Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Krimpenerwaard

Beleidsnota Schulddienstverlening 2016- 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKrimpenerwaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsnota Schulddienstverlening 2016- 2018
CiteertitelBeleidsnota Schulddienstverlening 2016- 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Nota ziet op de jaren 2016 t/m 2018 en is dus per 1-1-2019 uitgewerkt.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikelen 2 en 3 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-07-201701-01-201501-01-2019Nieuw beleid

28-04-2016

Gemeenteblad 03-07-2017, Nr. 112408

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsnota Schulddienstverlening 2016- 2018

“Een toekomstgerichte schulddienstverlening met maatwerkoplossingen”

 

INHOUDSOPGAVE

Samenvatting

  • 1.

    Inleiding

  • 2.

    Visie en doelen van het schulddienstverleningsbeleid 2016-2018

    • 2.1

      Visie

    • 2.2

      Doelen

    • 2.3

      Kwaliteit en indicatoren

  • 3.

    Een effectieve schulddienstverlening in de Krimpenerwaard

    • 3.1

      Voor wie?

    • 3.2

      Regie en onze partners

    • 3.3

      Uitvoering

    • 3.4

      Instrumenten

    • 3.5

      Beleidsaccenten

    • 3.6

      Indicatoren

  • 4.

    Integrale aanpak

    • 4.1

      Hoe gaan we dit bereiken?

    • 4.2

      Samenwerken met het Sociaal Domein

    • 4.3

      Samenwerken met partnerorganisaties

    • 4.4

      Indicatoren

  • 5.

    Voorkomen is beter dan genezen

    • 5.1

      Preventie en vroegsignalering

    • 5.2

      Indicatoren

  • 6.

    Activeren en ondersteuning van cliënten

    • 6.1

      Hoe gaan we dit bereiken?

    • 6.2

      Indicatoren

  • 7.

    Nazorg

    • 7.1

      Wat doen wij om dit te bereiken?

    • 7.2

      Beleidsaccent

    • 7.3

      Indicatoren

  • 8.

    Financiën: beheersbaar budget

    • 8.1

      Budgetten

    • 8.2

      Ontwikkelkosten

    • 8.3

      Aantallen

    • 8.4

      Risico’s

    • 8.5

      Verantwoording

    • 8.6

      Evaluatie

Afkortingenlijst

Samenvatting

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) heeft als doel om tot een effectievere gemeentelijke schulddienstverlening te komen. Deze wet moet er toe leiden dat minder mensen in een (problematische) schuldensituatie terechtkomt, dat de kwaliteit van de schuldregeling wordt verhoogd en recidive wordt teruggebracht.

 

Met dit beleidsplan voldoen wij aan de wettelijke plicht om een beleidsplan schuldhulpverlening op te stellen. Voor u ligt het beleidsplan Schulddienstverlening 2016-2018, ‘Een toekomstgerichte schulddienstverlening met maatwerkoplossingen’. Met dit beleidsplan leggen wij ons handelen op het gebied van schuldhulpverlening vast. Het betreft een raamwerk van afspraken op hoofdlijnen. Jaarlijks evalueert het college en zal zij een jaarplan overleggen waarin aangegeven wordt welke korte termijn worden ingezet. Het jaarplan 2016 is daarvoor het eerste jaarplan.

 

Wij zetten in op het voorkomen van schuldenproblematiek en op armoedebestrijding in de breedste zin van het woord. Belangrijk daarbij is dat wij inzetten op preventie door middel van vroegsignalering. In de uitvoering werken wij samen met partnerorganisaties.

 

In dit plan hebben wij onze doelstellingen opgesteld, geven wij aan wat wij daarvoor doen en welke indicatoren wij daarvoor gebruiken. Sommige indicatoren zijn kwantificeerbaar, sommige indicatoren kunnen wij slechts kwalificeren. Wij leggen daarnaast onze accenten in beleid rondom schuldhulpverlening zoals preventie en kwaliteit.

 

Kwaliteit en kwaliteitsborging maakt deel van uit van dit plan. Verder beschrijven wij in dit plan welke preventieve maatregelen wij inzetten, wat wij als gemeente zelf doen, wat onze partnerorganisatie doen en de wijze waarop wij aandacht besteden aan doelgroepen zoals ouderen en gezinnen met inwonende, minderjarige kinderen. Maar ook hebben wij aandacht voor cliënten die al bekend zijn binnen de gemeente en die een te verwachten hoog risicoprofiel hebben zoals uitkeringsgerechtigden, zorgmijders, nieuwkomers en jongeren > 18 jaar.

 

Evaluatie en monitoring zijn belangrijke instrumenten om zicht te houden op de effecten van ons beleid en om zo nodig bij te sturen.

 

1. Inleiding

Daar waar in de jaren 2012 tot 2014 schulden van Nederlandse huishoudens leek af te nemen, is in de afgelopen tijd de schuldenproblematiek in Nederlands fors toegenomen 1 . In 2013 werd ingeschat dat er van in totaal 7,5 miljoen huishoudens in Nederland 2 tussen 373.000 en 531.000 huishoudens zijn die zich in een problematische schuldsituatie bevinden 3 . Daarnaast lopen nog eens 719.000 tot 916.000 huishoudens een serieus risico om in een problematische schuldsituatie terecht te komen.

 

Het Nibud maakt zich vooral zorgen om traditionele kostwinnersgezinnen met twee of meer kinderen. Hierbij werkt één van de ouders en verdient deze rond Euro 35.000,- bruto per jaar (modaal). In Nederland bestaan ongeveer 90.000 gezinnen waarvan één van de partners een jaarinkomen heeft tot Euro 35.000,- per jaar. Het Nibud omschrijft deze doelgroep als een risicogroep. Deze gezinnen krijgen geen kwijtschelding van lokale belastingen en krijgen geen zorg- of huurtoeslag.

 

Een slechte financiële situatie vormt een belemmering voor het actief kunnen participeren binnen de samenleving. Door schuldenproblematiek ontstaat er in alle opzichten sociaal isolement. Schuldenproblematiek heeft onder meer invloed op de fysieke en psychische gezondheid van mensen, zorgt voor uitsluiting in de samenleving en belemmert arbeidsparticipatie.

 

De maatschappelijke kosten van schuldhulpverlening zijn hoog. Niet alleen in kosten maar vooral ook omdat de impact van schuldenproblematiek groot is. Schuldenproblematiek staat niet op zich en is veelal onderdeel van een onderliggende problematiek binnen huishoudens en moet daarom ook in samenhang met andere levensgebieden (werken, wonen, inkomen, gezondheid) opgepakt worden.

 

Problematische schulden vormen niet alleen een probleem voor degenen met schulden, maar ook voor de schuldeiser(s) en voor de samenleving. Daar waar in het verleden enkel aandacht was voor het oplossen van de schulden, is er afgelopen jaren steeds meer aandacht voor de gedragskant van degenen met schuldenproblematiek. Wat is de oorzaak van de schulden, wat is de rol van degenen met schulden daarin, is deze persoon in staat de problemen op te lossen, wat is de houding en het gedrag van degene met schuldenproblematiek en is hij/zij gemotiveerd? Uit onderzoek blijkt dat de motivatie van mensen om uit de schulden te komen bepalend is voor het slagen van een schuldhulpverleningstraject.

 

Een toenemend beroep op schuldhulpverlening, de toenemende complexiteit van schuldhulpvragen en teruglopende budgetten van gemeenten vragen om een aanscherping van het beleid. Het betekent het maken van fundamentele keuzes door de gemeente door bijvoorbeeld in te zetten op preventie of curatie (=vrije vertaling in de context: oplossing).

 

De gemeentelijke zorgplicht zoals beschreven in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) breidt zich uit. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor nieuwe taken door de Participatiewet en de decentralisaties Jeugdzorg en Algemene wet bijzondere zorgkosten (Awbz) extramuraal. De rijksbudgetten worden gekort en overgeheveld naar de gemeente.

 

Schuldhulpverlening is een expliciete taak die onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid valt. Integrale schulddienstverlening is ‘het actief ondersteunen van de inwoner bij het vinden van een oplossing voor zijn/haar financiële problemen of problematische schuldenproblematiek, maar ook bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of voor omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen kunnen worden opgelost’. In dit beleidsplan beperken wij ons tot schulddienstverlening, maar wij realiseren ons dat er raakvlakken zijn met andere beleidsterreinen zoals minimabeleid en armoedebeleid.

Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening

De zorgplicht voor schuldhulpverlening voor gemeenten is in een wettelijk kader vastgelegd in de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening’. De wet is een kaderwet waarin met name is uitgewerkt wat gemeenten, op hoofdlijnen, verplicht zijn te doen aan schuldhulpverlening.

 

Een belangrijk uitgangspunt van de wet is dat er sprake dient te zijn van een brede toegankelijkheid van schuldhulpverlening. Elke inwoner met schuldenproblematiek kan zich, als zij niet in staat zijn zelf hun problemen op te lossen, melden bij de gemeente met een ondersteuningsvraag. Onze aanpak is gericht op een integrale aanpak van schuldenproblematiek. We komen later in deze nota daarop terug.

 

Gemeenten hebben een wettelijke zorgplicht op het gebied van integrale schuldhulpverlening. De rijksoverheid is van mening dat de gemeente de regie moet voeren op dit terrein. De gemeente moet nadenken over hoe het proces van integrale schuldhulpverlening eruit ziet, welke partijen er op welk moment bij betrokken worden en wat hun rol is. In een plan dient de gemeenteraad richting te geven aan de integrale schuldhulpverlening aan inwoners van haar gemeente. Daarnaast moet het College beleidsregels formuleren over de toegang tot de integrale schuldhulpverlening.

 

Gemeenten behouden een grote vrijheid in de wijze waarop zij schuldhulpverlening vormgeven. De wet schrijft verder voor dat de gemeente in een beleidsplan onder meer vastlegt hoe zij tot uitvoering komt, de uitvoering borgt, wat de nagestreefde doorloop- en wachttijden zijn en welke resultaten de gemeente wil behalen.

 

Artikel 2 van de wet verplicht de gemeenteraad een (maximaal) vierjarig plan vast te stellen waarin in ieder geval is opgenomen:

  • -

    welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen;

  • -

    welke maatregelen genomen worden om de kwaliteit van de uitvoering te borgen;

  • -

    het aantal weken dat de gemeente nastreeft met betrekking tot wacht- en doorlooptijden;

  • -

    hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen wordt vormgegeven.

 

Het plan moet de hoofdzaken bevatten van het door de gemeente te voeren beleid betreffende integrale schuldhulpverlening.

In tegenstelling tot eerdere regelgeving op het gebied van schuldhulpverlening valt de schuldhulpverlening nu binnen het kader van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op het nemen van besluiten door de gemeente (bijvoorbeeld over toekenning of uitsluiting) kan de Wet Dwangsom van toepassing zijn.

 

In dit beleidsplan zijn strategisch de kaders en doelen voor het schuldhulpverleningsbeleid nader uitgewerkt. Het College is verantwoordelijk voor uitvoering van het schuldhulpverleningsbeleid.

Waarom dit beleidsplan?

De gemeente Krimpenerwaard erkent het belang van een integraal afgestemd schuldhulpverleningsbeleid en ziet de kansen en mogelijkheden die de decentralisatie van het Sociaal Domein biedt. Dit beleidsplan is afgestemd op de Participatienota 2016-2018 4 en het beleidsplan Minimabeleid 2016-2018 5 .

 

Schuldhulpverleningsbeleid vormt een onderdeel van de Participatiewet maar zal steeds meer een belangrijke schakel zijn binnen het Sociaal Domein. Leidend is dat wij streven naar participatie van onze inwoners. De uitvoering van de Participatiewet, inclusief het schuldhulpverleningsbeleid, zal in de komende jaren in samenhang met de veranderingen in het Sociaal Domein en de verdere ontwikkeling van de Sociale Teams zijn verdere beslag krijgen. Evaluatie en monitoring zijn belangrijke instrumenten om zicht te houden op de effecten en zo nodig bij te sturen.

 

Daar waar voorheen de term schuldhulpverlening werd gebruikt geven wij de voorkeur aan de definitie: ‘schulddienstverlening’. Wij zien onze rol met name als adviseur en regisseur van het proces rondom schuldenproblematiek. De gemeente heeft als regisseur afspraken met partnerorganisaties om tot uitvoering van schulddienstverlening te komen.

 

Vanuit het Sociaal Domein zijn er toekomstige plannen om de werkwijze van het sociaal team te wijzigen. In afwachting van de wijzigingen wordt in dit document nog wel gesproken van het “sociaal team” om zo de samenwerking en raakvlakken te kunnen benoemen.

Afbakening

Dit is het eerste beleidsplan van de gemeente Krimpenerwaard op het gebied van schulddienstverlening. We kunnen niet terugvallen op eerdere beleidsplannen, geformuleerde doelstellingen of indicatoren. De gemeente Krimpenerwaard beschikt niet over een registratiesysteem noch over kengetallen op het gebied van schulddienstverlening, niet anders dan een overzicht van absolute instroom- en uitstroomgegevens.

 

Er bestaan geen referenties omdat er landelijk geen vaste dataset van indicatoren voor schulddienstverlening bestaat. Het Rijk heeft beoogd dat het ontwikkelen van een dataset indicatoren tot de beleidsvrijheid van gemeenten behoort. We beperken ons in deze beleidsnota derhalve tot het kwalitatief beschrijven van de doelstellingen en de in deze beleidsnota genoemde indicatoren.

 

Het college zal in de komende jaren een aanzet geven tot het ontwikkelen van een goed werkend registratiesysteem om zowel de cliëntgegevens als de trajectgegevens te kunnen vastleggen, en zal daarnaast tot een uitgewerkte dataset van indicatoren komen. Deze punten worden opgenomen in de door het college op te stellen jaarplannen.

2. Visie en doelen van het schulddienstverleningsbeleid 2016-2018

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening vereist maatwerk op het gebied van bestrijding van schuldenproblematiek. Hiervoor moeten wij als gemeente keuzes maken: welke inwoners willen we en kunnen we ondersteunen? Op welke wijze? En met welke middelen?

2.1 Visie

Schuldenproblematiek is evenals armoede meer dan een financieel probleem. In lijn met armoedebestrijding zien we bij schuldhulpvragen een oorzakelijk verband met sociaal-maatschappelijke problemen, een slechte mate van welbevinden, het niet kunnen participeren en gezondheidsproblemen. Wij willen schuldenproblematiek in een vroeg stadium bestrijden om deelname in de samenleving te bevorderen. Wij vinden het van belang dat iedereen actief kan meedoen in de samenleving. Door schuldenproblematiek te bestrijden, willen wij de weg vrijmaken voor inwoners om te participeren.

