Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Minimabeleid 2017-2018 Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaarlemmerliede en Spaarnwoude
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMinimabeleid 2017-2018 Haarlemmerliede en Spaarnwoude
CiteertitelMinimabeleid 2017-2018 Haarlemmerliede en Spaarnwoude
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-04-201701-01-2017Nieuwe regeling

18-04-2017

Digitaal gemeenteblad, 20-4-2017

BOB 17/004

Tekst van de regeling

Intitulé

Minimabeleid 2017-2018

De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 maart 2017

Besluit:

 

Het Beleidsplan Minimabeleid 2017-2018 vast te stellen.

  

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 april 2017,

  

De griffier,

De voorzitter,

Inhoudsopgave

Inleiding 3

1 Bestaand beleid 4

  • 1.

    1 Huidig minimabeleid 4

  • 1.

    2 Vergelijking regelingen 4

  • 1.

    3 Vergelijking inkomensgrenzen 4

2 Nieuw beleid 5

  • 2.

    1 Voorwaarden 5

  • 2.

    2 Jeugdcultuurfonds en Jeugdsportfonds 5

  • 2.

    3 Voorstel doelgroep kinderen: Kindpakket 5

  • 2.

    4 Voorstel doelgroep volwassenen 7

  • 2.

    5 Verruimen inkomensgrens 7

3 Armoedeval 8

  • 3.

    1 Onderzoek 8

  • 3.

    2 Draagkracht 8

  • 3.

    3 Effect 8

4 Financiën 9

  • 4.

    1 Extra budget kinderen 9

  • 4.

    2 Verwachte meerkosten nieuw beleid kinderen 9

  • 4.

    3 Verwachte meerkosten nieuw beleid volwassenen 10

  • 4.

    4 Eenmalige kosten communicatie 10

  • 4.

    5 Risico 10

  • 4.

    6 Formatie 10

Bijlage 1: Huidig minimabeleid 11

Bijlage 2: Voorstel nieuw minimabeleid 12

Inleiding

Het minimabeleid is bedoeld om inwoners met een laag inkomen in staat te stellen mee te doen. In de beleidsregels minimabeleid is vastgelegd voor welke financiële vergoedingen en onder welke voorwaarden inwoners in aanmerking komen. De Intergemeentelijke afdeling sociale zaken (IASZ) voert het minimabeleid uit voor Bloemendaal, Haarlemmerliede & Spaarnwoude en Heemstede.

 

Aanleiding

Met ingang van 2017 zijn structureel extra rijksmiddelen beschikbaar voor de bestrijding van armoede onder kinderen. Dit is de belangrijkste reden om het minimabeleid te actualiseren. Het Klanttevredenheidsonderzoek Participatiewet geeft aanleiding om het minimabeleid structureel onder de aandacht te brengen. Voor communicatie is daarom extra aandacht.

 

Pakket Inkomensondersteuning

Het minimabeleid moet in samenhang worden gezien met een breder pakket aan maatregelen voor inkomensondersteuning, zoals de bijzondere bijstand en diverse andere toeslagen of tegemoetkomingen.

 

Doelstellingen

Aansluitend bij de doelstellingen in het sociaal domein is het doel van het minimabeleid het bevorderen van maatschappelijke participatie. Uitgangspunt hierbij is dat werk de beste manier van participatie is. Om ervoor te zorgen dat kinderen zich kunnen ontwikkelen, is er speciale aandacht voor participatie van kinderen.

1 Bestaand beleid

1.1 Huidig minimabeleid

Het huidige minimabeleid kent drie regelingen voor kinderen en twee regelingen voor volwassenen. Voor kinderen bestaat er een schoolkostenregeling, een computerregeling en een regeling ‘sociaal-culturele en sportieve participatie’. Voor volwassenen bestaat er ook een regeling sociaal-culturele en sportieve participatie en een regeling tegemoetkoming collectieve zorgverzekering. Een overzicht van het bestaande beleid is weergegeven in bijlage 1. Er kan van meerdere regelingen tegelijk gebruik worden gemaakt.

