Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alkmaar

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Alkmaar houdende Beleidsregel handhaving Opiumwet bij drugs in woningen en lokalen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlkmaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van de burgemeester van de gemeente Alkmaar houdende Beleidsregel handhaving Opiumwet bij drugs in woningen en lokalen
CiteertitelBeleidsregel handhaving Opiumwet bij drugs in woningen en lokalen
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregel Damoclesbeleid gemeente Alkmaar.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 13b lid 1 Opiumwet
  2. titel 4.3 Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-07-2017nieuwe regeling

30-06-2017

Gemeenteblad 2017, 116600

.

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Alkmaar houdende Beleidsregel handhaving Opiumwet bij drugs in woningen en lokalen

De burgemeester van Alkmaar;

 

gelet op het bepaalde in artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet en hoofdstuk 4, titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de navolgende beleidsregel handhaving Opiumwet bij drugs in woningen en lokalen

 

Beleidsregel handhaving Opiumwet bij drugs in woningen en lokalen

 

Inleiding

De gemeente Alkmaar wordt steeds vaker geconfronteerd met de illegale verkoop van verdovende middelen of productieplaatsen daarvan. Op grond van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden om verdovende middelen (soft- en harddrugs) te telen, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren alsmede aanwezig te hebben en te vervaardigen. Handel, gebruik en de aanwezigheid van drugs hebben een nadelig effect op de openbare orde, de veiligheid en de volksgezondheid. Het zijn strafbare feiten, die per definitie een inbreuk vormen op de openbare orde. De gemeente is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid, het beschermen van de volksgezondheid en het woon- en leefklimaat van haar inwoners. Handel, gebruik en de aanwezigheid van drugs in woningen en lokalen is in het belang van de openbare orde en het algemeen maatschappelijk belang volstrekt ontoelaatbaar. Vanuit dit oogpunt maakt de burgemeester gebruik van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet. Dit past binnen de Kadernota Veiligheid Alkmaar 2016-2018.

 

Ingevolge artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet is de burgemeester bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

 

Voor de toepassing van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet is niet vereist dat daadwerkelijk drugs worden verhandeld in een woning of lokaal. Voldoende is dat drugs aanwezig zijn met het doel om die in of vanuit de woning of het lokaal te verkopen, af te leveren of te verstrekken. Daarbij is in beginsel aannemelijk dat de drugs voor verkoop, aflevering of verstrekking zijn bestemd, indien de aangetroffen drugs de maximale hoeveelheid voor eigen gebruik, te weten 0,5 gram bij harddrugs en 5 gram bij softdrugs, overschrijdt.

 

Het is wenselijk beleid te formuleren ten aanzien van de toepassing van de bevoegdheid op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet. Dit handhavingsbeleid dient te worden aangemerkt als beleidsregel, zoals bedoeld in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Dit handhavingsbeleid is alleen van toepassing op woningen en lokalen waar het gebruik en de verkoop van softdrugs niet wordt gedoogd op grond van het geldende coffeeshopbeleid. Vanwege de specifieke status van coffeeshops is hiervoor afzonderlijk handhavingsbeleid vastgesteld.

Bevoegdheid en verantwoordelijkheid burgemeester

Deze beleidsregel gaat exclusief over de bevoegdheid van de burgemeester om op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet bestuursdwang toe te passen indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Er is een aparte beleidsregel handhaving Opiumwet bij hennepplantages in woningen of lokalen.

Strafrecht en bestuursrecht in de Opiumwet

De Opiumwet stelt de in- en uitvoer van drugs, de teelt, de verkoop, het bezit en het vervoer van drugs strafbaar. De strafrechtelijke kant van de Opiumwet is gericht op de aanpak van de handel en de handelaren. Het Openbaar Ministerie heeft niet de mogelijkheid om te beletten dat een lokaal of een woning gebruikt wordt voor hennepteelt. De burgemeester heeft deze bevoegdheid wel op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet.

 

Artikel 13b van de Opiumwet is dan ook een bestuursrechtelijk element in de Opiumwet. Handel, gebruik en aanwezigheid van drugs hebben een nadelig effect op de openbare orde. Bij de handel in drugs wordt de aantasting van de openbare orde zonder meer aangenomen. De aantasting van de openbare orde is geabstraheerd, met andere woorden de openbare ordeverstoring hoeft niet door middel van feiten of omstandigheden te worden aangetoond.

