Regeling watersporten en kustgebruik

Artikel 1  

De begripsomschrijvingen van de artikelen 1:1 en 5:24 APV zijn van overeenkomstige toepassing op deze regeling.

Artikel 2  

Onder raaipalen worden verstaan de op het strand geplaatste en genummerde palen met een rode kop.

Artikel 3  

Het is uitsluitend toegestaan om zeil- en surfplanken, catamarans en andere vergelijkbare vaartuigen vanaf land of vanuit openbaar water op de kust te brengen of te hebben in de gebieden die zijn aangeduid als ‘recreatief strand’. Dit zijn de gebieden die zijn gelegen tussen de raaipalen:

• .

  9.77 en 17.60;

• .

  18.99 en 21.91;

• .

  27 en 28.20;

• .

  32 en 33.02;

• .

  9.77 en 10.13, uitsluitend in de periode van 1 november tot 1 april, en

• .

  27 en 27.45, uitsluitend in de periode van 1 november tot 1 april.

Artikel 4  

Artikel 3 is ook van toepassing op vaartuigen die worden ingezet door watersportverenigingen en —scholen ten behoeve van de bewaking en beveiliging van de watersportactiviteiten van die verenigingen en scholen.

• a.

  In de passanten- en verenigingshaven in Oudeschild is het toegestaan vaartuigen vanaf land of vanuit openbaar water op de kust te brengen.

• b.

  Langs de Volharding in De Cocksdorp is het toegestaan pleziervaartuigen vanaf land of vanuit openbaar water op de kust te brengen.

• c.

  Onder pleziervaartuigen als bedoeld in sub b worden verstaan de voor sport- en vrijetijdsdoeleinden bedoelde vaartuigen, ongeacht het type of de wijze van voortstuwing, die niet zijn bestemd voor het vervoeren van passagiers voor commerciële doeleinden.

Artikel 5  

Vliegeren en strandzeilen zijn uitsluitend toegestaan op het strand in de gebieden die zijn aangeduid als ‘sportief strand’. Dit zijn de gebieden die zijn gelegen tussen de raaipalen:

• .

  17.60 en 19.99; en

• .

  28.20 en 32, met uitzondering van 50 meter in een straal langs de harde zeewering rond de vuurtoren.

Artikel 6  

Uitsluitend de in artikel 5 genoemde gebieden mogen worden gebruikt als start- en aanlandingsplaats voor kitesurfen. Tijdens het kitesurfen dienen kitesurfers, wanneer zij niet langer varen op het openbaar water dat direct aansluit op de in het zesde lid genoemde gebieden, voldoende afstand te houden tot het strand, zwemmers en andere watersporters. Onder voldoende afstand wordt verstaan een zodanige afstand dat zwemmers en andere watersporters niet worden gehinderd of in gevaar worden gebracht.

Artikel 7  

Paardrijden en met paarden aangespannen rijden zijn in de periode van 1 mei tot 1 oktober toegestaan op het strand van zonsopgang tot 10:00 uur en van 19:00 uur tot zonsondergang, uitsluitend in de gebieden die zijn aangeduid als ‘recreatief strand’ en ‘sportief strand’. Dit zijn de gebieden die zijn gelegen tussen de raaipalen:

• .

  9.77 en 21.91;

• .

  27 en 28. 20, en

• .

  32 en 33.02.

Artikel 8  

Deze regeling treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt, onder gelijktijdige intrekking van de voorgaande regeling.