 

Actief meedoen vergroot de zelfredzaamheid en vermindert het risico op uitsluiting in de toekomst.

In onze visie staat de eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners voorop. Zij zijn in dat kader zelf verantwoordelijk voor hun financiële huishouden en het ontstaan van schuldenproblematiek. De dienstverlening van de gemeente is erop gericht om deze verantwoordelijkheid zoveel als mogelijk bij de inwoner te laten liggen. De gemeente neemt die verantwoordelijkheid niet over, maar laat zich leiden door de vraag: ‘welke belemmeringen ondervindt men in het dagelijks leven en hoe kan men dat zelf kan oplossen’. Het resultaat is bepalend: kan de inwoner weer participeren?

 

Wij zien de gemeentelijke schulddienstverlening als één van de schakels voor een effectief beleid om individuele schuldenproblematiek aan te pakken. Het netwerk van relevante partners in de uitvoering is belangrijk. Een goede samenwerking met onze partnerorganisaties is wat met ‘integrale schulddienstverlening’ zoals in de wet beschreven, wordt beoogd.

2.2 Doelen

Integrale schulddienstverlening houdt daarnaast in dat zoveel mogelijk voorkomen wordt dat problematische schulden ontstaan (preventie) en terugkeren (nazorg). Ook bij het vinden van een oplossing voor de niet-financiële problemen wordt samengewerkt met andere gemeentelijke diensten en partnerorganisaties.

 

Onze doelstellingen op het gebied van schulddienstverlening over de periode 2016-2018 zijn:

 

>>Een effectieve schulddienstverlening in de Krimpenerwaard

Wij voeren de regie op de uitvoering van het lokale schulddienstverleningsbeleid en bepalen de voorwaarden voor de ondersteuning die geboden wordt. De verantwoordelijkheid voor en regie van schulddienstverlening ligt bij ons, maar wij werken nauw samen met partnerorganisaties en lokale initiatieven. Wanneer inwoners een beroep willen doen op ondersteuning bij schuldenproblematiek doen wij een screening en beoordelen we op basis daarvan eventuele verdere stappen zoals toeleiding naar partnerorganisaties. Bij de inwoners met een schuldhulpvraag vragen wij een zo hoog mogelijke mate van zelf-oplossend vermogen. Waar mogelijk wordt de uitvoering van schulddienstverlening overgelaten aan partnerorganisaties door gebruik te maken van een goede mix van preventie en interventies. Schulddienstverlening is een tijdelijke voorziening en wordt in principe eenmalig aangeboden. Op deze manier ontstaat er een lokale, sluitende aanpak.

 

>>Integrale aanpak en afstemming binnen het Sociaal Domein

Gemeenten moeten volgens de wet voorzien in een integrale aanpak. Dat wil zeggen dat er in het aanbod van schuldhulp niet alleen aandacht is voor de financiële problematiek van degene die schulden heeft maar ook voor eventuele- daarmee samenhangende- immateriële problematiek.

 

De Sociale Teams in onze gemeente vormen onze toegang tot eventuele hulp. Inwoners met een ondersteuningsvraag komen bij de gemeente terecht. Door middel van het Informatie- en Adviesgesprek wordt een beeld verkregen van de specifieke ondersteuningsvraag en ‘de beperking’ van het niet kunnen participeren in de samenleving. Veelal is er bij schuldproblematiek ook sprake van multi-problematiek. Er zijn dan op meerdere leefgebieden hulpvragen. Multi-problematiek lossen wij op door de integraliteit te zoeken met andere leefgebieden zoals huisvesting, werk en inkomen, ziekte en sociale uitsluiting.

 

>>Schulddienstverlening: voorkomen is beter dan genezen

Wij onderscheiden twee vormen van dienstverlening: preventie/vroegsignalering en interventies om schuldenproblematiek op te lossen. Preventie is essentieel om schuldenproblematiek te voorkomen. Door middel van goede voorlichting, en daarmee de maatschappelijke organisaties en lokale initiatieven goed te informeren over de signalen rondom schuldenproblematiek, kunnen we instroom of zelfs toestroom voorkomen. Hoe eerder de gemeente kan interveniëren in schuldenproblematiek, hoe beter. Dit voorkomt schadelast op termijn. Preventie is een investering vooraf om kosten achteraf te voorkomen.

 

>>Activeren en ondersteuning van cliënten

Wij appelleren aan de eigen verantwoordelijkheid van cliënten. Men moet zelf gemotiveerd zijn om een schulddienstverleningstraject te doorlopen. Wij sturen daarbij zoveel mogelijk op eigen kracht en zelfredzaamheid van inwoners en ondersteunen als adviseur en regisseur daar waar dat noodzakelijk is. Wij zijn selectief in welke hulpvragen wij als gemeente (kunnen) oppakken. Wij beoordelen elke vraag zorgvuldig en ondersteunen cliënten zodat zij zelf hun problemen kunnen oplossen. Inwoners moeten zelf gemotiveerd zijn en blijven om hun eigen schuldproblematiek op te lossen. Elke vraag is anders en verdient een op maatwerk gerichte oplossing. Wij proberen financiële zelfredzaamheid te versterken en beheersbaarheid van de schuld. Het vinden of houden van werk is daarbij belangrijk.

 

>>Nazorg

Een goede nazorg is naar onze mening belangrijk om herhaling van schuldenproblematiek te voorkomen. Door een goed nazorggesprek evalueren wij de ingezette interventie en voorkomen wij herhaling van redenen die de schuldproblematiek veroorzaakten.

 

>>Beheersbaar budget

Budgetten binnen gemeenten staan onder druk. Gemeenten moeten meer, met minder doen. We voeren een verantwoord beleid om tot uitvoering van schulddienstverlening te komen. Veelal financieren wij partnerorganisaties voor de uitvoering van ons beleid. Door samenhang te zoeken met het Sociaal Domein willen we meer effectiviteit bereiken.

2.3 Kwaliteit en indicatoren

In de navolgende hoofdstukken worden de voornoemde doelen per hoofdstuk nader beschreven en uitgewerkt in activiteiten (hoe worden de doelstellingen bereikt) en indicatoren.

 

Middels dit beleidsplan willen wij ook de kwaliteit van de schulddienstverlening aan onze inwoners verhogen en borgen. Enerzijds door te voldoen aan de wettelijke eisen voor de uitvoering van de Wet gemeentelijke schulddienstverlening maar vooral ook omdat we dat zelf belangrijk vinden.

Dat doen we ten eerste doordat de gemeente goed opgeleide professionals in dienst heeft die specialist zijn op het gebied van schulddienstverlening. Zij doen het Informatie- en Adviesgesprek en de eerste beoordeling van de melding en bepalen de verdere route voor uitvoering van de schulddienstverlening.

 

In de tweede plaats proberen wij door het formuleren van doelen en het ontwikkelen van (meetbare) indicatoren kwaliteitsparameters vast te leggen. Op die manier zijn we in staat om te sturen op de meest belangrijke kengetallen. Fluctuaties in cijfers geven geen of onvoldoende inzicht of we het goed of slecht doen maar geven een beeld hoe wij naar aard en omvang van de hulpvraag handelen. Immers, lage instroomcijfers zeggen niets over een mogelijk slechte prestatie van de gemeente op het gebied van schulddienstverlening maar kan evengoed zijn oorzaak hebben in een goed functionerend Sociaal Team, voorliggend voorzieningenniveau of een goede preventie.

 

Het uitvoeren van schulddienstverlening is mede door de wet gebonden aan regels. Wij stellen hoge eisen aan de partnerorganisaties die voor de gemeente een groot deel van de schulddienstverlening uitvoeren. De partijen waaraan de gemeente de uitvoering heeft uitbesteed, zijn lid van de Nederlandse Vereniging van VolksKrediet (NVVK) en werken conform haar gedragscodes. Voor inkomensbeheer en bewindvoering is het lidmaatmaatschap van de branchevereniging voor professionele bewindvoerders en inkomensbeheerders (BPBI) verplicht. In de loop van 2016 zullen wij ter ondersteuning van de kwaliteitsborging de werkprocessen verder uitwerken.

3. Een effectieve schulddienstverlening in de Krimpenerwaard

Wij voeren de regie op de uitvoering van het lokale schulddienstverleningsbeleid en bepalen de voorwaarden voor de ondersteuning die geboden wordt. De verantwoordelijkheid voor en regie van schulddienstverlening ligt bij ons, maar wij werken nauw samen met partnerorganisaties en lokale initiatieven.

3.1 Voor wie?

Schulddienstverlening binnen de gemeente is voor iedereen toegankelijk. Iemand kan een beroep doen op schulddienstverlening van de gemeente Krimpenerwaard als hij/zij inwoner is van de Krimpenerwaard, 18 jaar of ouder is en (problematische) schulden heeft.

3.2 Regie en onze partners

Wij zijn regisseur op het proces van schulddienstverlening gedurende het gehele schulddienstverleningstraject. Wij werken nauw samen met partnerorganisaties op basis van gezamenlijke doelstellingen. Deze doelstellingen worden vastgelegd in een convenant waar iedere partnerorganisatie zich aan committeert.

 

Onze belangrijkste (professionele) partnerorganisaties zijn:

  • -

    Kredietbank Rotterdam (KBR): adviseert, begeleidt en ondersteunt bij de aanpak van schulden,

  • -

    Stichting Humanitas Rotterdam: begeleidt cliënten met budgetbeheer, beschermingsbewind,

  • -

    SchuldHulpMaatje: is een initiatief van de landelijke kerken in Nederland als antwoord op de toenemende schuldenproblematiek,

  • -

    Humanitas Thuisadministratie: ondersteunt inwoners bij het verzorgen van hun administratie.

  • -

    Kwadraad: algemeen maatschappelijk werk (AMW),

  • -

    Kwintes: biedt begeleiding thuis voor mensen met psychische problemen en begeleidt mensen vanaf 16 jaar die ondermeer ook problemen ondervinden bij financiën en administratie,

  • -

    Welzijnsorganisaties: Stichting Welzijn Ondersteuning Bergambacht/Vlist (SWOBV), Stichting WON (Ondersteuning Nederlek) en de Welzijnsstichting Schoonhoven (SWOS),

  • -

    Lokale initiatieven zoals vrijwilligerswerk en sociaal netwerk van de cliënt.

3.3 Uitvoering

De consulenten van de gemeente spelen een belangrijke rol in de schulddienstverlening. De taak van de consulenten is met name het voeren van Informatie- en Adviesgesprekken, het opstellen van een Plan van Aanpak, preventie en vroegsignalering, het geven van voorlichting aan buurthuizen, scholen, kerken, vrijwilligers, werkgevers en budgettraining. Daarnaast werken zij integraal samen met verschillende andere gemeentelijke diensten zoals Sociale Zaken en wordt nauw samengewerkt met het Sociaal Team.

3.4 Instrumenten

De gemeente Krimpenerwaard zet de navolgende instrumenten in voor het oplossen van schuldenproblematiek.

 

  • a.

    Informatie- en Adviesgesprekken

    Wij streven naar een goede dienstverlening aan onze inwoners. Elke inwoner die zich meldt met schuldenproblematiek krijgt een consulent toegewezen die voor hen het vaste aanspreekpunt is. In beginsel kennen we geen wachttijden.

    In een Informatie- en Adviesgesprek proberen wij een beeld te krijgen van de hulpvraag. Wij geven advies over welke route er bewandeld kan worden: of een éénmalig advies volstaat, of dient er een aanvraag meegegeven te worden omdat er verdere begeleiding nodig is of dat er gedacht moet worden aan een schuldenregeling. We streven er naar om een inwoner met schuldenproblematiek in ieder geval binnen 4 weken uit te nodigen voor een Informatie- en Adviesgesprek.

     

    Als er sprake is van een crisissituatie zoals een dreigende uithuiszetting, afsluiting van nutsvoorzieningen, en die crisissituaties waarbij ouderen en minderjarige kinderen betrokken zijn, vindt het Informatie- en Adviesgesprek binnen drie werkdagen plaats.

     

  • b.

    Stabilisatie

    Stabilisatie in het schulddienstverleningsproces is het in evenwicht brengen en houden van inkomsten en uitgaven van de cliënt. Hierbij wordt uitgegaan van een maximaal inkomen en minimale uitgaven. Tevens dient er geen sprake te zijn van crisis en is de beslagvrije voet gegarandeerd. Daarnaast moet stabilisatie de draagkracht verhogen en de schuldenlast verminderen. Dit heeft als doel om rust te creëren voor de cliënt en het bewerkstelligen van bestendige motivatie en gedragsverandering. De zelfredzaamheid van de inwoner wordt vastgesteld en er wordt een Plan van Aanpak opgesteld.

     

    Stabilisatie is binnen de schulddienstverlening erg belangrijk omdat een schuldregeling niet kan worden opgezet als er geen sprake is van een stabiele situatie. De stabilisatieperiode mag maximaal 3 maanden duren. Bij het niet behalen van doelen/afspraken binnen de stabilisatie periode beoordeelt de consulent of het dossier gesloten moet worden. Hierbij vraagt de consulent zich af in hoeverre het de cliënt toe te rekenen is dat doelen/afspraken niet zijn behaald. Een eventuele verlenging zal worden toegekend voor maximaal 3 maanden.

     

    Soms wordt er flankerende hulpverlening ingezet bijvoorbeeld door Kwintes, Kwadraad of thuisadministratie van Humanitas en in de toekomst ook SchuldHulpMaatjes.

     

  • c.

    Budgetbeheer

    Bij budgetbeheer beheert een (partner)organisatie het budget van de cliënt. Deze beheerder ontvangt het inkomen en verzorgt de noodzakelijke betalingen zodat geen nieuwe schulden ontstaan. Budgetbeheer maakt vaak onderdeel uit van een schuldregeling of schuldsanering maar kan ook preventief worden ingezet.

     

    De consulenten bereiden veelal budgetbeheer voor door het maken van een goede analyse, het signaleren en indiceren, het toekennen van een ambtshalve vergoeding, het opstellen van een budgetplan en doorzenden aan partnerorganisaties zoals Stichting Humanitas Rotterdam, Kwintes maar ook bewind of in zeldzame gevallen Coöperatieve Vereniging SVF Nederland 6 .

