Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Handhavingsarrangement seksbranche

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHandhavingsarrangement seksbranche
CiteertitelHandhavingsarrangement seksbranche
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

APV, Hoofdstuk 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2017Onbekend

27-06-2017

Gmb 2017 nr. 112076

Collegebesluit d.d. 27 juni 2017, nr. 3.8

Tekst van de regeling

Intitulé

Handhavingsarrangement seksbranche

 

 

Het college van Burgemeester en Wethouders en de burgemeester van de gemeente Nijmegen d.d. 27 juni 2017;

Overwegende:

Dat op 1 januari 2017 het gewijzigde prostitutiehoofdstuk in de APV van Nijmegen in werking is getreden;

Gelet op:

Hoofdstuk 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

Besluiten:

  • ·

    het “Handhavingsarrangement seksbranche” vast te stellen;

  • ·

    dit besluit op de dag na bekendmaking in werking te laten treden;

  • ·

    het eerder genomen besluit van 13 juni 2000 tot vaststelling van het “ Handhavingsprotocol Prostitutie” in te trekken.

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie.

De burgemeester, De gemeentesecretaris,

drs. H.M.F. Bruls mr. drs. A.H. van Hout

De burgemeester,

drs. H.M.F. Bruls

 

Handhavingsarrangement seksbranche

 

Inleiding

In samenspraak met diverse ketenpartners (verschillende gemeenten in de regio Oost- Nederland, politie, Openbaar Ministerie en het RIEC) is een handhavingsarrangement opgesteld voor seksinrichtingen en escortbedrijven. Dit handhavingsarrangement zorgt ervoor dat handhaving eenduidig en consistent wordt uitgevoerd. Het handhavingsarrangement heeft tot doel:

·De handhavingsactiviteiten van politie, justitie en gemeente op elkaar af te stemmen en

zoveel mogelijk complementair te laten zijn;

  • ·

    Dat geconstateerde overtredingen gevolgd worden door een reactie die qua intensiteit zo goed mogelijk aansluit bij de ernst van de overtreding;

  • ·

    Kenbaar te maken aan de ‘overtreder’ welke maatregel hij van de overheid kan verwachten na een overtreding.

Dit handhavingsarrangement is gebaseerd op de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (Wrp). Nu de invoering van deze wet lang op zich laat wachten en op basis van deze wet er wel een landelijk model-APV beschikbaar is, besluiten in toenemende mate gemeenten deze in te voeren. Als een gemeente daartoe besluit is onderstaand handelingskader toepasbaar. Zonder aanpassing van de APV is dit kader in die zin niet te gebruiken. Waar verwezen wordt naar artikelen, zijn dit artikelen uit de APV Nijmegen, welke conform de model-APV is aangepast.

 

Bestuurlijke handhaving

Bestuurlijkehandhaving

De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente. Hij beschikt over de bestuurlijke middelen om de openbare orde en veiligheid te beschermen en de bevoegdheid om vergunningen te verlenen aan seksbedrijven.

Door het bestuurlijk toezicht op de seksbranche kan de burgemeester handhaven bij de constatering van overtredingen van de vergunningvoorschriften of bij andere misstanden. In dit handhavingsarrangement staat beschreven op welke overtreding welke bestuurlijke maatregel volgt. Daarnaast kunnen controles door de bestuurlijk toezichthouder leiden tot signalen voor de opsporing.

 

Strafrechterlijke aanpak

Strafrechtelijkeaanpak

Bij de bestuurlijke controle van de prostitutiebranche is het noodzaak de focus ook te leggen op ernstige misstanden, zoals de aanwezigheid van minderjarige prostituees dan wel signalen van mensenhandel. Strafrechtelijke opsporing en vervolging van deze misdrijven hebben en houden hoge prioriteit bij de politie en het Openbaar Ministerie.

Bij (vermoedens van) ernstige misdrijven, zoals de misdrijven genoemd in artikel 273f en 248b van het Wetboek van Strafrecht (mensenhandel/gedwongen prostitutie en ontucht met een minderjarige prostituee) zal het Openbaar Ministerie altijd een opsporingsonderzoek starten en waar mogelijk tot vervolging overgaan.

Gemeenten worden door het OM of de politie geïnformeerd wanneer een seksbedrijf in verband kan worden gebracht met dergelijke misdrijven. Exploitanten van seksbedrijven zijn verantwoordelijk om dergelijke misstanden in hun seksbedrijf te voorkomen. In deze gevallen wordt parallel aan het strafrechtelijk onderzoek, indien het bedrijf in verband kan worden gebracht met de genoemde misdrijven, bestuursrechtelijk opgetreden. Het strafrechtelijk optreden vindt plaats conform de Aanwijzing mensenhandel, dan wel de Aanwijzing Zeden.

Handhavingsarrangementseksbranche

Dit handhavingsarrangement geldt voor zowel de vergunde seksbedrijven als voor de illegale prostitutie.

Om duidelijk te maken welke regels voor welke activiteit gelden zijn vier handhavingskaders opgesteld: Handhavingskader A is van toepassing op alle seksbedrijven (activiteit 1 t/m 4); Handhavingskader B is aanvullend van toepassing op de seksbedrijven met een seksinrichting; Handhavingskader C is aanvullend van toepassing op de prostitutiebedrijven (activiteit 1 en 2); Daarnaast is nog een apart handhavingskader D opgesteld voor de aanpak van illegale prostitutie.

 

Overzicht handhavingskaders

Dehandhavingskaders

Activiteit

A.Algemeen handhavingskader

Geldig voor activiteit 1 t/m 4 (geldig voor alle seksbedrijven)

B.Handhavingskader locatiegebonden seksbedrijven

Geldig voor activiteit 1, 3 en 4 (prostitutiebedrijven, seksuele handeling voor een ander en erotisch-pornografische vertoning)

C.Handhavingskader prostitutiebedrijven

Geldig voor activiteit 1 en 2 (prostitutie en escortbedrijven)

D.Handhavingskader illegale prostitutie

Het aanbieden van prostitutie zonder benodigde vergunning

 

Imperatieve intrekkingsgronden

Imperatieveintrekkingsgronden

In de APV staan de gronden vermeld die direct tot intrekking van de vergunning leiden. Deze gronden hoeven daarom niet in het handhavingsarrangement te worden opgenomen, aangezien er geen beleidsmatige afweging plaatsvindt. Hoofdstuk 3 van de model-APV is zoveel mogelijk in de lijn van de Wrp geschreven.

 

Verjaring

Verjaring

Voor het bestuurlijke traject binnen het handhavingsarrangement geldt dat een volgende stap wordt gezet in het stappenplan, wanneer binnen een jaar na een vorig incident of constatering opnieuw een incident of overtreding plaats vindt. Een incident of overtreding blijft wel vijf jaar meetellen. Vindt een incident of overtreding plaats binnen vijf jaar na het vorige incident of overtreding, maar is de vorige keer langer dan een jaar geleden, dan wordt de handhavingsstap die voor dat bedrijf en die ondernemer geldt, herhaald.

 

Afwijkingsbevoegdheid

De burgemeester heeft bij zijn besluitvorming over te treffen bestuurlijke maatregelen een inherente afwijkingsbevoegdheid. De stappen in het handhavingskader gelden daarbij als uitgangspunt. Als de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven, kan de burgemeester afwijken van deze uitgangspunten. Zo kan hij besluiten om een stap over te slaan en niet eerst te waarschuwen, maar meteen tot een maatregel over te gaan. De burgemeester kan ook besluiten af te zien van het treffen van een maatregel, of te volstaan met een waarschuwing. De burgemeester zal een afwijking van het handhavingskader expliciet in zijn besluit motiveren.

 

Drank- en Horecawet

Drank-enHorecawet

Een aantal seksbedrijven heeft ook een Drank- en Horecawetvergunning. Overtredingen van de Drank- en Horecawet worden gehandhaafd conform het op dat moment geldende handhavingsmodel Drank- en Horecawet.

 

Wet Bobob

WetBibob

Prostitutiebedrijven zijn een kwetsbare branche gezien de relatie met strafbare feiten zoals uitbuiting en mensenhandel. Bij een nieuwe vestiging of bij een overname of wijziging wordt de betreffende vergunningaanvraag daarom getoetst aan de Wet BIBOB.

