Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Uitvoeringsbesluit hulpverlenersvergunningen Parkeerverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsbesluit hulpverlenersvergunningen Parkeerverordening
CiteertitelUitvoeringsbesluit hulpverlenersvergunningen Parkeerverordening
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpInfrastructuur, verkeer en vervoer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 13-12-2016

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Gemeenteblad 2016, nr. 184196

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201701-03-2018nieuwe regeling

13-12-2016

Gemeenteblad 2016, nr. 184196

-

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsbesluit hulpverlenersvergunningen Parkeerverordening

 

 

Inhoud

Gelet op:

  • artikel 15 lid 4 op basis waarvan het college een lijst vaststelt van de professionele zorg- of hulpverleningsinstellingen die in aanmerking kunnen komen voor een hulpverlenervergunning;

  • het feit dat een instelling die op deze lijst staat op grond van artikel 15, lid 2, van de Parkeerverordening 2013 per aanvraag gemotiveerd moet aangeven of sprake is van spoedeisendheid en/of regelmatig vervoer van zware goederen;

Overwegende dat:

  • bij de herijking van het parkeerbeleid en de daarop gebaseerde beleids- en beslispunten, die de Gemeenteraad op 11 april 2001 heeft vastgesteld (Gemeenteblad 2001, afd. 1, nr. 179), is bepaald dat ten aanzien van onder meer huisartsen, verloskundigen en hulpverleners in dienst van nader aan te wijzen professionele zorg- en hulpverleningsinstellingen, binnen strakke kaders aanvullende regelingen worden getroffen;

  • de GGD Amsterdam voor zover het de spoedeisende werkzaamheden betreft verantwoordelijk is voor taken die voortvloeien uit de volgende wetten, regelingen en verordeningen: de Wet collectieve preventie volksgezondheid, de Quarantainewet, de Internationale Gezondheidsregeling, de Infectieziektewet, de Gezondheidsverordening, de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische inrichtingen en de Wet op de lijkbezorging, de Gemeenschappelijke regeling Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) Agglomeratie Amsterdam, de Wet Geneeskundige Hulp bij rampen, de Wet Rampen en Zware Ongevallen.

  • organisaties niet zijnde de GGD Amsterdam, die op grond van vorengenoemde wetten, regelingen en verordeningen ook deze taken uitvoeren, worden aan de GGD Amsterdam gelijkgesteld wat betreft het kunnen verlenen van hulpverlenersvergunningen.

  • de kraamzorginstellingen ten behoeve van de partusassistentie;

  • dat de thuiszorginstellingen een hulpverlenersvergunning kan worden verleend indien zij kunnen aantonen dat er productieafspraken zijn gemaakt voor het leveren van tenminste één van de Awbz-zorgfuncties (Awbz-Algemene wet bijzondere ziektekosten (persoonlijk verzorging en/of verpleging)). Het enkel bieden van (een combinatie van) de overige Awbz-zorgfuncties (huishoudelijke verzorging, ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding, behandeling en verblijf) volstaat niet voor het toekennen van een hulpverlenersvergunning;

  • met het intrekken van de Parkeerverordening 2009 en het vaststellen van de Parkeerverordening 2013 een nieuw besluit over de lijst met professionele zorg- en hulpverleningsinstellingen is genomen;

  • Het noodzakelijk is het op 23 juli 2014 in mandaat door de directeur van de dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer vastgestelde Uitvoeringsbesluit hulpverlenersvergunning (Gemeenteblad 2014, afd. 3B, nr. 133) in te trekken en opnieuw ongewijzigd door het college te laten vaststellen.

Vast te stellen de volgende lijst met professionele zorg- en hulpverlenings-instellingen:

  • a.

    ziekenhuizen

  • b.

    verpleeghuizen

  • c.

    jeugdtandheelkundige zorg

  • d.

    fysiotherapiepraktijken;

  • e.

    bloedafname- en trombosedienst;

  • f.

    instellingen voor thuiszorg;

  • g.

    de GG&GD, voor zover het spoedeisende werkzaamheden betreft ter uitvoering van de in de aanhef van dit besluit vermelde wettelijke taken alsmede andere organisaties op het gebied van de gezondheidszorg voor zover deze met de uitvoering van dezelfde wettelijke taken zijn belast en deze een spoedeisend karakter hebben;

  • h.

    kraamzorginstellingen;

  • i.

    instellingen voor outreachende ambulante geestelijke gezondheidszorg (crisishulpverlenening);

  • j.

    dierenambulance.