     

  • d.

    Budgetbegeleiding

    Hierbij zorgen wij voor begeleiding. De begeleiding is gericht op de toekomstige financiële zelfstandigheid van inwoners.

     

  • e.

    Schuldbemiddeling

    Bij schuldbemiddeling heeft de schulddienstverlener geconstateerd dat er sprake is van een problematische schuldensituatie. De gemeente bemiddelt daarom tussen de cliënt en de schuldeisers. Er wordt een berekening gemaakt van de afloscapaciteit, er wordt gekeken naar het percentage wat een cliënt zou kunnen aflossen in een periode van 36 maanden. Er wordt een bemiddelingsvoorstel uitgedaan waarbij wij de schuldeisers verzoeken om het restant van de schulden na 36 maanden kwijt te schelden. Na 3 jaar vervalt het niet-afgeloste deel van de schulden, zoals met de schuldeisers is afgesproken.

     

    Over het algemeen wordt schuldbemiddeling gedaan door de KBR. In een klein aantal gevallen doen de consulenten dat zelf wanneer er een afwijzing is door de KBR, of als het een simpele regeling betreft (weinig schulden, weinig schuldeisers), er haast geboden is, of er moet een verklaring zijn voor ex- ondernemers vooraf aan faillissement op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) zijn.

     

  • f.

    Schuldsanering

    Bij schuldsanering krijgt de cliënt een krediet om een percentage van de schulden af te lossen, dat met de schuldeisers is afgesproken. Het niet-afgeloste deel van de schulden vervalt. Het krediet moet in maximaal 3 jaar worden afgelost. Schuldsanering wordt door de KBR ingezet door toekenning van een sociale lening, bij schuldenaren met een voorspelbare lage inkomstenpotentie.

     

  • g.

    Wettelijk traject (Wsnp)

    Als een minnelijk traject mislukt kan de schuldenaar de rechtbank verzoeken om toegelaten te worden tot de Wsnp. De Kredietbank stelt het verzoekschrift op. De gemeente reikt de zogenaamde Wsnp-verklaring uit. De rechter-commissaris beslist of iemand tot de wettelijke regeling wordt toegelaten. Als dit het geval is, wordt een saneringsplan opgesteld door een Wsnp-bewindvoerder waarin de aflossing van de schulden wordt geregeld.

     

  • h.

    Moratorium

    Wij kunnen in het geval van crisis de rechtbank verzoeken een moratorium in te stellen. Voor een periode van maximaal zes maanden mogen schuldeisers dan geen (nieuwe) incassomaatregelen nemen.

     

  • i.

    Nazorg

    Een goede nazorg is naar onze mening belangrijk om herhaling van schuldenproblematiek te voorkomen. Door een goed nazorggesprek evalueren wij de ingezette interventie en voorkomen wij herhaling van redenen die de schuldproblematiek veroorzaakten.

3.5 Beleidsaccenten

Wij proberen vanuit onze dienstverleningsgedachte alle inwoners gelijkwaardig te behandelen. Wij onderscheiden een aantal doelgroepen aan wie wij in de uitvoering meer aandacht besteden:

 

  • °

    Cliënten die al bekend zijn binnen de gemeente en die een te verwachten hoog risicoprofiel hebben zoals uitkeringsgerechtigden, zorgmijders, nieuwkomers, jongeren > 18 jaar;

     

    Bij meldingen voor schulddienstverlening onderzoeken wij of cliënten al bij de gemeente bekend zijn en of zij een risicoprofiel hebben. Indien zij bekend zijn zullen wij extra aandacht besteden aan de melding en cliënten zo spoedig mogelijk uitnodigen voor een eerste Informatie & Adviesgesprek. In dat gesprek screenen wij of de hulpvraag beperkt blijft tot een enkelvoudige vraag of dat er op meerdere leefgebieden problemen zijn.

     

  • °

    Ouderen en gezinnen met inwonende, minderjarige kinderen;

    Vanuit het wettelijke kader hebben wij de plicht om bij ouderen en gezinnen met minderjarige kinderen extra aandacht te besteden aan de ondersteuningsvraag vanwege hun (mogelijk) kwetsbare positie.

     

    Ouderen met schuldenproblematiek zijn kwetsbaar en krijgen in onze aanpak speciale aandacht. Ingeval van ouderen met schulden die zich melden voor schulddienstverlening proberen wij altijd in samenwerking met welzijnsorganisaties binnen onze gemeente en die zich inzetten voor de ouderen zoals de Stichting Welzijn Ondersteuning Bergambacht/Vlist (SWOBV), Stichting WON (Ondersteuning Nederlek) en de Welzijnsstichting Schoonhoven (SWOS), samen te werken.

    Wij proberen verder in te schatten of er sprake is van een zorgwekkende situatie zoals mishandeling of verwaarlozing van ouderen. In dat geval consulteren wij het Sociale Team om te kijken of we tot een integrale oplossing kunnen komen.

     

    Bij gezinnen met inwonende, minderjarige kinderen wordt er gekeken of er andere partijen (bijvoorbeeld maatschappelijk werk) betrokken zijn bij het gezin. Als er signalen zijn dat het welzijn van het kind in gevaar is (zoals mishandeling of verwaarlozing), wordt in dat geval het Sociaal Team geconsulteerd om te kijken of tot een integrale aanpak kan worden gekomen. Als er sprake is van een dreigende huisuitzetting van gezinnen met kinderen wordt, afhankelijk van de situatie een schulddienstverleningstraject opgestart.

    Vanuit het Rijk ontvangen wij extra structurele middelen om deze in te zetten voor het bestrijden van armoede voor gezinnen met kinderen. Het college bepaalt op welke wijze deze middelen jaarlijks worden ingezet.

     

  • °

    Ondernemers

    Zelfstandig ondernemers kunnen in (tijdelijke) financiële problemen komen die het voortbestaan van hun bedrijf bedreigen. In bepaalde gevallen kunnen zij dan een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). De gemeente voert deze regeling uit en kan de ondernemer ondersteuning bieden. Bijvoorbeeld via een renteloze lening, een starterskrediet of een aanvulling op het inkomen tot bijstandsniveau. Hiermee voorkomen wij dat ondernemers, als particulier, in de schulddienstverlening komen.

     

    Wij verwijzen ondernemers met schuldenproblematiek voorafgaand aan en ondersteunend bij een beroep op Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz), meteen door naar het steunpunt IMK 7 bij de gemeente.

     

    Pas als de onderneming is beëindigd en de boekhoudkundig belastingtechnisch is afgerond, dan kan de ex-ondernemer op grond van de Wgs een aanvraag voor schulddienstverlening indienen.