 

Strafrechterlijke handhaving

Strafrechtelijkehandhaving

Bij elke overtreding die genoemd staat in de tabellen hieronder geldt, dat indien er aanwijzing/signalen zijn van mensenhandel, de politie en het openbaar ministerie zal handelen zoals voorgeschreven in de Aanwijzing Mensenhandel en de Richtlijn voor Strafvordering Mensenhandel. De Aanwijzing Mensenhandel heeft de volgende uitgangspunten:

  • ·

    mensenhandel wordt geïntegreerd aangepakt;

  • ·

    signalen van mensenhandel worden in alle gevallen opgepakt;

  • ·

    relevante aanknopingspunten voor onderzoek worden, in overleg met de officier van justitie, onderzocht en leiden zo mogelijk tot vervolging;

  • ·

    een financieel onderzoek maakt een vast onderdeel uit van het opsporingsonderzoek en bij de vervolging wordt ingezet op afnemen van het wederrechtelijk verkregen vermogen;

  • ·

    bij de aanpak wordt zo veel mogelijk internationale samenwerking gezocht;

  • ·

    slachtofferzorg neemt een centrale plaats in. Slachtoffers worden correct bejegend en met aandacht voor hun specifieke situatie. Slachtoffers worden ondersteund tijdens de rechtsgang, bijvoorbeeld bij het verkrijgen van een schadevergoeding. Slachtoffers worden beschermd tegen vervolging ter zake van strafbare feiten waartoe zij als slachtoffer van mensenhandel zijn gedwongen en tegen secundaire victimisatie.

De richtlijn geeft duidelijke uitgangspunten voor de te eisen straffen, waarmee de werkbaarheid wordt vergroot en de rechtszekerheid gediend.

Bij vermoedens van ontucht met minderjarigen zal politie en openbaar ministerie handelen zoals voorgeschreven in de Aanwijzing Zeden en de Richtlijn voor Strafvordering seksueel misbruik van minderjarigen

Uitgangspunten van de Aanwijzing Zeden zijn:

  • ·

    Het schenden van in het strafrecht neergelegde normen vraagt in beginsel om correctie, afkeuring en herstel van de geleden schade. Het strafrecht is in beginsel repressief van aard, maar kan – gecombineerd met andere interventies en op voldoende selectieve wijze ingezet – bijdragen aan veiligheid en het voorkómen van herhaling.

  • ·

    De belangen van slachtoffers wegen zwaar mee bij de afweging of en zo ja hoe in een zeden zaak strafrechtelijk opgetreden moet worden door of onder verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie. De veiligheid van slachtoffers en de risico’s op herhaald slachtofferschap en herhaald daderschap worden hierbij steeds goed voor ogen gehouden. Veiligheids- en risicotaxatie vormen derhalve in alle stadia van opsporing en vervolging een belangrijke leidraad voor (prioritering van) handelen;

  • ·

    Waar het belang van waarheidsvinding botst met het belang van behoud en versterking van veerkracht van slachtoffers worden deze belangen steeds zorgvuldig tegen elkaar afgewogen om te voorkomen dat het strafrechtelijk onderzoek leidt tot schade bij slachtoffers en anderen.

  • ·

    Het openbaar ministerie handelt in samenwerking en samenhang met de relevante netwerkpartners. Ook in het netwerkverband houdt het openbaar ministerie de belangen van slachtoffers en anderen (waarborg veiligheid en behoud en versterken veerkracht) nadrukkelijk voor ogen. Daartoe wordt het (sociale) systeem rondom zowel het slachtoffer als de (kwetsbare) verdachteof dader betrokken.

De Richtlijn geeft uitgangspunten weer voor de te eisen straffen indien het slachtoffer van een zedendelict minderjarig is.

 

A. Algemeen handhavingskader

A.Algemeenhandhavingskader

Hieronder staan de handhavingsstappen die voor alle seksbedrijven gelden.

 

Handhavingskader A voor alle seksbedrijven

HandhavingskaderAvooralleseksbedrijven

Overtreding

Toezichthouder

Gemeente (burgemeester)

Gebruik van de inrichting in strijd met de vergunning voorschriften of beperkingen.

Artikel3.2.7 lid2 aanhef ondera

1e constatering:

Bestuurlijk rapportage naar de burgemeester

1e constatering:

Schriftelijke waarschuwing

2e constatering:

Bestuurlijk rapportage naar de burgemeester

2e constatering:

Intrekken vergunning voor 1 maand

3e constatering:

Bestuurlijk rapportage naar de burgemeester

3e constatering:

Intrekking vergunning en sluiting pand

Handelen in strijd met het sluitingsuur.

