Organisatie | Delft |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Horeca Exploitatieverordening voor Delft |
Citeertitel | Horeca Exploitatieverordening voor Delft |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 149 Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-10-2010 | nieuwe regeling | 23-09-2010 Delft op Zondag 10-10-2010 | Onbekend | ||
21-12-2009 | 11-10-2010 | nieuwe regeling | 17-11-2009 Delft op Zondag 20-12-2009 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt en/of dranken worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt. Onder een horecabedrijf worden in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder horecabedrijf wordt mede verstaan: een bij dit bedrijf behorend terras en de andere aanhorigheden.
functie-ondersteunende horeca:
Horeca-activiteit die ondersteunend en ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit; de horeca-activiteit is uitsluitend toegankelijk via die van de hoofdactiviteit. Het horecadeel mag maximaal 20% van het voor publiek toegankelijk vloeroppervlak bedragen met een maximum van 250 m2. Van de voorgevel mag maximaal 20% worden benut voor dit horecadeel; er is in het pand vrij toegankelijke sanitaire ruimte. De horeca-activiteit kan alleen naast de hoofdactiviteit worden gevestigd indien het bestemmingsplan dit rechtstreeks toestaat dan wel met een vrijstelling van het bestemmingsplan.
Een strook die naar beoordeling van het college kan worden toegevoegd aan een terras; deze strook bevindt zich vóór een terras, is standaard 1 meter diep en standaard zo breed als de breedte van het pand, en behoort niet tot het terras; de strook mag door de houder gebruikt worden ten behoeve van verplaatsbare objecten ten behoeve van het terras, zoals een buffetkar, een menubord of planten.
Hoofdstuk 2 Vergunningaanvraag en vergunningverlening
Artikel 2 Vergunningplicht exploitatie horecabedrijf
Voor zover de exploitatie als bedoeld in het eerste lid geen terras betreft, geldt het bepaalde in het eerste lid niet voor een functie-ondersteunende, alcoholvrije, horeca-activiteit in een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Voor zover de exploitatie een terras betreft, geldt het verbod als bedoeld in het eerste lid onverkort.
In afwijking van het bepaalde in artikel 2:7 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft beslist de burgemeester in geval van een vergunningaanvraag die ook betrekking heeft op één of meer bij het horecabedrijf behorende terrassen voorzover deze zich op de weg bevinden over de ingebruikneming van die weg ten behoeve van het terras.
Voor zover het in het eerste lid genoemde verbod betrekking heeft op het exploiteren van een terras geldt dat het bepaalde in dit lid niet van toepassing is voorzover in het betreffende onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het Provinciaal wegenreglement of indien er sprake is van een evenement als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft, waarvoor vergunning is verleend.
In afwijking van het gestelde in het tweede lid, aanhef en onder a, kan de burgemeester de vergunning desalniettemin verlenen indien in een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, ten behoeve van de vestiging of de exploitatie van het horecabedrijf afgeweken wordt van het bestemmingsplan en er geen weigeringsgronden zijn als bedoeld in het tweede lid, onder b en c.
De burgemeester kan, in overleg met het college, voor de gehele gemeente of een deel daarvan, een terrassenkaart opstellen met inachtneming van het geldende beleid en de omstandigheden in de praktijk.
Artikel 4 Uitbreiding of wijziging horecabedrijf
Indien de exploitatie van een horecabedrijf, of een gedeelte daarvan, waarvoor een vergunning als bedoeld in artikel 2 is verleend, wordt uitgebreid of ingrijpend wordt gewijzigd, dient een nieuwe exploitatievergunning te worden aangevraagd.
Artikel 6 De vergunningaanvraag en de beslissing daarop
De aanvraag om een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2 wordt gedaan op een daartoe door de burgemeester vastgesteld formulier. Het formulier dient volledig te worden ingevuld, ondertekend en van alle in het formulier gevraagde documenten te zijn voorzien alvorens de aanvraag in behandeling wordt genomen.
Artikel 9 Intrekking, wijziging of vervallen van vergunning of ontheffing
De burgemeester kan de vergunning of ontheffing intrekken of wijzigen:
indien de voorschriften gebaseerd op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en/of de Wet milieubeheer en/of de artikelen van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer en/of de maatwerkvoorschriften gebaseerd op het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer dan wel het in dat kader vastgesteld beleid niet zijn of worden nagekomen;
De burgemeester is bevoegd nadere regels te stellen in het kader van hetgeen in deze verordening is bepaald.
De burgemeester kan, ter bescherming van het woon- en leefklimaat, door middel van een beperkend voorschrift bij de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2 bepalen dat voor een afzonderlijk horecabedrijf en/of een daartoe behorend terras andere sluitingstijden gelden dan bedoeld in het eerste en tweede lid.
Artikel 12 Ontheffing sluitingsuur horecabedrijf
Bij daadwerkelijk gebruik van de ontheffing moet het raamexemplaar door de houder van het horecabedrijf met onuitwisbare inkt worden voorzien van de datum van geldigheid op de wijze zoals bij de ontheffingsvoorschriften is bepaald. Het raamexemplaar dient aan het horecabedrijf te worden bevestigd op de wijze als bedoeld in artikel 15, derde lid, van deze verordening.
Artikel 14 Afvalbakken bij horecabedrijf
De houder van een horecabedrijf, waar eet- en/of drinkwaren worden verkocht ter directe consumptie op de weg voor of nabij het horecabedrijf, is verplicht duidelijk zichtbaar onder het bereik van publiek een mand, bak of soortgelijk voorwerp, niet zijnde een afvalcontainer, aanwezig te hebben, waarin papier, etensresten en ander afval kunnen worden achtergelaten.
Hoofdstuk 3 Toezicht op de naleving en strafbepalingen
Artikel 15 Vervroegde sluiting
De burgemeester is bevoegd in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, voor een of meer horecabedrijven tijdelijk andere dan de krachtens artikel 11 en 12 geldende sluitingstijden vast te stellen of tijdelijke sluiting te bevelen.
In geval het bevel van de burgemeester, genoemd in het eerste lid, niet kan worden afgewacht, is de houder of beheerder van een horecabedrijf verplicht op het door een ambtenaar van politie gegeven bevel het verstrekken van eet- en/of drinkwaren te staken of te doen staken en zijn horecabedrijf te sluiten of te doen sluiten.
Artikel 16 Aanwezigheid in gesloten horecabedrijf
Het is bezoekers van een horecabedrijf verboden, gedurende de tijd dat dit bedrijf krachtens het bepaalde in deze verordening, dan wel anderszins, gesloten dient te zijn, zich daarin of aldaar te bevinden.
Artikel 19 Toegang ambtenaren van politie
De houder van een horecabedrijf is verplicht ervoor te zorgen dat ambtenaren van politie vanaf de weg onmiddellijk en onbelemmerd toegang hebben tot zijn horecabedrijf:
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de personen werkzaam in de functie van Controleur Openbare Ruimte van de Sector Toezicht Openbare Ruimte en de personen werkzaam in de functie van Milieu-inspecteur handhaving en Medewerker milieuhandhaving Milieutoezicht.
Overtreding van de in deze verordening opgenomen artikelen en de krachtens deze artikelen gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of ten hoogste een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen.
Voor zover aan de orde dient in regelgeving van de gemeente Delft waar vermeld staat Exploitatieverordening Horeca 1998, gelezen te worden Horeca Exploitatieverordening voor Delft.
Op de datum dat de Horeca Exploitatieverordening voor Delft in werking treedt vervalt de Exploitatieverordening Horeca 1998 en de daarbij behorende toelichting.
Artikel 24 Overgangsbepalingen
Vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de Exploitatieverordening Horeca 1998 blijven – indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening – van kracht tot de termijn, waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken of zijn vervallen.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de Exploitatieverordening Horeca 1998 blijven – indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en bepalingen zijn opgelegd ook zijn vervat in deze verordening – van kracht tot de termijn, waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing - hoe ook genaamd - op grond van de Exploitatieverordening Horeca 1998 is ingediend en alsdan nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de Exploitatieverordening Horeca 1998 toegepast.
burgemeester
mr. drs. G.A.A.Verkerk
griffier
R.H. van Luyk
Gewijzigd bij raadsbesluit van 23 september 2010. Bekendgemaakt 10 oktober 2010.
Bijlage: Overzicht van wijzigingen Horeca Exploitatieverordening voor Delft voorheen Exploitatieverordening Horeca 1998