 

1.2 Vergelijking regelingen

Het minimabeleid van de IASZ is vergeleken met een aantal andere gemeenten. Twee gemeenten binnen de arbeidsmarktregio (Haarlem en Velsen) en de naastgelegen gemeente Haarlemmermeer. Er is gekeken naar inkomensgrenzen, hoogte en soort van de vergoedingen. Hierbij is onderscheid gemaakt naar volwassenen en kinderen. Uit de vergelijking blijkt dat de verschillen tussen gemeenten groot zijn. Een-op-een vergelijken is ook niet altijd mogelijk, omdat regelingen anders heten, andere voorwaarden hebben of samengevoegd zijn. Toch kan gesteld worden dat de IASZ niet aan de onderkant, maar ook niet aan de bovenkant zit met het huidige beleid.

 

1.3 Vergelijking inkomensgrenzen

Ook de inkomensgrenzen om in aanmerking te komen voor het minimabeleid verschillen per gemeente. De IASZ en Velsen hanteren een inkomensgrens van maximaal 110 procent van de bijstandsnorm. De doelgroep in de andere gemeenten is groter: Haarlem hanteert een grens van 115 procent en Haarlemmermeer heeft de grens vastgesteld op 120 procent.

2 Nieuw beleid

Met ingang van 2017 zijn er structureel extra rijksmiddelen beschikbaar voor de bestrijding van armoede onder kinderen. Met name voor deze doelgroep is het daarom mogelijk om wijzigingen in het beleid door te voeren. Aan de rijksmiddelen zijn wel voorwaarden verbonden.

 

  • 2.

    1 Voorwaarden

    • ·

      Het geld is bestemd voor benodigdheden voor kinderen, die mogelijk gemist worden door gebrek aan geld. Bijvoorbeeld schoolspullen, sportattributen, lidmaatschap van (muziek)verenigingen, zwemles of vakantie-activiteiten.

    • ·

      Er mag geen verdringing plaatsvinden van bestaand beleid. Dat betekent dat de huidige inzet van middelen moet worden voortgezet. Het nieuwe aanbod moet bovenop het huidige aanbod komen.

    • ·

      Om er zeker van te zijn dat de middelen direct bij kinderen terecht komen, moet de ondersteuning in natura worden aangeboden. Dit laatste criterium wordt door het Rijk niet nader gespecificeerd. Op basis van signalen van Stimulansz, de landelijke belangenorganisatie van sociale diensten, gaat de IASZ er vanuit dat individuele toekenning op basis van betalingsbewijzen ook onder de voorwaarden valt. Stimulansz is gesprekspartner van het ministerie.

       

  • 2.

    2 Jeugdcultuurfonds en Jeugdsportfonds

Veel gemeenten werken samen met het Jeugdcultuurfonds en/of het Jeugdsportfonds. Via deze fondsen kunnen kinderen uit financieel minder draagkrachtige gezinnen sporten of bijvoorbeeld op muziekles. Gemeenten zorgen voor de financiering van de fondsen. Het Rijk ziet graag dat gemeenten met de fondsen samenwerken, maar stelt dit niet verplicht.

Inwoners kunnen niet rechtstreeks aanvragen bij het jeugdcultuurfonds en het jeugdsportfonds. Dit moet gebeuren via onafhankelijke intermediairs; professionals die al betrokken zijn bij een gezin. Het toegekende bedrag wordt betaald aan de instelling waar een kind les heeft. De IASZ neemt niet deel aan de fondsen, maar heeft wel een regeling voor sociaal-culturele en sportieve participatie. Inwoners kunnen rechtstreeks aanvragen bij de IASZ en er is geen sprake van twee afzonderlijke budgetten voor sport en cultuur, zoals bij de fondsen het geval is. Inwoners hebben hierdoor meer keuzevrijheid. Het voorstel is om niet deel te nemen aan het Jeugdsportfonds en/of het Jeugdcultuurfonds, maar om de uitvoering bij de IASZ te laten. Dit is conform het advies van de cliëntenraad, die van mening is dat de intermediairs bij de fondsen drempelverhogend werken.

 

2.3 Voorstel doelgroep kinderen: Kindpakket

Hieronder worden voorstellen toegelicht voor minimabeleid voor kinderen. Een overzicht van de voorstellen wordt weergegeven in bijlage 2. De regelingen gaan gecommuniceerd worden als het ‘Kindpakket’.

 

Schoolkostenregeling

De huidige schoolkostenregeling lijkt goed aan de vraag te voldoen. Het voorstel is de vergoeding op het bestaande niveau te handhaven, omdat dit een realistisch bedrag is voor schoolkosten. In de praktijk blijkt echter wel dat inwoners de regeling soms benutten voor (dure) sportkleding van hun kinderen, waardoor soms te weinig geld overblijft voor de ouderbijdrage of een schoolreisje. Het voorstel is daarom om het declareren van sportkleding niet meer mogelijk te maken vanuit de schoolkostenregeling, zodat het budget gebruikt wordt voor waar het in de eerste plaats voor bedoeld is. Sportkleding kan dan gedeclareerd worden vanuit de regeling sociaal-culturele en sportieve participatie, tot een maximumbedrag van € 125,00 (inclusief schoeisel).

 

Computerregeling

Volgens het huidige beleid kan maximaal één keer in de vijf jaar per gezin een tegemoetkoming voor de kosten van een desktop, laptop of printer worden gedeclareerd (kind 11 t/m15 jaar). Tablets zijn in de huidige regeling uitgesloten. Omdat steeds meer scholen werken met een tablet, is het voorstel om de tablet binnen de regeling toe te voegen. Verder is het voorstel om de leeftijdsgrens te verruimen (8 t/m 17 jaar), omdat leerlingen op het primair onderwijs vanaf 8 jaar al beginnen met werken op een computer of tablet en hiervoor ook al huiswerkopdrachtjes krijgen. Tot slot is het voorstel om de periode te verruimen van maximaal eens in de vijf jaar (een computer is vaak sneller verouderd) naar maximaal eens in de drie jaar, voor maximaal twee kinderen per gezin. De hoogte van de vergoeding volstaat en blijft gehandhaafd.

 

Regeling huiswerkbegeleiding en bijles

Het huidige beleid kent geen vergoeding voor huiswerkbegeleiding en bijles, zoals de gemeente Haarlem dit bijvoorbeeld wel kent. Er zijn verschillende argumenten om een regeling voor huiswerkbegeleiding en bijles toe te voegen. In de praktijk blijkt (gezien vragen van cliënten) dat hier behoefte aan is. De maatschappij wordt steeds ingewikkelder en de informatiedruk is hoog. Het wordt steeds lastiger de overal aanwezige informatie te filteren en te prioriteren en ouders zijn niet altijd in staat hun kinderen zelf te helpen. Bijles en huiswerkbegeleiding worden dan ook steeds populairder. Bovendien geldt vaak: hoe hoger het opleidingsniveau, hoe groter de kans op werk. Het voorstel is daarom om een regeling huiswerkbegeleiding en bijles toe te voegen voor kinderen op het voortgezet onderwijs.

De tarieven voor huiswerkbegeleiding zijn hoog. Het voorstel is daarom om een vergoeding van € 200 per maand te hanteren, voor een periode van maximaal zes maanden. Het totaalbedrag mag flexibel in die zes maanden worden ingezet. Het mag bijvoorbeeld in zijn geheel ingezet worden gedurende een kortere periode. Een tweede periode is alleen mogelijk bij bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld scheiding of ziekte), tenzij een kind op een ander niveau les gaat volgen. Dan is opnieuw huiswerkbegeleiding/bijles mogelijk, in de hoop dat dit kinderen stimuleert om hun schoolniveau te verbeteren. Aanspraak maken op de regeling is niet mogelijk als er sprake is van een voorliggende voorziening (bijvoorbeeld via de school zelf). Er is een brief van de school nodig waaruit blijkt dat de ondersteuning noodzakelijk is en het moet gaan om een professioneel instituut.

 

Fietsregeling

Kinderen in Bloemendaal, Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Heemstede gaan meestal op de fiets naar school. Een veilige fiets van de juiste hoogte is daarom belangrijk, maar dit is een uitgave die voor mensen met een laag inkomen niet altijd mogelijk is. Het voorstel is daarom een fietsregeling toe te voegen. Een vergoeding voor een fiets kan maximaal eens in de drie jaar worden aangevraagd, voor een bedrag van maximaal € 225 per fiets, met een leeftijdsgrens van 8 t/m 17 jaar. De fietsregeling voor statushouders (dit gaat om een fiets in natura ter waarde van € 225), geldt als voorliggende voorziening voor deze doelgroep.

 

Regeling Eropuit! (voormalige regelingsociaal-culturele en sportieve participatie)

Bij de huidige regeling voor sociaal-culturele en sportieve participatie is de voorwaarde dat het gaat om ‘actieve deelname in verenigingsverband’. Met deze omschrijving worden bepaalde activiteiten uitgesloten, terwijl kinderen daar soms wel behoefte aan hebben. Ook vinden lang niet alle activiteiten tegenwoordig nog in verenigingsverband plaats. Het voorstel is daarom om deze regeling te versoepelen. Het gaat niet meer alleen om sociaal-culturele en sportieve participatie in verenigingsverband, maar om activiteiten op het gebied van participatie, recreatie en ontspanning. Voorwaarde is nog wel dat activiteiten zich buitenshuis afspelen.

Bij de huidige regeling sociaal-culturele en sportieve participatie worden activiteiten vergoed tot een maximum bedrag van € 275,00 per kind per jaar. In vergelijking met de beschikbare budgetten voor sport en cultuur voor de doelgroep kinderen in bijvoorbeeld Haarlem (€ 675,00 -maar verdeeld over twee niet uitwisselbare fondsen voor sport en cultuur-) is het bedrag dat in de IASZ gemeenten beschikbaar is laag. Het voorstel is daarom het budget met € 200,00 op te hogen naar een bedrag van € 475,00 per kind per jaar.

Voorbeelden kostensoorten die in aanmerking komen

Sport, lidmaatschap sportvereniging of fitnessclub, sportkleding, sporttas, yoga, meditatie, mindfulness, zwembadkaart, zwemles, muziekles, muziekinstrument, schilderles, toneelvereniging, theater, schouwburg, concert, museum, hobbyclub, scouting, natuur- en milieu educatie, lidmaatschap vereniging, cursus, workshop, bioscoop, pretpark, dagje uit, kortingskaart openbaar vervoer, NS dagretour.

Voorbeelden kostensoorten die niet in aanmerking komen

Internet-, televisie-, telefoon-, krant- of tijdschriftabonnement, computer/tablet/printer (voor kinderen afzonderlijke regeling), software voor computer, (mobiele) telefoon, telefoonkaart, zonnebankstudio, schoonheidsspecialist, kapper, fiets (voor kinderen afzonderlijke regeling), scooter.

 

2.4 Voorstel doelgroep volwassenen

Regeling Eropuit! (voormalige regelingsociaal-culturele en sportieve participatie)

Voor volwassenen zijn geen extra financiële middelen beschikbaar gesteld door het Rijk. Er is dus niet veel ruimte om bedragen op te hogen of regelingen toe te voegen. Het voorstel is dan ook om het huidige bedrag ad € 175,00 per persoon per jaar te handhaven. Het advies is verder om de regeling, in navolging van de gelijknamige regeling voor kinderen, ruimer te interpreteren. Activiteiten voor participatie, recreatie en ontspanning komen in aanmerking.

 

HaarlemPas

In Haarlem bestaat voor volwassenen geen regeling voor sociaal-culturele activiteiten. In plaats daarvan kunnen inwoners in aanmerking komen voor de HaarlemPas. Met de HaarlemPas kan korting worden gekregen bij verschillende organisaties in Haarlem, voornamelijk bij musea en schouwburgen. De HaarlemPas is eigenlijk niet vergelijkbaar met de regeling van de IASZ. De cliëntenraad geeft aan geen behoefte te hebben aan deelname aan de HaarlemPas, zeker als de huidige regeling Eropuit! ruimer geïnterpreteerd wordt, zoals hierboven wordt voorgesteld.

 

2.5 Verruimen inkomensgrens

Het Rijk stelt middelen beschikbaar voor gezinnen die in armoede leven, maar schrijft hierbij geen inkomensgrens voor. Het voorstel is om de inkomensgrens van de regelingen voor minderjarige kinderen op te rekken van 110 procent van de bijstandsnorm (huidig beleid) naar 130 procent, zodat een grotere groep kinderen voor de vergoedingen in aanmerking komen. Voor de doelgroep volwassenen, waarvoor geen extra middelen beschikbaar komen van het Rijk, is het voorstel de inkomensgrens te verruimen van 110 procent naar 120 procent. De financiële gevolgen worden toegelicht in het hoofdstuk financiën.

3 Armoedeval

De ‘armoedeval’ is het effect dat optreedt wanneer iemand met een uitkering er in inkomen op achteruit gaat als hij of zij een betaalde baan krijgt. Dit effect wordt veroorzaakt doordat er diverse regelingen zijn die meer kosten of minder ‘opleveren’ naarmate iemand meer verdient. De armoedeval is een probleem dat serieuze aandacht verdient, maar niet gemakkelijk is op te lossen.

 

3.1 Onderzoek

Het effect op de armoedeval bij onderliggend nieuw beleid is door de IASZ onderzocht. In het onderzoek naar de armoedeval is uitgegaan van een inkomensgrens van 120 procent om in aanmerking te komen voor het minimabeleid (een verruiming ten opzichte van de huidige norm van 110 procent). Inkomensgroepen die in aanmerking komen zijn vergeleken met inkomensgroepen (verschillende percentages) die hoger zijn en daardoor niet in aanmerking komen voor minimabeleid. In het onderzoek zijn naast de minimaregelingen de diverse (belasting) toeslagen en kwijtscheldingen meegenomen. Ook zijn verschillende leefsituaties met elkaar vergeleken (bijvoorbeeld echtparen zonder kinderen, echtparen met één, twee of drie kinderen, alleenstaanden zonder kinderen en alleenstaanden met kinderen). Uit dit onderzoek blijkt dat de armoedeval vooral voor gezinnen met twee of meer minderjarige kinderen groot is. Voor echtparen zonder kinderen en alleenstaanden met of zonder kinderen is er niet of nauwelijks sprake van een armoedeval.

 

3.2 Draagkracht

De enige manier om de armoedeval helemaal te voorkomen is door vanaf een bepaalde inkomensgrens slechts een deel van het meerdere inkomen mee te nemen als draagkracht. Bijvoorbeeld van het inkomen tussen de 100 procent en de 110 procent wordt 25 procent als draagkracht aangemerkt, van het inkomen tussen de 110 procent en 120 procent wordt 50 procent als draagkracht aangemerkt en vanaf 120 procent tot 130 procent wordt 75 procent als draagkracht aangemerkt. Boven de 130 is alles dan draagkracht. Nadeel is dat het voorlichten van inwoners bij het hanteren van deze methodiek heel lastig is, terwijl het bereiken van de doelgroep nu al moeilijk is. Ook is het uitvoeringstechnisch bewerkelijk en daardoor kostbaar. Gemeenten mogen bovendien geen inkomenspolitiek voeren, dat is een rol die is voorbehouden aan het Rijk. Deze methodiek wordt daarom afgeraden.

 

3.3 Effect

Volgens onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (zie: armoedemonitor 2005) moet het effect van de armoedeval niet worden overschat. Het lijkt er op dat de armoedeval een beperkte rol speelt bij de beslissingen die mensen nemen. Toch kan het moeilijk uit te leggen zijn dat iemand die werkt minder overhoudt dan iemand die een uitkering heeft. Dit is echter het gevolg van het landelijke beleid om financiële middelen ter beschikking te stellen voor de minima. De middelen niet inzetten is ook geen optie, omdat armoede wel degelijk een groot probleem vormt in de samenleving.

4 Financiën

De extra middelen die het Rijk beschikbaar stelt aan gemeenten voor minimabeleid ten behoeve van kinderen bedraagt landelijk € 85 miljoen. Het budget wordt verdeeld op basis van door het CBS ontwikkelde gegevens over kinderen met een kans op armoede.

 

4.1 Extra budget kinderen

Voor Bloemendaal, Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Heemstede komt dit neer op de volgende bedragen:

Extra budget

 

Historisch budget 2017

(volwassen en kinderen)

Extra budget vanaf 2017

(kinderen)

Totaal budget

Bloemendaal

€ 70.000

€ 71.071

€ 141.071

Haarlemmerliede en Spaarnwoude

€ 20.000

€ 21.449

€ 41.449

Heemstede

€ 120.000

€ 67.000

€ 187.000

4.2 Verwachte meerkosten nieuw beleid kinderen

Bloemendaal

Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Heemstede

Verwacht resultaat kinderen

 

Extra kosten

Extra budget

Resultaat

Bloemendaal

€ 65.300

€ 71.071

€ 5.771

Haarlemmerliede en Spaarnwoude

€ 20.525

€ 21.449

€ 924

Heemstede

€ 67.050

€ 66.000

-€ 1.050

4.3 Verwachte meerkosten nieuw beleid volwassenen

Voor volwassen is er behalve een versoepeling van de huidige participatieregeling geen nieuw beleid. Wel is het voorstel om de inkomensgrens te verruimen. Op basis van cijfers van het CBS over inkomensgroepen en een geschat bereik van vijftig procent van de nieuwe doelgroep, is de inschatting dat kosten stijgen conform de bedragen in onderstaande tabel. In het historische budget van Bloemendaal en Heemstede is hiervoor ruimte. Voor Haarlemmerliede betekent dit een klein tekort.

Verwacht resultaat volwassenen

Gemeente

Extra kosten verruiming doelgroep 120 procent

Ruimte in historisch budget

Resultaat

Bloemendaal

€ 1.050

€ 2.000

€ 950

Haarlemmerliede & Spaarnwoude

€ 613

-€ 2.000

-€ 2.613

Heemstede

€ 3.150

€ 11.000

€ 7.850

4.4 Eenmalige kosten communicatie

Heldere communicatie over het minimabeleid is essentieel voor het bereiken van de deels nieuwe doelgroep. De communicatie over het nieuwe beleid wordt serieus en uitgebreid opgepakt. Verschillende acties gaan worden ondernomen. Dit behelst onder meer het aanpassen van de website en de brochures, waarbij rekening gehouden met laaggeletterdheid. De aanvraagprocedure wordt zo eenvoudig mogelijk gehouden en er wordt samengewerkt met maatschappelijke partners en het onderwijs. Cliënten van de IASZ worden regelmatig en structureel persoonlijk op de regelingen gewezen. De regelingen voor kinderen worden bekend gemaakt onder de noemer ‘Kindpakket’.

 

De inschatting is dat de kosten voor de communicatie activiteiten eenmalig maximaal € 7.000 bedragen (inclusief kosten voor opmaak en drukkosten). Omdat de IASZ geen budget beschikbaar heeft voor communicatie, is het voorstel om deze kosten te dekken uit het budget minimabeleid. Per gemeente betekent dit het volgende (gebaseerd op verdeelsleutel apparaatskosten, afgeleid van de inwoneraantallen):

Communicatiekosten (eenmalig)

Gemeente

Percentage

Kosten

Bloemendaal

41 %

€ 2.870

Haarlemmerliede & Spaarnwoude

10 %

€ 700

Heemstede

49 %

€ 3.430

4.5 Risico

De financiële gevolgen zijn gebaseerd op cijfers van het CBS over inkomensgroepen en inschattingen wat betreft het bereik. Wat het nieuwe beleid daadwerkelijk voor financiële consequenties gaat opleveren, hangt af van het aantal inwoners dat gaat aanvragen. De werkelijkheid kan er anders uitzien. Het voorstel is daarom om het nieuwe beleid in te voeren voor een pilot periode (2017 en 2018). Op basis van de werkelijke cijfers kan het beleid vervolgens indien nodig tussentijds, met ingang van 1 januari 2018, worden aangepast.

 

4.6 Formatie

De verwachting is dat het nieuwe minimabeleid tot aanmerkelijk meer aanvragen gaat leiden. Dit heeft consequenties voor de uitvoering en dan met name voor de uitkeringsadministratie. De gevolgen worden gemonitord. Na afloop van de pilotperiode is duidelijk hoeveel extra aanvragen er daadwerkelijk zijn bijgekomen. Wanneer het nodig blijkt wordt een voorstel gedaan voor extra formatie.

 

 

Bijlage 1: Huidig minimabeleid

Inwoners met een inkomen van maximaal 110 procent van de bijstandsnorm komen in aanmerking.

 

Wat

Toelichting

Voorwaarden

Vergoeding

 

Voor kinderen

1

Schoolkostenregeling

Bijvoorbeeld:

-Ouderbijdrage

-Kosten voor schoolactiviteiten

-Schoolschriften, pennen

-Sportkleding

Ouders/verzorgers met schoolgaande kinderen 4 t/m 17 jaar in basis-, voortgezet of beroepsonderwijs.

€ 150 per jaar (basisonderwijs)

€ 300 per jaar (voortgezet onderwijs of MBO)

2

Computerregeling

Tegemoetkoming voor de kosten van een desktop, laptop of printer.

-Voor Schoolgaande kinderen 11-15 jaar.

-Maximaal een keer in de vijf jaar.

-Tablets, mobiele telefoons en kosten voor internet zijn uitgesloten.

€ 400

3

Participatieregeling sociaal-culturele of sportieve activiteiten

Bijvoorbeeld lidmaatschap sport- of muziekvereniging.

-0 t/m 17 jaar

-Actieve deelname.

-Activiteiten in georganiseerd verband.

€ 275 per kind per kalenderjaar.

 

Voor volwassenen

1

Regeling sociaal-culturele of sportieve activiteiten volwassenen

 

-Actieve deelname.