Artikel3.3.1

1e constatering:

Bestuurlijk rapportage naar de burgemeester

1e constatering:

Schriftelijke waarschuwing

2e constatering:

Bestuurlijk rapportage naar de burgemeester

2e constatering:

Intrekken vergunning voor 1 maand

3e constatering:

Bestuurlijk rapportage naar de burgemeester

3e constatering:

Intrekking vergunning en sluiting pand

Overlast voor de omgeving.

1e constatering:

Bestuurlijk rapportage naar de burgemeester

1e constatering:

Schriftelijke waarschuwing

2e constatering:

Bestuurlijk rapportage naar de burgemeester

2e constatering:

Intrekken vergunning voor 1 maand

3e constatering:

Bestuurlijk rapportage naar de burgemeester

3e constatering:

Intrekking vergunning en sluiting pand

B.Handhavingskaderseksinrichtingen

Dit handhavingskader geldt aanvullend op handhavingskader A voor de seksbedrijven met een seksinrichting. Het gaat om bedrijven die een voor publiek toegankelijke besloten ruimte hebben om:

  • -

    bedrijfsmatig gelegenheid te geven tot prostitutie (activiteit 1)

  • -

    bedrijfsmatig gelegenheid te geven tot het verrichten van seksuele handelingen voor een ander (activiteit 3, bijvoorbeeld een peepshow)

  • -

    bedrijfsmatig vertoningen van erotisch-pornografische aard tegen betaling aan te bieden (activiteit 4, bijvoorbeeld een seksbioscoop)

     

Exploiterennietconforminrichtings-engebruikseisen

Voor seksbedrijven kunnen lokaal nadere regels gelden met betrekking tot de constructieveiligheid, brandveiligheid, werkruimten en verblijfruimten in het seksbedrijf. Gebruikelijk is te handhaven in dit soort situaties op grond van het bouwbesluit. Als op lokaal niveau wordt besloten ter zake aanvullende regels te stellen via de APV kan onderstaand model worden gehanteerd.

 

HandhavingskaderBvoorseksbedrijvendiegeenprostitutie aanbieden

Overtreding

Toezichthouder

Gemeente(burgemeester)

Exploitatie niet conform inrichtings- en gebruikseisen.

1e constatering: Waarschuwing

1e constatering: Waarschuwing

2e constatering (binnen jaar na vorige

constatering):

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

2e constatering:

Schorsen exploitatievergunning 3 maanden

3e constatering (binnen jaar na vorige

constatering):

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

3e constatering:

Intrekken exploitatievergunning

Ernstiggevaarvoordeverspreidingvaninfectieziekten

Artikel 47 van de Wet publieke gezondheid (Wpg) geeft de burgemeester de bevoegdheid om maatregelen te nemen om het gevaar van verspreiding van infectieziekten te voorkomen. De burgemeester treft deze maatregelen op advies van. Indien sprake is van een ernstig gevaar voor verspreiding van infectieziekten vanuit een seksbedrijf, kan onder meer besloten worden de inrichting te sluiten of te ontsmetten. Ook kunnen voorschriften van technisch-hygiënische aard worden opgelegd.

 

C.Handhavingskaderprostitutiebedrijven

Dit handhavingskader geldt aanvullend voor de prostitutiebedrijven en escortbedrijven. Het gaat om bedrijven die:

  • -

    bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie (activiteit 1, tevens handhavingskader A en B van toepassing)

  • -

    bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie in de vorm van bemiddeling tussen klant en sekswerker (activiteit 2, tevens handhavingskader A van toepassing)

     

HandhavingskaderCvoorprostitutiebedrijven

Overtreding

Toezichthouder

Gemeente (burgemeester)

Wanneer signalen van mensenhandel of andere vormen van dwang of uitbuiting niet direct aan de politie zijn gemeld.

Artikel3.3.5 lid2 aanhef onder e

1e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

1e constatering:

Waarschuwing

2e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

2e constatering:

Schorsen vergunning 1 maand

3e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

3e constatering:

Intrekken vergunning

Er gehandeld is in strijd met de in het bedrijfsplan beschreven maatregelen.

Artikel3.2.7 lid2 aanhef ondere

1e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

1e constatering:

Waarschuwing

2e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

2e constatering:

Schorsen vergunning 1 maand

3e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

3e constatering: Intrekken vergunning

De bedrijfsadministratie niet is bewaard volgens de wettelijke termijnen of niet beschikbaar is voor de toezichthouder.

Artikel3.3.5 lid2aanhefonderc

1e constatering:

Bestuurlijke waarschuwing naar de burgemeester

1e constatering:

Waarschuwing

2e constatering:

Bestuurlijke waarschuwing naar de burgemeester

2e constatering:

Schorsen vergunning 1 maand

3e constatering:

Bestuurlijke waarschuwing naar de burgemeester

3e constatering: Intrekken vergunning

Prostituees redelijkerwijs niet hun eigen werktijden kunnen bepalen.

Artikel3.3.5 lid2aanhefonder a

1e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

1e constatering:

Waarschuwing

2e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

2e constatering:

Schorsen vergunning 1 maanden

3e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

3e constatering:

Intrekken vergunning

Medewerkers van instellingen die met goedkeuring van de burgemeester of het college voornemens zijn voorlichtings- en preventieactiviteiten uit te voeren of voorlichtingsmateriaal te verspreiden, niet worden toegelaten.

Artikel3.3.5 lid2 aanhef onderd

1e constatering: Bestuurlijke waarschuwing

1e constatering: Waarschuwing

2e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

2e constatering: Schorsen vergunning 1

maand

3e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

3e constatering:

Intrekken vergunning

De exploitant of de beheerder het toezicht belemmert of bemoeilijkt.

Artikel3.2.7 lid2 aanhef onder g

1e constatering:

Bestuurlijke waarschuwing

1e constatering:

Waarschuwing

2e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

2e constatering:

Schorsen vergunning 1 maand

3e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

3e constatering:

Intrekken vergunning

Het is verboden in advertenties voor een seksbedrijf onveilige seks aan te bieden of te garanderen dat prostituees die voor het betreffende bedrijf werken vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen.

Artikel3.3.2 aanhef onderc

1e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

1e constatering:

Schorsen vergunning 1 maand

2e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

2e constatering:

Schorsen vergunning 3 maanden

3e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

3e constatering: Intrekken vergunning

 

Toelichtingverantwoordelijkheidexploitantbijsignalenvanmisstanden

De exploitant van een prostitutiebedrijf is verantwoordelijk dat er geen misstanden plaatsvinden vanuit zijn/haar bedrijf. Wanneer misstanden worden geconstateerd wordt zeer kritisch naar de rol van de exploitant en beheerders gekeken. Bij nalatigheid en/of verwijtbaarheid van de exploitant en/of beheerder(s) wordt de vergunning direct ingetrokken. Dit geldt ook wanneer vermoedens van misstanden niet direct aan de gemeente of politie zijn gemeld.

Bij de gevallen waar geen sprake is van nalatigheid en/of verwijtbaarheid wordt gekeken naar de feiten en omstandigheden van de onderneming. Hierbij wordt bijvoorbeeld gekeken naar de historie van de exploitatie, de maatregelen die worden getroffen om misstanden te voorkomen en relatie tot de toezichthouder ten aanzien van informatie-uitwisselingen en het bespreken van signalen van misstanden.

 

Toelichtinginstrijdhandelenmet bedrijfsplan

Ter bescherming en verbetering van de positie van de sekswerker en klanten is het van belang dat seksbedrijven exploiteren conform de maatregelen zoals beschreven in het bedrijfsplan. De burgemeester is bevoegd hierop te handhaven.

 

Toelichtinginstrijdhandelenmet eisenadvertenties

Het is conform artikel 3:13 van de APV verboden om met onveilige seks te adverteren of in advertenties te garanderen dat prostituees, die voor het bedrijf werken, vrij zijn van soa’s. Daarnaast dient in elke advertentie het in de vergunning vermelde telefoonnummer van het bedrijf, de bedrijfsnaam en het vergunningkenmerk vermeld te worden. Op deze manier kan de toezichthouder achterhalen om welk bedrijf het gaat en in welke gemeente de vergunning is afgegeven.

