Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Terneuzen

Kadernota Mobiliteitsplan 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTerneuzen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingKadernota Mobiliteitsplan 2006
CiteertitelMobiliteitsplan Gemeente Terneuzen, kadernota (2006)
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpverkeer vervoer verbinding

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-01-2007Onbekend

25-01-2007

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Kadernota Mobiliteitsplan 2006

INHOUDSOPGAVE 

 

Inleiding

Doelstelling

Plangebied

Vervoerswijzen

Plan van Aanpak

Proces

 

 

Hoofdstuk 1 Inleiding

Achtergrond

Verkeer en vervoer is altijd in beweging, zo ook in de gemeente Terneuzen. In 2003 is de Westerscheldetunnel geopend, wat de verkeersstructuur in Zeeuws-Vlaanderen rigoureus heeft gewijzigd. De van oudsher sterke oost-west verbinding tussen de 2 veerverbindingen is vervangen door een noord-zuid as dwars door de Kanaalzone. Met de mogelijke aanleg van een tunnel onder het Kanaal Gent-Terneuzen nabij Sluiskil staat de volgende ingrijpende aanpassing van de infrastructuur voor de deur. Welke gevolgen heeft dit voor de gemeente Terneuzen en hoe spelen we hier op een goede wijze op in?

Naast wijzigingen in de infrastructuur is ook het denkbeeld ten aanzien van de mobiliteit aangepast. Verkeer en vervoer wordt niet langer bezien vanuit het “eigen” vakgebied maar vormt steeds meer een combinatie met andere disciplines zoals milieu en natuur, ruimtelijke ordening. Er bestaat dan ook een grote behoefte aan integraliteit.

 

De hiervoor weergegeven tekst onderschrijft de wens van de Raad van de gemeente Terneuzen om te komen tot een gemeentelijk verkeers- en vervoersplan. Daarnaast hebben gemeenten ook een wettelijke zorgplicht voor het zichtbaar voeren van een samenhangend en uitvoeringsgericht verkeers- en vervoersbeleid, wat richting geeft aan de door het gemeentebestuur te nemen beslissingen inzake verkeer en vervoer (Planwet verkeer&vervoer).

In navolging van het landelijke beleid (Nota Mobiliteit) en het provinciale beleid (Mobiliteit op Maat) de hoogste tijd dus voor het formuleren van het mobiliteitsbeleid van de gemeente Terneuzen. In voorliggende kadernota wordt omschreven hoe dit beleid op de juiste wijze kan worden geformuleerd. Naast een Plan van Aanpak wordt ingegaan op het doel van een mobiliteitsplan, het plangebied en de rol van interne en externe partijen.

Mobiliteitsplan 2006

Bij het opstellen van mobiliteitsbeleid wordt vaak enkel gedacht aan verkeer en vervoer. Mobiliteit houdt echter veel meer in dan verkeer en vervoer en heeft relatie met meerdere vakdisciplines. Om die reden is gekozen om als werktitel voor het Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan (GVVP) te kiezen voorde benaming “Mobiliteitsplan”. Als aanvulling hierop staat het jaartal 2006 weergegeven. In deze kadernota zal duidelijk worden dat per jaar een uitvoeringsagenda wordt opgesteld voor het mobiliteitsbeleid, het Mobiliteitsplan 2007, 2008, 2009 en zo verder. Het beleidsplan zal wel degelijk een visie vormen voor de lange termijn, 2015-2020, de uitvoeringsagenda zal echter ingaan op wanneer wat kan worden uitgevoerd.

Hoofdstuk 2 Doelstelling

Landelijk is het mobiliteitsbeleid verwoord in de Nota Mobiliteit. In haar inleiding geeft de Minister van verkeer en Waterstaat aan dat mobiliteit mogelijk moet zijn, maar wel in goede banen, want mobiliteit gaat ook met de bekende problemen gepaard. Dit, gecombineerd met de subtitel van de Nota Mobiliteit, naar een betrouwbare en voorspelbare bereikbaarheid, geeft duidelijk weer hoe we in Nederland tegen verkeer en vervoer aankijken. Mobiliteit mag weer en er moet ruimte worden gecreëerd voor de economie. Ook de kwaliteit van de leefomgeving krijgt een plaats in het mobiliteitsbeleid. Nationale en internationale afspraken op het gebied van emissiereductie voor verkeer en vervoer over spoor, weg en vaarwegen worden nageleefd. Voor de langere termijn wordt ingezet op meer duurzame vormen van vervoer.