 

De sluiting op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet is bedoeld om de geconstateerde overtredingen van de Opiumwet te beëindigen en om verdere overtredingen te voorkomen. De sluiting is gericht op herstel van de openbare orde en is niet bedoeld om de belanghebbenden te straffen. De maatregel heeft niet mede als strekking leed toe te voegen, zodat deze geen punitief karakter heeft en er geen sprake is van een zogenoemde “criminal charge” als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Persoonlijke verwijtbaarheid speelt geen rol bij de vraag of zich een situatie voordoet die tot sluiting van de woning noopt.

Aanwijzing Opiumwet

Het College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie heeft in de “Aanwijzing Opiumwet” bepaald dat 0,5 gram harddrugs (middel als bedoeld in lijst I van de Opiumwet) en 5 gram softdrugs (middel als bedoeld in lijst II van de Opiumwet) als een geringe hoeveelheid bestemd voor eigen gebruik, wordt aangemerkt. Bij de beoordeling of bestuursdwang zal worden toegepast in het kader van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet gaat de burgemeester uit van het beleid van het Openbaar Ministerie.

Inkadering beleid

Deze beleidsregel is alleen van toepassing op woningen en lokalen waar het gebruik en de verkoop van softdrugs niet wordt gedoogd op grond van het geldende coffeeshopbeleid. In beginsel zal de bevoegdheid van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet altijd worden toegepast in ernstige gevallen en in geval van recidive. Bestuursdwang bestaat dan uit het sluiten van de woning of het lokaal. Het opleggen van een last onder dwangsom in plaats van bestuursdwang is niet aan de orde. Bestuursdwang is een directer middel dat, in tegenstelling tot de dwangsom, tot feitelijke beëindiging van de overtreding zal leiden. Bestuursdwang is de meest effectieve maatregel om de met de Opiumwet strijdige situatie te doen beëindigen en herhaling ervan te voorkomen.

Sluitingscriteria

De handel in drugs in en vanuit een woning vormt een aantasting van het woon- en leefklimaat en een inbreuk op de openbare orde. Naast de strafrechtelijke aanpak van drugshandel in woningen, wil de gemeente ook bestuurlijk optreden tegen de handel in drugs in en vanuit woningen. De bevoegdheid om middels oplegging van een last onder bestuursdwang een woning te sluiten is – gelet op de daarmee gepaard gaande grondrechten – ingrijpend en daarom een uiterst middel. Sluiting van een woning is een ultimum remedium. Bij de overige, minder ernstige gevallen volgt bij de eerste overtreding van de Opiumwet een waarschuwing.

 

Er is sprake van een ernstig geval indien wordt voldaan aan één of meer van de volgende criteria:

  • 1.

    indien in een woning minimaal 50 gram harddrugs (middel als bedoeld in lijst I van de Opiumwet) zijn aangetroffen;

  • 2.

    indien andere feiten en omstandigheden dan de aangetroffen harddrugs wijzen op de handel in harddrugs (middel als bedoeld in lijst I van de Opiumwet) in en vanuit een woning;

  • 3.

    indien in een woning minimaal 5000 gram softdrugs (middel als bedoeld in lijst II van de Opiumwet) zijn aangetroffen;

  • 4.

    indien er naast overtredingen van de Opiumwet in en vanuit een woning, sprake is van strafbare feiten zoals geweld, (vuur)wapens en/of munitie, waardoor de openbare orde is verstoord;

  • 5.

    indien er sprake is van gevaar en/of overlast voor omwonenden, waardoor het woon- en leefklimaat is aangetast;

  • 6.

    indien in de woning niet wordt gewoond;

  • 7.

    indien feiten en omstandigheden wijzen op georganiseerde drugshandel, zoal de aanwezigheid van verpakkingsmateriaal, grote som(men) (handels)geld, weegschaal, assimilatielampen en dergelijke en/of de verklaringen of meldingen van getuigen, omwonenden, gebruikers, handelaren en dergelijke;

Sluitingstermijnen woningen

Indien aan één of meerdere bovenstaande criteria wordt voldaan, is naar het oordeel van de burgemeester sprake van een ernstig geval, waardoor de openbare orde dermate ernstig is verstoord dat de woning dient te worden gesloten in het belang van herstel van de openbare orde.

 

De burgemeester neemt bij de bepaling van de sluitingsduur van woningen in aanmerking dat middelen van lijst I harddrugs zijn en derhalve een grotere bedreiging vormen voor de volksgezondheid en de openbare orde dan middelen als bedoeld op lijst II. Dit verschil komt tot uitdrukking in de sluitingstermijnen. Bij recidive zal ook een langere sluitingstijd nodig zijn om de openbare orde te laten herstellen.

