Organisatie | Zuid-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verkeersbesluit aanwijzen hoofd- en nevenvaarwater op het kruispunt Oude Rijn - Kromme Aar |
Citeertitel | Verkeersbesluit aanwijzen hoofd- en nevenvaarwater op het kruispunt Oude Rijn - Kromme Aar |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Scheepvaartverkeerswet, art. 2
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-06-2017 | nieuwe regeling | 16-06-2017 | PZH-2017-605220246 |
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
overwegende, dat hun college op grond van het bepaalde in artikel 2 van de
Scheepvaartverkeerswet bevoegd is tot het nemen van de in die wet bedoelde verkeersbesluiten ter regeling van het scheepvaartverkeer op de provinciale vaarwegen;
dat de gemeente Alphen aan den Rijn de smalle watergang die de Kromme Aar heet, heeft verbreed en toegankelijk gemaakt voor recreatievaart en dat ten behoeve van de recreatievaart een ligplaatsvoorziening voor passanten is gerealiseerd in de Kromme Aar;
dat het zicht op de doorgaande scheepvaart op de Oude Rijn, komend vanaf de Kromme Aar, beperkt wordt door de aanwezigheid van bebouwing;
dat de meeste vaarbewegingen op deze splitsing plaatsvinden op de provinciale vaarweg;
dat het (recreatieve) scheepvaartverkeer via de Kromme Aar de provinciale vaarweg op vaart en vice versa en dat, vanwege het zicht dat vanaf de Kromme Aar wordt beperkt, onvoldoende rekening wordt gehouden met het doorgaande scheepvaartverkeer, waaronder beroepsvaart, op de provinciale vaarweg;
dat hierdoor sprake is van een onoverzichtelijke en onveilige situatie bij de splitsing van de provincialevaarweg Oude Rijn en de Kromme Aar in de gemeente Alphen aan den Rijn;
dat de provinciale vaarweg het gehele jaar wordt benut door de beroepsvaart en tijdens het recreatieseizoen ook intensief wordt gebruikt door de recreatievaart;
dat op deze locatie de ‘voorrangsaanduiding’, middels het aanwijzen van het hoofd- en nevenvaarwater, niet is vastgesteld;
dat gelet op de veilige en vlotte doorstroming van het scheepvaartverkeer het noodzakelijk is om het hoofd- en nevenvaarwater aan te wijzen;
dat de doorgaande route, te weten de provinciale vaarweg op genoemde locatie, dient te gelden als het hoofdvaarwater;
dat de recreatieve vaarweg de Kromme Aar dient te gelden als nevenvaarwater;
dat door het aanwijzen van het hoofd- en nevenvaarwater het scheepvaartverkeer komend vanuit een nevenvaarwater voorrang moet verlenen aan het scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwater;
dat voor zover nodig aanvullende maatregelen worden genomen om de veiligheid op het kruispunt Oude Rijn en Kromme Aar te verbeteren;
gelet op het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement en het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer;
belanghebbenden te wijzen op de mogelijkheid om ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit bij hun college een bezwaarschrift in te dienen door verzending aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, postbus 90602, 2509 LP Den Haag, onder vermelding van “Awb-bezwaar” in de linkerbovenhoek van de enveloppe en het bezwaarschrift;
belanghebbenden te wijzen op de mogelijkheid, in samenspraak met de mogelijkheid tot het maken van bezwaar, om ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag) een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen.