Organisatie | Houten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening bezwaarschriftencommissie |
Citeertitel | Verordening bezwaarschriftencommissie |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Art. 84 en 149 Algemene wet bestuursrecht en Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-10-2006 | 23-06-2011 | Onbekend | 26-09-2006 Houtens Nieuws | 2006-115 |
De raad van de gemeente Houten;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 augustus 2006;
gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 84 van de Gemeentewet;
overwegende dat in het kader van de dualisering zowel de raad als het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft, hebben besloten een gezamenlijke bezwaarschriftencommissie in te stellen
Paragraaf 1 De bezwarencommissie
Artikel 3 Samenstelling van de commissie
Artikel 7 Zittingsduur en ontslag
Artikel 8 Ingediend bezwaarschrift
Artikel 9 Verstrekking stukken aan de commissie
Artikel 10 Uitoefening bevoegdheden
Artikel 13 Uitnodiging zitting
Artikel 15 Niet-deelneming aan de behandeling
Artikel 16 Openbaarheid zitting
Artikel 17 Schriftelijke verslaglegging
HOOFDSTUK 2 Behandeling van de bezwaarschriften
Paragraaf 1 De bezwarencommissie
De commissie brengt jaarlijks verslag van haar werkzaamheden uit aan de burgemeester, het college en de gemeenteraad.
Artikel 9 Verstrekking stukken aan de commissie
Het orgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen is verplicht aan de commissie alle stukken over te leggen die betrekking hebben op het besluit waartegen het bezwaarschrift is gericht.
Artikel 10 Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de artikelen
van de wet, worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.
Voor het houden van een zitting is vereist dat minimaal één lid en in beginsel de (plaatsvervangend) voorzitter aanwezig zijn. Bij afwezigheid van de (plaatsvervangend) voorzitter treedt een lid op als voorzitter.
1.Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek (laten) houden. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.
2 De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en belanghebbenden toegezonden.
De leden van de commissie, het verwerend orgaan en belanghebbenden kunnen binnen één week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist over een dergelijk verzoek.