Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hattem

Verordening op de heffing en de invordering van een precariobelasting 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHattem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van een precariobelasting 2017
CiteertitelVerordening precariobelasting 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlage04. belastingverordeningen 2017 verordening precariobelasting inclusief tarieventabel

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

intrekking oude verordening per 01-01-2018

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 228

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201701-01-2018 intrekking oude verordening

12-12-2016

GVOP, 30-12-2016

2016/46-IV

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een precariobelasting 2017

No.: 46-IV

Onderwerp:

Verordening precariobelasting 2017

------------------------------------------------

 

De raad der gemeente Hattem;

 

gelezen het voorstel van het college d.d. 15 november 2016, no 201609540

 

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING 2017.

Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam ”precariobelasting” wordt een directe belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 3 Heffingsgrondslag en tarief

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de tarieven en maatstaven als opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een vierkante of strekkende meter als een volle eenheid gerekend.

  • 3.

    Indien een oppervlaktetarief is vastgesteld wordt de belasting berekend naar de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald

  • 4.

    Indien voor het hebben van voorwerpen een vergunning verleend is, wordt voor de berekening van de belasting aangesloten bij de maateenheid waarvoor de vergunning verleend is.

Artikel 4 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting waarvoor een jaartarief wordt geheven, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting waarvoor een dagtarief geldt, worden geheven bij wege van aanslag, dan wel bij wege van schriftelijke kennisgeving, waaronder begrepen een rekening of nota.

Artikel 5 Heffingstijdvak

Het heffingstijdvak is het kalenderjaar waarin de voorwerpen aanwezig zijn.

Artikel 6 Tijdstippen van verschuldigdheid en betaling

  • 1.

    De belasting welke bij wege van aanslag wordt geheven is verschuldigd bij aanvang van het heffingstijdvak of, indien dit later is, op het tijdstip waarop de belastingplicht aanvangt en moet worden voldaan binnen één maand na de dagtekening van de aanslag.

  • 2.

    De belasting welke bij wege van schriftelijke kennisgeving wordt geheven moet worden voldaan binnen één maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 7 Ontheffing en ontstaan van de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak

  • 1.

    Indien na de kennisgeving, rekening of nota aannemelijk wordt gemaakt, dat het belastbare feit zich slechts gedurende een gedeelte van het voor de berekening van de belasting in aanmerking genomen heffingstijdvak voordoet, of zal voordoen, wordt op aanvraag ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van het jaartarief als na het eindigen van de belastingplicht nog volle kalendermaanden in het heffingstijdvak overblijven.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak aanvangt wordt het tarief berekend over zoveel twaalfde gedeelten als na het ontstaan van de belastingplicht nog volle kalendermaanden in het heffingstijdvak overblijven.

Artikel 8 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 9 Overgangsrecht

De Verordening Precariobelasting 2016, van 14 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten welke zich voor deze datum hebben voorgedaan.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

  • 2.

    De ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Artikel 11 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Precariobelasting 2017".

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Hattem, gehouden op 12 december 2016.

 

De raad voornoemd,

 

 

, voorzitter.

 

 

 

, griffier.