Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
-Accommodatie voor Participatie in de Buurt: een huiskamer, een
buurtservicecentrum, of een huis in de buurt.
-Buurtservicecentrum: een laagdrempelige algemene voorziening in een
gebied waar zowel vitale als kwetsbare wijkbewoners elkaar kunnen
ontmoeten, deelnemen aan uiteenlopende activiteiten of deze zelf
organiseren. Het beheer wordt verzorgd door professionals, met
ondersteuning van vrijwilligers.
-Huis in de buurt: laagdrempelige algemene voorziening, die door de
wijkbewoners zelf wordt beheerd en waar alle wijkbewoners gebruik van
kunnen maken. Er is geen inzet van professionals.
-Huiskamer: een plek voor kwetsbare burgers waar zij gekend worden en
gedurende één of meerdere dagen/dagdelen in de week kunnen binnen lopen,
in een veilige omgeving andere mensen kunnen ontmoeten en aan
activiteiten kunnen deelnemen. Vaak kan men er een aantal dagen per week
een warme maaltijd gebruiken. De eindverantwoordelijkheid ligt bij een
professional. Waar mogelijk worden vrijwilligers ingezet.
-Kwetsbare burgers: Inwoners van Gouda met een beperking of probleem van
lichamelijke, verstandelijke, psychische, psychosociale en/of materiële
aard, waarbij een disbalans is ontstaan tussen draaglast en draagkracht,
wat ingrijpende gevolgen heeft voor hun zelfstandigheid en
participatiemogelijkheden in de samenleving.
Artikel 2 Doel subsidie
De subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die een bijdrage te
leveren aan:
- 1.
Participatie van kwetsbare burgers van Gouda op een wijze die
past bij hun wensen en mogelijkheden om sociaal isolement te
voorkomen of te bestrijden en/of om de dagelijkse zorg van de
mantelzorg te verlichten.
- 2.
Het realiseren van laagdrempelige ontmoetingsplekken zoals
huiskamers, buurtservicecentra en ‘huizen in de buurt’.
Artikel 3 Uitgangspunten subsidieregeling
De volgende uitgangspunten gelden hierbij:
- 1.
De kracht van iedere burger wordt benut om optimaal te
participeren en zelfredzaam te zijn;
- 2.
Het bepalen en regelen van de daginvulling is de eigen
verantwoordelijkheid van de burger;
- 3.
Algemeen wat kan, specifiek wat moet. Burgers met een beperking
participeren zoveel mogelijk binnen het reguliere aanbod van
voorzieningen: voor wie dat niet kan zijn er (geïndiceerde)
maatwerkvoorzieningen;
- 4.
Activiteiten worden groepsgericht georganiseerd, maar spelen in
op de individuele vraag van de deelnemers. Er wordt steeds
uitgegaan van de mogelijkheden van de deelnemers;
- 5.
De organisatie en uitvoering van activiteiten wordt zoveel
mogelijk vanuit de deelnemers en vrijwilligers zelf
georganiseerd, waar nodig met ondersteuning van een
beroepskracht;
- 6.
Een beroepskracht wordt alleen ingezet bij de organisatie van
activiteiten als de aard van de handicap van de deelnemers dit
noodzakelijk maakt;
- 7.
Binnen een gebied wordt een samenhangend aanbod van activiteiten
georganiseerd;
- 8.
Van binnen naar buiten en van buiten naar binnen: Deelnemers
gaan vanuit hun eigen vertrouwde omgeving de wijk in en mensen
uit de buurt komen hun leefwereld binnen;
- 9.
Diversiteit is een kracht: specifiek aanbod organiseren voor
iedere groep met een bepaalde beperking is verleden tijd;
- 10.
Hiertoe worden Huiskamers, Buurtservicecentra en Huizen in de
buurt ingericht met een in deze volgorde afnemende mate van
professionele ondersteuning.
Artikel 4 Reikwijdte subsidie
- 1.
Deze regeling is van toepassing op subsidie ten behoeve van de
organisatie van activiteiten voor kwetsbare burgers en
accommodaties voor Participatie in de Buurt in de drie Goudse
gebieden (Noord, Oost en West) met bijbehorende indeling, zoals
te zien op het bijgevoegde kaartje.
- 2.
Er wordt voor maximaal één buurtservicecentrum per gebied
subsidie verleend;
- 3.
Voor de inzet van vrijwilligers wordt alleen subsidie verleend
voor de vergoeding van daadwerkelijk gemaakte onkosten en de
kosten voor deskundigheidsbevordering;
- 4.
Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen zijn de kosten
voor de uitvoering van de activiteiten zoals materiaalkosten, de
kosten van vakkrachten, eten en drinken, vervoer en
kinderopvang.
Artikel 5 Subsidieplafond
- 1.
Het totale subsidieplafond bedraagt € 1.215.000,00 per
kalenderjaar.
- 2.
Het subsidieplafond als genoemd in lid 1, bestaat uit de
volgende deelplafonds:
- a.