-Activiteiten in georganiseerd verband.

€ 175 per persoon per kalenderjaar.

2

Regeling tegemoetkoming Collectieve zorgverzekering

Een jaarlijkse financiële vergoeding aan inwoners die een collectieve zorgverzekering hebben afgesloten.

De doelgroep ouderen, gehandicapten en chronisch zieken komt in aanmerking met een inkomen van maximaal 130 procent van de toepasselijke bijstandsnorm.

€ 10 per maand.

€ 20 voor doelgroep ouderen, gehandicapten en chronisch zieken.

 

Bijlage 2: Voorstel nieuw minimabeleid

 

KINDPAKKET

Inkomensgrens

Kinderen van inwoners met een inkomen van maximaal 130 procent van de bijstandsnorm komen in aanmerking.

 

Wat

Toelichting

Voorwaarden

Vergoeding

 

Kindpakket

1

Schoolkosten-regeling

Bijvoorbeeld:

-Ouderbijdrage

-Kosten voor schoolactiviteiten

-Schoolschriften, pennen.

-4 t/m 17 jaar

-Sportkleding uitgezonderd (dit kan gedeclareerd worden via regeling Eropuit!)

€ 150 per jaar (basisonderwijs)

€ 300 per jaar (voortgezet onderwijs of MBO)

2

Computer-

regeling

Tegemoetkoming voor de kosten van een desktop óf laptop óf tablet en noodzakelijke accessoires zoals printer, toetsenbord, muis.

-Voor Schoolgaande kinderen 8 t/m 17 jaar.

-Maximaal een keer in de drie jaar.

-Maximaal twee per gezin.

€ 400

3

Regeling Eropuit! (voorheen regeling sociaal-culturele en sportieve participatie.

Bijvoorbeeld:

Sport, lidmaatschap sportvereniging of fitnessclub, sportkleding, sporttas, yoga, meditatie, mindfulness, zwembadkaart, zwemles, muziekles, muziekinstrument, schilderles, toneelvereniging, theater, schouwburg, concert, museum, hobbyclub, scouting, natuur- en milieu educatie, lidmaatschap vereniging, cursus, workshop, bioscoop, pretpark, dagje uit, kortingskaart openbaar vervoer, NS dagretour.

-Activiteiten op het gebied van participatie, recreatie en ontspanning.

-Buitenshuis

-0 t/m 17 jaar

-Sportkleding tot een maximum bedrag van € 125 (inclusief schoeisel)

€ 475 per jaar

4

Fietsregeling

Tegemoetkoming voor een fiets

-Voor Schoolgaande kinderen 8 t/m 17 jaar.

-Maximaal een keer in de drie jaar.

€ 225

5

Regeling huiswerk-begeleiding en bijles

Tegemoetkoming in de kosten voor huiswerkbegeleiding en/of bijles

-Brief van school waarin de noodzaak staat.

-Niet als er voorliggende voorzieningen zijn.

-Maximaal zes maanden.

€ 200 per persoon per maand, maximaal zes maanden, maar flexibel in te zetten.

PAKKET VOLWASSENEN

Inkomensgrens

Inwoners met een inkomen van maximaal 120 procent van de bijstandsnorm komen in aanmerking.

 

Pakket volwassenen

1

Regeling Eropuit! (voorheen regeling sociaal-culturele en sportieve participatie).

Bijvoorbeeld:

Sport, lidmaatschap sportvereniging of fitnessclub, sportkleding, sporttas, yoga, meditatie, mindfulness, zwembadkaart, zwemles, muziekles, muziekinstrument, schilderles, toneelvereniging, theater, schouwburg, concert, museum, hobbyclub, scouting, natuur- en milieu educatie, lidmaatschap vereniging, cursus, workshop, bioscoop, pretpark, dagje uit, kortingskaart openbaar vervoer, NS dagretour.

-Activiteiten op het gebied van participatie, recreatie en ontspanning.

-Buitenshuis.

€ 175 per persoon per kalenderjaar.

2

Regeling tegemoetkoming Collectieve zorgverzekering

Een jaarlijkse financiële vergoeding aan inwoners die een collectieve zorgverzekering hebben afgesloten.

De doelgroep ouderen, gehandicapten en chronisch zieken komt in aanmerking met een inkomen van maximaal 130 procent van de toepasselijke bijstandsnorm.

€ 10 per maand.

€ 20 voor doelgroep ouderen, gehandicapten en chronisch zieken.