Inspraakverordening Waterland 2005

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

• a.

  inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van besluitvorming door gemeentelijke bestuursorganen (gemeenteraad, college van burgemeester en wethouders, burgemeester);

• b.

  inspraakprocedure: de wijze waarop vorm gegeven wordt aan de inspraak.

• 1.

  Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van besluitvorming.

• 2.

  Geen inspraak wordt verleend:

  • a.

    ten aanzien van ondergeschikte afwijking of herzieningen van eerder vastgesteld beleid;

  • b.

    als inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift uitgesloten is;

  • c.

    als sprake is van uitvoering van hogere regelgeving en het bestuursorgaan daarbij geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

  • d.

    ten aanzien van de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen, een en ander als bedoeld in titel IV van de Gemeentewet;

  • e.

    als de uitvoering van een besluit dermate spoedeisend is dat de uitkomst van een inspraakprocedure niet kan worden afgewacht;

  • f.

    als het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4 Inspraakprocedure

Het bestuursorgaan stelt in voorkomende gevallen, voorzover afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is, met het oog op uitvoering van artikel 3 lid 1 van deze verordening een inspraakprocedure vast. Daarbij regelt het in elk geval:

• -

  het openbaar maken van de aanvraag tot het nemen van het besluit, of van het ontwerp van het ambtshalve danwel op aanvraag te nemen besluit, met de daarop betrekking hebbende stukken;

• -

  het beschikbaar stellen van openbaar gemaakte stukken;

• -

  de termijn voor, de wijze van indienen, en de behandeling van inspraak door ingezetenen en belanghebbenden. Indien naar de mening van het college sprake is van lichte gevallen zal voor het indienen van inspraak een termijn van 4 weken gelden, in andere gevallen zal daarvoor een termijn van 6 weken gelden.

• 1.

  Ingezetenen en belanghebbenden kunnen over de wijze van uitvoering van deze verordening en de inspraakprocedure, tot vier weken na afloop van de inspraakprocedure een schriftelijke klacht indienen bij het betrokken bestuursorgaan.

• 2.

  Het betrokken bestuursorgaan handelt de klacht af binnen vier weken na ontvangst. De afhandeling kan met ten hoogste vier weken worden verdaagd.

• 1.

  Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

• 2.

  Het eindverslag bevat in elk geval:

  • a.

    een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

  • b.

    een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

  • c.

    een reactie op deze zienswijzen, waarin gemotiveerd aangegeven of en op welke punten tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan;

  • d.

    een samenvatting van ingediende klachten en de afhandeling daarvan.

• 3.

  De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op de datum van publicatie in Ons Streekblad.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening Waterland 2005.