Het verkeers- en vervoersplan van de provincie Zeeland, Mobiliteit op Maat, omvat de volgende hoofddoelstelling:

“Zeeland biedt aan iedereen een optimaal verkeers- en vervoerssysteem, waarvan de kwaliteit voor de individuele gebruiker in goede verhouding staat tot de kwaliteit van de samenleving als geheel, en dat recht doet aan de verschillende functies in de gebieden”.

 

Door de provincie Zeeland in te delen aan de hand van enkele gebiedsprofielen, zoals Stedelijk netwerk en het cultuurlandschap wordt gestreefd een verkeers- en vervoerssysteem aan te bieden dat recht doet aan de verschillende functies in de verschillende gebieden.

Het mobiliteitsbeleid van de gemeente Terneuzen is deels een doorvertaling van het nationale en provinciale beleid op gemeentelijke schaal. Het schaalniveau van de gemeente kan echter sterk variëren. Het mobiliteitsplan zal in eerste instantie op structuurniveau vastgelegd moeten worden. Daarna zal een meer uitvoeringsgerichte uitwerking gemaakt moeten worden waarin wordt aangegeven hoe deze structuren worden vormgegeven. Hierbij dient uiteraard te worden uitgegaan van de algemene doelstelling en de verschillende wensen van de diverse gebiedsprofielen in de gemeente Terneuzen.

Gelet op het landelijke en provinciale beleid alsmede de positie van de gemeente Terneuzen kan als algemene doelstelling voor het Gemeentelijke Mobiliteitsplan worden gehanteerd:

“Het bieden van een optimale mobiliteit voor de eigen inwoners en de gebruikers van de infrastructuur van de gemeente Terneuzen, afgestemd op de wensen en eisen per deelgebied en de beleidsdisciplines economie, ruimtelijk ordening en milieu en natuur”.

Hoofdstuk 3 Plangebied

Het plangebied omvat de gehele gemeente Terneuzen, rekening houdend met (gemeente)grensoverschrijdende relaties.

Hoofdstuk 4 Vervoersbewijzen

Mobiliteit, het niet aan een plaats of positie gebonden zijn, is een belangrijk aspect van de huidige samenleving. De mobiliteit van personen neemt nog steeds toe en afstanden zijn steeds eenvoudiger te overbruggen. De wijze waarop dit gebeurd verschilt van persoon tot persoon. De een maakt gebruik van een eigen auto, de andere kiest juist voor het openbaar vervoer. Ook goederen maken gebruik van diverse vervoerssystemen.

Een “volledig” Gemeentelijk Mobiliteitsbeleid moet dus inspelen op meerdere vormen van vervoer. Hierbij wordt uitgegaan vervoer over weg, water en spoor. In het Mobiliteitsplan 2006 wordt aandacht besteed aan de volgende vervoerswijzen:

 

Voetganger

Hierbij gaat het met name om de utilitaire voetganger, en niet zo zeer de recreatieve. Door de relatief korte afstanden die hierbij worden afgelegd zal de rol van de voetganger in het Mobiliteitsplan vaak samenvallen met oversteekbaarheid van barrières (hoofdroutes, etc).

 

Fiets

De Fiets vormt een belangrijk aandeel in de Modal Split en is een milieuvriendelijke wijze van voortbewegen. Afhankelijk van het gebiedsprofiel zal de nadruk liggen op het utilitaire dan wel het recreatieve fietsverkeer.

 

Openbaar Vervoer

In Zeeuws-Vlaanderen staat Openbaar Vervoer al snel synoniem aan de bus. Er zijn ook echter nog alternatieve vormen van OV denkbaar, bijvoorbeeld via het in de gemeente aanwezige spoor en water. De behoefte aan en mogelijkheden van deze elementen zal worden nagegaan.

 

Auto

Het autoverkeer speelt een rol op alle schaalniveaus. Op de schaal van de gehele gemeente betreft het snel doorstromen van A naar B. Op schaal van de woonwijken wordt al sneller gesproken over verblijfsgebieden waar de auto enkel langzaam door heen mag, op zoek naar de bestemming (parkeerplaats, garage).

 

Vrachtverkeer

Naast het vervoer van personen worden er uiteraard ook goederen getransporteerd. Gezien de aanwezigheid van industrie en de havenfunctie van Terneuzen vormt ook het vrachtverkeer een belangrijke wijze van vervoer.

 

Ketenmobiliteit

Ketenmobiliteit is geen vervoerswijze op zich maar een aaneenschakeling van meerdere vervoerswijzen. Een goed voorbeeld vormt de fietser die naar de bushalte rijdt om vervolgens met de bus naar de eindbestemming te gaan. Ketenmobiliteit is afhankelijk van overstapmogelijkheden tussen verschillende vervoerswijzen, bijvoorbeeld bushaltes, carpoolplaatsen, etc. Deze locaties vormen de schakels tussen de afzonderlijke

vervoerssystemen. Ondanks dat het hier geen “eigen” vervoerswijze betreft wordt Ketenmobiliteit in dit Mobiliteitsplan wel als zodanig beschouwd.

5. PLAN VAN AANPAK

Inventarisatie

Het eerste onderdeel van het Mobiliteitsplan vormt het vastleggen van de nulsituatie: de verkeerssituatie 2006. Hiervoor wordt een inventarisatie uitgevoerd waarbij een aantal stappen worden doorlopen, te weten:

 

Literatuurstudie

Aan de hand van een literatuurstudie wordt het vaststaande beleid doorgenomen. Welke invloed heeft het provinciale en rijksbeleid ten aanzien van verkeer en vervoer op het Mobiliteitsplan van de gemeente Terneuzen? Naast de planvorming binnen verkeer en vervoer worden ook relevante plannen van andere vakgebieden, milieu en natuur, recreatie, economie, etc doorgenomen.

 

Interviews

Iedere persoon neemt deel aan het verkeer en heeft er vaak ook een mening over. Het is van belang in een vroegtijdig stadium inzicht te krijgen in de wensen en ideeën die leven bij de diverse belanghebbenden. Als onderdeel van de inventarisatie worden diverse interviews gehouden met deze belanghebbende partijen waarin zij hun visie op de toekomstige verkeerssituatie en de knelpunten in de huidige situatie kunnen weergegeven. Deze interviews zullen onder andere worden gehouden met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, belangenverenigingen als 3VO, Fietsersbond, dorpsraden, politieke partijen, overige wegbeheerders, etc.

 

Beschrijving huidige situatie

Aan de hand van de literatuurstudie, de interviews en een verkenning van het plangebied wordt een beschrijving gegeven van de huidige situatie. Hierin zal waar mogelijk gebruik worden gemaakt van cijfermateriaal (intensiteiten, modal split, etc) om een zo concreet mogelijke nulsituatie vast te leggen.

 

Bepalen gebiedsprofielen

Terneuzen is een veelzijdige gemeente. Het Kanaal Gent-Terneuzen vormt een economische as met veel bedrijvigheid. Daarnaast bieden de woonkernen van de gemeente een gevarieerde woonomgeving met diverse vormen van detailhandel. Het agrarische buitengebied wordt afgewisseld met natuur en recreatiegebieden. Al deze gebiedsvariaties in de gemeente hebben eigen wensen en belangen ten aanzien van verkeer en vervoer. Om het Mobiliteitsbeleid zo goed mogelijk af te stemmen op de schaal van de gemeente Terneuzen worden gebiedsprofielen bepaald. Deze methode wordt ook toegepast in “Mobiliteit op Maat”, het Provinciale Verkeers- en Vervoerplan. Aan de hand van de inventarisatie wordt de gemeente Terneuzen ingedeeld in een aantal gebiedsprofielen. Aan de hand van deze gebiedsprofielen worden vervolgens de knelpunten bepaald en ook het uiteindelijke mobiliteitsbeleid wordt per profiel geformuleerd.

 

Uitwerken doelstelling

De algemene doelstelling zal aan de hand van de resultaten van de inventarisatie verder uitgewerkt dienen te worden. Met name de term optimaal behoeft een nadere toelichting. Wat is optimaal vanuit verkeer en vervoer, wat is economisch optimaal en wat is milieukundig optimaal. Aan de hand van randvoorwaarden zal de doelstelling worden afgestemd op de diverse disciplines (o.a. economie en milieu).

 

Knelpunten

Op basis van de inventarisatie wordt per gebiedsprofiel aangegeven welke knelpunten spelen. De knelpunten worden onderverdeeld naar de diverse vervoerswijzen.

Wensbeelden

Aan de hand van de doelstelling en de daaraan gerelateerde randvoorwaarden wordt per gebiedsprofiel een ideaalbeeld omschreven. Hierin wordt een droomscenario per gebiedsprofiel weergegeven, zonder rekening te houden met wensen en belangen vanuit andere profielen. Het wensbeeld dient vervolgens als een droomscenario welke de oplossingsrichtingen zo veel mogelijk zullen benaderen.

Beleidsplan

Per gebiedsprofiel en per vervoerswijze wordt vervolgens het daadwerkelijke beleidsplan geformuleerd. Aan de hand van de beschreven doelstelling en geïnventariseerde knelpunten wordt een beleid geformuleerd wat het geformuleerde wensbeeld nastreeft en wat uitgaande van de doelstelling een oplossing vormt voor de geconstateerde knelpunten.

Nadat per gebiedsprofiel een beleid is geformuleerd wordt een totaalvisie voor de gehele gemeente opgesteld.

Uitvoeringsagenda

Naar aanleiding van het geformuleerde beleid wordt een uitvoeringsagenda opgesteld. Dit kan naast fysieke uitvoering ook gericht zijn op de beleidsvelden. Een uitvoering van het Mobiliteitsplan kan bijvoorbeeld de aanleg van een nieuwe verbinding tussen de Mr. F.J. Haarmanweg en de Guido Gezellestraat zijn. De uitvoering kan echter ook betrekking hebben op beleid. Bijvoorbeeld het formuleren van beleid om met behulp van ketenmobiliteit meer automobilisten over te laten stappen op het openbaar vervoer. De uitvoeringsagenda dient zo concreet mogelijk te zijn en dient jaarlijks te worden voorzien van een update.

Hoofdstuk 6 Proces

Kerngroep

Het opstellen van het Mobiliteitsbeleid is een activiteit van de afdeling Ruimte. Deze afdeling zal dan ook als trekker van het project “Mobiliteitsplan Terneuzen” fungeren. Naast de afdeling Ruimte zullen ook medewerkers van Economie, Milieu en Natuur nauw betrokken worden bij de totstandkoming van het plan.

Het project wordt in eerste instantie in eigen beheer uitgevoerd. Dit wil dus zeggen dat het project niet in zijn geheel wordt uitbesteed aan een externe adviseur. Wel zullen diverse deelonderzoeken worden uitbesteed. Zo wordt momenteel reeds door bureau Goudappel Coffeng een Verkeersmodel voor de gemeente Terneuzen opgesteld. Dit model kan als ondersteuning worden gebruikt bij de beoordeling van eventuele wijzigingen in de toekomstige verkeersstructuur.

Inbreng intern

Het verkeer- en vervoersbeleid heeft relatie met nagenoeg alle afdelingen binnen de gemeentelijke organisatie. Een goede interne communicatie is dan ook van groot belang. Voorafgaand aan het opstellen van deze kadernotitie heeft reeds een overleg plaatsgevonden met medewerkers van diverse afdelingen om te discussiëren over de vormgeving van het plan en de rol van de diverse afdelingen. Hierin is afgestemd dat Ruimte, Economie en Milieu & Natuur direct betrokken worden bij de beleidsvorming. De overige afdelingen worden op de hoogte gehouden van de voortgang en de mogelijkheid geboden om te reageren wanneer beslispunten worden bereikt (bepalen gebiedsprofielen, vaststellen knelpunten, etc). Afhankelijk van de “zwaarte” van het onderwerp zal dit per e-mail of in een overleg worden behandeld.

Inbreng extern

De externe partijen worden onderverdeeld in overheid en belanghebbenden.

 

Overheid

Met overheid wordt hiermee voornamelijk bedoeld de mede wegbeheerders. Bij het opstellen van gemeentelijk verkeers- en vervoerbeleid is het van belang inzicht te hebben in de wensen en plannen op de infrastructuur in en rond de gemeente Terneuzen. Wat zijn de toekomstplannen met het Kanaal Gent-Terneuzen en de spoorlijn? Stand van zaken Kanaalkruising Sluiskil? Om zo recent mogelijke informatie te verzamelen zullen als onderdeel van de interviews tijdens de inventarisatie gesprekken gevoerd worden met deze partijen. Hierbij zal uiteraard ook aandacht uitgaan naar de Vlaamse overheid.

 

De verkregen gegevens aan de hand van de interviews en de literatuurstudie van vaststaand beleid van andere overheden zullen worden gebruikt bij de formulering van het gemeentelijke beleid. Het ligt niet in de bedoeling andere overheden intensief te betrekken bij de totstandkoming van het Mobiliteitsplan. Uiteraard zal ook met hen

gecommuniceerd worden over de voortgang en wordt de mogelijkheid geboden op de daarvoor bestemde momenten in te spreken.

 

Belanghebbenden

nagenoeg alle inwoners hebben belang bij het Mobiliteitsbeleid van de gemeente Terneuzen. Via de normale inspraakprocedure krijgen zij de mogelijkheid te reageren op de plannen. Daarnaast zullen diverse belangenverenigingen zoals 3VO en de Fietsersbond, dorps- en wijkraden, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, etc. ook opgenomen worden in de lijst van te interviewen personen (als onderdeel van de inventarisatie). In deze interviews krijgt men de mogelijkheid knelpunten in de huidige situatie aan te dragen en hun visie op mobiliteit in de gemeente Terneuzen te geven. Voorafgaand aan de officiële inspraak zal een terugkoppeling plaatsvinden waarin geïnterviewde partijen de mogelijkheid krijgen te reageren op het Beleidsplan.

Communicatie bestuurders

De diverse fasen van het Mobiliteitsplan worden vastgesteld door de gemeenteraad. Deze kadernota zal na vaststelling in het college van B&W voorgelegd worden aan de commissie Economie en Beheer. Mogelijk dat hierbij een presentatie ter verduidelijking zal worden verzorgd. Vervolgens dient de Kadernota door de gemeenteraad te worden vastgesteld.

Na afronding van de inventarisatiefase, dus inclusief gebiedsprofielen en knelpuntenanalyse, zal dit eerste deel van het Mobiliteitsplan wederom ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad.

In de interviewronde tijdens de inventarisatie zullen ook de diverse politieke partijen in de gemeente Terneuzen worden benaderd.

Het uiteindelijke plan zal uiteindelijk via de inspraakprocedure worden vastgesteld.

Communicatie Algemeen

In het Plan van Aanpak is er voor gekozen in een vroegtijdig stadium zo veel mogelijk partijen te betrekken om een zo breed mogelijke basiskennis te verwerven. Op deze wijze is de mogelijkheid het grootst beleid te formuleren wat kan rekenen op een zo breed mogelijk draagvlak. Vervolgens wordt het beleid zelf geformuleerd door de gemeente, wat voor start van de officiële inspraak wordt getoetst bij de eerder genoemde partijen. Er is bewust voor gekozen het opstellen van het beleid zo veel als mogelijk intern te organiseren. Het betreft grotendeels beleid op een hoger abstractieniveau waarbij de belangen van genoemde partijen vaak erg verschillen.

 

Uiteraard is het van belang tussen de eerste interviews en de uiteindelijke terugkoppeling (voorafgaand aan de officiële inspraakprocedure) goed te communiceren over de voortgang van het project. In overleg met de afdeling communicatie zal gezorgd worden voor een goede informatievoorziening via de gebruikelijke middelen als (digitale) nieuwsbrief, gemeentelijke pagina’s in het ZVA en de website.

Planning

Uitgaande van vaststelling van de kadernota in de Raad van april wordt gestreefd het uiteindelijke plan, inclusief officiële inspraakprocedure, af te ronden in december 2006 (vaststelling raad januari 2007).