Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Regeling Cliëntenraad Werk en Inkomen Rotterdam 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling Cliëntenraad Werk en Inkomen Rotterdam 2017
CiteertitelRegeling Cliëntenraad Werk en Inkomen Rotterdam 2017
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Participatiewet, art. 47
  2. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, art. 42
  3. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 42
  4. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2017Nieuwe regeling

22-11-2016

gmb-2017-108620

Gemeenteblad 2017, nummer 76

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling Cliëntenraad Werk en Inkomen Rotterdam 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de directeur van cluster Werk en Inkomen van 7 november 2016; registratienummer W&I/C&O/PvH/2016/056;

gelet op artikel 47 van de Participatiewet, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen:

Regeling Cliëntenraad Werk en Inkomen Rotterdam 2017

Artikel 2 Taak Cliëntenraad

  • 1.

    Er is een Cliëntenraad die als taak heeft om als een ervaringspanel gevraagd en ongevraagd advies aan de concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen uit te brengen over de uitwerking op klanten van nieuw en bestaand beleid dat gebaseerd is op de Participatiewet, IOAW of IOAZ.

  • 2.

    De Cliëntenraad is niet bevoegd te adviseren over individuele situaties, klachten of bezwaarschriften van klanten.

Artikel 3 Samenstelling Cliëntenraad en benoeming van de leden

  • 1.

    De Cliëntenraad bestaat uit minimaal tien en maximaal zestien leden.

  • 2.

    Als lid van de Cliëntenraad worden alleen klanten benoemd. Bij de samenstelling wordt gestreefd naar een representatieve vertegenwoordiging van deze klanten.

  • 3.

    De benoeming van leden van de Cliëntenraad vindt plaats door de concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen.

  • 4.

    De leden van de Cliëntenraad worden benoemd voor een eenmalige termijn van drie jaar.

  • 5.

    Indien er sprake blijkt te zijn van dringende redenen kan de concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen in samenspraak met het dagelijks bestuur van de Cliëntenraad in individuele gevallen besluiten de termijn eenmalig met maximaal drie jaar te verlengen.

    Als dringende reden wordt in ieder geval beschouwd de situatie dat de continuïteit van het functioneren van de Cliëntenraad onder druk komt te staan.

  • 6.

    De Cliëntenraad kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester die samen het dagelijks bestuur vormen.

  • 7.

    Als de Cliëntenraad tijdelijk uit minder dan tien leden bestaat, blijft hij bevoegd zijn taken uit te oefenen. De concerndirecteur cluster Werk en Inkomen neemt maatregelen om in de vacatures te voorzien.

  • 8.

    Geschillen die zich binnen de Cliëntenraad of tussen de Cliëntenraad en medewerkers van de gemeente voordoen, kunnen worden voorgelegd aan de geschillencommissie zoals beschreven in het in artikel 10 bedoelde huishoudelijk reglement.

Artikel 4 Vergaderingen

  • 1.

    De Cliëntenraad komt één keer per maand met een maximum van 10 keer per jaar in vergadering bijeen voor overleg met de concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen.

  • 2.

    De concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen kan vervangen worden door een van de andere leden van de directie van het cluster Werk en Inkomen.

  • 3.

    De concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen heeft geen stemrecht.

  • 4.

    Als er sprake is van een spoedeisend belang kan de voorzitter van de Cliëntenraad een extra vergadering uitschrijven op verzoek van:

    • a.

      één van de leden van het dagelijks bestuur;

    • b.

      ten minste drie leden; of

    • c.

      de concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen.

  • 5.

    Ter voorbereiding van het overleg met de concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen kan de Cliëntenraad voorafgaand aan het overleg met de concerndirecteur cluster Werk en Inkomen een vooroverleg houden met uitsluitend de leden van de Cliëntenraad.

  • 6.

    Tweemaal per jaar vindt er een planningsoverleg plaats tussen de concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen en het dagelijks bestuur van de Cliëntenraad.

  • 7.

    Voor bespreking in dit planningsoverleg biedt de concerndirecteur cluster Werk en Inkomen een overzicht aan van de onderwerpen waarvan de verwachting is dat deze in het volgende half jaar om advies aan de Cliëntenraad worden voorgelegd.

  • 8.

