Verordening ambtelijke bijstand en ondersteuning

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a)

  Informatie: feitelijke informatie van geringe omvang, inzage in of afschrift van openbare documenten;

• b)

  Advies: het geven van een deskundig oordeel;

• c)

  Bijstand; het verzamelen en verwerken van informatie en het verlenen van hulp bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties.

Een raadslid dat of een raadsgroepering die informatie of advies wenst, kan zich daarvoor rechtstreeks wenden tot de ambtenaren die belast zijn met de advisering over de uitvoering van het betreffende onderwerp.

• 1.

  Een raadslid dat of een raadsgroepering die ambtelijke bijstand wenst, kan daartoe een verzoek doen bij de griffier.

• 2.

  De griffier houdt in een register bij hoeveel verzoeken om ambtelijke bijstand een raadslid of raadsgroepering per jaar doet en vermeld daarbij:

  • a)

    Welk raadslid of welke raadsgroepering om bijstand heeft verzocht;

  • b)

    Over welk onderwerp om bijstand is verzocht.

• 3.

  De raad kan besluiten voor enig jaar een bedrag beschikbaar te stellen voor ondersteuning van de raad en het college van burgemeester en wethouders opdracht te geven een reglement ter nadere uitvoering van de onder- steuning aan de raad ter besluitvorming in de raad voor te bereiden.

De griffier kan de secretaris verzoeken om verlening van ambtelijke bijstand aan het raadslid of de raadsgroepering. De secretaris verleent de gevraagde bijstand, indien:

• a)

  de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

• b)

  de bijstand redelijkerwijs kan worden verleend;

• c)

  de bijstand het belang van de gemeente niet kan schaden, en

• d)

  de bijstand door de griffier niet zelf, of niet geheel zelf, kan worden verleend.

• 1.

  Een raadslid of raadsgroepering kan aangeven dat een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies geheim gehouden wordt.

• 2.

  Indien het college of leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of de in-houd van het gegeven advies, wenden zij zich daartoe rechtstreeks bij het betrokken raadslid of de betrokken raadsgroepering.

• 1.

  Wanneer een raadslid of raadsgroepering niet tevreden is over verschafte informatie, advies of bijstand, kan hij of zij dit voorleggen aan de griffier.

• 2.

  Indien het advies of bijstand betreft die door ambtenaren is gegeven die onder verantwoordelijkheid van het college werken, bespreekt de griffier de bevindingen als bedoeld in het eerste lid met de secretaris en deelt hij de uitkomst van het overleg aan het raadslid of de raadsgroepering mee.

• 3.

  Indien het raadslid of de raadsgroepering van mening is dat het overleg met de griffier geen bevredigend resultaat heeft, dan kan hij of zij de zaak voorleggen aan de raadsvoorzitter c.q. het presidium.

Indien ambtenaren die bij de verlening van bijstand betrokken zijn, worden uitgenodigd om hun advies of deskundige mening hetzij mondeling in een commissie- of raadsvergadering, hetzij schriftelijk toe te lichten, zijn zij verplicht hier-aan gehoor te geven.

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening ambtelijke bijstand en ondersteuning.

Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij bekendgemaakt is onder gelijktijdige intrekking van de Regeling inzake het verstrekken van ambtelijke bijstand aan de leden van de gemeenteraad van 14 oktober 1993.