3.6 Indicatoren

Indicator (absolute getallen)

Norm jaarbasis

aantallen instroom (I)

aantallen 2016

eventuele wachttijden

 aantallen 2016

aantal crisisinterventies met responstijd van max. 3 dagen

 aantallen 2016

aantal Informatie en Adviesgesprekken

 aantallen 2016

aantal stabilisaties (max. duur 3 maanden)

 aantallen 2016

aantal doorverwijzingen naar welke partnerorganisatie

 aantallen 2016

aantal uitstroom (U)

 aantallen 2016

doorlooptijd per traject

 tijdsduur

Indicator (percentages)

Norm jaarbasis

doorverwijzing naar partnerorganisaties

≥ 80%

minimale uitval uit trajecten

≤ 10%

succesvol beëindigde trajecten

75%

 

 

4. Integrale aanpak

Het aanpakken van schulden vereist een integrale werkwijze. Alleen schuldhulp aanbieden volstaat niet. Het is van belang om de eventuele oorzaken, die ten grondslag liggen aan het ontstaan van de schulden, zoveel mogelijk weg te nemen. Datzelfde geldt voor omstandigheden die het oplossen van problematische schulden in de weg staan. Dit betekent dat de schulddienstverlener naast het bieden van ondersteuning bij schulden, ook aan de slag gaat om belemmeringen op andere leefgebieden aan te pakken. Op deze wijze ontstaat er een integrale aanpak van schulden en wordt op duurzame wijze gewerkt aan het oplossen van de schuldenproblematiek.

4.1 Hoe gaan we dit bereiken?

In het Informatie & Adviesgesprek wordt nader gekeken of cliënten in het kader van de Wmo, Jeugdwet of Participatiewet al bekend zijn bij de gemeente. Veelal is er een oorzakelijk verband tussen schuldenproblematiek, psychosociale problemen, relatieproblemen, huisvestings- of gezondheidsproblemen. Het wegnemen van oorzaken of omstandigheden is in veel gevallen essentieel om de financiële problemen van de klant in structurele zin op te lossen.

 

Zodra in kaart is gebracht welke problematiek zich afspeelt in de gegeven situatie, dan worden partnerorganisaties (zie ook hoofdstuk 3 onder 3.2) benaderd voor aanvullende hulp of dienstverlening.

4.2 Samenwerken met het Sociaal Domein

Om de integrale aanpak van schulden te borgen in het maatschappelijk veld is verdere afstemming nodig met de afdeling Sociaal Domein, dat in verbinding staat met de beleidsterreinen onderwijs, sport, welzijn en zorg. Op procesmatig gebied willen we meer samenhang in probleemaanpak. Signaleren, behandelen, regie voeren op schulden en daarnaast werken aan onderliggende problematiek vraagt een duidelijke visie op wie doet wat in het proces en op welk tijdstip. Hiervoor gaan we een ontwikkeltraject aan met het Sociaal Domein om te komen tot een eenduidige dienstverlening, waarbij de schulddienstverlener een duidelijke rol heeft.

4.3 Samenwerken met partnerorganisaties

Eerder is al aangegeven de belangrijkheid om samen te werken met de verschillende partijen in het maatschappelijk veld. In dit veld zijn er vele spelers en zijn er ook burgerinitiatieven die de gemeente een warm hart toe draagt. Juist, deze initiatieven willen we met kennis bij staan en waar mogelijk partijen samenbrengen. In deze faciliterende rol zien wij ook een aantal spelers op het maatschappelijk veld die we hier willen benoemen.

 

Schuldhulpmaatje

Een aantal kerken in de Krimpenerwaard hebben de handen in een geslagen en aansluiting gezocht bij een landelijk opererende vrijwilligersorganisatie ‘Schuldhulpmaatje’ om te werken aan de problematiek rondom een schuldensituatie. Door lid te zijn van deze organisatie kunnen zij waarborgen dat bepaalde kwaliteit en integriteit wordt gewaarborgd.

De gemeente is gevraagd om dit initiatief te ondersteunen door te erkennen dat er een bestaansrecht is voor deze organisatie en binnen de bestaande maatschappelijk veld een aanvulling vormt. Het is een pilot dat in 2016 van start zal gaan.

 

Stichting Urgente Noden Nederland

Niet in alle gevallen kan hulp worden geboden, omdat simpelweg er wettelijke kaders zijn waarbinnen de gemeente werkt. Dit betekent dat ondanks de dringende redenen die een burger heeft, er altijd wordt gekeken naar de eigen verantwoordelijkheid en mogelijkheden van de persoon.

In die gevallen dat er schrijnende situatie aanwezig is of kan ontstaan is er geen vangnet. Stichting Urgente Noden Nederland wil deze gevallen een mogelijkheid bieden om acuut hulp te bieden in de vorm van een financiële ondersteuning. Het is eenmalig en kan alleen op voorspraak van een hulp-, of dienstverlener die ook zorg draagt voor verdere begeleiding van de persoon of de regie voert op een uit te werken plan van aanpak.

4.4 Indicatoren

Wij registeren het aantal casussen en de wijze waarop er integraal wordt samengewerkt binnen het Sociaal Domein en onder welke wetgeving.

5. Voorkomen is beter dan genezen

Preventie is een investering vooraf om kosten achteraf te voorkomen. Het is bewezen dat een goede preventie en vroegsignalering van schuldenproblematiek verdere escalatie voorkomt.

5.1 Preventie en vroegsignalering

In de preventieve sfeer verzorgen wij daartoe onder meer een goede voorlichting over en bekendheid geven aan het bestaan van schulddienstverlening enerzijds, communicatie aan specifieke doelgroepen zoals jongeren, ouderen en mensen in de bijstand, anderzijds. De consulenten geven voorlichting aan buurthuizen, scholen, kerken, vrijwilligers en ketenpartners en geven budgettrainingen. Daarbij richten zich ook op specifieke (risico)doelgroepen.

 

In het kader van vroegsignalering zorgen wij ervoor dat onze maatschappelijke partners, wanneer zij signalen hebben over individuele of gezinsproblematiek waarbij schuldenproblematiek een rol speelt, deze signalen direct bij ons neer te leggen. Wij zorgen voor actief preventief beleid door kontakten te hebben bij de werkgevers, eerstelijns zorg, nutsbedrijven en woningbouwcoöperaties. Ook wanneer het Sociaal Team voorafgaande aan of tijdens het keukentafelgesprek signalen heeft over schuldenproblematiek, schakelen zij de consulenten in.

 

Door deze aanpak willen wij specifieke (risico)doelgroepen bereiken zoals zorgmijders, nieuwkomers, uitkeringsgerechtigden, jongeren, zelfstandig ondernemers, ouderen en voormalige cliënten.

5.2 Indicatoren

Preventieve activiteiten voor (risico)doelgroepen

Realisatie in jaar

-zorgmijders: inzet schulddienstverlening meenemen in het zorgoverleg;

2016: daarna doorlopend proces

-nieuwkomers: ondermeer het ondersteunen van professionals en vrijwilligers van Vluchtelingenwerk Nederland door het geven van voorlichting;

2016: daarna doorlopend proces

-uitkeringsgerechtigden: preventieve afspraken maken tussen gemeente en UWV, zoals het wijzen op inkomensvoorzieningen, schulddienstverlening e.d.;

doorlopend proces

-jongeren: binnen projecten wordt aandacht geschonken aan omgaan met geld door het geven van budgettrainingen, bijvoorbeeld op scholen;

doorlopend proces

-zelfstandigeondernemers: doorverwijzing van ondernemers naar een laagdrempelig steunpunt, voorafgaand aan en ondersteunend bij een beroep op Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz);

doorlopend proces

-voormaligeklanten: na het doorlopen van een regeling bieden wij nazorg;

doorlopend proces

-gezinnen met kinderen: organiseren van workshops zoals ‘Omgaan met geld’.

doorlopend proces

Informatievoorziening

Realisatie in jaar

-communicatieplan schulddienstverlening om daarmee zoveel mogelijk inwoners te bereiken door middel van voorlichting;

2016

-goede informatievoorziening via internet over schulddienstverlening en andere voorzieningen;

2016

-heldere folders en aanvraagformulieren voor voorzieningen.