    De Cliëntenraad biedt voor dit planningsoverleg een overzicht aan van onderwerpen waar hij in het komende half jaar bijzondere aandacht aan zal besteden en ongevraagd advies over wil uitbrengen.

  • 9.

    Het planningsoverleg heeft als doel afspraken te maken:

    • a.

      over de wijze en het moment van aanbieden van bij de onderwerpen behorende documenten die de concerndirecteur cluster Werk en Inkomen om advies aan de Cliëntenraad wil voorleggen, mede om het mogelijk te maken dat de Cliëntenraad goed in staat is zijn taken te vervullen;

    • b.

      ten aanzien van onderwerpen waar de Cliëntenraad het voornemen heeft daaraan ten behoeve van een mogelijk ongevraagd advies bijzondere aandacht te schenken, over de wijze waarop de Cliëntenraad daarin gefaciliteerd kan worden;

    • c.

      mede om ervoor te zorgen dat het takenpakket van de Cliëntenraad en de benodigde urenbesteding van zijn leden, in balans zijn met voor te leggen en op te pakken onderwerpen.

Artikel 5 Taken concerndirecteur cluster Werk en Inkomen

  • 1.

    De concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen draagt er zorg voor dat de Cliëntenraad tijdig wordt voorzien van alle informatie die voor een goed functioneren van de Cliëntenraad noodzakelijk is.

  • 2.

    De concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen draagt er zorg voor dat de Cliëntenraad tijdig in staat wordt gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen.

Artikel 6 Agenda van het overleg

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt de agenda van de vergadering van de Cliëntenraad vast.

  • 2.

    Agendapunten kunnen schriftelijk worden aangedragen door:

    • a.

      een lid van de Cliëntenraad; of

    • b.

      een lid van de directie van het cluster Werk en Inkomen.

Artikel 7 Afstemming Cliëntenraad en wethouder

Eenmaal per jaar vindt er een overleg plaats van de Cliëntenraad met de verantwoordelijk wethouder. Het doel van het overleg is om te bespreken wat de Cliëntenraad bij de uitoefening van zijn kerntaak tegenkomt ten aanzien van de uitwerking op klanten van nieuw en bestaand beleid dat gebaseerd is op de Participatiewet, IOAW of IOAZ.

Artikel 8 Financiën

  • 1.

    De Cliëntenraad stelt jaarlijks een begroting op voor het volgende kalenderjaar.

  • 2.

    Een onderdeel van de begroting is een door de Cliëntenraad opgesteld opleidingsplan met daarin de te volgen opleidingen of trainingen die gericht zijn op het zo goed mogelijk functioneren van de Cliëntenraad en de leden individueel.

  • 3.

    De Cliëntenraad dient de begroting voor 1 november in bij de concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen.

  • 4.

    Na goedkeuring van de begroting door de concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen stelt deze voor het begin van het kalenderjaar budget beschikbaar waarmee de Cliëntenraad naar zijn oordeel adequaat kan functioneren.

  • 5.

    Binnen drie maanden na afloop van een kalenderjaar vindt de financiële verantwoording over de besteding van het budget plaats bij de concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen.

Artikel 9 Faciliteiten

  • 1.

    De leden van de Cliëntenraad worden in staat gesteld om naast de verplichtingen die zij in hun hoedanigheid van klant kunnen hebben, voldoende tijd te besteden aan hun taken als lid van de Cliëntenraad.

  • 2.

    Voor leden van het dagelijks bestuur wordt ervan uitgegaan dat een tijdsbesteding van maximaal gemiddeld 16 uur per week voldoende moet zijn.

  • 3.

    Voor de overige leden van de Cliëntenraad wordt ervan uitgegaan dat een tijdsbesteding van maximaal gemiddeld 8 uur per week toereikend is.

  • 4.

    Indien de werkzoekende een tegenprestatie moet leveren worden de werkzaamheden voor de Cliëntenraad als zodanig aangemerkt.

  • 5.

    De leden van de Cliëntenraad die in voldoende mate hun taken voor de Cliëntenraad vervullen, krijgen daarvoor een vrijwilligersvergoeding waarvan de hoogte is zoals genoemd in artikel 7 onder h van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ (ten tijde van het vaststellen van dit protocol is de hoogte van het bedrag € 95 per maand met een maximum van € 764 per jaar).

  • 6.

