Organisatie | Gemeentelijke Gezondheidsdienst Noord- en Oost-Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Klachtenregeling GGD Noord- en Oost-Gelderland |
Citeertitel | Klachtenregeling GGD Noord- en Oost-Gelderland |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2017 | nieuwe regeling | 16-03-2017 | Onbekend |
Het dagelijks bestuur van GGD Noord- en Oost-Gelderland,
Gelet op hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht en hoofdstuk 3 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg;
Gezien de overeenstemming met Zorgbelang Gelderland, als een representatief te achten organisatie van cliënten, bedoeld in artikel 13, tweede lid, Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg;
Besluit de volgende regeling vast te stellen:
Hoofdstuk 2 Signaal van onvrede
Artikel 3 De medewerker en de manager
Als een cliënt bij een manager zijn onvrede over een medewerker aangeeft, biedt de manager de cliënt de mogelijkheid om de onvrede met hem te bespreken. De medewerker is bij dit gesprek aanwezig, tenzij de manager of de cliënt dit niet wenselijk vindt. Het tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op bespreking van de onvrede door een manager.
Artikel 4 De klachtenfunctionaris
De klachtenfunctionaris verricht zijn werkzaamheden onafhankelijk en onpartijdig, in overeenstemming met de wet en de voor hem geldende beroepsnormen en functiebeschrijving. De GGD onthoudt zich van inmenging in de wijze waarop de klachtenfunctionaris zijn werkzaamheden in een concreet geval verricht.
De klachtenfunctionaris kan zich rechtstreeks tot het dagelijks bestuur wenden, als hij van mening is dat hij wordt belemmerd bij de vervulling van zijn werkzaamheden overeenkomstig dit artikel of als hij bij de vervulling van zijn werkzaamheden wordt benadeeld. Het dagelijks bestuur doet hiernaar onderzoek en neemt zo nodig passende maatregelen.
Als de maatregelen van het dagelijks bestuur, als bedoeld in zesde lid, niet tot opheffing van de belemmering leidt of als het, gezien de omstandigheden, niet van de klachtenfunctionaris kan worden verwacht dat hij zich wendt tot het dagelijks bestuur, kan de klachtenfunctionaris zich wenden tot het algemeen bestuur van de GGD.
Hoofdstuk 3 Het indienen en in behandeling nemen van klachten
Artikel 6 Bevoegdheid dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur beoordeelt of het bevoegd is om van een klacht kennis te nemen. Als dit naar zijn oordeel niet het geval is, deelt het dagelijks bestuur dit schriftelijk of per e-mail en gemotiveerd mee aan de klager. Het dagelijks bestuur is niet bevoegd om van een klacht kennis te nemen, als de klacht een gedraging betreft van een persoon die niet voor de GGD werkzaam is of de klacht betrekking heeft op een andere organisatie.
Als de klacht gaat over zorg die de GGD verleent samen met een andere organisatie en de klager heeft laten weten dat hij ook bij die organisatie een klacht heeft ingediend, zorgt het dagelijks bestuur ervoor dat de GGD en deze organisatie de klacht in samenhang behandelen, tenzij de klager hiermee niet instemt. De klachtenfunctionaris is bij deze gecombineerde klachtafhandeling betrokken.
Artikel 7 Ontvankelijkheid klacht
Het dagelijks bestuur verklaart een klacht niet-ontvankelijk als:
de klacht betrekking heeft op een gebeurtenis die langer dan twee jaar geleden heeft plaatsgevonden, tenzij de klacht tevens een verzoek tot schadevergoeding betreft. In dat geval geldt de wettelijke verjaringstermijn van vijf jaar, in te gaan op het moment waarop de benadeelde wist of had moeten weten dat hij schade heeft geleden en wie daarvoor aansprakelijk is.
Hoofdstuk 4 Behandeling van klachten
Artikel 9 Behandeling door klachtenfunctionaris
Als de verkenning, bedoeld in het tweede lid onder a, niet leidt tot een bevredigend resultaat voor de klager, kan de klager besluiten alsnog een oordeel te vragen. De behandeltermijn voor de klacht gaat in vanaf het moment van ontvangst van het schriftelijk verzoek van klager om een formeel oordeel van het dagelijks bestuur.
Artikel 10 Het horen van betrokkenen en het onderzoek
Bij de behandeling van een klacht neemt het dagelijks bestuur het volgende in acht:
Artikel 11 Het beoordelen van een klacht
Als de klager een oordeel van het dagelijks bestuur wil, beoordeelt het dagelijks bestuur de klacht zo spoedig mogelijk. Als het dagelijks bestuur verwacht dat voor de beoordeling van de klacht meer dan zes weken nodig zijn, deelt het dit, voor het verstrijken van deze termijn, schriftelijk of per e-mail mee aan de klager en de aangeklaagde. Het dagelijks bestuur meldt tevens binnen welke termijn alsnog het oordeel volgt. Deze termijn is niet langer dan tien weken, te rekenen vanaf de dag van ontvangst van de klacht.
Als het dagelijks bestuur vaststelt dat de klacht ook binnen de verlengde termijn niet beoordeeld kan worden, deelt het dagelijks bestuur dit schriftelijk of per e-mail mee aan de klager en de aangeklaagde. Het dagelijks bestuur geeft aan waarom de klacht niet binnen de termijn beoordeeld kan worden en binnen welke termijn alsnog het oordeel volgt. Het dagelijks bestuur verzoekt de klager om hem binnen twee weken te laten weten of hij het oordeel wil afwachten of dat hij de klacht wil voorleggen aan de Geschillencommissie of de Nationale Ombudsman. In het laatste geval kan het dagelijks bestuur de behandeling van de klacht beëindigen.
Het dagelijks bestuur zendt zijn oordeel over de klacht schriftelijk of per e-mail aan de klager en de aangeklaagde. Het dagelijks bestuur geeft in zijn oordeel weer hoe de klacht is behandeld, motiveert zijn oordeel en geeft aan of de klacht aanleiding is om maatregelen te nemen en zo ja, welke dit zijn en binnen welke termijn deze worden gerealiseerd.
Hoofdstuk 5 Overige bepalingen
Een ieder die betrokken is bij de behandeling van klachten en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover een wettelijk voorschrift tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de klachtenregeling de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
Het dagelijks bestuur brengt jaarlijks voor 1 april van het kalenderjaar volgend op het verslagjaar een geanonimiseerd verslag uit van de bij hem ingediende klachten. Daarin beschrijft het dagelijks bestuur het aantal en de aard van de behandelde klachten en de strekking van de besluiten.
Artikel 18 Openbaarmaking klachtenregeling
Het dagelijks bestuur brengt deze regeling op adequate wijze onder de aandacht van cliënten en hun vertegenwoordigers. De GGD plaatst daartoe de regeling op zijn website en verstrekt desgevraagd een exemplaar van de regeling aan cliënten en hun vertegenwoordigers.
Het dagelijks bestuur evalueert deze klachtenregeling binnen twee jaar na inwerkingtreding en vervolgens zo vaak als het dit wenselijk acht.
Artikel 20 Onvoorziene omstandigheden
In situaties waarin deze regeling niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur.