Organisatie | Ooststellingwerf |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Evenementenbeleid Ooststellingwerf 2016 |
Citeertitel | Evenementenbeleid Ooststellingwerf 2016 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene Plaatselijke Verordening Ooststellingwerf 2017
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-07-2017 | 01-01-2017 | 04-01-2018 | Nieuw beleid | 20-12-2016 | Onbekend |
Evenementenbeleid Ooststellingwerf 2016
Titel: Evenementenbeleid Ooststellingwerf 2016
Treedt in werking op: 1 januari 2017
Het “Evenementenbeleid Ooststellingwerf 2016” is vastgesteld op 20 december 2016 door H. Oosterman, burgemeester van Ooststellingwerf en treedt in werking op 1 januari 2017.
De “Beleidsnota Evenementenbeleid Ooststellingwerf 2013”, vastgesteld bij besluit van 17 september 2013, wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van dit evenementenbeleid.
In de gemeente Ooststellingwerf worden jaarlijks tal van evenementen georganiseerd. Hierbij valt te denken aan de grotere evenementen zoals de kunst- en kijkroute ‘Open Stal’, de ‘Dolle nacht’ en diverse tentfeesten. Daarnaast zijn er kleinere evenementen zoals straatfeesten, buurtbarbecues en rommelmarkten. Veel van deze evenementen vinden jaarlijks of tweejaarlijks plaats en er zijn regelmatig nieuwe of eenmalige initiatieven.
Evenementen zorgen voor plezier en ontspanning, brengen mensen tot elkaar en hebben een positieve uitwerking op de samenhang in gemeenschappen. Daarnaast trekt een evenement bezoekers van buiten de gemeente aan. Hierdoor draagt een evenementbij aan het (positieve) imago van de gemeente en kan het een impuls geven aan de lokale economie.
Evenementen kunnen ook een minder positieve uitwerking hebben. Zo kunnen omwonenden overlast ondervinden zoals geluidshinder, parkeeroverlast of overlast door (tijdelijke) wegafzettingen. Het streven is de overlast zoveel mogelijk tot het minimum te beperken en tegelijkertijd zoveel mogelijk ruimte en vrijheid te geven aan de organisatie van het evenement. Dit wordt gerealiseerd door de gang van zaken rond evenementen adequaat te reguleren, maar ook door de gemeentelijke rol ten aanzien van het faciliteren en stimuleren van evenementen duidelijk in te vullen.
Onder een evenement wordt in de APV verstaan: ‘elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak’. Dit is een brede begripsomschrijving waarop een aantal uitzonderingen zijn gemaakt. De formele omschrijving van het begrip evenement staat in artikel 2:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Ooststellingwerf 2014.
De veiligheid voor alle betrokkenen bij een evenement is een belangrijke vereiste. Voor het classificeren van evenementen wordt de categorieënindeling van de Veiligheidsregio overgenomen. Dit heeft als voordeel dat we dezelfde terminologie gebruiken wat de communicatie tussen de gemeente, de Veiligheidsregio Fryslân en de politie eenvoudig en helder maakt. De Veiligheidsregio richt zich op de vergunningplichtige evenementen en geeft aan dat de richtlijnen voor het reguleren van kleine evenementen een lokale aangelegenheid is.
In dit kader hanteert Ooststellingwerf dan ook een extra categorie, te weten het vergunningvrije evenement.
De Veiligheidsregio Fryslân hanteert de classificaties A-, B- en C-klasse evenement. Een A-klasse evenement is in hoofdzaak een lokale aangelegenheid en kan veelal vergund worden aan de hand van vaste voorschriften en maatregelen. De B- en C-evenementen zijn grootschalige evenementen, welke onderverdeeld worden op risiconiveau.