    Het is de leden van de Cliëntenraad toegestaan om de bij het cluster Werk en Inkomen aanwezige voorzieningen, waaronder de werkplekken, te gebruiken voor de uitoefening van hun taken.

  • 7.

    Met alle leden van de Cliëntenraad wordt een vrijwilligersovereenkomst gesloten. In deze overeenkomst wordt in ieder geval opgenomen:

    • a.

      het aantal uren dat het lid van de Cliëntenraad geacht wordt als maximaal gemiddeld aantal uren te besteden aan de rol in de Cliëntenraad;

    • b.

      het uitgangspunt dat bij afspraken die met het lid van de Cliëntenraad gemaakt worden in diens hoedanigheid van klant en die gericht zijn op diens arbeidsparticipatie, zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de overeengekomen tijdsbesteding voor de Cliëntenraad.

Artikel 10 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen stelt een medewerker beschikbaar aan de Cliëntenraad die de rol van ambtelijk secretaris van de Cliëntenraad vervult.

  • 2.

    De ambtelijk secretaris heeft geen stemrecht.

  • 3.

    De ambtelijk secretaris organiseert de overleggen van de Cliëntenraad met de concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen, de vooroverleggen en de planningsoverleggen.

  • 4.

    De ambtelijk secretaris fungeert voor de Cliëntenraad als een contactpersoon met medewerkers van de clusters Werk en Inkomen en Maatschappelijke Ondersteuning.

  • 5.

    De ambtelijk secretaris is in staat de Cliëntenraad inhoudelijk te adviseren en tevens om uit te brengen adviezen op te stellen.

  • 6.

    Indien de ambtelijk secretaris door de Cliëntenraad uit te brengen adviezen opstelt, dan vindt dit plaats onder de verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur van de Cliëntenraad.

  • 7.

    Indien de ambtelijk secretaris deze rol naast een ander takenpakket binnen Werk en Inkomen vervult, dan stelt de concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen deze medewerker in staat om zowel ten aanzien van urenbesteding als wat betreft de onafhankelijkheid deze rol naar behoren te vervullen.

Artikel 11 Huishoudelijk reglement

De concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen stelt in overleg met de Cliëntenraad een huishoudelijk reglement vast, waarin in ieder geval de volgende aspecten worden geregeld:

  • a.

    de wijze waarop de leden van de Cliëntenraad worden benoemd;

  • b.

    de beëindiging of schorsing van het lidmaatschap;

  • c.

    de benoeming, samenstelling, taken en werkwijze van het dagelijks bestuur;

  • d.

    de wijze waarop de besluitvorming plaatsvindt;

  • e.

    de benoeming, samenstelling en taken van de geschillencommissie;

  • f.

    de aard van de geschillen die aan de geschillencommissie kunnen worden voorgelegd;

  • g.

    de financiële verantwoording.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2017.

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Cliëntenraad Werk en Inkomen Rotterdam 2017.

Aldus vastgesteld in de vergadering van

22 november 2016.

De secretaris,

Ph. F. M. Raets

De burgemeester,

B.J. Eerdmans, l.b.

Toelichting op de Regeling Cliëntenraad Werk en Inkomen Rotterdam 2017

Algemeen

Ten gevolge van het besluit van de gemeenteraad van 1 juni 2017 om de cliëntenparticipatie ingevolge artikel 47 van de Participatiewet te laten vervullen door Brede Raad 010 is de Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen Rotterdam 2015 met ingang van 1 juli 2017 ingetrokken. De daaruit voortvloeiende rol voor de Cliëntenraad Werk en Inkomen (de cliëntenraad) komt daarmee ook te vervallen. De cliëntenraad zelf blijft echter in zijn huidige omvang en samenstelling bestaan, maar met een aangepaste rol. De belangrijkste reden voor het laten voortbestaan van de cliëntenraad is het belang dat wordt gehecht aan een zo direct mogelijke terugkoppeling uit de uitvoeringspraktijk namens de Rotterdammers die direct te maken krijgen met het uit de Participatiewet voortvloeiende beleid en de gevolgen ervan ondervinden.

