Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Utrecht (Utr)

Verordening op de heffing en invordering van rechten begraafplaatsen 2008, incl. bijbehorende tarieventabel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Utrecht (Utr)
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van rechten begraafplaatsen 2008, incl. bijbehorende tarieventabel
CiteertitelVerordening rechten begraafplaatsen 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

-

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-11-200701-01-2009nieuwe regeling

08-11-2007

Gemeenteblad van Utrecht 2007, nr. 54

Raadsvoorstel jaargang 2007, nr. 238

Tekst van de regeling

Verordening op de heffing en invordering van rechten begraafplaatsen 2008,

alsmede de daarbij behorende tarieventabel(raadsbesluiten van 8 november 2007)

De raad van de gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w.:

BESLUIT

vast te stellen de volgende:

VERORDENING op de heffing en invordering van rechten begraafplaatsen 2008, alsmede de daarbij behorende tarieventabel

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen Soestbergen, Kovelswade, Tolsteeg en Daelwijck;

    • b.

      algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer;

    • c.

      algemeen urnengraf: een urnengraf bij de gemeente in beheer;

    • d.

      asbus: een bus ter berging van de as van een lijk;

    • e.

      urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

    • f.

      uitsluitend recht op een graf: het recht om één of meer lijken in een graf, waaronder begrepen een grafkelder, te (doen) begraven en begraven houden, om asbussen met of zonder urnen bij te (doen) zetten en bijgezet te houden en om as daarin te (doen) verstrooien;

    • g.

      uitsluitend recht op een urnengraf: het recht om van één lijk de as in een urn of de asbus in een urnengraf bij te (doen) zetten en bijgezet te houden of om de as daarin te (doen) verstrooien;

    • h.

      rechthebbende: de natuurlijke of rechtspersoon die het uitsluitend recht op een graf/urnengraf heeft verkregen;

    • i.

      begraafdiepte 1: een graf gedolven tot een diepte van ± 1,00 meter;

    • j.

      begraafdiepte 2: een graf gedolven tot een diepte van ± 1,75 meter;

    • k.

      begraafdiepte 3: een graf gedolven tot een diepte van ± 2,50 meter;

    • l.

      grafbedekking: alle op een graf geplaatste voorwerpen en beplanting;

    • m.

      samengesteld monument: een monument dat uit verscheidene delen is opgebouwd;

    • n.

      maand: een tijdvak dat aanvangt op de nde dag van een kalendermaand en eindigt op de n-1de dag van de kalendermaand daaropvolgend.

  • 2. Onder begraven wordt in deze verordening mede verstaan herbegraven.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van de heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Vrijstelling

Geen rechten worden geheven voor:

  • 1.

    opgravingen ingevolge een bevel van een gerechtelijke autoriteit;

  • 2.

    het ruimen van een algemeen graf of algemeen urnengraf van de overblijfselen van een lijk van een levenloos geborene of kind jonger dan 1 jaar na een grafrust van tien jaar;

  • 3.

    het gebruik van de begraafplaatsen in verband met de nationale dodenherdenking;

  • 4.

    het begraven van een lijk van een levenloos geborene(n) of van een kind(eren) jonger dan 1 jaar indien de begraving tezamen plaatsvindt met het lijk van een ouder in één kist.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt verstaan een nota of enig andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1. De rechten als bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel 3.0 van de tarieventabel, worden per belastingtijdvak van twaalf aaneengesloten maanden geheven. Het eerste belastingtijdvak vangt daarbij aan op de dag volgende op die waarop de belastingplicht is ontstaan.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 3, onderdeel 3.1 is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De rechten, als bedoeld in hoofdstuk 3, onderdelen 3.0 en 3.1 zijn verschuldigd bij aanvang van het belastingtijdvak.

  • 2. Andere rechten dan de rechten, als bedoeld in hoofdstuk 3, onderdelen 3.0 en 3.1 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening of bij aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijn van betaling

De rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 10 Ontheffing

  • 1. Indien de belastingplicht voor de rechten, als bedoeld in Hoofdstuk 3, onderdeel 3.0 van de tarieventabel in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten ten bedrage van zoveel twaalfde gedeelten als het belastingtijdvak vanaf de dag, waarop de belastingplicht eindigt, nog volle maanden heeft.

  • 2. Geen ontheffing wordt verleend indien de ontheffing voor minder dan 3/12 gedeelte van het belastingtijdvak geldt.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening rechten begraafplaatsen 2007, alsmede de daarbij behorende tarieventabel, vastgesteld bij raadsbesluit van 9 november 2006 (Gemeenteblad van Utrecht 2006, nr. 49) worden ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in het voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: de Verordening rechten begraafplaatsen 2008.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 8 november 2007.

De griffier, De burgemeester,

Drs. A.A.H. Smits Mr. A.H. Brouwer-Korf

Bekendmaking is geschied op 21 november 2007.

Deze verordening is in werking getreden op 29 november 2007.

BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2007, NR. 54

Tarieventabel behorende bij de Verordening rechten begraafplaatsen 2008 vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 2007

De griffier,

Drs. A.A.H. Smits

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten op een graf/urnengraf

Paragraaf  EUR
1.0Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven:  
1.0.1Voor een graf van 2.00 (2.20) x 1.00 meter voor het begraven van maximaal drie lijken: -voor een tijdvak van 20 jaar -voor een tijdvak van 30 jaar -voor onbepaalde tijd2.141,00 3.211,55 10.137,20
1.0.2Voor een kindergraf van 1.50 x 0.60 meter voor het begraven van één lijk: -voor een tijdvak van 20 jaar -voor een tijdvak van 30 jaar -voor onbepaalde tijd577,60 866,40 2.720,65
1.1Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf van 1.00 x 1.00 meter wordt geheven: -voor een tijdvak van 20 jaar -voor een tijdvak van 30 jaar -voor onbepaalde tijd1.359,85 1.895,20 5.357,80
1.2 Voor het op aanvraag door de rechthebbende verlenen van een uitsluitend recht op een graf of urnengraf buiten de aangewezen volgorde van uitgifte worden de bedragen genoemd in 1.0.1, 1.0.2 en 1.1 verhoogd met 50%  
1.3Voor het verlengen van een uitsluitend recht op een graf wordt het bedrag genoemd in 1.0.1. en 1.0.2 voor een tijdvak van 20 jaar vermenigvuldigd met zoveel twintigste als de verlenging in jaren telt. De verlenging geldt telkens voor ten hoogste 10 jaar  
1.4Voor het verlengen van een uitsluitend recht op een urnengraf wordt de helft van het bedrag genoemd in 1.1 voor een tijdvak van 20 jaar geheven. De verlenging geldt telkens voor ten hoogste 10 jaar  
     

Hoofdstuk 2 Begraven, bijzetten van asbussen en verstrooien van as

A.In een graf/urnengraf waarop een uitsluitend recht is verleend

Paragraaf  EUR
2.0Voor het begraven van een lijk in een graf waarop een uitsluitend recht op een graf is verleend wordt geheven:  
2.0.1Voor een graf van 2.00 (2.20) x 1.00 meter voor: -begraafdiepte 1 -begraafdiepte 2 -begraafdiepte 3383,05 535,95 799,25
2.0.2Voor een kindergraf van 1.50 x 0.60 meter voor: -begraafdiepte 1 -begraafdiepte 2 -begraafdiepte 3200,85 277,30 408,90
2.1Voor het begraven van het lijk van een levenloos geborene of kind jonger dan 1 jaar in een kindergraf (1.50 x 0,60 meter), begraafdiepte 1 wordt geheven163,30
2.2Voor het tegelijkertijd begraven van meer dan één lijk in één graf wordt voor het tweede en derde lijk elk de helft van het daarvoor geldende bedrag van één lijk geheven.  
2.3Voor het bijzetten van een asbus of verstrooien van as van één lijk in een graf/urnengraf wordt geheven161,70
2.4 Voor het tegelijkertijd bijzetten van een asbus of het verstrooien van as van meer dan één lijk in hetzelfde graf / urnengraf wordt de helft van het bedrag onder 2.3 geheven  

B.In een algemeen graf/urnengraf

Paragraaf  EUR
2.5Voor het begraven van een lijk in een algemeen graf wordt geheven  
2.5.1 Voor een graf van 2.00 (2.20) x 1.00 meter: -voor een tijdvak van 10 jaar -voor een tijdvak van 20 jaar741,90 1.465,20
2.5.2Voor een kindergraf van 1.50 x 0.60 (1.00) meter: -voor een tijdvak van 10 jaar -voor een tijdvak van 20 jaar380,25 741,90
2.6Voor het begraven van een lijk van een levenloos geborene of kind jonger dan 1 jaar en voor het tezamen in één kist begraven van meerdere levenloos geborenen of kinderen jonger dan 1 jaar wordt geheven: -voor een tijdvak van 10 jaar -voor een tijdvak van 20 jaar199,40 380,25
2.7Voor het bijzetten van een asbus of het verstrooien van as in een algemeen graf/urnengraf uitgegeven voor 20 jaar wordt geheven 323,40
2.8Voor het tegelijkertijd bijzetten van de asbus of het verstrooien van as van meerdere lijken in hetzelfde graf / urnengraf wordt geheven 80,80

B.Overige bepalingen

Paragraaf  EUR
2.9 Het begraven vindt uitsluitend op hele uren plaats. De rechten voor het begraven als bedoeld onder 2.0 tot en met 2.0.2 en 2.5 tot en met 2.5.2 worden verhoogd a.op maandag tot en met vrijdag -om 14.00 uur met -vanaf 15.00 uur met b.op zaterdag -tot en met 13.00 uur met -vanaf 14.00 uur met c.op een zondag of algemeen erkende feestdag, niet vallend op zaterdag of maandag met 112,90 336,00 231,50 915,20 915,20
2.10Voor het overboeken van een verleend uitsluitend recht wordt geheven30,60
     

Hoofdstuk 3 Onderhoud en grafbedekking

Paragraaf  EUR
3.0Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van voorwerpen (geen beplanting) op of bij een graf /urnengraf, waarop een uitsluitend recht is verleend of op of bij een algemeen graf/urnengraf, wordt per jaar geheven: -voor een staand of liggend grafteken tot en met 1 m2 -voor een staande steen met driedelige markering -voor een staande steen met omrastering -voor een liggende steen op een roef -voor twee liggende stenen samen kleiner dan 1 m2 -voor andere voorwerpen -voor voorwerpen groter dan 1 m2 voor elke m2 meer33,35 51,10 67,90 85,15 51,10 17,75 17,75
3.1 De onderhoudsrechten onder 3.0 kunnen worden afgekocht. Alsdan wordt geheven: a.het jaarbedrag vermenigvuldigd met ¾ van het resterende aantal hele jaren van de uitgifteduur van het algemeen graf of b.het jaarbedrag vermenigvuldigd met ¾ van het resterende aantal jaren van het op een graf verleend uitsluitend recht of c.het jaarbedrag vermenigvuldigd met dertig indien voor onbepaalde tijd een uitsluitend recht op een graf is verleend  
3.2Voor het bedekken van een graf met beplanting wordt geheven a.tot 1 m2 grafbedekking: -assortiment A -assortiment B -assortiment C b.tot 2 m2 grafbedekking: -assortiment A -assortiment B -assortiment C c.voor een bloembak ( tot 0,3 m2): -assortiment A -assortiment B 72,35 89,05 153,00 94,55 121,35 243,15 30,60 45,05
3.3Voor het afnemen en herplaatsen van voorwerpen en beplantingen op of bij graven wordt geheven: -voor een staand grafteken -voor een liggend grafteken tot 1 m2 -voor een liggend grafteken groter dan 1 m2 -voor een grafkelderzerk -voor een omrastering -voor beplanting met of zonder grafmarkering -voor andere voorwerpen -voor twee kleine stenen samen kleiner dan 1 m2 -voor een samengesteld monument (2.00 x 1.00) -voor eenmalig vervolgonderhoud van een beplant graf110,10 110,10 165,05 220,20 110,10 55,00 55,00 165,05 275,25 17,75

Hoofdstuk 4 Opgraven, herbegraven en ruimen

Paragraaf  EUR
4.0Voor het opgraven van een lijk wordt geheven359,10
4.1Voor het tegelijkertijd opgraven uit hetzelfde graf wordt voor een tweede en derde lijk per lijk geheven 179,50
4.2Voor het begraven in hetzelfde graf onmiddellijk na de opgraving wordt geheven179,50
4.3Voor het ruimen van een grafkelder wordt per lijk geheven179,50
4.4Voor het ruimen op aanvraag van de rechthebbende(n) op een graf wordt per lijk geheven179,50
4.5Voor het ruimen van een graf gevolgd door een begraving wordt geheven127,40
4.6Voor het opgraven, herbegraven en ruimen binnen 10 jaar na de begraving van een lijk van een levenloos geborene of kind jonger dan 1 jaar wordt de helft van de in dit hoofdstuk genoemde bedragen geheven  

Hoofdstuk 5 Tarieven overige dienstverlening

Paragraaf  EUR
5.0Voor het gebruik van de aula met condoleanceruimte wordt na het eerste uur voor elke volgend half uur geheven86,85
5.1Voor het gebruik van de aula met condoleanceruimte anders dan in verband met een begrafenisplechtigheid wordt geheven: -voor het eerste half uur -voor elk volgend half uur104,00 86,85
5.2Voor regiewerk wordt per uur daaraan bestede tijd geheven 52,30
5.3Voor het groen maken van het graf ten behoeve van een begraving57,90
5.4Voor een ontheffing om met een motorvoertuig het terrein van een begraafplaats te berijden32,30