2016

Samenwerking met vrijwilligers voor laagdrempelige ondersteuning en preventie

Realisatie in jaar

-administratieve ondersteuning door vrijwilligers;

start 2016

-administratieve ondersteuning in de vorm van Schuldhulpmaatjes;

start 2016

-ondersteuning van spontane initiatieven vanuit de samenleving.

doorlopend proces

Vroegsignalering: afspraken met schuldeisers over het melden van betaalachterstanden en signalering schuldenproblematiek door maatschappelijk partners

Realisatie in jaar

-voor het maken van afspraken met energieleveranciers en zorgverzekeraars werken wij volgens de convenant van Nederlandse Vereniging voor VolksKrediet (NVVK);

doorlopend proces

-afspraken met lokale woningbouwstichtingen;

2016

-interne afspraken met de invorderingsambtenaar;

2016

-bij andersoortige zorgvragen de financiële situatie meenemen (vraagverheldering);

2016

-warm contact en overdracht tussen schulddienstverlening en maatschappelijk werk, voedselbank, zorginstellingen en dergelijke.

doorlopend proces

Gerichtere inzet van preventieactiviteiten en het leggen van verbindingen met lokale initiatieven

Realisatie in jaar

-wij maken met in het kader van de Wmo beleidsafspraken met lokale partners over het voorkomen van schulden, vroegsignalering en doorverwijzing naar de Sociale Zaken met het Sociale Domein; en wij maken daarbij zoveel mogelijk gebruik van de lokaal beschikbare voorzieningen;

2016

-inbedding in het Sociale Team en aantal doorverwijzingen van en naar het Sociale Team;

2016 en 2017

-wij maken afspraken over ondersteuning op financieel gebied, waaronder het geven van budgettraining, vroegsignalering en doorverwijzing met het Sociaal Domein en de ketenpartners;

2016 en 2017

-door een goede informatievoorziening (middels een digitaal loket);

jaarlijks doorlopend

-afspraken met stakeholders over kennisuitwisseling, vroegsignalering en doorverwijzing en informatie over de inzet van uitkeringsgerechtigden om inwoners te ondersteunen bij hun administratie, de zgn. formulierenhulp;

2016

-klanten die niet voor een schulddienstverlenings-aanbod in aanmerking komen, zo mogelijk doorverwijzen naar een geschikte organisatie of contactpersoon;

jaarlijks doorlopend

-frequente voorlichting aan buurthuizen, op scholen, in kerken, vrijwilligers en partnerorganisaties;

2016

-nazorg is ook een vorm van preventie om recidive te voorkomen.

2016

6. Activeren en ondersteuning van cliënten

Wij doen een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van cliënten. Men moet zelf gemotiveerd zijn om een schulddienstverleningstraject te doorlopen. Wij sturen daarbij zoveel mogelijk op eigen kracht en zelfredzaamheid van inwoners en ondersteunen als adviseur en regisseur daar waar dat noodzakelijk is.

6.1 Hoe gaan we dit bereiken?

Inwoners met schuldenproblematiek bevinden zich veelal in een kwetsbare situatie. Wij beoordelen elke ondersteuningsvraag zorgvuldig en ondersteunen cliënten zodat zij zelf hun problemen kunnen oplossen. Een aanvraag voor schulddienstverlening is niet vrijblijvend: wij appelleren aan de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager en aanvragers moeten zelf gemotiveerd zijn om een schulddienstverleningstraject te doorlopen. De rol van de gemeente is ondersteunend.

Bij schuldenproblematiek sturen wij zoveel mogelijk op eigen kracht en versterking van de (financiële) zelfredzaamheid van inwoners. Wij activeren en ondersteunen cliënten om hun schulden zelf op te lossen. Wij zijn selectief in welke hulpvragen wij als gemeente (kunnen) oppakken. Inwoners moeten zelf gemotiveerd zijn en blijven om hun eigen schuldproblematiek op te lossen. De ervaring leert hoe gemotiveerder cliënten zijn, hoe meer dat uiteindelijk leidt tot concrete oplossing van de schulden.

Op basis van de hulpvraag van de cliënt proberen wij zo snel inzicht te krijgen in de situatie van de hulpvrager. Wij maken op basis van de toelatingscriteria een inschatting wie er wel of niet geholpen kan worden.

 

Uitgangspunt is dat wij individueel maatwerk leveren. Wij proberen adequaat in te spelen op de hulpvraag van de cliënt. Elke vraag is anders en verdient een eigen, op maatwerk gerichte oplossing. Wij proberen inwoners met schuldenproblematiek te stimuleren en te motiveren om zoveel als mogelijk zelf hun schuldenproblematiek op te lossen. Wij sturen op het gedrag van inwoner om dat te bereiken. Belangrijk in onze aanpak is het vinden of houden van werk.

 

Essentieel is het Informatie- en Adviesgesprek met de cliënt. Wij doen dat door een motiverende gespreksvoering met cliënten. Het bevordert de intrinsieke motivatie van de cliënt gericht op gedragsverandering. Daarnaast zetten wij in op het mobiliseren van vrijwilligers en het sociaal netwerk van degene met schuldenproblematiek.

6.2 Indicatoren

Activeren en ondersteuning van cliënten

Realisatie in jaar

-het aantal Informatie- en Adviesgesprekken

-slagingspercentage succesvolle afgeronde trajecten

-inzet vrijwilligers en sociaal netwerk

jaarlijks doorlopend

jaarlijks doorlopend

jaarlijks doorlopend

7. Nazorg

Nazorg bestaat uit alle activiteiten die ervoor zorgen dat cliënt na het tot stand komen van een minnelijke of wettelijke schuldregeling niet terugvalt in een problematische schuldsituatie en die ervoor zorgen dat de regeling tot een goed einde wordt gebracht.

7.1 Wat doen wij om dit te bereiken?

Onze nazorg start niet na een schulddienstverleningstraject maar een halfjaar vóór afloop van een traject. Bij nazorg proberen wij de inwoners te begeleiden richting een schuldenvrije toekomst. De consulenten geven adviezen om een stabiele financiële situatie te behouden. Indien nodig wordt de klant voor flankerende hulp (ter ondersteuning) binnen het Sociaal Domein verwezen naar bijvoorbeeld het Sociaal Team.

 

Met deze inzet bereiken wij:  

  • -

    dat er geen nieuwe schulden ontstaan;

  • -

    er een stabiele financiële situatie is; 

  • -

    dat doorbetaling van vaste lasten plaatsvindt en opbouw van financiële reserve;

  • -

    dat terugval wordt voorkomen; 

  • -

    dat de financiële zelfredzaamheid wordt vergroot;  

  • -

    dat schuldregelingen, saneringskredieten en Wsnp-trajecten succesvol worden afgerond.

7.2 Beleidsaccent

Wij zetten in op nazorgprogramma’s die ervoor zorgen dat cliënten geen nieuwe schulden maken, in een stabiele financiële situatie komen, hun redzaamheid versterken en geen terugval hebben.

7.3 Indicatoren

NazorgRealisatie in jaar

  • -

    welke instrumenten wij voor nazorg inzetten, (max.1 jaar) jaarlijks doorlopend

  • -

    gerichte ondersteuning door vrijwilligers of sociaal netwerk jaarlijks doorlopend

  • -

    aantal nazorggesprekken jaarlijks doorlopend

  • -

    aantal cliënten die terugvallen jaarlijks doorlopend

  • -

    informatieverzoek na nazorg jaarlijks doorlopend

8. Financiën: beheersbaar budget

De financiering van de schulddienstverlening vindt op macroniveau plaats vanuit het Gemeentefonds. Gemeenten kunnen er ook voor kiezen eigen middelen inzetten.

 

Het betreft een zgn. openeindregeling, dat betekent dat er geen budgetplafond geldt. Wanneer iemand recht heeft op een verstrekking volgens de kader van de wet en/of een regeling wordt altijd tot uitbetaling overgegaan. Als schulddienstverlening wordt ingezet als re-integratie-instrument is financiering uit het Participatiebudget mogelijk.

 

Voor de financiering van de schulddienstverlening kunnen gemeenten gebruikmaken van het fictief budget Bijzondere Bijstand. Dit budget is onderdeel van het Gemeentefonds.

8.1 Budgetten

Schulddienstverlening heeft geen aparte kostenplaats, maar is geplaatst onder het fictief budget Bijzondere Bijstand. Dit heeft als oorzaak dat het niet als specifieke dienstverlening is geregistreerd bij de afdeling Sociale Zaken, maar als integraal onderdeel binnen het bijzondere bijstandsbudget is verwerkt. Hierdoor is de registratie op kostenplaats niet optimaal en kan niet eenvoudig worden herleid wat de feitelijke kosten zijn.

 

Een aantal werkzaamheden binnen schulddienstverlening zijn gesplitst in drie onderdelen:

1- budgetbeheer

2- bewindvoering

3- schuldbemiddeling kredietbank.

 

Op basis van de geleverde diensten voor budgetbeheer, bewindvoering en schuldbemiddeling komen de kosten voor 2015 uit op Euro 145.970 voor schulddienstverlening. De kosten zijn verdeeld als volgt.

 

Kosten 2015

 

 

 

 

 

Budgetbeheer

Bewindvoering

Schuldbemiddeling Kredietbank

budget

89.065

24.535

32.370

 

 

 

 

 

De totale kosten is hiermee grotendeels inzichtelijk. Er is dan wel een risico dat de daadwerkelijke kosten voor schulddienstverlening hoger zijn geweest in 2015.

 

Voor 2016 wordt daarom voorgesteld om een aparte kostenplaats schulddienstverlening te benoemen en een budget te hanteren van € 150.000 voor 2016. Dit bedrag wordt budgettair neutraal overgeheveld uit het budget Bijzondere bijstand.

Als indicator op de besteding van gelden wordt extra geregistreerd op de drie onderdelen: budgetbeheer, bewindvoering en schuldbemiddeling.

8.2 Ontwikkelkosten

Naast de vaste kosten voor schulddienstverlening, zijn er ook kosten te benoemen die verband houden met dit onderwerp.

 

Zelfstandig ondernemers

Schulddienstverlening aan zelfstandig ondernemers is mogelijk op basis van de wet, maar is niet in alle gevallen toereikend. Voor welke ondernemers dit geldt, in welke geval dit is, wat er aan andere mogelijkheden zijn voor schulddienstverlening aan ondernemers, zijn zaken die nader onderzocht moeten worden, maar waarvoor nog geen budgetruimte is. Daarom wordt voorgesteld om in 2016 te onderzoeken wat nodig is om een sluitende schulddienstverlening voor ondernemers neer te zetten in Krimpenerwaard en met een begroting te komen voor 2017 en verder.

Daarnaast is het nodig om beleidsregels vast te stellen, zodat duidelijk is voor een ieder wat wel en wat niet mogelijk is in het kader van schuldhulpverlening aan ondernemers.

8.3 Aantallen

Vooralsnog hebben wij de beschikking over cijfers over het jaar 2014. (Bron: jaarverslag 2014)

Uit deze verantwoording over 2014 blijkt dat het totaal aantal cliënten voor de gehele Krimpenerwaard ongeveer gelijk is gebleven. (= caseload)

 

De definitieve resultaten over het jaar 2015 zullen wij publiceren in het jaarverslag 2015.

8.4 Risico’s

Schulddienstverlening is een reguliere taak van de gemeente. Schulddienstverlening is op zich geen risico voor de gemeente. Wel bestaan er financiële risico’s op het moment dat er meer vraag is dan dat het budget toereikend is.

 

Andere risico’s zijn:

  • -

    dat de wettelijke termijnen voor uitvoering worden overschreden;

  • -

    de Awb is van toepassing waardoor de werkprocessen strak geregisseerd moeten worden;

  • -

    de Wet Dwangsom is van toepassing.

8.5 Verantwoording

De verantwoording van de budgetten loopt via de reguliere planning- en controle cyclus. Het gebundeld Participatiebudget wordt de komende 3 jaar als een integratie-uitkering verstrekt binnen de Algemene Uitkering. Daarna zal het deel uitmaken van de algemene uitkering zelf.

De afdeling Sociale Zaken werkt aan een dashboard met een set aan indicatoren, op basis waarvan de beleidsinspanningen financieel worden gemonitord en geëvalueerd. Daarbij zullen ook de inspanningen op het gebied van de schulddienstverlening en de concrete uitwerking in jaarplannen worden opgenomen. Eind 2016 voert het college een tussenevaluatie uit, waarin het nieuwe beleid geëvalueerd wordt en zo nodig bijgesteld voor de periode 2017-2018.

8.6 Evaluatie

Wettelijk dient de gemeente haar beleid en acties, hoe het samenhangende beleid betreffende integrale schulddienstverlening zal worden uitgevoerd, regelmatig te evalueren. In ieder geval dient dit meerjarenbeleidsplan eind 2018 te worden geëvalueerd.

Afkortingenlijst

AMW

Algemeen maatschappelijk werk

Awb

Algemene wet bestuursrecht

Awbz

Algemene wet bijzondere zorgkosten

Bbz

Besluit bijstandverlening zelfstandigen

BPBI

Branchevereniging voor professionele bewindvoerders en inkomensbeheerders

IMK

Instituut voor het Klein- en Middenbedrijf

KBR

Kredietbank Rotterdam

NVVK

Nederlandse Vereniging van VolksKrediet

SWOBV

Stichting Welzijn Ouderen Bergambacht/Vlist

SWON

Stichting Ouderen Nederlek

SWOS

Stichting Welzijn en Ondersteuning Schoonhoven

UWV

Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

Wgs

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Wmo

Wet maatschappelijke ondersteuning

Wsnp

Wet schuldsanering natuurlijke personen

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 28 april 2016  

de voorzitter, mr. R.S. Cazemier

de griffier, drs. K.E. Driehuis


1

Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

2

Bron: Planbureau voor de Leefomgeving (PBL): Nationale Instituut voor strategische beleidsanalyses

3

Bron: Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK): landelijke brancheorganisatie op het gebied van schuldhulpverlening en sociaal bankieren

4

Vastgesteld in de gemeenteraadsvergadering van 15 december 2015

5

Vastgesteld in de gemeenteraadsvergadering van 15 december 2015

6

SVF: een landelijke coöperatie van specialisten in budgetbeheer en schuldhulpverlening

7

Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf