Organisatie | Oldebroek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO): Evaluatie & Beleid |
Citeertitel | CPO Evaluatie en Beleid |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | CPO Evaluatie en beleid - deel 1 CPO Evaluatie en beleid - deel 2 |
Geen.
Algemene wet bestuursrecht, art.4:81.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2017 | nieuwe regeling | 09-03-2017 Gemeenteblad, 31-03-2017 | 271321 |
Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO): Evaluatie & Beleid
Geschiktheid locatie & Randvoorwaarden
De gemeente moet de omwonenden vanaf de maatschappelijk aanbesteding informeren en betrekken door middel van een adviserende rol. Na toewijzing van de locatie moeten de omwonenden hier door de gemeente (in overleg met het CPO-initiatief) over worden geïnformeerd. Hierbij moet worden aangeven wie verantwoordelijk is voor de communicatie over de (bouw)plannen en duidelijk de rollen en verantwoordelijkheden worden aangeven (verwachtingsmanagement).
Het CPO-initiatief is na toewijzing van de locatie verantwoordelijk voor tijdige communicatie over de (bouw)plannen en moet zich aantoonbaar inspannen weerstand te voorkomen of te beperken door omwonenden te informeren over betrekken bij de planvorming. De omwonenden hebben een adviserende rol. Op basis van de adviezen moet de CPO-groep zich inspannen weerstand te voorkomen of beperken. De adviezen zijn richtinggevend, niet bindend of beslissend. De gemeente is verantwoordelijk voor het afwegen van de belangen.
Het uitgangspunt bij CPO-projecten is dat de betrokken wethouder geen actieve rol heeft. Wel kan de betrokken wethouder in gesprek met belanghebbenden en betrokkenden partijen om te proberen bezwaren weg te nemen of tot overeenstemming te komen. De vooraf meegegeven kaders en het (gemeentelijk) beleid zijn hierbij leidend. Daarnaast moet precedentwerking worden voorkomen.