Organisatie | Goeree-Overflakkee |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bezoldigingsregeling gemeente Goeree-Overflakkee |
Citeertitel | Bezoldigingsregeling gemeente Goeree-Overflakkee |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Vervangt Bezoldigingsregeling gemeente Goeree-Overflakkee van 8 januari 2013
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2015 | 01-01-2016 | art. 6, 7, 8, 10, 11, 12, 13, 14 | 08-12-2015 | Z-14-26950 | |
15-07-2014 | 01-04-2014 | 23-12-2015 | nieuwe regeling | 16-06-2014 | Z-14-26950 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
de ambtenaar die door of vanwege de gemeente is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn alsmede hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan (artikel 1:1, lid 1a Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst – CAR-UWO);
burgemeester en wethouders, tenzij anders is bepaald via mandatering (artikel 2:1 CAR), met uitzondering van de griffier en de op de griffie werkzame medewerkers, voor wie de raad is bevoegd (artikel 1:3a CAR);
het bedrag van de schaal hetwelk aan de medewerker is toegekend of, indien voor de betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag (artikel 3:1, lid 2b CAR-UWO);
1/156 gedeelte van het – zo nodig naar een volledige betrekking herberekende – salaris van de medewerker per maand (artikel 1:1, lid 1o CAR-UWO);
de schaal als bedoeld in artikel 3:1, lid 2 sub a en IIa van de CAR-UWO);
de schaal waarin een (organieke) functie na beschrijving en waardering wordt geplaatst;
de schaal onmiddellijk voorafgaand aan de functieschaal;
de schaal onmiddellijk volgend op de functieschaal;
het hoogste bedrag van een salarisschaal;
het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de medewerker toegekende emolumenten en toelagen – niet zijnde onkostenvergoedingen.
het samenstel van werkzaamheden door de medewerker te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen hem door het daartoe bevoegde gezag is opgedragen;
l. functiewaarderingsonderzoek:
methodiek gebaseerd op een functiewaarderingsysteem om te komen tot het bepalen van het niveau van een functie;
door het college vastgestelde omrekentabel waarin kan worden afgelezen bij welk functie(zwaarte)niveau welke salarisschaal hoort;
een functie waarbij de arbeidsduur per jaar ten hoogste 1836 uur bedraagt en de formele arbeidsduur per week 36 uur bedraagt (artikel 1:1, lid 1k CAR-UWO);
werkzaamheden door de medewerker in dienstopdracht verricht buiten de feitelijke arbeidsduur per week (artikel 1:1, lid 1l CAR-UWO);
De beoordeling voortvloeiende uit de jaarlijkse gesprekscyclus van POP-, functionerings- en beoordelingsgesprekken.
Door middel van training, coaching en begeleiding wordt de medewerker in de gelegenheid gesteld zich te ontwikkelen in de functie, met als uiteindelijk doel een volledige functievervulling met plaatsing in de functionele schaal.
Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een kalendermaand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van de betreffende kalendermaand.
Het salaris van de medewerker met een deeltijdbetrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.
Artikel 5 Bepalen salarisschaal
Zonder voorafgaand ontslag kan voor een medewerker geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan het salaris van de reeds voor hem geldende salarisschaal. Een verlaging kan wel plaatsvinden bij definitieve herplaatsing van een zieke medewerker als bedoeld in artikel 7:16 lid 2 CAR-UWO, herplaatsing na ontslag wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid voor de eigen functie als bedoeld in artikel 8:6 CAR-UWO en bij het toekennen van een disciplinaire straf, als bedoeld in hoofdstuk 16 van de CAR-UWO.
Artikel 9 Salaris bij inpassing in hogere schaal
Wanneer voor de medewerker een salarisschaal gaat gelden met een hoger maximumsalaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op een bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris, dat de medewerker in de oude schaal zou hebben genoten. Indien deze inpassing tegelijkertijd plaatsvindt met een periodieke verhoging vindt eerst de inpassing plaats en wordt vervolgens de periodieke verhoging toegepast.
Bij toepassing van het eerste lid van dit artikel wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het naasthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de medewerker tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de medewerker laatstelijk genoot en het naast hogere bedrag in de oude schaal, dan wel het naast lagere bedrag in de oude schaal, indien de medewerker in de oude schaal al op het maximum was ingedeeld.
Hoofdstuk IV Overige toelagen en vergoedingen
De medewerker die tijdelijk een functie waarneemt waarvoor een hogere salarisschaal geldt dan voor zijn eigen functie, ontvangt een toelage conform artikel 3:1:2 CAR-UWO.
Artikel 19 Toelage onregelmatige dienst
Behoudens de uitzondering in artikel 3:3 lid 2 CAR-UWO wordt aan de medewerker voor wie een salarisschaal geldt tot schaal 11 en die, anders dan bij wijze van overwerk, volgens een werkrooster geregeld of naar de aard van zijn functie vrij geregeld arbeid verricht op andere tijden dan op de werkdagen van maandag tot en met vrij-dag tussen 08:00 en 18:00 uur, wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 CAR-UWO.
Artikel 20 Consignatietoelage (bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst)
Behoudens de uitzondering in artikel 3:3:1 tweede volzin CAR-UWO, wordt aan de medewerker die zich buiten de werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:1 en 4:2 CAR-UWO ingevolge een schriftelijke aanwijzing van de werkgever regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden om bij oproep arbeid te verrichten, een toelage toegekend.
Artikel 21 Inconveniëntentoelage (zwaar, onaangenaam of gevaarlijke arbeid)
Aan de medewerker, die naar het oordeel van de werkgever onder bezwarende omstandigheden van lichamelijke aard arbeid verricht, verleent de werkgever een compensatie in de vorm van een toelage op het salaris of op het aantal voor de medewerker beschikbare verlofuren, tenzij compensatie voor de bedoelde bezwarende omstandigheden aantoonbaar zijn verdisconteerd in de bezoldiging van de medewerker.
Artikel 24 Algemene vergoeding
De werkgever kan, in door haar te bepalen gevallen, de medewerker in aanmerking laten komen voor een vergoeding welke niet is genoemd in één van de artikelen in deze regeling.
Aan de medewerker wiens bezoldiging onvrijwillig een blijvende verlaging ondergaat van tenminste 3% van de som van het salaris en de toelage, als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage als bedoeld in de artikelen 19 en 21, wordt een aflopende toelage toegekend, mits hij de betreffende toelage, direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering daarvan, gedurende tenminste 2 jaren zonder een onderbreking van langer dan twee maanden heeft ontvangen.
De hoogte van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde toelage is het bedrag dat overeenkomt met hetgeen in de drie maanden of in de dertien weken voorafgaande aan de datum waarop de verhindering tot het vervullen van de betrekking is ontstaan, gemiddeld per maand of per week toegekend aan de betreffende vergoeding of toelage, al naar gelang de bezoldiging van de ambtenaar per maand of per week wordt uitbetaald.