 

De onderstaande sluitingstermijnen zijn van toepassing op ernstige gevallen, waarvoor sluitingscriteria zijn vastgesteld. Bij overige, minder ernstige gevallen volgt bij de eerste overtreding van de Opiumwet een waarschuwing. Bij de volgende overtreding binnen 5 jaar volgt dan een sluiting overeenkomstig de onderstaande sluitingstermijnen. Dit neemt bijvoorbeeld bij harddrugs niet weg dat indien in eerste instantie een waarschuwing is gegeven, bij een tweede overtreding een sluiting wordt bevolen voor onbepaalde tijd met een minimum van 2 jaar omdat er sprake is van een ernstig geval. Dezelfde systematiek geldt ook bij softdrugs.

 

Harddrugs

  • De burgemeester beveelt de sluiting van de woning voor de duur van 1 jaar, indien daar een middel als bedoeld in lijst I wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;

  • Indien in deze woning opnieuw de Opiumwet wordt overtreden binnen 5 jaar na de vorige (eerste) overtreding, wordt de woning door de burgemeester gesloten voor onbepaalde tijd met een minimum van 2 jaar. Vanwege de verstoring van de openbare orde door het opnieuw overtreden van de Opiumwet is het noodzakelijk dat deze woning wordt gesloten voor onbepaalde tijd, omdat op voorhand moeilijk is te bepalen na verloop van welke periode de openbare orde is hersteld van deze nieuwste overtreding van de Opiumwet;

  • Zodra naar het oordeel van de burgemeester de openbare orde niet langer vereist dat deze sluiting wordt voortgezet, kan de sluiting worden opgeheven. Ter bescherming van de openbare orde en het woon- en leefklimaat kan dit verzoek eerst worden gedaan na het verstrijken van 2 jaar sinds de sluiting is bevolen.

     

Overtreding harddrugs in woning

Sluitingstermijn

Minder ernstige gevallen

1ste overtreding: waarschuwing

2de overtreding: sluiting voor de duur van 1 jaar

3de overtreding: sluiting voor onbepaalde tijd met een minimum van 2 jaar

Ernstige gevallen

1ste overtreding: sluiting voor de duur van 1 jaar

2de overtreding: sluiting voor onbepaalde tijd met een minimum van 2 jaar

 

Softdrugs

  • De burgemeester beveelt de sluiting van de woning voor de duur van 6 maanden, indien daar een middel als bedoeld in lijst II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;

  • Indien in deze woning opnieuw de Opiumwet wordt overtreden binnen 5 jaar na de vorige (eerste) overtreding, doordat in deze woning een middel als bedoeld in lijst II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig, wordt de woning door de burgemeester gesloten voor 1 jaar;

  • Indien in deze woning opnieuw de Opiumwet wordt overtreden binnen 5 jaar na de vorige (tweede) overtreding, wordt de woning door de burgemeester gesloten voor onbepaalde tijd met een minimum van 2 jaar. Vanwege de verstoring van de openbare orde door het opnieuw overtreden van de Opiumwet is het noodzakelijk dat deze woning wordt gesloten voor onbepaalde tijd, omdat op voorhand moeilijk is te bepalen na verloop van welke periode de openbare orde is hersteld van deze nieuwste overtreding van de Opiumwet;

  • Zodra naar het oordeel van de burgemeester de openbare orde niet langer vereist dat deze sluiting wordt voortgezet, kan deze sluiting worden opgeheven. Ter bescherming van de openbare orde en het woon- en leefklimaat kan dit verzoek eerst worden gedaan na het verstrijken van 2 jaar sinds deze sluiting is bevolen.

     

Overtreding softdrugs in woning

Sluitingstermijn

Minder ernstige gevallen

1ste overtreding: waarschuwing

2de overtreding: sluiting voor de duur van 6 maanden

3de overtreding: sluiting voor de duur van 1 jaar

4de overtreding: sluiting voor onbepaalde tijd met een minimum van 2 jaar

Ernstige gevallen

1ste overtreding: sluiting voor de duur van 6 maanden

2de overtreding: sluiting voor de duur van 1 jaar

3de overtreding: sluiting voor onbepaalde tijd met een minimum van 2 jaar

Sluitingstermijnen lokalen

Bij lokalen geldt een strenger handhavingsregime dan bij woningen in verband met het grondwettelijk beschermde woonrecht waar men zich ingeval van lokalen niet op kan beroepen. Bij lokalen wordt in beginsel bestuursdwang toegepast. De burgemeester neemt bij de bepaling van de sluitingsduur van lokalen in aanmerking dat middelen van lijst I harddrugs zijn en derhalve een grotere bedreiging vormen voor de volksgezondheid en de openbare orde dan middelen als bedoeld op lijst II. Dit verschil komt tot uitdrukking in de sluitingstermijnen. Bij recidive zal ook een langere sluitingstijd nodig zijn om de openbare orde te laten herstellen.

 

Harddrugs

  • De burgemeester beveelt de sluiting van lokalen (niet zijnde coffeeshops met een gedoogstatus) voor de duur van 1,5 jaar, indien daar een middel als bedoeld in lijst I wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;

  • Indien in dit lokaal opnieuw de Opiumwet wordt overtreden binnen 5 jaar na de vorige (eerste) overtreding, wordt het lokaal gesloten voor onbepaalde tijd met een minimum van 2,5 jaar. Vanwege de verstoring van de openbare orde door het opnieuw overtreden van de Opiumwet is het noodzakelijk dat deze lokalen worden gesloten voor onbepaalde tijd, omdat op voorhand moeilijk is te bepalen na verloop van welke periode de bekendheid van deze lokalen als plaats waar drugs is te verkrijgen zal zijn verdwenen. Bovendien vergt het tijd voordat de openbare orde is hersteld van deze nieuwste overtreding van de Opiumwet;

  • Zodra naar het oordeel van de burgemeester de openbare orde niet langer vereist dat deze sluiting wordt voortgezet, kan deze sluiting worden opgeheven. Ter bescherming van de openbare orde en het woon- en leefklimaat kan dit verzoek eerst worden gedaan na het verstrijken van 2,5 jaar sinds deze sluiting is bevolen.

     

Overtreding harddrugs in lokalen (niet zijnde coffeeshops met een gedoogstatus

Sluitingstermijnen

Het verkopen, afleveren, verstrekken dan wel daartoe aanwezig hebben van een middel als bedoeld in lijst I

1ste overtreding: sluiting voor de duur van 1,5 jaar

2de overtreding: sluiting voor onbepaalde tijd met een minimum van 2,5 jaar

 

Softdrugs

  • De burgemeester beveelt de sluiting van lokalen (niet zijnde coffeeshops met een gedoogstatus) voor de duur van 1 jaar, indien daar een middel als bedoeld in lijst II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;

  • Indien in dit lokaal opnieuw de Opiumwet wordt overtreden binnen 5 jaar na de vorige (eerste) overtreding, wordt dit lokaal door de burgemeester gesloten voor onbepaalde tijd met een minimum van 2 jaar. Vanwege de verstoring van de openbare orde door het opnieuw overtreden van de Opiumwet is het noodzakelijk dat deze lokalen worden gesloten voor onbepaalde tijd, omdat op voorhand moeilijk is te bepalen na verloop van welke periode de bekendheid van deze lokalen als plaats waar drugs is te verkrijgen zal zijn verdwenen. Bovendien vergt het tijd voordat de openbare orde is hersteld van deze nieuwste overtreding van de Opiumwet;

  • Zodra naar het oordeel van de burgemeester de openbare orde niet langer vereist dat deze sluiting wordt voortgezet, kan deze sluiting worden opgeheven. Ter bescherming van de openbare orde en het woon- en leefklimaat kan dit verzoek eerst worden gedaan na het verstrijken van 2 jaar sinds deze sluiting is bevolen.

     

Overtreding softdrugs in lokalen (niet zijnde coffeeshops met een gedoogstatus

Sluitingstermijnen

Het verkopen, afleveren, verstrekken dan wel daartoe aanwezig hebben van een middel als bedoeld in lijst II

1ste overtreding: sluiting voor de duur van 1 jaar

2de overtreding: sluiting voor onbepaalde tijd met een minimum van 2 jaar

Langere sluitingstermijn

De burgemeester kan gemotiveerd een langere sluitingstermijn opleggen dan bovenstaande sluitingstermijnen voor woningen en lokalen indien er sprake is van verzwarende omstandigheden.

