Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hollands Kroon

Afvalstoffenverordening Hollands Kroon

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHollands Kroon
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAfvalstoffenverordening Hollands Kroon
CiteertitelAfvalstoffenverordening Hollands Kroon
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 10.23 lid 1 Wet Milieubeheer

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-07-2017Nieuwe verordening

20-06-2017

Gemeenteblad

Nummer 11a

Tekst van de regeling

Intitulé

De raad van de gemeente Hollands Kroon,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 juni 2017, gelet op artikel 10:23, eerste lid, van de Wet milieubeheer en gelet op de desbetreffende bepalingen in de Gemeentewet; besluit vast te stellen de verordening, regelende het zich ontdoen van huishoudelijke afvalstoffen en andere categorieën van afvalstoffen, de al dan niet gescheiden inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu (Afvalstoffenverordening Hollands Kroon) zoals deze hierna luidt:

1 ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:

  • a.

    wet: Wet milieubeheer;

  • b.

    inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

  • c.

    ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

  • d.

    inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp-of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;

  • e.

    inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • f.

    inzameldienst: de krachtens artikel 7, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

  • g.

    andere inzamelaars: de krachtens artikel 7, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

  • h.

    inzamelvergunning: de vergunning zoals bedoeld in artikel 11;

  • i.

    gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

  • j.

    huishoudelijke afvalstoffen: afval afkomstig uit daarvoor afvalstoffenheffing betalende particuliere huishoudens, behoudens voor zover het afgegeven of ingezamelde bestanddelen van de afvalstoffen betreft, die zijn afgegeven als gevaarlijke afvalstoffen;

  • k.

    straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvangen gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

  • l.

    bedrijfsafvalstoffen: afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen;

  • m.

    gevaarlijke afvalstoffen: afvalstoffen die conform art. 1.1 lid 1 en lid 10 Wet Milieubeheer een of meer van de in bijlage III bij de Kaderrichtlijn Afvalstoffen (2008/98/EG) genoemde gevaarlijke eigenschappen bezitten;

  • n.

    wegen: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994;

  • o.

    motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994;

  • p.

    ABS: Afval Breng Station, voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen en andere categorieën afvalstoffen;

  • q.

    Gemeenteraad: het Gemeenteraad van de gemeente Hollands Kroon;

  • r.

    College: het College van de gemeente Hollands Kroon;

  • s.

    regio: Het grondgebied van de gemeente Hollands Kroon;

  • t.

    bedrijfsleider: de bedrijfsleider van de krachtens artikel 7 eerste lid aangewezen inzameldienst.

Artikel 2 Beslistermijn

 

  • 1.

    Het College beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.

  • 2.

    Het College kan zijn beslissing voor ten hoogste 8 weken verdagen.

  • 3.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene Wet Bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 3 Indiening aanvraag

  • 1.

    Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het College besluiten de aanvraag niet te behandelen.

  • 2.

    Voor bepaalde, door het College aan te wijzen, vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van de bescherming van het milieu.

  • 2.

    De houder van een vergunning of ontheffing is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 5 Persoonlijk karakter van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens verordening anders is bepaald.

Artikel 6 Intrekking of wijziging van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • 1.

    Indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • 2.

    Indien op grond van verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging moet worden gevorderd in het belang van de bescherming van het milieu;

  • 3.

    Indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • 4.

    Indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn binnen een redelijke termijn;

  • 5.

    Indien de houder dit verzoekt.

Artikel 7 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1.

    Als inzameldienst, belast met het ter uitvoering van de wet en deze verordening inzamelen van afvalstoffen is aangewezen: N.V.HVC.

  • 2.

    Naast de inzameldienst kan het College andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3.

    Het College kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

Artikel 8 Vestiging uitsluitend recht en aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een aanbestedende dienst een uitsluitend recht verlenen als bedoeld in artikel 2.24 sub a Aanbestedingswet 2012 voor het verrichten van activiteiten in het kader van de uitvoering van afvalbeheerstaken die op grond van de Wet Milieubeheer aan de gemeente zijn opgedragen, alsmede voor het reinigen van de openbare ruimten, het bestrijden van gladheid en het bestrijden van plaagdieren.