Het vergunningvrije evenement staat beschreven in de APV art 2.25 lid 2. Geen vergunning is vereist voor een klein evenement, indien:
slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van maximaal 10 m2per object tot een maximum van 50 m2 per straat, danwel één tent geplaatst wordtdie voldoet aan debrandveiligheidseisen (wat ondermeer inhoudt dat daarin nietgelijktijdig meer dan 50 personen aanwezig zijn). Daarnaast is éénspringkussen toegestaan van maximaal 10 m2;
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de belangrijkste regels die een rol kunnen spelen bij de besluitvorming rond evenementen.
De APV vormt de wettelijke basis. De APV maakt onderscheid tussen vergunningsvrije evenementen en vergunningsplichtige evenementen.
Op grond van artikel 2:25 van de APV is het verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. Daarnaast zijn een aantal evenementen aangewezen als vergunningsvrij (zie 1.2).
Op grond van artikel 1:8 APV kan een evenementenvergunningaanvraag alleen geweigerd worden in het belang van de:
De burgemeester heeft de bevoegdheid op basis van de APV om toestemming, door middel van afgifte van een vergunning, te geven voor het organiseren van een evenement.
Het afgeven van de evenementenvergunning is gemandateerd aan de afdeling Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving van de gemeente Ooststellingwerf.
Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.
Indien de aanvraag te laat of onvolledig wordt ingediend kan met inachtneming van een hersteltermijn besloten worden deze niet meer te behandelen (artikel 1:3 van de APV en 4:5 Algemene Wet Bestuursrecht). Een organisator dient er dus zorg voor te dragen dat de aanvraag compleet en op tijd wordt aangeleverd.
Op 19 mei 2015 heeft de burgemeester op grond van artikel 1:3 lid 2 en 3 APV, een aanwijzingsbesluit genomen betreffende de termijn waarop een aanvraag moet zijn ingediend:
In de volgende gevallen wordt de termijn als bedoeld in artikel 1:3 lid 1 APV voor het aanvragen van de vergunning verlengd tot 8 weken:
De termijn voor het indienen van een aanvraag als bedoeld in artikel 1:3 lid 1 van de APV Ooststellingwerf 2014 wordt verlengd tot 14 wekenwanneer het gaat om:
De evenementenvergunning wordt verleend namens de burgemeester. In beginsel is de burgemeester bevoegd om over te gaan tot handhaving van de vergunning(voorschriften). De wettelijke basis hiervoor is artikel 174 Gemeentewet. Onderdeel van die handhavingsactiviteiten is het uitoefenen van toezicht en controle.
De burgemeester heeft de bevoegdheid bevelen te geven als hij/zij denkt dat er een reële kans aanwezig is dat zich wanordelijkheden, oproerige bewegingen of zware ongevallen en rampen zullen voordoen. Deze bevoegdheid geldt ook indien deze situaties daadwerkelijk optreden gedurende het evenement.
De Wet Veiligheidsregio’s regelt de organisatie van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, rampenbestrijding en crisisbeheersing onder één regionaal bestuur.
Bij het organiseren van evenementen moet de Zondagswet in acht worden genomen. Dit heeft als gevolg dat het verboden is om op zondag voor 13.00 uur “openbare vermakelijkheden te houden, daartoe gelegenheid te geven of daaraan deel te nemen”. De burgemeester is bevoegd ontheffing te verlenen van dit verbod.
Voor het verstrekken van zwak alcoholische dranken tijdens evenementen buiten een horecabedrijf is een ontheffing nodig op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet. In deze ontheffing wordt een eindtijd gesteld aan het verstrekken van alcohol.
De evenementen worden ingedeeld volgens de risicoanalysescan.
Afhankelijk van het totaal aantal risicopunten, wordt het evenement ingedeeld in klasse A, B of C. Voor een zorgvuldige behandeling en belangenafweging kan intern en extern advies ingewonnen worden. Tijdige aanlevering van de aanvraag en de bijbehorende stukken is daarbij van belang. (zie hfst. 2.3 ontvankelijkheid).
Wordt een aanvraag te laat ingediend dan kan de burgemeester besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat hij niet op tijd een verantwoorde beslissing kan nemen en er onvoldoende tijd is om het besluit bekend te maken. Het evenement mag dan niet doorgaan.
