Organisatie | Gemeentelijke Gezondheidsdienst Noord- en Oost-Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut GGD Noorden Oost-Gelderland 2016 |
Citeertitel | Treasurystatuut GGD Noorden Oost-Gelderland 2016 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-04-2017 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 14-04-2016 Blad gemeenschappelijke regeling GGD Noord- en Oost-Gelderland | Onbekend |
In dit statuut wordt verstaan onder:
Schatkistbankieren De verplichting voor decentrale overheden om hun middelen aan te houden bij het ministerie van financiën. Voor de middelen beneden het drempelbedrag (een percentage van het begrotingstotaal) geldt deze verplichting niet. Als alternatief mogen decentrale overheden elkaar onderling geld uitlenen (echter niet aan de toezichthoudende instelling).
Vlottende schuld Het gezamenlijke bedrag van de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van korter dan één jaar, de schuld in rekening-courant, de voor een termijn van korter dan één jaar ter bewaring in de kas gestorte gelden van derden en overige geldleningen die geen onderdeel uitmaken van de vaste schuld.
Artikel 3 Uitgangspunten risicobeheer
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
GGD Noorden Oost Gelderland kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd binnen de richtlijnen en limieten van dit Treasurystatuut.
Middelen worden uitsluitend uitgezet in producten waarbij de hoofdsom ten minste aan het einde van de looptijd intact is.
Het kredietrisico wordt zo veel mogelijk tegengegaan door de volgende voorwaarden:
Het uitzetten van middelen op grond van treasury kan alleen aan de volgende instellingen: agentschap van het ministerie van financiën (schatkistbankieren), decentrale overheid (niet zijnde de toezichthoudende provincie) en een financiële instelling. De financiële instelling moet bij voorkeur een in Nederland gevestigde financiële instelling zijn, die valt onder toezicht van De Nederlandsche Bank.
Artikel 7 Intern liquiditeitsrisicobeheer
GGD Noorden Oost-Gelderland beperkt zijn interne liquiditeitsrisico’s door zijn treasuryactiviteiten te baseren op een liquiditeitenplanning welke afgeleid wordt van de begroting en de investeringsplannen. De looptijd van de aan te trekken of uit te zetten middelen moet onderbouwd zijn met een planning van minimaal dezelfde looptijd.
Artikel 10 Uitgezette middelen
Daarbij gelden de volgende randvoorwaarden:
Bij het uitzetten van middelen worden offertes bij minimaal twee instellingen opgevraagd. Vervolgens wordt gekozen voor de hoogste rente, waarvan alleen gemotiveerd kan worden afgeweken. Dit artikel is niet van toepassing op middelen die worden aangehouden in rekening-courant of bij het agentschap van het ministerie van financiën (schatkistbankieren).
Administratieve organisatie en interne controle
Artikel 12 Verantwoordelijkheden
De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van GGD Noorden Oost Gelderland staan in onderstaande tabel gedefinieerd.
In onderstaande tabel is de verdeling van bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede het toezicht daarop.
Artikel 14 Informatievoorziening
De betreffende functionarissen verstrekken over de treasuryactiviteiten ten minste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie:
Het Treasurystatuut wordt iedere vier jaar geactualiseerd of eerder indien beleidsmatige en of financieel inhoudelijke wijzigingen daar aanleiding toe geven.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van GGD Noord- en Oost-Gelderland van 14 april 2016 ,
D.W. ten Brinke, directeur/secretaris
A. Kleijer, voorzitter
Treasury gaat over: sturen en beheersen van, verantwoorden over en toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.
In de financiële verordening (art. 12) is opgenomen dat het dagelijks bestuur een (actueel) treasurystatuut aan het algemeen bestuur ter vaststelling aanbiedt. In de afgelopen jaren is de regelgeving op het gebied van treasury aanzienlijk aangepast, waaronder de invoering van het verplichte schatkistbankieren. In dit statuut worden de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting van de treasuryfunctie.
Daarnaast bevat zowel de programmabegroting als de jaarrekening een paragraaf financiering, zoals aangegeven in Besluit Begroting en Verantwoording (art. 13).
Het Rijk heeft met de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) regels gesteld over hoe decentrale overheden hun geld en kapitaal beheren. Belangrijke elementen in de Wet Fido zijn de gestelde limieten in de vorm van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Op de Wet Fido is verdere regelgeving gebaseerd:
Dit Treasurystatuut past binnen de genoemde regelgeving.
In het Treasurystatuut worden eerst de begripsbepalingen en de doelstellingen van de treasuryfunctie van GGD Noorden Oost Gelderland geformuleerd. De doelstellingen worden vervolgens geconcretiseerd voor het risicobeheer en de op te nemen en uit te zetten middelen. Daarna worden de organisatorische randvoorwaarden van de treasuryfunctie weergegeven. Daarbij ligt het accent op de helderheid bij de verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden en de informatievoorziening.