Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Taal en Ouderbetrokkenheid |
Citeertitel | Subsidieregeling Taal en Ouderbetrokkenheid |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën |
De bekendmaking vindt plaats op een tijdstip dat is gelegen na de in het a.v.v. opgenomen datum van inwerkingtreding.
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -
Onbekend.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-05-2017 | 31-12-2018 | nieuwe regeling | 16-05-2017 Gemeenteblad 2017, 87152 | - |
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 16 mei 2017 hebben besloten:
1. De Subsidieregeling Taal en Ouderbetrokkenheid vast te stellen.
2. Mandaat te verlenen aan de directeur RVE Participatie om besluiten te nemen op basis van de Subsidieregeling Taal en Ouderbetrokkenheid
3. Te bepalen dat deze besluiten in werking treden op de dag na publicatie in het Gemeenteblad.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Cursus: de cursus Taal en Ouderbetrokkenheid die 11 weken duurt en minimaal 55 uur beslaat, 5 uur per week en wekelijks een portfolio opdracht omvat. De inhoud wordt in overleg met de schooldirectie vastgesteld en is mede afhankelijk van de leervraag van de deelnemers. Aan een cursus kunnen minimaal 8 en maximaal 20 ouders deelnemen.
Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing tenzij hiervan in de subsidieregeling wordt afgeweken.
Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 10 Aanvullende verplichtingen
Uiterlijk drie weken voor de start van iedere cursus Taal en Ouderbetrokkenheid moet de deelnemerslijst van de betreffende cursus bij het college zijn ingeleverd. Voor elke cursus wordt een deelnemerslijst opgesteld. De deelnemerslijst kan per cursus verschillen. Instroom van nieuwe deelnemers tijdens de cursus is niet mogelijk.
De gemeente controleert of de deelnemers kinderen hebben in de leeftijd van 2 tot en met 12 jaar. In het geval zij geen kinderen in genoemde leeftijd hebben dan kunnen zij niet deelnemen aan de cursus Taal en Ouderbetrokkenheid.
Voor alle subsidieregelingen in Amsterdam is de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 (ASA 2013) van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken. Dit wordt dan expliciet genoemd. Aanvragers wordt geadviseerd de ASA goed te lezen. Zie voor de tekst van de ASA 2013: http://www.regelgeving.amsterdam.nl/algemene_subsidieverordening_amsterdam_2013.
De kern van het collegeakkoord 2014-2018 is dat alle Amsterdammers mee kunnen doen. Dat geldt zeker voor ouders en verzorgers met een opvoedingstaak. Het gemeentebestuur van Amsterdam en in het bijzonder de wethouder van Onderwijs, Jeugd en Diversiteit wil Taal en Ouderbetrokkenheid ook in de jaren 2017 en 2018 continueren.
In 2016 hebben ruim 900 ouders en/of verzorgers met succes deelgenomen aan een cursus Taal en Ouderbetrokkenheid. Naast het verbeteren van de Nederlandse taalvaardigheden, is het contact met de school verbeterd en hebben zij een beter contact met hun kinderen door bijvoorbeeld met ze te praten om dingen te leren en uit te leggen.
De doelstellingen van de cursus Taal en Ouderbetrokkenheid zijn:
De inhoud van de cursus wordt in nauw overleg met de schooldirectie vastgesteld en is aanvullend op andere activiteiten van de school. In de cursus Taal en Ouderbetrokkenheid gaat het om een geïntegreerd aanbod waarbij de onderwerpen, bijvoorbeeld gezondheidsvaardigheden, aansluiten bij de onderwerpen en thema's van de school en bij de leervraag van de ouders. De school en de ouders werken samen aan de leerontwikkeling van het kind. In de cursus wordt veel aandacht besteed aan de rol die de ouder kan spelen bij de leerontwikkeling van het kind. Door het maken van een portfolio worden ouders gestimuleerd om met hun kind(eren) te praten, te spelen, samen te koken, samen te lezen, et cetera.
De cursussen Taal en Ouderbetrokkenheid worden gesubsidieerd op basis van lesgroepen. Een cursus duurt 11 weken en bedraagt minimaal 55 uur. Aan een cursus kunnen minimaal acht en maximaal twintig cursisten deelnemen.
Er zijn kleine en grote groepen, waarvoor de gemeente vaste groepsprijzen hanteert:
De groepsprijs is gebaseerd op een cursus van 55 contacturen, inclusief de kosten voor Stad en Taal en de eventuele kosten voor kinderopvang.
De subsidie bestaat uit vier achtereenvolgende cursussen. In 2017 moeten twee cursussen starten (september en december) en in 2018 nog twee cursussen voor dezelfde school. In de aanvraag geeft de subsidieaanvrager aan hoeveel grote en hoeveel kleine groepen worden aangevraagd.
De beschikking wordt in principe toegekend voor de start van twee cursussen in het najaar van 2017 en twee cursussen in 2018. Voor 2018 is het subsidiebedrag onder voorbehoud van de definitieve vaststelling van de begroting 2018 door de Gemeenteraad.
Docenten dienen tenminste één van onderstaande relevante afgeronde opleiding of certificaat te bezitten of binnen een half jaar na de beschikking te verkrijgen:
- Certificaat competent docent Nederlands als tweede taal (BVNT2);
- Post-hoger beroepsonderwijs Nederlands als tweede taal (Fontys, HvA, HvU, HRenO);
- Docent NT2 in de volwasseneneducatie (Vrije universiteit Amsterdam / Windesheim);
- Toegepaste taalwetenschap met specialisatie Nederlands als tweede taal;
- Algemene taalwetenschap met specialisatie Nederlands als tweede taal;
- Opleiding Nederlands als tweede taalexpert (KUB);
- Duale masteropleiding Nederlands als tweede taal;
- en hebben daarnaast tenminste één jaar aantoonbare ervaring als docent NT2 of worden in hun eerste jaar begeleid door een ervaren (=minimaal één jaar aantoonbaar) collega.
De betrokkenheid van de school bij de cursus Taal en Ouderbetrokkenheid is van groot belang voor het slagen van de cursus. Het is de bedoeling dat directie en leraren betrokken zijn bij de cursus zodat het rendement maximaal is.
Welke deelnemers komen in aanmerking voor deelname?
Deelnemers aan een cursus Taal en Ouderbetrokkenheid zijn ouders die een taal en/of participatiebehoefte hebben. Voorwaarden voor deelname zijn:
- een of meerdere kinderen van de deelnemer zitten in de groep(en) 1 t/m 8 van de basisschool;
- de deelnemer volgt geen andere gemeentelijke taalcursus;
- de deelnemer die een bijstandsuitkering ontvangt moet toestemming vragen aan zijn of haar klantmanager voordat hij/zij kan deelnemen aan de cursus Taal en Ouderbetrokkenheid.
.Aanvullende subsidievoorwaarden zijn:
- de cursussen Taal en Ouderbetrokkenheid worden op de school gegeven in bijvoorbeeld de ouderkamer;
- er wordt gewerkt met buitenschoolse huiswerk- en portfolio opdrachten;
- in minimaal twee bijeenkomsten per Taal en Ouderbetrokkenheid cursus organiseert de subsidieontvanger activiteiten die bijdragen aan participatie, waarvan één buiten de school;
- in 2018 wordt minimaal één keer gebruik gemaakt van het programma Stad en Taal. Een alternatief voor het Stad en Taal museumbezoek is mogelijk na overleg met en goedkeuring door de gemeente.
Uiterlijk drie weken voor de start van iedere cursus Taal en Ouderbetrokkenheid moet de deelnemerslijst van de betreffende cursus binnen zijn bij de rve Participatie, team Volwasseneneducatie. Uiterlijk twaalf werkdagen voor de start van de cursus laat de projectmedewerker team volwasseneneducatie weten welke deelnemers tot de doelgroep behoren en in aanmerking komen voor de subsidie.
Alle deelnemers die voor de eerste keer aan een Taal en Ouderbetrokkenheid cursus deelnemen, tekenen een startdocument waarin ze aangeven geen bezwaar te maken tegen het uitwisselen van gegevens tussen de gemeente Amsterdam en de school in het kader van volwasseneneducatie. De subsidieontvanger voegt de startdocumenten toe bij de eindverantwoording.
Om de aanwezigheid van de deelnemers, steekproefsgewijs, vast te stellen, worden presentielijsten bijgehouden en gearchiveerd. Bij iedere bijeenkomst plaatsen de aanwezige deelnemers en de docent hun handtekening. De originele presentielijsten worden gearchiveerd en op verzoek getoond aan de taalcontroleur.
Rapportage en advies per deelnemer
Uiterlijk vier weken voor het einde van de cursus TOB maakt de subsidieontvanger een rapportage met een vervolgadvies voor iedere deelnemer die uitstroomt. In de rapportage wordt aangegeven wat het taalniveau van de deelnemer is, wat de motivatie van de deelnemer is, hoe de presentie in de afgelopen periode is geweest, wat de beschikbaarheid is, of de deelnemer bereid is te reizen.
Een taalcontroleur van het team Volwasseneneducatie komt na de start van de cursus Taal en Ouderbetrokkenheid op bezoek. Het doel van dit bezoek is om vroegtijdig knelpunten te signaleren en deze te ondervangen. Tijdens dit bezoek wordt de administratie met de subsidieontvanger doorgenomen en worden presentielijsten en portfolio's bekeken . De taalcontroleur informeert de docent en de deelnemers over de mogelijkheden van een vervolgaanbod.
In de evaluatie wordt een algemeen beeld geschetst van het verloop van de cursussen op de school.
Wat ging goed en wat ging minder goed. In de evaluatie komt minimaal aan de orde: