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, achtste lid, van de Woningwet: van de bouwkosten, met een minimumbedrag van: (het van gemeentewege verstrekken van een kopie van een bestemmingsplanvoorschrift of een deel daarvan behoort tot deze aanvraag) | 1,10 % € 155,40 |
5.2.6 | Een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning tweede fase, als bedoeld in artikel 56a, derde lid, van de Woningwet: van de bouwkosten, met een minimumbedrag van: (het van gemeentewege verstrekken van een kopie van een bestemmingsplanvoorschrift of een deel daarvan behoort tot deze aanvraag) | 0,95 % €
155,40 |
5.2.7 | De leges voor een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning, die op enig moment, vanwege het niet compleet zijn van de aanvraag, op grond van artikel 47 van de Woningwet juncto artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, buiten behandeling wordt gelaten bedraagt 20% van de leges als bedoeld in 5.2.2, 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5 of 5.2.6 met een minimum bedrag van: Indien voor hetzelfde bouwplan binnen een termijn van 6 maanden alsnog een hernieuwde aanvraag om bouwvergunning wordt ontvangen die vervolgens wel ontvankelijk kan worden verklaard en in behandeling wordt genomen, dan worden deze leges met de leges van dit hernieuwde plan verrekend. Kosten die gemaakt worden voor externe adviseurs en procedurekosten komen niet voor teruggave in aanmerking. | € 155,40 |
5.2.8 | De leges voor een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning, die op enig moment door de aanvrager wordt ingetrokken, bedraagt 20% van de leges als bedoeld in 5.2.2, 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5 of 5.2.6 met een minimum bedrag van: Indien voor hetzelfde bouwplan binnen een termijn van 6 maanden alsnog een hernieuwde aanvraag om een bouwvergunning wordt ontvangen die vervolgens wel ontvankelijk kan worden verklaard en in behandeling wordt genomen, dan worden deze leges met de
leges van dit hernieuwde plan verrekend. Kosten die gemaakt worden voor externe adviseurs en procedurekosten komen niet voor teruggave in aanmerking. | € 155,40 |
5.2.9 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een bodemonderzoek volgens NEN 5740 of een nader onderzoek, per onderzoek Indien het bodemonderzoek moet worden ingediend behorend bij een bouw- of milieuvergunningsaanvraag wordt dit bedrag geacht te zijn opgenomen in de normale leges. | € 155,40 |
Wijziging |
5.3.1 | Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd door toepassing van het tarief als vermeld in art. 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5 of 5.2.6. Indien de verrekening zou leiden tot geen of een terug te geven bedrag, is het legesbedrag voor het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan € 155,40. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw bouwplan sprake is. De
minimale in rekening te brengen leges bedraagt € 155,40. | |
Teruggaaf |
5.3.2. | Indien wordt besloten om de aanvraag tot vergunning buiten behandeling te laten, wordt een teruggaaf verleend van: 25% van de geheven leges bij een lichte bouwvergunning; 25% van de geheven leges bij een reguliere bouwvergunning; 25% van de geheven leges bij een gefaseerde bouwvergunning 1e fase; 25% van de geheven leges bij een gefaseerde bouwvergunning 2e fase. Kosten die gemaakt worden voor externe adviseurs en procedurekosten komen niet voor teruggave in aanmerking. Indien voor hetzelfde plan binnen een termijn van 6 maanden alsnog een hernieuwde aanvraag om vergunning wordt ontvangen die vervolgens wel ontvankelijk kan worden verklaard en in behandeling wordt genomen, dan worden deze leges minus een bedrag van € 155,40 met de leges van dit hernieuwde plan verrekend. Het minimale resterende legesbedrag waarover geen teruggaaf wordt verstrekt bedraagt € 155,40. | |
5.3.2.1 | Indien de gevraagde vergunning schriftelijk door de aanvrager wordt ingetrokken vóór dat over deze vergunning is beslist, wordt een teruggaaf verleend