 

D.Handhavingskader illegaleprostitutie

Illegale prostitutie onttrekt zich aan elke vorm van toezicht en is daardoor kwetsbaar voor misstanden, zoals mensenhandel en uitbuiting. Er wordt dan ook bestuursrechtelijk opgetreden tegen illegale prostitutie door zowel maatregelen te treffen ten aanzien van de overtreder als de faciliteerder.

Indien op bedrijfsmatige wijze prostitutie wordt aangeboden zonder benodigde vergunning dan is sprake van illegale prostitutie. De illegale prostitutie kan plaatsvinden in panden of in de openbare ruimte (straat-, raamprostitutie). Wanneer bedrijfsmatige prostitutie plaatsvindt in een pand kan de handhaving zich richten op het pand, of de personen die als overtreder worden aangemerkt.

Bij illegale prostitutie in panden vervullen vaak verschillende personen een faciliterende rol. Er wordt dan ook gehandhaafd op deze faciliterende partijen.

Hieronder staat omschreven op welke wijzen bestuursrechtelijk tegen illegale prostitutie wordt opgetreden.

 

Maatregelentenaanzienvan deovertreder

 

Overtreding

Toezichthouder

Gemeente(burgemeester)

Exploitatie zonder vergunning.

Artikel3.2.1 lid1

1e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

A.In eerste instantie wordt beoordeeld of de situatie te legaliseren valt en zo ja, dient exploitant een vergunning aan te vragen.

B.Als blijkt dat A niet kan, bestuursrechtelijke handhaving.

1e constatering: In geval van A. Waarschuwing Ingeval van B.

Opleggen last onder dwangsom tot €1.000,-

2e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

2e constatering:

Opleggen verhoogde last onder dwangsom tot €2.500,-

3e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

3e constatering:

Herhaling opleggen verhoogde last onder dwangsom tot €5.000,-

Toelichting

Indien de vrees bestaat voor herhaling of onvoldoende flankerende maatregelen kunnen worden getroffen, kan bij de eerste constatering direct een last onder dwangsom worden opgelegd. Deze vrees voor herhaling is bijvoorbeeld aanwezig wanneer de toezichthouder de afgelopen vijf jaar al eerder de overtreder heeft gewaarschuwd voor de overtreding van artikel, ook wanneer dit buiten de gemeente is geweest.

 

Maatregelentenaanzienvanopenbareinrichtingenenbedrijfspanden

Overtreding

Toezichthouder

Gemeente(burgemeester)

Exploitatie zonder vergunning.

Artikel3.2.1lid1

1e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

1e constatering:

Sluiten van het pand voor drie maanden

2e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

2e constatering (binnen een jaar na vorige constatering):

Sluiting van het pand voor onbepaalde tijd

 

Maatregelen ten aanzien van woningen

Maatregelentenaanzienvanwoningen

Overtreding

Toezichthouder

Gemeente(burgemeester)

Exploitatie zonder vergunning.

Artikel3.2.1lid1

1e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

1e constatering:

Opleggen last onder dwangsom tot €1.000,-

2e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

2e constatering ( binnen een jaar na vorige constatering):

Sluiting zes maanden

3e constatering:

Bestuurlijke rapportage naar de burgemeester

3e constatering (binnen een jaar na constatering):

Sluiting voor onbepaalde tijd

Toelichting

Wanneer een woning als bedrijfsmatig prostitutiebedrijf wordt gebruikt, wordt de woning niet meer feitelijk gebruikt als woning. In dergelijke gevallen wordt de illegale situatie zo snel mogelijk beëindigd door een sluiting. In beginsel gaat de burgemeester over tot sluiting van de woning voor de duur van drie maanden. Binnen de eerste maand van de sluiting vindt een zienswijzengesprek plaats. Wanneer de pandeigenaar kan aantonen dat hijzelf door concrete maatregelen de illegale situatie heeft beëindigd (zoals het ontbinden van de huurovereenkomst en/of ontruimen van de woning) en herhaling wordt voorkomen (bijvoorbeeld door aangepaste wijze van verhuur) kan na één maand worden afgezien van een verdere sluiting.

Wanneer sprake is van overlast en loop op het pand, kan ondanks goede maatregelen van de pandeigenaar toch de langere sluitingsduur van drie maanden worden opgelegd. Dit wordt in deze gevallen nodig geacht om de loop uit het pand te halen.