€ 570.000,00 voor de huiskamers en activiteiten voor kwetsbare
burgers;
- b.
€ 645.000,00 voor buurtservicecentrum en huizen in de
buurt.
- 3.
Indien het totale bedrag van de te verlenen subsidies lager is
dan het betreffende deelplafond, kan het ontstane overschot
toegevoegd worden aan het andere deelplafond.
Artikel 6 Verdelingswijze
- 1.
Nadat de indieningstermijn, als bedoeld in artikel 7 is
verstreken, worden de aanvragen getoetst.
- 2.
Op basis van de in artikel 9 genoemde criteria vindt
prioritering van de aanvragen plaats, waarbij aanvragen met een
hoge prioriteit als eerste in aanmerking komen voor
subsidieverlening.
- 3.
Subsidieaanvragen die pas worden ingediend nadat de
indieningstermijn verstreken is, worden alleen in behandeling
genomen als er middelen over zijn nadat toekenning van middelen
op basis van subsidieaanvragen die binnen de gestelde termijn
zijn ingediend, heeft plaatsgevonden.
Artikel 7 Indieningsdatum
- 1.
Een aanvraag voor subsidie wordt vóór 1 september van het jaar
voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft
ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van
Gouda.
- 2.
In afwijking van het eerste lid worden aanvragen met betrekking
tot het jaar 2018 vóór 15 september 2017 ingediend bij het
college van burgemeester en wethouders van Gouda.
Artikel 8 Aanvraag
- 1.
De subsidieaanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het
bij deze regeling behorende aanvraagformulier.
- 2.
De aanvraag omvat in ieder geval de volgende informatie:
- a.
Het plan van aanpak, waarin
opgenomen:
- i.
Een omschrijving van de voorziening en/of activiteiten, doel en
doelgroep, plaats/werkgebied, frequentie en duur van
openstelling of activiteit, samenwerkingspartners, inzet
vrijwilligers, verwacht aantal unieke deelnemers per jaar en
gemiddeld aantal deelnemers per soort dagdeel of
activiteit;
- ii.
De resultaten die de organisatie verwacht te behalen, zowel
inhoudelijk als cijfermatig;
- iii.
De evaluatiecriteria waarmee de resultaten van de activiteit of
het aanbod na afloop van het jaar gemeten zullen worden, waarbij
in ieder geval gebruikt is gemaakt van de uitkomsten van een
deelnemersenquête waarvan de uitslag verantwoord wordt bij de
afrekening.
- b.
Een gespecificeerde begroting
waaruit duidelijk blijkt hoeveel subsidie de aanvrager verwacht
nodig te hebben voor de voorziening en/of activiteiten,
inclusief de te verwachten inkomsten.
- 3.
De statuten van de organisatie,
voor zover deze van toepassing zijn en nog niet eerder bij een
subsidieaanvraag bij de gemeente Gouda zijn ingediend.
Artikel 9 Toetsingscriteria
De aanvraag wordt op de volgende criteria getoetst:
- a.
Het aanbod waarvoor subsidie wordt aangevraagd sluit aan bij de
uitgangspunten van deze regeling (artikel 3) en draagt bij aan
minimaal één van de twee doelstellingen (artikel 2);
- b.
Het aanbod wordt voldoende flexibel ingericht om de mogelijkheid
van vraaggericht werken te waarborgen;
- c.
De mate waarin sprake is van een samenhangend aanbod aan
voorzieningen per gebied. Er zijn geen overbodige
overlappingen;
- d.
De aanbieder profileert zich zodanig in de stad dat hij zowel
kwetsbare als vitale burgers van Gouda in betreffend werkgebied
weet te bereiken;
- e.
De aanbieder werkt samen met andere organisaties en conformeert
zich aan de gebiedsstructuur waarin zij opereren;
- f.
De uitvoering van de activiteiten gebeurt waar mogelijk door
vrijwilligers, zo nodig ondersteund, begeleid en/of aangevuld
door beroepskrachten.
Artikel 10 Weigeringsgronden
De subsidie wordt in ieder geval – naast het bepaalde in artikel 4:35
van de Algemene wet bestuursrecht – geweigerd, indien:
- 1.
de aanvraag niet voldoet aan de eisen in artikel 8
(aanvraag);
- 2.
de aanvraag niet voldoet aan de artikelen 2 en 3.
Artikel 11 Wijze van verstrekking
- 1.
Uiterlijk 31 december van het jaar waarin de aanvraag is
ingediend wordt een beschikking afgegeven.
- 2.
Indien subsidie wordt verleend, wordt in de
subsidieverleningsbeschikking het maximale subsidiebedrag
aangegeven, het aanbod dat hiervoor gerealiseerd dient te worden
en de verplichtingen waaraan de organisatie in het kader van
deze subsidieverlening dient te voldoen.
Artikel 12 Overige bepalingen
Van toepassing is de Algemene subsidieverordening Gouda 2003, voor zover
daarvan in deze subsidieregeling niet wordt afgeweken.
Artikel 13 Inwerkingtreding en overgangsrecht
- 1.