Voor het kunnen beoordelen van een evenementenvergunningaanvraag moet de organisator naast een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier voor de vergunning, een aantal documenten aanleveren die op de gemeentelijke website (www.ooststelllingwerf.nl) met de zoekvraag ”evenement” te vinden zijn.
Bij een evenement uit de A- categorie moet de complete aanvraag minimaal 8 weken voor aanvang van het evenement zijn ingediend.
Bij een evenement uit de B- en C-categorie moet de complete aanvraag minimaal 14 weken voor aanvang van het evenement ingediend zijn. Bij een B-evenement zal in de meeste gevallen een overleg worden gepland tussen organisator, politie en gemeente en naar behoefte kunnen daar partners als brandweer en GHOR bij aansluiten. Omdat een C-evenement een zogenaamd risicovol evenement is waarbij de aanwezigheid van risico’s zeer waarschijnlijk zijn, wordt hiervoor een multidisciplinair advies gevraagd aan alle betrokken hulpdiensten. De Veiligheidsregio Fryslân is altijd betrokken bij de advisering en planvorming en de overheidsdiensten maken een repressief veiligheidsplan.
Na het ontvangen van de aanvraag en bijbehorende stukken, wordt de vergunning inhoudelijk beoordeeld en bij geen bezwaar kan de vergunning worden verleend.
Dit houdt in dat de vergunning wordt opgesteld en verstrekt aan de aanvrager.
De A-, B- en C evenementen moeten jaarlijks vóór 1 december schriftelijk worden gemeld en vervolgens opgenomen in de evenementenkalender van de Veiligheidsregio Fryslân. Deze evenementenkalender biedt de mogelijkheid om de vergunningverlening van evenementen te stroomlijnen. Het vermelden op de evenementenkalender houdt niet in dat het te organiseren evenement doorgang kan vinden.
Evenementen kunnen overlast bij o.a. omwonenden veroorzaken. Om deze overlast te beperken zijn voor evenementen eindtijden met betrekking tot het verstrekken van drank, gebruik van geluidsapparatuur en sluiting van het evenement bepaald.
De eindtijden van vergunningplichtige evenementen zijn als volgt:
Voor evenementen georganiseerd op een dag waar een nationale feestdag op volgt, gelden de eindtijden:
Bij het organiseren van evenementen is de openbare orde en veiligheid een primair uitgangspunt waar rekening mee gehouden moet worden. In dit hoofdstuk komen diverse daarmee samenhangende punten aan de orde.
De organisator/aanvrager is primair verantwoordelijk voor de veiligheid c.q. gezondheid van de bezoekers van het evenement. In deevenementenvergunningen staan hierover voorwaarden/voorschriften. Deze voorwaarden/voorschriften zijn afhankelijk van het soort evenement. Voor wat betreft de inzet van gecertificeerd beveiligingspersoneel geldt het volgende uitgangspunt; één gecertificeerde beveiliger op 250 toeschouwers/aanwezigen.
Alle panden en terreinen op en rond het evenemententerrein moeten zowel voor de brandweer als de geneeskundige dienst snel en eenvoudig bereikbaar zijn. Daarnaast treedt de politie controlerend en handhavend op met betrekking tot de openbare orde. Dit heeft echter niet als gevolg dat de organisator van een evenement geen verantwoordelijkheid heeft met betrekking tot de openbare orde. De burgemeester kan om redenen van de openbare orde een evenement verbieden als hij de indruk heeft dat de organisator te weinig (beveiligings)maatregelen neemt om het risico op overlast en een beroep op politie-inzet te beperken.
Voorheen zijn wat betreft geluidhinder eindtijden gehanteerd en werd er geen maximaal dB niveau opgelegd. Echter jurisprudentie (uitspraak: ECLI:NL:RVS:2016:1965) heeft uitgewezen dat dit niet meer afdoende is. Gedurende het jaar 2017 wordt dit aspect toegevoegd en zal het actief gecommuniceerd worden richting organisatoren en inwoners.
Om toe te zien op het naleven van de voorschriften van de verleende evenementenvergunning zal door het team VTH bij B- en C-evenementen voorafgaand aan het evenement een voorschouw worden uitgevoerd om te beoordelen of aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan. Ook bij A- evenementen kan een voorschouw plaatsvinden als dat nodig mocht zijn. De naschouw vindt plaats voor het constateren van schade als het evenement op gemeentegrond wordt gehouden.
Bij evenementen zijn mogelijk verkeersmaatregelen nodig die de veiligheid van de bezoekers en/of weggebruikers garanderen. De eventuele wegafsluitingen en/of andere maatregelen bij grootschalige evenementen worden bekendgemaakt via een verkeersbesluit. Dit verkeersbesluit wordt gepubliceerd op de gemeentepagina en de gemeentelijke website.
Een wegafsluiting moet vooraf tijdig worden aangevraagd. Dit kan via het aanvraagformulier op de gemeentelijke website.
De organisator is verantwoordelijk voor het fysiek afsluiten van bijvoorbeeld de toegangswegen door middel van hekken en verkeersregelaars. De verkeersregelaars worden door de burgemeester aangesteld en moeten een e-learning module doorlopen.
De organisator van een evenement moet zorgen dat het terrein en/of straten, waar het evenement is gehouden, schoon en schadeloos wordt achtergelaten. Wanneer dit niet gebeurt zullen, indien het evenement op gemeentegrond wordt gehouden, de kosten voor het schoonmaken en/of het herstellen worden verhaald op de organisator van het betreffende evenement.
Overmatig alcoholgebruik moet worden tegen gegaan. Alcoholverstrekking aan en gebruik door jeugdigen onder de 18 jaar is wettelijk niet toegestaan; de organisator dient daar op toe te zien.
Om alcoholhoudende dranken te kunnen verkopen moet in het kader van de Drank- en Horecawet een ontheffing worden aangevraagd. Deze kan in combinatie met de evenementenvergunning worden aangevraagd. De ontheffing wordt niet verleend indien het om een evenement voor jeugdigen gaat.
Om de overlast van kermissen te minimaliseren is de eindtijd van de kermis 23:00 uur.
De attractie- en speeltoestellen moeten voldoen aan de eisen uit het ‘Warenbesluit attractie- en speeltoestellen’. Volgens dit besluit moet een attractietoestel periodiek gekeurd worden door een keuringsinstantie. Voor een attractie- of speeltoestel dat voldoet aan de eisen verstrekt de keuringsinstantie een certificaat van goedkeuring. Dit certificaat dient de exploitant te kunnen tonen.
Een crosswedstrijd met auto’s of motoren wordt op basis van de begripsbepaling in de APV 2014 gezien als een evenement. In dezelfde APV 2014 (artikel 5.32, lid 1) staat dat het verboden is op een terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets een wedstrijd te houden. Tevens is het niet toegestaan om op een dergelijk terrein voor te bereiden op een wedstrijd, te trainen of een proefrit te houden.
Om motorcrossevenementen mogelijk te maken heeft het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid om van deze algemene regel af te wijken. Artikel 5.32 lid 2 van de APV 2014 stelt het college in staat om terreinen aan te wijzen waarop het verbod uit het eerste lid niet van toepassing is. Indien het college van deze bevoegdheid gebruik maakt worden er regels gesteld ten aanzien van het gebruik van deze (tijdelijke cross) terreinen. Dit in het belang van:
Volledigheidshalve: voor een crosswedstrijd is dus zowel een evenementenvergunning als een aanwijzing van het college noodzakelijk.
De aanwijzing van het college geldt per evenement. Het permanent aanwijzen van een crossterrein gebeurt niet op basis van de APV, maar door middel van een planologische procedure.
Voor het houden van een autocross dienen voor de motorsport de voorschriften van de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging (KNMV) en de Motorsport Organisatie Nederland (MON) in acht genomen te worden. Voor de autosport gelden de voorschriften van de Koninklijke Nationale Autosport Federatie (KNAF).