van: 25% van de geheven leges bij een lichte bouwvergunning; 25% van de geheven leges bij een reguliere bouwvergunning; 25% van de geheven leges bij een gefaseerde bouwvergunning 1e fase; 25% van de geheven leges bij een gefaseerde bouwvergunning 2e fase. Kosten die gemaakt worden voor externe adviseurs en procedurekosten komen niet voor teruggave in aanmerking. Indien voor hetzelfde plan binnen een termijn van 6 maanden alsnog een hernieuwde aanvraag om vergunning wordt ontvangen die vervolgens wel ontvankelijk kan worden verklaard en in behandeling wordt genomen, dan worden deze leges minus een bedrag van € 155,40 met de leges van dit hernieuwde plan verrekend. Het minimale resterende legesbedrag waarover geen teruggaaf wordt verstrekt bedraagt € 155,40. | |
Overschrijving bouwvergunning |
5.4 | Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een verleende bouwvergunning als bedoeld in artikel (10.3) van de bouwverordening | € 77,70 |
Verhogingen in verband met bestemmingsplanwijzigingen |
5.5.1.1 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een bouwvergunning eerst kan worden verleend nadat toepassing is gegeven aan artikel 17 (tijdelijke vrijstelling) van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt het overeenkomstig 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.4 of 5.2.5 berekende bedrag verhoogd met | € 388,55 |
5.5.1.2 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een bouwvergunning eerst kan worden verleend nadat toepassing is gegeven aan artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt het overeenkomstig 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.4 of 5.2.5 berekende bedrag verhoogd met | € 2.331,30 |
5.5.1.3 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een bouwvergunning eerst kan worden verleend nadat toepassing is gegeven aan artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt het overeenkomstig 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.4 of 5.2.5 berekende bedrag verhoogd met: -indien een verklaring van geen bezwaar vereist is -indien geen verklaring van geen bezwaar nodig is | € 1.554,20 € 388,55 |
5.5.1.4 | Indien de
aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een bouwvergunning eerst kan worden verleend nadat toepassing is gegeven aan art. 19 lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt het overeenkomstig 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.4 of 5.2.5 berekende bedrag verhoogd met | € 388,55 |
5.5.1.5 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een bouwvergunning eerst kan worden verleend nadat toepassing is gegeven aan artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt het overeenkomstig 5.2.2, onderscheidenlijk 5.2.3, 5.2.4 of 5.2.5 berekende bedrag verhoogd met | € 233,10 |
5.5.2 | Indien op grond van enig wettelijk voorschrift advies ingewonnen moet worden waaraan kosten zijn verbonden, dan worden deze kosten aan de aanvrager van de vergunning in rekening gebracht. | |
Verhogingen in verband met toetsing aan welstandscriteria |
5.6.1 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een lichte bouwvergunning moet worden verleend en toetsing aan welstandscriteria als bedoeld in artikel 12a van de Woningwet moet
plaatsvinden wordt: | |
5.6.1.1 | Indien hierover niet het advies van de welstandscommissie behoeft te worden ingewonnen maar kan worden getoetst aan het welstandsbeleid, het overeenkomstig 5.2.2 berekende bedrag verhoogd met | € 24,15 |
5.6.1.2 | Indien hierover het advies van de welstandscommissie moet worden ingewonnen, het overeenkomstig 5.2.2 berekende bedrag verhoogd met Dit bedrag wordt verhoogd afhankelijk van de bouwkosten. Indien de bouwkosten bedragen: | € 24,15 |
| € 1,00 t/m € 20.000,00, is de verhoging per beoordeling: € 20.001,00 t/m € 500.000,00, is de verhoging: | € 12,80 0,05% van de bouwkosten met een minimum van € 23,50 |
| € 500.001,00 t/m € 1.000.000,00, is de verhoging: € 1.000.001,00 t/m € 1.500.000,00, is de verhoging: € 1.500.001,00 t/m € 2.000.000,00, is de verhoging: € 2.000.001,00 t/m € 2.500.000,00, is de verhoging: € 2.500.001,00 t/m € 5.000.000,00, is de verhoging: € 5.000.001,00 t/m € 7.500.000,00, is de
verhoging: € 7.500.001,00 t/m € 10.000.000,00, is de verhoging: € 10.000.001,00 t/m € 12.500.000,00, is de verhoging: € 12.500.001,00 t/m € 15.000.000,00, is de verhoging: € 15.000.001,00 of hoger, is de verhoging: | € 149,80 € 183,00 € 215,75 € 247,95 € 300,10 € 378,85 € 456,55 € 534,75 € 613,50 € 691,20 |
5.6.2 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een reguliere bouwvergunning moet worden verleend en hierover het advies van de welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig 5.2.3 berekende bedrag verhoogd met Dit bedrag wordt verhoogd afhankelijk van de bouwkosten. Indien de bouwkosten bedragen: | € 24,15 |
| € 1,00 t/m € 20.000,00, is de verhoging per beoordeling: € 20.001,00 t/m € 500.000,00, is de verhoging: | € 12,80 0,05% van de bouwkosten met een minimum van € 23,50 |
| € 500.001,00 t/m € 1.000.000,00, is de verhoging: € 1.000.001,00 t/m € 1.500.000,00, is de verhoging: € 1.500.001,00 t/m € 2.000.000,00, is de verhoging: € 2.000.001,00 t/m € 2.500.000,00, is de verhoging: € 2.500.001,00 t/m € 5.000.000,00, is de verhoging: € 5.000.001,00 t/m € 7.500.000,00, is de verhoging: € 7.500.001,00 t/m € 10.000.000,00, is de verhoging: € 10.000.001,00 t/m € 12.500.000,00, is de verhoging: € 12.500.001,00 t/m € 15.000.000,00, is de verhoging: € 15.000.001,00 of hoger, is de verhoging: | € 149,80 € 183,00 € 215,75 € 247,95 € 300,10 € 378,85 € 456,55 € 534,75 € 613,50 € 691,20 |
5.6.3 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een bouwvergunning eerste fase moet worden verleend en hierover het advies van de welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig 5.2.4, onderscheidenlijk 5.2.5 berekende bedrag verhoogd met Dit bedrag wordt verhoogd afhankelijk van de bouwkosten. Indien de bouwkosten bedragen: | € 24,15 |
| € 1,00 t/m € 20.000,00, is de verhoging per beoordeling: € 20.001,00 t/m € 500.000,00, is de verhoging: | € 12,80 0,05% van de bouwkosten met een minimum van € 23,50 |
| € 500.001,00 t/m € 1.000.000,00, is de verhoging: € 1.000.001,00 t/m € 1.500.000,00, is de verhoging: € 1.500.001,00 t/m € 2.000.000,00, is de verhoging: € 2.000.001,00 t/m € 2.500.000,00, is de verhoging: € 2.500.001,00 t/m € 5.000.000,00, is de verhoging: € 5.000.001,00 t/m € 7.500.000,00, is de verhoging: € 7.500.001,00 t/m € 10.000.000,00, is de verhoging: € 10.000.001,00 t/m € 12.500.000,00, is de verhoging: € 12.500.001,00 t/m € 15.000.000,00, is de verhoging: € 15.000.001,00 of hoger, is de verhoging: | € 149,80 € 183,00 € 215,75 € 247,95 € 300,10 € 378,85 € 456,55 € 534,75 € 613,50 € 691,20 |
Aanlegvergunningen |
5.7.1 | Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, als bedoeld in artikel 11, 14 of 21, derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (aanlegvergunning): 1,5% van de aanlegkosten (exclusief omzetbelasting) met een minimum van € 155,40 | |
5.7.2 | Indien de aanvraag betrekking heeft op werken of werkzaamheden waarvoor een
aanlegvergunning eerst kan worden verleend nadat toepassing is gegeven aan artikel 16, 19 of 46, achtste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, wordt het overeenkomstig 5.7.1 berekende bedrag verhoogd met | € 233,10 |
5.7.3 | Indien op grond van enig wettelijk voorschrift advies ingewonnen moet worden waaraan kosten zijn verbonden, dan worden deze kosten aan de aanvrager van de vergunning in rekening gebracht. | |
Wijziging |
5.7.4 | Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een aanlegvergunning betrekking heeft op een werk of werkzaamheid in afwijking van een eerder ingediend plan, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in 5.7.1, met dienverstande dat zij niet minder dan € 155,40 zullen bedragen. Het vorenstaande vindt geen toepassing, indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw werkplan sprake is. De minimale in rekening te brengen leges bedraagt € 155,40. Kosten die gemaakt worden voor externe adviseurs en procedurekosten komen niet
voor teruggave in aanmerking. | |
Teruggaaf bij intrekken |
5.7.4.1 | Indien de gevraagde vergunning schriftelijk door de aanvrager wordt ingetrokken vóór dat over deze vergunning is beslist, wordt een teruggaaf verleend van 25% van de geheven leges. Kosten die gemaakt worden voor externe adviseurs en procedurekosten komen niet voor teruggave in aanmerking. Indien voor hetzelfde plan binnen een termijn van 6 maanden alsnog een hernieuwde aanvraag om vergunning wordt ontvangen die vervolgens wel ontvankelijk kan worden verklaard en in behandeling wordt genomen, dan worden deze leges minus een bedrag van € 155,40 met de leges van dit hernieuwde plan verrekend. | |
Vrijstellingen |
5.8.1 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vrijstelling van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 15 (binnenplanse vrijstelling bestemmingsplan) van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning als bedoeld in 5.2.2, 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5 is vereist, bedraagt: | €
233,10 |
5.8.2 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vrijstelling van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 17 (tijdelijke vrijstelling bestemmingsplan) van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning als bedoeld in 5.2.2, 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5 is vereist, bedraagt: | € 380,00 |
5.8.3 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vrijstelling van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning als bedoeld in 5.2.2, 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5 is vereist, bedraagt: | € 2.280,00 |
5.8.4 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vrijstelling van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning als bedoeld in 5.2.2, 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5 is vereist, bedraagt: -indien een verklaring van geen bezwaar is vereist: -indien
geen verklaring van geen bezwaar is vereist: | € 1.520,00 € 380,00 |
5.8.5 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vrijstelling van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 19 lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning als bedoeld in 5.2.2, 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5 of aanleg is vereist, bedraagt: | € 380,00 |
5.8.6 | De genoemde tarieven in 5.8.1 t/m 5.8.5 worden eveneens in rekening gebracht indien er sprake is van een aanvraag tot het verkrijgen van een vrijstelling, waarbij geen sprake is van werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning vereist is als bedoeld in 5.7.1 | |
5.8.7 | Indien op grond van enig wettelijk voorschrift advies ingewonnen moet worden waaraan kosten zijn verbonden, dan worden deze kosten aan de aanvrager van de vergunning in rekening gebracht. | |
Gebruiksvergunning in verband met brandveiligheid |
5.9 | Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 6.1.1 van de Bouwverordening of artikel 2.1.1. van de Brandbeveiligingsverordening: | |
5.9.1 | indien het betreft een vergunning voor het tijdelijk (korter dan 30 dagen) in gebruik houden van een (al dan niet tijdelijk) bouwwerk ten behoeve van een evenement: | |
5.9.1.1 | met een commercieel doeleind: | € 306,75 |
5.9.1.2 | met een niet-commercieel doeleind: | € 76,70 |
5.9.2 | Indien het betreft een vergunning voor het in gebruik nemen of houden van een bouwwerk, het wijzigen van een bouwwerk, of een vergunning als bedoeld in artikel 2.1.1 van de brandbeveiligingsverordening: | |
5.9.2.1 | met een bruto vloeroppervlak van minder dan 100 m² | € 699,40 |
5.9.2.2 | met een bruto vloeroppervlak van 100 m² of meer, doch minder dan 250 m² | € 854,80 |
5.9.2.3 | met een bruto vloeroppervlak van 250 m² of meer, doch minder dan 500 m² | € 1.165,65 |
5.9.2.4 | met een bruto vloeroppervlak van 500 m² of meer, doch minder dan 1.000 m² | € 1.554,20 |
5.9.2.5 | met een bruto vloeroppervlak van 1.000 m² of meer, doch minder dan 1.500 m² | € 1.787,35 |
5.9.2.6 | met een bruto vloeroppervlak van 1.500 m² of meer, doch minder dan 5.000 m² | € 2.020,45 |
5.9.2.7 | met een bruto vloeroppervlak van 5.000 m² of meer | € 3.108,40 |
5.9.2.8 | Indien het een aanvraag betreft voor het wijzigen van een inrichting die reeds een gebruiksvergunning heeft en waarbij zowel a) het alleen gaat
om een administratieve of ondergeschikte wijziging ten opzichte van de geldende vergunning betreft dan wel een ondergeschikte wijziging in de inrichting ten opzichte van de geldende vergunning betreft en b) het een geldende vergunning betreft die niet ouder is dan 2 jaar, dan bedraagt het tarief | € 233,10 |
5.9.3 | Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een gebruiksvergunning vanwege het niet compleet zijn van de aanvraag buiten behandeling wordt verklaard, bedraagt het bedrag 20% van de leges als bedoeld in artikel 5.9.2.1, 5.9.2.2, 5.9.2.3, 5.9.2.4, 5.9.2.5, 5.9.2.6 en 5.9.2.7 in rekening gebracht met een minimum van € 152,00. Kosten die gemaakt worden voor externe adviseurs en procedurekosten komen niet voor teruggave in aanmerking. | |
5.9.4 | Indien de gevraagde vergunning schriftelijk door de aanvrager wordt ingetrokken vóór dat over deze vergunning is beslist, wordt een teruggaaf verleend van 25% van de geheven leges. Kosten die gemaakt worden voor externe adviseurs en procedurekosten komen niet voor teruggaven in aanmerking. Indien voor hetzelfde plan binnen een termijn van 6 maanden alsnog een hernieuwde aanvraag om vergunning wordt ontvangen die vervolgens wel ontvankelijk kan worden verklaard en in behandeling wordt genomen, dan
worden deze leges minus een bedrag van € 155,40 met de leges van dit hernieuwde plan verrekend. | |
Sloopvergunning en sloopmelding |
5.11 | Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van: | |
5.11.1 | een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 8.1.1 van de bouwverordening € 0,55 per m3 gebouwinhoud/bouwwerkinhoud met een minimum van € 233,10. Indien het slopen alleen betrekking heeft op het slopen van asbesthoudend materiaal dan bedraagt de leges 1,5% van de sloopkosten met een minimum van € 233,10. | |
5.11.2 | Een aanvraag tot het overschrijven van een verleende sloopvergunning als bedoeld in artikel (10.3) van de bouwverordening | € 77,10 |
Algemeen |
5.12 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere
beschikking voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen | € 233,10 |
5.13 | Indien een bouwaanvraag en een aanvraag om milieuvergunning/melding (waarbij de gemeente het bevoegde gezag is) voor een op hetzelfde adres gelegen object/gebouw/inrichting op hetzelfde moment worden aangevraagd/ingediend en ook als zodanig behandeld kunnen worden, wordt een korting op de voor het in behandeling nemen van de bouwaanvraag verschuldigde leges verleend van 10% | |
5.14 | Indien een aanvraag om gebruiksvergunning en een aanvraag om milieuvergunning/melding (waarbij de gemeente het bevoegde gezag is) voor hetzelfde object/gebouw/inrichting op hetzelfde moment worden aangevraagd/ingediend en ook als zodanig behandeld kunnen worden, wordt een korting op de voor het in behandeling nemen van de gebruiksvergunning verschuldigde leges verleend van 10% | |
5.15 | Indien een aanvraag om gebruiksvergunning en een aanvraag om bouwvergunning voor hetzelfde object/gebouw/inrichting op hetzelfde moment worden aangevraagd/ingediend en ook als zodanig behandeld kunnen worden, wordt een korting op de voor de in behandeling nemen
van de gebruiksvergunning verschuldigde leges verleend van 10% | |
5.16 | Indien een bouwaanvraag, een aanvraag om gebruiksvergunning en een aanvraag om milieuvergunning/melding (waarbij de gemeente het bevoegde gezag is) voor een op hetzelfde adres gelegen object/gebouw/inrichting op hetzelfde moment worden aangevraagd/ingediend en ook als zodanig behandeld kunnen worden, wordt een korting op de voor het in behandeling nemen van de bouwaanvraag en gebruiksvergunning verschuldigde leges verleend van 15% | |
5.17 | Indien een bouwaanvraag en een aanvraag om sloopvergunning voor een op hetzelfde adres gelegen object/gebouw/inrichting op hetzelfde moment worden aangevraagd/ingediend en ook als zodanig behandeld kunnen worden, wordt een korting op de voor het in behandeling nemen van de bouwaanvraag verschuldigde leges verleend van 5% en op de sloopvergunning van 50%. | |
5.18 | De kosten van welstandsbeoordeling komen niet voor (gedeeltelijke) teruggaaf in aanmerking. | |
5.19 | Indien een aanvrager een (daarvoor in
aanmerking komende) bouwaanvraag zelf heeft getoetst aan de loketcriteria voor welstand en door middel van een ingevuld toetsingsformulier aantoont dat zijn plan voldoet aan die criteria, dan vervalt de verhoging met € 24,15 (het bedrag uit artikel 5.6.1.1). | |