  • 2.

    Naast het verlenen van het in het eerste lid van artikel 8 lid 1 genoemde uitsluitend recht kunnen burgemeester en wethouders personen of instanties aanwijzen die zijn belast met het ter uitvoering van de wet en deze verordening afzonderlijk inzamelen van categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

 

Artikel 9 Afzonderlijke inzameling

  • 1.

    Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      groente-, fruit- en tuinafval;

    • b.

      klein chemisch afval;

    • c.

      glas;

    • d.

      oud papier en karton;

    • e.

      kunststof verpakkingen, metalen en drankenkartons;

    • f.

      textiel;

    • g.

      wit- en bruingoed;

    • h.

      elektrische en elektronische apparatuur;

    • i.

      bouw- en sloopafval;

    • j.

      verduurzaamd hout;

    • k.

      grof tuinafval;

    • l.

      asbest en asbesthoudend afval;

    • m.

      grof huishoudelijk afval;

    • n.

      huishoudelijk restafval.

  • 2.

    Het College kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    De Gemeenteraad kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk worden ingezameld toevoegen.

Artikel 10 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1.

    De inzameling kan plaatsvinden via:

    a. een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel. Het inzamelmiddel blijft te allen tijden eigendom van de inzameldienst en is verbonden aan het perceel ;

    b. een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    c. een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    d. een (regionaal) Afval Breng Station (ABS).

  • 2.

    Het College kan aanwijzen via welk (al dan niet door de inzameldienst) verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

  • 3.

    Het is toegestaan om onder de volgende voorwaarden met meer inzamelmiddelen huishoudelijk afval aan te bieden:

    a. een extra grijze minicontainer bij een gezinsgrootte groter dan 5 personen;

    b. een tijdelijke extra grijze minicontainer wanneer meer dan 2 kinderen in de luierperiode zitten.

  • 4.

    Aan het in bezit hebben van een extra grijze minicontainer op basis de voorwaarden genoemd in art 10. Lid 3, zijn jaarlijks (of delen daarvan) kosten verbonden. Deze kosten zijn vermeld in de afvalstoffenheffing welke jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld.

  • 5.

    Het is toegestaan om zonder voorwaarden en kosten met meer inzamelmiddelen aan te bieden voor de categorieën huishoudelijke afvalstoffen uit art.9:

    - Lid 1a. groente-, fruit- en tuinafval;

    - Lid 1e. kunststof verpakkingen, metalen en drankenkartons;

  • 6.

    Inwoners met een medisch attest kunnen kosteloos gebruik maken van een voor de inzameling ter beschikking gesteld inzamelmiddel.

Artikel 11 Frequentie van inzamelen

  • 1.

    Huishoudelijk restafval wordt tenminste één maal per 4 weken bij elk perceel ingezameld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan bij gebruik van ondergrondse containers het huishoudelijk restafval doorlopend worden aangeboden.

  • 3.

    Groente-, fruit- en tuinafval wordt tenminste één maal per 2 weken afzonderlijk bij elk perceel ingezameld met uitzondering van week 52 en 1.

  • 4.

    In afwijking van het derde lid wordt groente-, fruit- en tuinafval bij een aantal ondergrondse containers niet separaat ingezameld.

  • 5.

    Kunststof verpakkingen, metalen en drankenkartons worden tenminste één maal per 4 weken bij elk perceel ingezameld.

  • 6.

    In afwijking van het vijfde lid worden kunststof verpakkingen metalen en drankenkarton bij hoogbouw per zak of verzamelvoorziening ingezameld.

  • 7.

    Het College kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij elk perceel worden ingezameld.

Artikel 12 Verbod inzameling huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen zonder inzamelvergunning van het College.

  • 2.

    De inzamelvergunning kan worden geweigerd in het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3.

    Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars.

  • 4.

    Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

 

Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverant- woordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 14 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.

Artikel 15 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het is verboden om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 9, eerste lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

  • 2.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 7 aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.

  • 3.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de bij nadere regels aan te wijzen categorieën van personen.

  • 4.

    Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1.

    Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 10, tweede lid, voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen of door de inzameldienst is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel, of de betreffende inzamelvoorziening of het ABS.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd.

  • 3.

    Het College kan regels stellen betreffende de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 4.

    Indien door de inzameldienst een inzamelmiddel aan de gebruiker van een perceel is verstrekt kan hetCollege regels stellen betreffende de voorwaarden waaronder het inzamelmiddel is verstrekt, het gebruik en het reinigen daarvan.

  • 5.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 6.

    Het is verboden voor anderen dan de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel9, tweede lid, een inzamelmiddel is verstrekt of inzamelvoorziening is aangewezen, hun afvalstoffen ter inzameling aan te bieden via dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening.

Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

  • 1.

    Het College kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 9 van deze verordening ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2.

    Het College kan regels stellen over de wijze waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 3.

    Het College kan regels stellen over het maximale gewicht, de afmetingen en het volume waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan tebieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 18 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het College stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2.

    de daarvoor bestemde inzamellocatie en z.s.m. na lediging doch uiterlijk om 21.00 uur op deaangewezen inzameldag het inzamelmiddel weer binnenhalen.

  • 3.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 19 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald, kan het College regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

4 INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN

 

Artikel 20 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Het College kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 21 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst uitgezonderd organisaties en instellingen waar afvalstoffenheffing wordt geheven.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 20 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voor zover de aanbieder van deze bedrijfsafvalstoffen voor het inzamelen daarvan een contract afsloot met de inzameldienst.

  • 3.

    Het College kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 20 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden de krachtens artikel 20 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Artikel 22 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • 1.

    Het College kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

5 ZWERFAFVAL

 

Artikel 23 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1.

    Het is verboden buiten een daarvoor door het College bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2.

    Het College kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op:

  • a. het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

  • b. het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;

  • 4.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het BesluitBodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 24 Achterlaten van straatafval

  • 1.

    Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

  • 2.

    Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 25 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.

  • 2.

    Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, teschoppen of deze omver te werpen.

Artikel 26 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet-en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet-of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

  • a.

    een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaatsaanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;

  • b.

    zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;

  • c.

    zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voorzover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

Artikel 27 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Artikel 28 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht evenals diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

  • a. direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

  • b. direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

  • c. indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van dewerkzaamheden.

6 OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN

 

Artikel 29 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2.

    Het College kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 30 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

7 SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 31 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:

  • -

    Artikel 12: Verbod om zonder door het College verstrekte inzamelvergunning huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen

  • -

    Artikel 13: Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

  • -

    Artikel 14: Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelen

  • -

    Artikel 15: Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • -

    Artikel 16: Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of via een inzamelvoorziening

  • -

    Artikel 17: Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

  • -

    Artikel 18: Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • -

    Artikel 21: Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • -

    Artikel 22: Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • -

    Artikel 23: Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • -

    Artikel 24: Achterlaten van straatafval

  • -

    Artikel 25: Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • -

    Artikel 26: Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet-en drinkwaren

  • -

    Artikel 27: Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

  • -

    Artikel 28: Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • -

    Artikel 29: Verbod opslag van afvalstoffen

  • -

    Artikel 30: Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Artikel 32 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.

Artikel 33 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag na bekendmaking.

  • 2.

    De bestaande afvalstoffenverordeningen van de gemeente Hollands Kroon wordt ingetrokken bij het in werking treden van deze nieuwe verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor deze datum hebben voorgedaan.

Artikel 34 Overgangsbepaling

  • 1.

    Gebod-of verbodsbepalingen waarvoor een vergunning of ontheffing vereist is krachtens deze verordening en niet voorkomend in de verordening als bedoeld in artikel 33, tweede lid zijn niet van toepassing:

  • a. gedurende zes weken na het in werking treden van deze verordening;

  • b. ook na de onder a bepaalde termijn, voor zover degene die de vergunning of ontheffing nodig heeft, binnen deze termijn een aanvraag heeft ingediend, totdat onherroepelijk op deze aanvraag is beslist.

  • 2.

    De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 33, tweede lid heeft geen gevolgen voor de

  • 3.

    geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juni 2017,

Griffier

…………………..,

Voorzitter

…………………..