Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Terneuzen

Gedragscode gemeente Terneuzen (voor ambtenaren)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTerneuzen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode gemeente Terneuzen (voor ambtenaren)
CiteertitelGedragscode Gemeente Terneuzen (ambtelijk)
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpPersoneel gedrag integriteit ambtenaar

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 125quater van de Ambtenarenwet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-06-2013Onbekend

14-06-2013

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode gemeente Terneuzen (voor ambtenaren)

 

 

Hoofdstuk 1 Integriteit

Integriteit is geen optelsom van vastomlijnde gedragsregels. In die zin is integriteit moeilijk meetbaar en is het moeilijk om aan te geven wat verwacht wordt van ambtenaren. We spreken liever daarom over een integere houding. Een integere ambtenaar kan worden omschreven als iemand die zijn of haar functie onafhankelijk uitoefent en zich dus niet laat beïnvloeden of onder druk zetten. Ook voorkomt hij/zij dat de schijn van afhankelijkheid zou kunnen ontstaan. In deze gedragscode worden handreikingen gegeven voor het kunnen functioneren als integere ambtenaar.

·De belangrijkste vuistregel voor deze houding is 'openheid'. Kan ik 't aan mijn baas en collega's vertellen? Andere belangrijke kenmerken zijn loyaliteit tegenover de gemeentelijke organisatie en terughoudendheid in gedrag.

De gedragscode is van toepassing op ambtenaren. In dit verband moet het begrip ambtenaar overigens ruim worden uitgelegd. Immers er werken niet alleen mensen met een ambtelijke aanstelling bij de gemeente, maar er wordt ook gebruik gemaakt van uitzendkrachten, medewerkers met een tijdelijk contract of mensen die in het kader van een werkgelegenheidsregeling werkzaam zijn. Kenmerkend voor deze personen is dat zij werken onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur en het ambtelijk management. Allen spelen met hun werk een rol in de dienstverlening van de gemeente aan de inwoners en zijn als zodanig vertegenwoordigers van de gemeentelijke organisatie. In het kader van deze gedragscode is het daarom wenselijk om het begrip 'ambtenaar' ruimer op te vatten dan formeel is bepaald. Dus niet alleen medewerkers die zijn aangesteld op basis van de gemeentelijke rechtspositieregelingen maar ook arbeidscontractanten en mensen die in dienst van derden, onder verantwoordelijkheid en aansturing van het ambtelijk management, taken verrichten voor de gemeente vallen onder de reikwijdte van de gedragscode. De gemeenteraad is het bevoegde orgaan als het gaat om het vaststellen van integriteitbevorderende maatregelen voor gemeentelijke bestuurders. Omdat een integere overheid zowel betrekking heeft op het functioneren van ambtenaren als bestuurders zal via een afzonderlijk besluitvormingstraject de gemeenteraad worden voorgesteld om ook voor gemeentelijke bestuurders een gedragscode vast te stellen.

Hoofdstuk 2 Belangenverstrengeling

De Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat een gemeente zijn taak vervult zonder vooringenomenheid en ertegen waakt dat tot de gemeente behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden.

Hoofdstuk 3 Reizen en diners

Diners en lunchafspraken kunnen bij het werk van een ambtenaar horen, bijvoorbeeld om snel afspraken te kunnen maken of om de afsluiting van een project te vieren. Het is echter van belang om uiterst zorgvuldig te zijn met het accepteren van uitnodigingen tijdens de offertefase of in de fase van het afsluiten van een contract.

Reizen moeten functioneel en in het belang van de gemeente zijn, bijvoorbeeld om te zien hoe een systeem of product in de praktijk functioneert. In zo’n geval is het logisch dat de gemeente voor de reis betaalt. Andere uitnodigingen dienen eerst met de leidinggevende besproken te worden. Snoepreisjes zijn uit den boze.

  • .

    Richtlijn is dat in de fase van het sluiten van contracten en het vragen van offertes geen uitnodigingen van derden worden geaccepteerd.

Alle medewerkers hebben vooraf toestemming nodig van de leiding om in aanmerking te komen voor een reis- en verblijfkostenvergoeding. Van belangrijke (buitenlandse) reizen moet verslag worden gedaan, bijvoorbeeld mondeling in het werkoverleg of schriftelijk aan het college. Of een reis “belangrijk” is wordt in overleg met de leidinggevende bepaald.

Hoofdstuk 4 Onderhandelingen

Vooral als u met derden in gesprek bent over mogelijke opdrachten, is het uiterst belangrijk om extra terughoudend te zijn met geschenken, diners of informatie.

  • .

    Onderhandelingen moet men niet alleen, maar met z'n tweeën voeren. Leidinggevenden moeten hieraan sturing geven.

Hoofdstuk 5 Relatiegeschenken ambtenaren

Geschenken zijn in principe vrijblijvend. Het is echter mogelijk dat door geschenken een bepaalde relatie ontstaat, vooral wanneer sprake is van herhaling en deze in de uitoefening van een functie worden aangeboden. Het aannemen van geschenken is aanvaardbaar, mits de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de gemeente gehandhaafd wordt en een goede vervulling van het ambt niet in het geding komt. Gezien de risico’s die verbonden zijn aan het aannemen van een geschenk, zal met het aannemen hiervan zeer terughoudend omgegaan dienen te worden. Bij twijfel dient de leidinggevende te worden geraadpleegd. Er gelden de volgende regels:

  • ·

    Een handige vuistregel is dat geschenken die de gemeente niet zou geven in vergelijkbare omstandigheden, ook niet kunnen worden geaccepteerd. Dergelijke giften dienen te worden teruggezonden.

  • ·

    De waarde van een geschenk mag niet hoger zijn dan 25 Euro. Geschenken boven dit bedrag komen geheel ten goede van de gemeente. 'Zeer dure' geschenken kunnen - onder dankzegging - beter worden geretourneerd, maar moeten wel worden gemeld bij de leidinggevende. De grens is al overschreden als men (ongeacht de waarde van het geschenk) er niet meer met een collega over durft te praten.

  • ·

    Het aanvaarden van geschenken tijdens een onderhandelingsfase is niet toegestaan; hieronder valt ook de periode voorafgaand aan het verlenen van een vergunning, ontheffing en dergelijke.

  • ·

    Ongebruikelijke gunsten en diensten, zoals leveranties tegen een meer dan normale korting, mogen niet worden aanvaard.

  • ·

    Het aanvaarden van geld is verboden en er wordt uiteraard nooit om een geschenk gevraagd.

  • ·

    Het is niet toegestaan om geschenken op het privéadres te ontvangen, omdat dit de indruk wekt dat anderen er niet van mogen weten.

Bewust is gekozen voor de grens van 25 euro in plaats van de landelijke richtlijn van 50 euro. Het beleid is erop gericht dat iedere vorm van belangenverstrengeling wordt voorkomen, zodat de ambtenaar in kwestie onbevooroordeeld en objectief zijn taak kan uitoefenen. Ook iedere schijn van belangenverstrengeling moet worden vermeden. Bij geschenken dient altijd gekeken te worden naar de intentie van de gever en/of de context waarin iets wordt aangeboden. Wanneer de gever probeert de besluitvorming te beïnvloeden of de ambtenaar zich door dit geschenk niet meer vrij voelt om een onpartijdige beslissing te nemen, dient het geschenk geweigerd te worden, ook in het geval dat de waarde minder dan 25 euro bedraagt.

Zo mag men onder geen beding een uitnodiging van een ondernemer accepteren om bijvoorbeeld deel te nemen aan een golfweekendje, voor het bijwonen van een Champions Leaguewedstrijd of voor een ander evenement. Los van het feit dat een dergelijk geschenk waarschijnlijk een hogere waarde heeft dan de gestelde bovengrens van 25 euro kunnen vraagtekens gezet worden bij de context waarin dit wordt aangeboden.

Ambtenaren melden alle geschenken, groot en klein, aan hun leidinggevende. Het onderwerp aanvaarden van geschenken wordt periodiek (minimaal 2x per jaar) in het werkoverleg besproken. Binnen een afdeling kunnen afspraken worden gemaakt over het verdelen van geschenken onder alle medewerkers om te voorkomen dat de verdeling te onevenwichtig is en het onderwerp onbespreekbaar wordt.

Kerstattenties

In het verleden was er rondom de kerst de gewoonte gegroeid van het verstrekken en aanvaarden van kerstattenties. Bij het aanvaarden van deze attentie moest men rekening houden met de gevoelswaarde van de attentie en de (vermoede) invloed van de ontvanger in besluitvormingsprocessen waar zowel schenker als gemeente bij betrokken waren. De schenker kon bepaalde verwachtingen krijgen op een tegenprestatie naar aanleiding van een jaarlijkse stroom aan kerstgeschenken. Wat aanvankelijk vrijblijvend leek, was het dan niet meer. Voor ons als gemeente was het bovenstaande aanleiding om te kiezen voor een beleid om NEE te zeggen tegen kerstattenties. Relaties van de gemeente zijn dan ook verzocht om geen kerstattenties meer te verstrekken aan medewerkers van de gemeente Terneuzen. Gemeentebreed worden er geen kerstattenties meer geaccepteerd, ook niet beneden de 25 euro.

Geschenken bij representatief optredenHet aannemen van geschenken met een symboolfunctie (bloemen ter verwelkoming, een fles wijn als dank, een boekenbon enz.) of een ceremonieel karakter (het in ontvangst nemen van een rapport, het aanbieden van een eerste boek) is aanvaardbaar wanneer dit in verhouding staat tot het gepresenteerde (het houden van een lezing, het verrichten van een opening e.d.) waarvoor het geschenk wordt aangeboden. Afhankelijk van de aard van het geschenk moet de ontvanger zelf beoordelen of het geschenk mee naar huis kan worden genomen of dat het beter is het (ten gunste van de gemeente) af te geven op het gemeentehuis c.q. de afdeling.

Verrichten van incidentele werkzaamheden voor derden in werktijd

Voorbeelden hiervan zijn het houden van een presentatie of lezing e.d. Verzoeken aan een ambtenaar om incidenteel in werktijd diensten voor derden te verrichten worden vooraf ter goedkeuring aan de leidinggevende voorgelegd. Vergoedingen in geldbedragen komen ten goede van de gemeente voor zoveel die meer dan 25 euro bedragen.

Wanneer er reden is om namens de gemeente een geschenk aan te bieden, dan kan dat gebeuren in overleg met Communicatie van het team Bestuur.

Hoofdstuk 6 Nevenfuncties

Een ambtenaar moet alle nevenwerkzaamheden melden welke zouden kunnen leiden tot belangenverstrengeling met zijn functie of zouden kunnen botsen met het dienstbelang. Gemelde nevenfuncties worden geregistreerd. Het begrip nevenwerkzaamheden betreft alle activiteiten die een ambtenaar naast zijn werk kan verrichten, zowel betaald als onbetaald.

Wie is verantwoordelijk? De ambtenaar beoordeelt in eerste instantie zelf of hij de nevenwerkzaamheden moet melden. Bij twijfel neemt de ambtenaar het zekere voor het onzekere en meldt de nevenfunctie. De ambtenaar en zijn leidinggevende dienen in de gaten te houden hoe de nevenwerkzaamheden zich verhouden tot zijn functie. Door veranderingen in de sfeer van de nevenfunctie of in de functie(inhoud) kan een nevenfunctie niet langer aanvaardbaar blijken te zijn.

Wat mag niet? Welke nevenwerkzaamheden ontoelaatbaar zijn, is afhankelijk van de omstandigheden. Daarbij kan worden gedacht aan zaken zoals:

  • ·

    belangenverstrengeling;

  • ·

    schade aan het aanzien van het ambt;

  • ·

    onvoldoende beschikbaarheid voor de ambtelijke functie.

Als een goede functievervulling niet verzekerd is, zijn dergelijke nevenfuncties en nevenwerkzaamheden verboden.

  • ·

    Richtlijn is, dat het geen nevenfunctie mag zijn die in het verlengde ligt van het eigen beleids- of werkterrein.

  • ·

    Medewerkers met een eigen bedrijf komen niet in aanmerking voor opdrachten van de gemeente.

Hoe worden nevenwerkzaamheden gemeld?

De ambtenaar meldt zijn nevenwerkzaamheden schriftelijk aan het college viazijn afdelingshoofd. Hiervoor is een meldingsformulier vastgesteld (bijlage 1 van de "Regeling nevenwerkzaamheden en financiële belangen voor ambtenaren van de gemeente Terneuzen"; zie ook: Intranet). Van een gedane melding ontvangt de ambtenaar een schriftelijke reactie van het college. De gemelde nevenfuncties zullen centraal door het team P&O worden geregistreerd. Wijziging in of beëindiging van de nevenwerkzaamheden kunnen op dezelfde manier worden doorgegeven als een melding.

Openbaarmaking nevenfuncties

Op grond van de Ambtenarenwet en de uitwerking hiervan in de CAR/UWO bestaat de verplichting om gemelde nevenwerkzaamheden van bepaalde ambtenaren niet alleen te registreren maar ook openbaar te maken. Binnen de gemeente Terneuzen zijn de volgende functies aangewezen waarvoor de publicatieplicht geldt:

  • -

    gemeentesecretaris

  • -

    de adjunct-gemeentesecretaris/directeur Organisatie;

  • -

    de concerncontroller;

  • -

    de afdelingshoofden;

  • -

    de griffier.

De openbaarmaking zal plaatsvinden door opname van de gemelde nevenfunctie in een openbaar register in het stadhuis en door publicatie op de internetsite van de gemeente Terneuzen.

De regels rondom het melden van nevenfuncties zijn nader uitgewerkt in de "Regeling nevenwerkzaamheden en financiële belangen voor ambtenaren van de

gemeente Terneuzen" (Intranet; rubriek Personeelsinformatie).

Hoofdstuk 7 Gebruik gemeentelijke eigendommen / declaraties

Het is niet toegestaan om gemeentelijke eigendommen, of dat nu een hamer, een pen, een pc of een mobiele telefoon is, zonder toestemming van de leidinggevende voor privédoeleinden te gebruiken. Voor het gebruik van e-mail en internet wordt verwezen naar het Privacyreglement e-mail- en internetgebruik. Voor het gebruik van dienstvoertuigen zijn eveneens gebruiksregels vastgesteld (het Protocol “gebruik dienstvoertuigen en black box”). Daarnaast is het de bedoeling dat elke afdeling beziet of over het gebruik van bijvoorbeeld materialen de algemene regels bruikbaar zijn of dat er regels moeten komen die specifiek van toepassing zijn op de eigen werksituatie.

Declaraties

Men declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed. Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure.  

Hoofdstuk 8 Vertrouwelijke informatie

De basisregel is simpel:

  • .

    als u weet dat iets vertrouwelijk moet blijven, moet u het ook geheim houden.

Elke ambtenaar is volgens artikel 125a van de Ambtenarenwet en artikel 2.5 van de Algemene wet bestuursrecht verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem in verband met zijn functie ter kennis is gekomen, voor zover het om vertrouwelijke of geheime informatie gaat. Nu is het in de praktijk niet altijd gemakkelijk om te bepalen wat vertrouwelijk of geheim is, want zoiets staat niet op elk stuk. Voorbeelden zijn persoonsgegevens en financiële gegevens van burgers en relaties van de gemeente, beleidsplannen die nog niet rijp zijn voor besluitvorming en informatie over interne problemen bij een gemeentelijk organisatieonderdeel. Als toetsingskader geldt ook hier het bepaalde in de Wet openbaarheid van bestuur met name de artikelen 10 en 11. In twijfelgevallen moet de zaak worden voorgelegd aan de leidinggevende.

Het zorgvuldig omgaan met informatie vereist ook dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden met vertrouwelijke gegevens beveiligd zijn. Vragen van de pers moeten altijd worden doorgeleid naar de voorlichters van Communicatie van het team Bestuur.

 

De geheimhoudingsplicht houdt overigens niet op nadat het dienstverband met de gemeente is beëindigd. Ook nadien kan schade ontstaan als op een onzorgvuldige manier wordt omgegaan met geheime of vertrouwelijke informatie die gedurende de diensttijd is verkregen. Indien schade ontstaat kan de betrokken ex-ambtenaar worden aangesproken wegens onrechtmatige daad.

Hoofdstuk 9 Melding financiële belangen

Door een wijziging van de Ambtenarenwet is het integriteitbeleid aangescherpt op het terrein van het melden van financiële belangen door medewerkers. Dit heeft een nadere uitwerking gekregen in artikel 15:1f van de CAR/UWO. Het is voor een medewerker verboden om financiële belangen te hebben die een goede vervulling van de functie of het goede functioneren van de openbare dienst kunnen frustreren. Van het hebben van financiële belangen kan bijvoorbeeld sprake zijn als een ambtenaar aandelen bezit, als hij eigenaar is van een bedrijf of als de ambtenaar op enigerlei wijze geld heeft geïnvesteerd in een bedrijf.

Op grond van de CAR/UWO kan het college functionarissen aanwijzen die verplicht zijn om hun financiële belangen te melden. Dit speelt met name bij functies waaraan in het bijzonder het risico van financiële belangenverstrengeling of het risico van het oneigenlijk gebruik van koersgevoelige informatie verbonden is.

De VNG geeft aan dat zich bij gemeenten niet of nauwelijks bijzondere risico’s zullen voordoen met betrekking tot oneigenlijk gebruik van koersgevoelige informatie. Voor wat betreft het risico van financiële belangenverstrengeling geeft de VNG aan dat het kan gaan om medewerkers die functioneel of feitelijk betrokken zijn bij grondzaken, subsidieverstrekking, sponsoring, verstrekken van leningen, garanties, inkoop en aanbesteding bijvoorbeeld het gunnen van onderzoeks- en adviesopdrachten. Het betreft derhalve een zeer diverse en in potentie grote groep van ambtenaren, waarbij er sprake kan zijn van financiële belangenverstrengeling. Het gaat evenwel te ver om al deze ambtenaren op voorhand aan te wijzen als functionaris waarvoor de verplichting geldt om eventuele financiële belangen te melden. Daarbij komt dat het in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de ambtenaar zelf is om te voorkomen dat hij in (de schijn van) een situatie terecht komt dat hij in zijn functievervulling wordt beïnvloed door persoonlijke financiële belangen. Dit vloeit voort uit de algemene norm van goed ambtenaarschap en is uitdrukkelijk geregeld in artikel 15:1f, vierde lid, van de CAR/UWO. Het college heeft er dan ook voor gekozen geen specifieke groep van medewerkers aan te wijzen die verplicht hun financiële belangen moeten melden. Wel wordt de mogelijkheid geboden aan medewerkers om op vrijwillige basis relevante financiële belangen te melden. Hiervoor is een standaard meldingsformulier vastgesteld (bijlage 2 van de "Regeling nevenwerkzaamheden en financiële belangen voor ambtenaren van de gemeente Terneuzen";zie ook: Intranet).

Indien een medewerker financiële belangen meldt zal hiermee vertrouwelijk worden omgegaan. Voor de behandeling van ingediende meldingen is één contactpersoon aangewezen namelijk het (waarnemend) afdelingshoofd Middelen. Deze functionaris ontvangt de melding, adviseert hierover aan het college en legt de melding inclusief de eventueel beperkende voorwaarden vast in één centrale registratie. Bij de aanwijzing van de contactpersoon heeft het college er rekening mee gehouden dat deze kan beoordelen wat de gevolgen van bepaalde belangen kunnen zijn in relatie tot de werkzaamheden die een functionaris vervult. Om toe te zien of er in de praktijk geen belangenverstrengeling optreedt, zal de centrale contactpersoon de desbetreffende leidinggevende informeren en zal met het oog op het actueel houden van de gemelde gegevens hierover gesproken worden in het functioneringsgesprek. Uiteraard zullen de functionarissen die inzicht krijgen in de gemelde belangen hiermee uiterst zorgvuldig en vertrouwelijk moeten omgaan.

Voor financiële belangen geldt geen plicht tot openbaarmaking.

 

De regels rondom het melden van financiële belangen zijn nader uitgewerkt in de "Regeling nevenwerkzaamheden en financiële belangen voor ambtenaren van degemeente Terneuzen" (Intranet; rubriek Personeelsinformatie).

 

Hoofdstuk 10 Inhuren voormalig personeel / draaideurconstructie

Bij het inhuren van voormalig personeel gaat het om de zgn. “draaideurconstructie”, waarbij een voormalige ambtenaar na zijn ontslag vervolgens door de gemeente waar hij laatst werkzaam was wordt ingehuurd om werkzaamheden te verrichten. Deze situatie kan de sfeer van “vriendjespolitiek” oproepen: het komt voor dat de voormalige medewerker wordt ingehuurd vanwege zijn contacten bij de gemeente zonder dat bijvoorbeeld een juiste aanbestedingsprocedure heeft plaatsgevonden. Hiermee worden oneerlijke concurrentieverhoudingen bewerkstelligd en kan bovendien een schijn van belangenverstrengeling ontstaan.  

Hieraan kan tegemoet worden gekomen door af te spreken dat een voormalig ambtenaar gedurende een tijdsbestek van twee jaar na zijn ontslag op geen enkele wijze bij de gemeente, waar hij als laatste in dienst was, wordt ingehuurd. Deze norm richt zich niet zozeer tot de (voormalig) ambtenaar, maar tot de gemeente. Daar moet het besef groeien dat draaideurconstructies in strijd zijn met een integer overheidsoptreden en niet goed zijn voor het imago van de overheid. Slechts in het kader van afspraken omtrent het beëindigen van het dienstverband kan van het bovenstaande voor een bepaalde periode worden afgeweken. 