Spoedeisende bestuursdwang

Indien bestuursdwang wordt toegepast in verband met een overtreding van de Opiumwet is spoedeisend optreden noodzakelijk omdat de openbare orde ernstig is verstoord. De burgemeester maakt dan in de regel gebruik van de spoedsluiting op basis van artikel 5:31, tweede lid, van de Awb. Vanwege het spoedeisende karakter van de bevolen sluiting, is het niet mogelijk om de motivering van de sluiting onmiddellijk op schrift te stellen. De motivering van de sluiting wordt dan zo spoedig mogelijk op schrift gesteld en aan belanghebbenden toegezonden.

 

De burgemeester kan van deze regel afzien en een last onder bestuursdwang voorbereiden door eerst een voornemen bekend te maken waartegen zienswijzen, hetzij schriftelijk, hetzij mondeling, kunnen worden ingediend. De burgemeester zal van deze reguliere Awb-procedure gebruik maken bij woningen vanwege de persoonlijke omstandigheden en de daarmee samenhangende grondrechten (o.a. recht op ongestoord woongenot, privéleven e.d.) die bij woningen een belangrijke rol spelen. Een begunstigingstermijn is niet bedoeld om de belanghebbende een laatste kans te bieden om sluiting te voorkomen, maar alleen om sluiting door de burgemeester te voorkomen. Met andere woorden: de belanghebbende kan toepassing van bestuursdwang voorkomen maar de sluiting niet. Indien de woning feitelijk niet wordt bewoond kan de burgemeester de zienswijzeprocedure overslaan en het pand sluiten door spoedeisende bestuursdwang toe te passen.

Toepassing bestuursdwang

Bij toepassing van bestuursdwang worden maatregelen getroffen die geen of een zo gering mogelijk negatief effect hebben op het woon- en leefklimaat. Dit betekent dat in de regel woningen en lokalen niet zullen worden dichtgetimmerd. Wel worden de sloten van de toegangsdeuren van de woning vervangen. Daarnaast wordt een openbare bekendmaking op de toegangsdeur(en) van de woning aangebracht, zodat deze sluiting kenbaar is.

 

Na sluiting van de woning wordt dit verwerkt in het register dat wordt bijgehouden op grond van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (WKPB). Het WKPB-register houdt de publiekrechtelijke beperkingen ten aanzien van onroerende zaken bij. Indien de sluiting wordt opgeheven of de sluitingstermijn afloopt, wordt dit aangepast in het WKPB-register.

Opheffing sluiting

De burgemeester kan de sluiting van de woning of het lokaal opheffen of de sluitingsduur verminderen, indien naar zijn oordeel de openbare orde in en in de directe omgeving van de woning of het lokaal dermate is hersteld dat voortzetting van de sluiting niet langer is vereist. De burgemeester heft de sluiting alleen op indien vaststaat dat de huurder of eigenaar van de woning of het lokaal niet betrokken is geweest bij de verkoop, het afleveren of verstrekken dan wel het daartoe aanwezig hebben van middelen als bedoeld in lijst I en II van de Opiumwet. De burgemeester kan de sluiting opheffen indien door het treffen van concrete en door de gemeente verifieerbare maatregelen er op wordt toegezien dat herhaling van nieuwe overtredingen van de Opiumwet wordt voorkomen. Deze maatregelen moeten zijn gericht op het voorkomen van nieuwe overtredingen van de Opiumwet. Alleen een nieuwe huurder of gebruiker van het pand is daarvoor onvoldoende.

 

Indien er sprake is van samenloop met andere strafbare feiten zoals wapens en/of munitie, geweld, bedreiging, dan heft de burgemeester vanwege de ernstigere verstoring van de openbare orde de sluiting in beginsel niet op. Indien de sluiting wordt opgeheven, dan moet de woning of het lokaal wel eerst geruime tijd zijn gesloten in verband met de verstoring van de openbare orde, voordat de sluiting wordt opgeheven.

Intrekking, overgangsrecht en inwerkingtreding

De Beleidsregel “Damoclesbeleid gemeente Alkmaar”, zoals vastgesteld op 27 oktober 2015, wordt ingetrokken.

 

De Beleidsregel handhaving Opiumwet bij drugs in woningen en lokalen treedt inwerking de dag na bekendmaking daarvan.

 

Het recht zoals dat gold voor de inwerkingtreding van de Beleidsregel handhaving Opiumwet bij drugs in woningen en lokalen blijft van toepassing op gegeven waarschuwingen en daarop volgende besluiten.

Alkmaar, 30 juni 2017

P.M. Bruinooge,

burgemeester