De Subsidieregeling Participatie in de Buurt Gouda 2017 vervalt
zodra ze is uitgewerkt.
- 2.
Deze Subsidieregeling Participatie in de Buurt Gouda 2018 treedt
een dag na bekendmaking in werking. Ze is voor het eerst van
toepassing op subsidies voor activiteiten die in 2018 worden
uitgevoerd.
- 3.
Op de subsidiëring van voordien uit te voeren activiteiten is de
Subsidieregeling Participatie in de Buurt Gouda 2017 van
toepassing.
Artikel 14 Citeertitel
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling
Participatie in de Buurt Gouda 2018.
Nota-toelichting
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 - BegripsbepalingenUit de definities blijkt dat burgers van Gouda,
zowel vitaal als kwetsbaar, binnen de buurtservicecentra en de ‘huizen in de
buurt’ de mogelijkheid krijgen zichzelf te ontplooien op een wijze die past bij
hun wensen en mogelijkheden. Participatie en samenwerking zijn hierbij het
uitgangspunt. Bewoners geven zelf vorm aan de activiteiten binnen het
buurtcentrum en dragen hiermee in belangrijke mate bij aan de ontwikkeling van
hun wijk en het gebied.
Artikel 2 - Doel subsidieregeling
Sociaal isolement is voor veel mensen een sterk bepalende factor bij de beleefde
kwaliteit van leven. Zeker wanneer door persoonlijke beperkingen de
mogelijkheden van participatie sterk afnemen, kan dit ingrijpende gevolgen
hebben. Met deze regeling wordt de mogelijkheid geboden om voorzieningen en/of
activiteiten te ontwikkelen voor en ontmoeting te bevorderen van met name
kwetsbare burgers. Deze doelstelling sluit aan bij de wettelijke gemeentelijke
taak binnen de Wmo om de participatie van kwetsbare burgers te bevorderen.
Artikel 4 - Reikwijdte
Uit dit artikel blijkt dat er ruimte is voor maximaal 3 buurtservicecentra in de
stad, één per gebied.
Artikel 5 - Subsidieplafond
Als er geen subsidieplafond zou zijn ingesteld, dan is de omvang van het beroep
op de subsidieregeling ongelimiteerd. Met het instellen van een subsidieplafond
beperkt het college de aanspraken op de subsidie.
Artikel 6 - Verdelingswijze
Er is gekozen voor een zogenaamd tendersysteem, waarbij aanvragen voor een
bepaald tijdstip moeten worden ingediend, waarna op grond van de gestelde
toetsingscriteria (artikel 9) een rangorde wordt bepaald. Er wordt tussen de
verschillende aanvragen een inhoudelijke en financiële vergelijking gemaakt.
Wanneer er na het verdeling van de subsidie nog middelen over zijn, kunnen deze
worden ingezet ten behoeve van de subsidieaanvragen die na de indieningsdatum
zijn binnengekomen en die voldoen aan de criteria van deze subsidieregeling.
Artikel 7 - Indieningsdatum
De indieningstermijn is een afwijking van hetgeen is bepaald in het
Uitvoeringsbesluit behorend bij de ASV.
Artikel 9 - Toetsingscriteria
De aanvragen worden onderling vergeleken en bekeken wordt of en in hoeverre de
aanvragen voldoen aan het gestelde in dit artikel.
Artikel 10 - WeigeringsgrondenHet gaat hier om zogenaamde drempelvereisten
waaraan voldaan moet worden voordat tot een inhoudelijke beoordeling op grond
van artikel 9 wordt overgegaan.
Artikel 11 - Wijze van verstrekking
De subsidieverlening geeft de ontvanger een voorwaardelijke aanspraak op
financiële middelen.
Het is niet noodzakelijk om in deze subsidieregeling regels op te nemen met
betrekking tot de vaststelling van de subsidie. Voor subsidies op grond van
subsidieregelingen van < € 25.000 kan gekozen worden voor de ‘algemene’
regeling van de ASV (artikel 21a, eerste lid, onder a). Er behoeft dan geen
vaststellingsaanvraag te worden ingediend.
Subsidies hoger dan dit bedrag moeten wel afzonderlijk worden vastgesteld. Als
dat aan de orde is, zal daarvan In de subsidieverleningsbeschikking melding
worden gemaakt.
Artikel 13 – Inwerkingtreding en overgangsrecht
Hier wordt de nieuwe regeling (Subsidieregeling Participatie in de Buurt Gouda
2018) tijdig voor het nieuwe subsidiejaar ingevoerd, maar pas van toepassing
verklaard op subsidiëring in het nieuwe subsidiejaar en daarna. Op subsidies van
activiteiten in de daaraan voorafgaande jaren blijft de oude verordening van
toepassing (derde lid), ook voor de ‘afwerking’ daarvan. Als alle zaken die
onder de oude regeling vielen zijn afgewerkt, vervalt deze (eerstes lid).
Daarvoor is geen afzonderlijk intrekkingsbesluit nodig.