Hoofdstuk 11 Voorbeeldfunctie leiding

Om hun werk goed te kunnen doen moeten leidinggevenden een omvangrijk netwerk van relaties onderhouden. Het uitwisselen van geschenken of het bijwonen van recepties, diners en andere bijeenkomsten horen daar gewoon bij. Maar er wordt ook meer op het functioneren van deze mensen gelet; ze moeten zich in het openbaar, bijvoorbeeld in de pers, kunnen verantwoorden voor de 'genoten' voordelen.

  • .

    Een alerte en integere houding van leidinggevenden is van groot belang.

Van leidinggevenden verwachten we dat ze niet alleen het goede voorbeeld geven, maar ook hun medewerkers begeleiden en werkbare afspraken maken voor de eigen afdeling. 

Hoofdstuk 12 Ambtseed/ -belofte

De CAR/UWO regelt in artikel 15:1:a dat de ambtenaar verplicht is de eed of belofte af te leggen die bij wet, bij instructie of bij besluit van het college is voorgeschreven. Ambtenaren maken deel uit van het openbaar bestuur en dienen dus het algemeen belang, waardoor zij een bijzondere positie innemen. Dat komt onder andere tot uitdrukking in het feit dat ambtenaren geen arbeidsovereenkomst (tweezijdig) aangaan, maar (eenzijdig) worden aangesteld door het college van B&W. Dit maakt dat aan de integriteit van ambtenaren hoge eisen mogen worden gesteld. Om ambtenaren hiervan bewust te maken, wordt de ambtseed of ambtsbelofte afgelegd (zie bijlage 1).

Hoofdstuk 13 Klokkenluiden of te wel melding vermoeden misstand

Voor de integriteit van het overheidsapparaat is het belangrijk dat ambtenaren eventuele misstanden intern aan de orde stellen. Gestreefd wordt naar een organisatiecultuur waarin op open wijze over normen en waarden in de specifieke werksituatie wordt gesproken. Zo wordt een gemeente de mogelijkheid geboden een vermoeden serieus te onderzoeken en adequate maatregelen te treffen. Vanaf het moment dat de ambtenaar zijn vermoeden aan het management kenbaar heeft gemaakt, is de organisatie verantwoordelijk voor de gesignaleerde problematiek. Het signaal dat duidt op een misstand –ernstig of minder ernstig – dient opgepakt en onderzocht te worden. Van een dergelijk open bedrijfsklimaat zal niet altijd sprake zijn. De ambtenaar zal dan des te meer behoefte hebben aan een formele procedure met bijbehorende bescherming. Ook het bevoegd gezag zal juist bij gevoelige kwesties behoefte hebben aan een regeling die duidelijk maakt hoe gehandeld moet worden. Dit was de zogenaamde klokkenluiderregeling welke inmiddels vervangen is door de ”regeling melding vermoeden misstand”.

 

Korte inhoud van de “regeling melding vermoeden misstand”;

De VNG heeft samen met de vakorganisaties de bestaande gemeentelijke regeling voor klokkenluiders vernieuwd. De nieuwe regeling biedt op een aantal punten meer ondersteuning voor melders van misstanden, namelijk: een misstand kan tot een jaar na beëindiging van het dienstverband worden gemeld en de vertrouwelijkheid van de melder is beter gewaarborgd. Ook kunnen uitzendkrachten en gedetacheerden een misstand melden. Om een betere afstemming van de benaming van de regeling met de inhoud hiervan te bewerkstelligen is er voorts voor gekozen om de (tot nu toe gehanteerde) benaming Klokkenluiderregeling te vervangen door “regeling melding vermoeden misstanden”.

Van de ambtenaar wordt gevraagd dat hij een vermoeden van een misstand eerst intern aan de orde stelt. Hij kan dit eventueel door een vertrouwenspersoon laten doen als hij niet wil dat zijn identiteit bekend wordt. De gemeentesecretaris, de teamleider P&O en de voorzitter van de Ondernemingsraad zijn aangewezen als vertrouwenspersoon. Het college is gehouden binnen een korte termijn een standpunt in te nemen naar aanleiding van de melding. Is de ambtenaar niet tevreden over de behandeling door het college, dan kan hij zich wenden tot een extern meldpunt. Dit onderzoekt de melding en adviseert hierover aan het college. In uitzonderlijke gevallen kan de ambtenaar zich rechtstreeks tot het externe meldpunt wenden. Via de VNG is Terneuzen voor het externe meldpunt aangesloten bij de Commissie Klokkenluiders Gemeentelijke Overheid. Een ambtenaar die bij het melden van een misstand de “regeling melding vermoeden misstanden” volgt, handelt “zoals een goed ambtenaar betaamt” en geniet rechtspositionele bescherming. Meer informatie kunt u vinden op intranet onder de rubriek Personeelsinformatie. Overigens kan vanaf 1 januari 2011 een medewerker een beroep doen op de rechtsbijstandverzekering die voor het personeel is afgesloten als de medewerker een misstand meldt en hieruit kosten voor rechtsbijstand uit voortvloeien.

 

Hoofdstuk 14 Algemene wetten en regels

In de Gemeentewet, het Wetboek van Strafrecht, de Ambtenarenwet en de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingovereenkomst (= CAR-UWO) staat omschreven wat een ambtenaar wel en niet mag en wat van een werkgever verwacht wordt met betrekking tot het nemen van integriteitbevorderende maatregelen. In bijlage 2 is een beknopt overzicht opgenomen van de op dit moment geldende wetgeving op het terrein van integriteit. Daarnaast zijn er door ons in andere documenten besluiten genomen waaruit voor medewerkers concrete normen voortvloeien die betrekking hebben op het integer handelen van de overheid en de daarin werkzame functionarissen. Voorbeelden hiervan zijn: de Nota inkoopbeleid en de Nota aanbestedingsbeleid.

Hoofdstuk 15 Tot slot

De goede naam van de gemeente Terneuzen hangt af van het gedrag van alle bestuurders en medewerkers samen. Naast deze gedragscode kijken we daarom ook naar andere maatregelen die de integriteit van onze medewerkers en organisatie kunnen bevorderen. Wie over dit onderwerp vragen heeft kan terecht bij de eigen leidinggevende of bij het team P&O.

 

Terneuzen, 14 juni 2013

 

Burgemeester en Wethouders van Terneuzen,

secretaris, burgemeester,

 

F.M.L. Lauret RA J.A.H. Lonink

Bijlage 1 Ambtseed/-belofte

Ambtenarenwet

De ambtseed/-belofte wordt afgelegd ten overstaan van de gemeentesecretaris, in aanwezigheid van de betreffende leidinggevende. In voorkomende gevallen leggen de gemeentesecretaris en de leidinggevenden de ambtseed/-belofte af in handen van de burgemeester.

Voor het afleggen van de ambtseed/-belofte geldt de volgende tekst:

 

  • -

    Ik zweer/verklaar dat ik noch direct noch indirect, in welke vorm dan ook, valse informatie heb verstrekt in verband met het verkrijgen van mijn aanstelling.

  • -

    Ik zweer/verklaar dat ik tot het verkrijgen van mijn aanstelling aan niemand iets heb geschonken of beloofd en dat ik dit ook niet zal gaan doen

  • -

    Ik zweer/beloof dat ik plichtsgetrouw en nauwgezet de mij opgedragen taken zal vervullen en dat ik daarbij de Grondwet en alle overige wettelijke regelingen van ons land en van de gemeente Terneuzen zal eerbiedigen. 

  • -

    Ik zweer/beloof dat ik zaken die mij uit hoofde van mijn functie vertrouwelijk ter kennis komen of waarvan ik het vertrouwelijke karakter moet inzien, geheim zal houden voor anderen dan die personen aan wie ik ambtshalve tot mededeling verplicht ben. 

  • -

    Ik zweer/beloof dat ik mij zal gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt, dat ik zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar zal zijn, dat ik niets zal doen dat het aanzien van het ambt zal schaden en dat ik hierbij de gedragscode van de gemeente Terneuzen als leidraad zal hanteren. 

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! / Dat verklaar en beloof ik!

 

Het afleggen van de eed of belofte geschiedt door voorlezing van bovenstaande tekst door de bestuurder/leidinggevende, waarna de ambtenaar woordelijk uitspreekt: “Zo waarlijk helpe mij God Almachtig”of “Dat verklaar en beloof ik”.

De eed wordt staande afgelegd, waarbij de ambtenaar twee vingers van de rechterhand opsteekt. De belofte wordt staande afgelegd, zonder handopsteken.

De eedaflegging wordt vastgelegd op een formulier. Het formulier, in tweevoud opgemaakt, wordt door de ambtenaar en de bestuurder/leidinggevende ondertekend. De ambtenaar ontvangt een exemplaar, het andere exemplaar wordt in het personeelsdossier van de ambtenaar bewaard.

Indien de ambtenaar, gelet op diens godsdienstige overtuiging, op een andere wijze de eed of belofte wil afleggen wordt van deze wijze van afleggen aantekening gemaakt op het formulier.

Artikel 125ter

Het bevoegd gezag en de ambtenaar zijn verplicht zich als een goed werkgever en een goed ambtenaar te gedragen.

 

Artikel 125quater

Het bevoegd gezag van ambtenaren die door of vanwege het rijk, de provincies, de gemeenten of de waterschappen zijn aangesteld,

  • 1.

    voert een integriteitsbeleid dat is gericht op het bevorderen van goed ambtelijk handelen en dat in ieder geval aandacht besteedt aan het bevorderen van integriteitsbewustzijn en aan het voorkomen van misbruik van bevoegdheden, belangenverstrengeling en discriminatie;

  • 2.

    zorgt ervoor dat het integriteitsbeleid een vast onderdeel uitmaakt van het personeelsbeleid in ieder geval door integriteit in functioneringsgesprekken en werkoverleg aan de orde te stellen en door het aanbieden van scholing en vorming op het gebied van integriteit;

  • 3.

    draagt zorg voor de totstandkoming van een gedragscode voor goed ambtelijk handelen;

  • 4.

    stelt in overeenstemming met de Tweede Kamer, onderscheidenlijk provinciale staten, de raad of het algemeen bestuur, vast op welke wijze jaarlijks verantwoording wordt afgelegd over het gevoerde integriteitsbeleid en over de naleving van de gedragscode.

 

Artikel 125quinquies
  • 1.

    Voor zover deze onderwerpen niet bij of krachtens de wet zijn geregeld, worden voor de ambtenaren, door of vanwege het rijk aangesteld, bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voorschriften vastgesteld betreffende:

    • a.

      de verplichte aflegging van de eed of belofte door de ambtenaar bij zijn aanstelling;

    • b.

      de melding en de registratie van nevenwerkzaamheden die de belangen van de dienst voor zover deze in verband staan met de functievervulling, kunnen raken;

    • c.

      de openbaarmaking van de krachtens onderdeel b geregistreerde nevenwerkzaamheden van ambtenaren aangesteld in een functie waarvoor ter bescherming van de integriteit van de openbare dienst openbaarmaking van nevenwerkzaamheden noodzakelijk is;

    • d.

      het verbieden van nevenwerkzaamheden waardoor de goede vervulling van de functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met de functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd;

    • e.

      de melding van financiële belangen respectievelijk van het bezit van en transacties in effecten, die de belangen van de dienst voor zover deze in verband staan met de functievervulling, kunnen raken voor ambtenaren aangesteld in een functie waaraan in het bijzonder het risico van financiële belangenverstrengeling of het risico van oneigenlijk gebruik van koersgevoelige informatie verbonden is;

    • f.

      een procedure voor het omgaan met bij een ambtenaar levende vermoedens van misstanden binnen de organisatie waar hij werkzaam is.

  • 2.

    Het bevoegd gezag van provincies, gemeenten en waterschappen stelt voor de ambtenaren door of vanwege deze lichamen aangesteld, onder gelijk voorbehoud voorschriften vast omtrent de onderwerpen, genoemd in het eerste lid. Als ambtenaar aangesteld door of vanwege een waterschap wordt aangemerkt hij die is aangesteld door het in het reglement van die instelling daartoe aangewezen gezag teneinde in dienst van het waterschap werkzaam te zijn.

  • 3.

    De ambtenaar die te goeder trouw de bij hem levende vermoedens van misstanden meldt volgens de procedure, bedoeld in het eerste lid onder f, zal als gevolg van het melden van die vermoedens geen nadelige gevolgen voor zijn rechtspositie ondervinden tijdens en na het volgen van die procedure.

Algemene wet bestuursrecht:

Art. 2:4. [Gebod van onpartijdigheid]

  • 1.

    Het bestuursorgaan vervult zijn taak zonder vooringenomenheid.

  • 2.

    Het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden.

Art. 2:5. [Geheimhoudingsplicht]

  • 1.

    Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

  • 2.

    Het eerste lid is mede van toepassing op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die door een bestuursorgaan worden betrokken bij de uitvoering van zijn taak, en op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die een bij of krachtens de wet toegekende taak uitoefenen.

Wetboek van Strafrecht:

Artikel 359

De ambtenaar of een ander met enige openbare dienst voortdurend of tijdelijk belast persoon, die opzettelijk geld of geldswaardig papier dat hij in zijn bediening onder zich heeft verduistert of toelaat dat het door een ander weggenomen of verduisterd wordt, of die ander daarbij als medeplichtige ter zijde staat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Artikel 360

De ambtenaar of een ander met enige openbare dienst voortdurend of tijdelijk belast persoon, die opzettelijk boeken of registers, uitsluitend bestemd tot controle van de administratie, valselijk opmaakt of vervalst, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Artikel 361

De ambtenaar of een ander met enige openbare dienst voortdurend of tijdelijk belast persoon, die opzettelijk zaken bestemd om voor de bevoegde macht tot overtuiging of bewijs te dienen, akten, bescheiden of registers, welke hij in zijn bediening onder zich heeft verduistert, vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt, of toelaat dat zij door een ander worden weggemaakt, vernield, beschadigd of onbruikbaar gemaakt, of die ander daarbij als medeplichtige ter zijde staat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden of geldboete van de vijfde categorie.

Artikel 362

De ambtenaar die een gift of belofte aanneemt, wetende dat zij hem gedaan wordt ten einde hem te bewegen om, zonder daardoor in strijd met zijn plicht te handelen, in zijn bediening iets te doen of na te laten, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de vijfde categorie.

Artikel 363

Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft de ambtenaar:

  • ·

    die een gift of belofte aanneemt, wetende dat zij hem gedaan wordt ten einde hem te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten;

  • ·

    die een gift of belofte aanneemt, wetende dat zij hem gedaan wordt ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan of nagelaten.

 CAR/UWO

Verplichtingen

Artikel 15:1

De ambtenaar is gehouden zijn betrekking nauwgezet en ijverig te vervullen en zich ook overigens te gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt.

Artikel 15:1a

De ambtenaar is verplicht de eed of belofte af te leggen die bij wet, bij instructie of bij besluit van burgemeester en wethouders is voorgeschreven.

Persoonlijk gebruik van goederen of diensten

Artikel 15:1b

Het is de ambtenaar verboden, behoudens toestemming verleend door of namens het college in bijzondere gevallen, ten eigen bate:

  • a.

    diensten te laten verrichten door personen in gemeentedienst;

  • b.

    aan de gemeente toebehorende eigendommen te gebruiken;

  • c.

    gebruik te maken van hetgeen hem in of in verband met zijn betrekking ter kennis is gekomen.

Aannemen van geschenken en gelden

Artikel 15:1c

Het is de ambtenaar verboden:

  • a.

    in verband met zijn betrekking vergoedingen, beloningen, giften of beloften van derden te vorderen, te verzoeken of aan te nemen, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders;

  • b.

    steekpenningen aan te nemen.

Artikel 15:1d
  • 1.

    De ambtenaar is verplicht zich te gedragen naar de maatregelen van orde die ten aanzien van het verblijf in de kantoren, werkplaatsen of op andere arbeidsterreinen zijn vastgesteld.

  • 2.

    Indien de ambtenaar verhinderd is zijn betrekking te vervullen, is hij verplicht dit zo spoedig mogelijk mede te delen of te doen mededelen.

Nevenwerkzaamheden

Artikel 15:1e
  • 1.

    De ambtenaar is verplicht aan het college, op een door dit orgaan te bepalen wijze, opgave te doen van de nevenwerkzaamheden die hij verricht of voornemens is te gaan verrichten, die de belangen van de dienst, voorzover deze in verband staan met zijn functievervulling, kunnen raken.

  • 2.

    Er wordt een registratie gevoerd op basis van de ingevolge het eerste lid gedane opgaven.

  • 3.

    Het is de ambtenaar verboden nevenwerkzaamheden te verrichten waardoor de goede vervulling van zijn functie of de goede functionering van de openbare dienst, voorzover deze in verband staat met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd. Omtrent dit verbod kunnen nadere regels worden gesteld.

  • 4.

    Het college regelt de openbaarmaking van de in het eerste lid bedoelde nevenwerkzaamheden van de gemeentesecretaris en directeuren van gemeentelijke diensten en bedrijven, alsmede van andere ambtenaren aangesteld in een functie waarvoor ter bescherming van de integriteit van de openbare dienst openbaarmaking van nevenwerkzaamheden noodzakelijk is.

Melding financiële belangen

Artikel 15:1f
  • 1.

    Het college wijst ambtenaren aan die zijn aangesteld in een functie waaraan in het bijzonder het risico van financiële belangenverstrengeling of het risico van oneigenlijk gebruik van koersgevoelige informatie verbonden is.

  • 2.

    De ambtenaar bedoeld in het eerste lid meldt aan het college, op een door dit orgaan te bepalen wijze, zijn financiële belangen respectievelijk bezit van en transacties in effecten, die de belangen van de dienst, voor zover deze in verband staan met de functievervulling, kunnen raken.

  • 3.

    Er wordt een registratie gevoerd van de meldingen bedoeld in het tweede lid.

  • 4.

    Het is de ambtenaar verboden financiële belangen te hebben, effecten te bezitten en transacties in effecten te verrichten waardoor de goede vervulling van zijn functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd. Omtrent dit verbod kunnen nadere regels worden gesteld.

 

Aanneming en levering ten behoeve van de openbare dienst

Artikel 15:1g
  • ·

    Het is de ambtenaar verboden middellijk of onmiddellijk deel te nemen aan aannemingen en leveringen ten behoeve van de openbare dienst.

  • ·

    Burgemeester en wethouders kunnen regelen stellen betreffende het deelnemen van de ambtenaar, middellijk of onmiddellijk, aan aannemingen en leveringen ten behoeve van anderen.

 

Klokkenluiders

Artikel 15:2
  • 1.

    Het college stelt een regeling vast voor het omgaan met vermoedens van misstanden.

  • 2.

    Ambtenaren en door het college aangewezen interne vertrouwenspersonen die misstanden conform de vast te stellen regeling aan de orde stellen, mogen niet om die reden worden ontslagen of anderszins in hun positie binnen de gemeente benadeeld worden.

Bijlage 3 Implementatie, handhaving en evaluatie

Naleving gedragscode

De naleving van deze gedragscode is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van elke ambtenaar in de dagelijkse praktijk van het werk. Leidinggevenden hebben een voorbeeldfunctie en behoren medewerkers zo nodig op hun gedrag aan te spreken, maar ook van ambtenaren onderling mag dit worden verwacht. Tijdens sollicitatiegesprekken wordt dit onderwerp ter sprake gebracht, in ieder geval bij 'integriteitgevoelige' functies.

Deze gedragscode zit in het introductiepakket dat nieuwe medewerkers, stagiaires, etc. van P&O ontvangen.

Aan het onderwerp wordt onder meer aandacht besteed:

  • ·

    bij de introductie van nieuw personeel (ambtseed/-belofte). Voordat een aanstelling verleend wordt aan een ambtenaar zal een verklaring omtrent het gedrag worden gevraagd;

  • ·

    regelmatig (2 x per jaar) in het werkoverleg;

  • ·

    in functionerings- en beoordelingsgesprekken, zeker bij kwetsbare functies.

Overtreding van de gedragscode door ambtenaar

Overtreding van de gedragscode levert plichtsverzuim op en daarop staan sancties, in ambtelijk jargon “disciplinaire straffen” genoemd. Deze staan in hoofdstuk 16 van de CAR-UWO. Tegen een besluit tot het toepassen van sancties kan bezwaar en beroep worden aangetekend overeenkomstig de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht. Verder bevat het Wetboek van Strafrecht een aantal misdrijven, bijvoorbeeld het aannemen van steekpenningen, die extra zwaar worden gestraft omdat ze door een ambtenaar in functie zijn begaan. Van elke ambtenaar mag worden verwacht dat hij reageert wanneer op de werkplek iets gebeurt dat in strijd is met deze gedragscode. Dit geldt des te meer bij een vermoeden van ernstige overtredingen, zoals fraude en corruptie.

In alle gevallen waarin getwijfeld wordt of iets kan of mag, dient de leidinggevende te worden aangesproken. Daarbij mag iedere ambtenaar van zijn leidinggevende verwachten dat hij open en respectvol met personeel omgaat en de melding vertrouwelijk weet af te handelen. Als een ambtenaar geen of onvoldoende gehoor vindt bij zijn leidinggevende of wanneer deze zelf betrokken is bij de overtreding, kan de ambtenaar zich wenden tot de vertrouwenspersoon of het bestuur. Indien de ambtenaar het niet eens is met het standpunt van het college of indien daarvoor zwaarwegende redenen zijn kan de ambtenaar gebruik maken van de “regeling melding vermoeden misstand” via het externe meldpunt.

Actualisatie gedragscode

De gedragscode zal door wijziging van wetgeving en de veranderende maatschappij aan veranderingen onderhevig zijn. Van tijd tot tijd zal worden bezien of de gedragscodes en de daarbij behorende regelgeving aangepast moet worden.