Artikelsgewijs

Artikel 3 Samenstelling cliëntenraad en benoeming van de leden

In het derde lid wordt gesproken over de zittingstermijn van de leden van de cliëntenraad. Deze is eenmalig drie jaar. De termijn kan eenmalig met maximaal drie jaar verlengd worden. Het is de concerndirecteur cluster Werk en Inkomen die bepaalt of hier redenen voor zijn. Verlenging kan slechts bij wijze van hoge uitzondering. Er moet sprake zijn van dringende redenen. Als dringend wordt in ieder geval beschouwd de situatie dat de continuïteit van de cliëntenraad aangetast wordt door het vertrek van een lid. Het gaat er dan om dat het vertrek van een lid van de cliëntenraad met bijzondere kennis en ervaring leidt tot een onvoldoende snel overbrugbaar hiaat in kennis en ervaring met als gevolg het onvoldoende functioneren van de cliëntenraad.

Artikel 4 Vergaderingen

Met dit artikel wordt het planningsoverleg geïntroduceerd. Aan zowel de concerndirecteur cluster Werk en Inkomen als aan de cliëntenraad wordt gevraagd zich in te spannen om vooruitblikkend op een komende periode van een half jaar steeds in kaart te brengen welke onderwerpen zij verwachten. Het doel is om alle te verwachten onderwerpen te bespreken en daaruit een selectie te maken van de onderwerpen die wel of niet geagendeerd moeten worden voor inhoudelijke bespreking en advisering. Daarnaast kan de cliëntenraad onderwerpen aankondigen die opgepakt worden met het oog op ongevraagde advisering. De selectie van onderwerpen die op de agenda komen zal afstemming op de beschikbare capaciteit en doorlooptijd voor de advisering mogelijk maken en tevens een tijdige start van de voorbereiding van het onderwerp door de leden van de cliëntenraad en de ambtelijke organisatie.

Artikel 9 Faciliteiten

Lid 1 tot en met 4.

De inzet door de werkzoekenden voor de cliëntenparticipatie is van groot belang en wordt erg gewaardeerd. Daarnaast blijft het belangrijk dat ook zij zich blijven richten op het vinden van werk. Het is van belang dat er een balans is tussen beide activiteiten. Aan de ene kant moet het lid van de cliëntenraad zich volledig kunnen richten op het goed vervullen van die rol, aan de andere kant moeten de activiteiten uitgevoerd worden die gericht zijn op het verkrijgen van werk. Indien de werkzoekende een tegenprestatie moet leveren worden de werkzaamheden voor de cliëntenraad aangemerkt als zodanig.

Om de verhouding tussen inzet voor de cliëntenraad en reguliere taken als werkzoekende zichtbaar en bespreekbaar te maken, is in deze Regeling een urenlimiet opgenomen. Voor leden van het dagelijks bestuur wordt 16 uur per week en voor de overige leden wordt 8 uur per week voldoende gevonden om de taken voor de cliëntenraad goed te kunnen vervullen. Het gaat in beide gevallen om gemiddelden per week over het hele jaar bezien. Er wordt daarbij rekening gehouden met een steeds wisselend aanbod van activiteiten en dus vereiste inzet. Bij het formuleren van de urenlimieten is van een aantal ontwikkelingen uitgegaan. Een belangrijk deel van de adviestaak ligt niet meer bij de cliëntenraad maar bij de Brede Raad 010. Veel stukken die nog aan de cliëntenraad om advies worden voorgelegd, worden op het moment dat de Brede Raad 010 formeel die rol heeft gekregen, aan de Brede Raad 010 voorgelegd. Daarnaast wordt het takenpakket van de ambtelijk secretaris uitgebreid. Die zal onder andere het opstellen van adviezen uit handen nemen van leden van de cliëntenraad. Ook van belang is het maken van keuzes in op te pakken onderwerpen via het planningsoverleg.

De urenlimiet is niet bedoeld om beperkingen in te voeren die het adequaat vervullen van de rol in de weg staan. Om na te gaan of de urenlimieten voldoende realistisch zijn, wordt uiterlijk een jaar nadat de cliëntenraad daadwerkelijk in de nieuwe rol functioneert door concerndirecteur Werk en Inkomen en cliëntenraad geëvalueerd.

Vijfde lid.

De leden ontvangen maandelijks 1/12 deel van het genoemde maximumbedrag per jaar. Bij de vaststelling van het maandelijkse bedrag wordt niet afgerond.

Zevende lid.

In de door de concerndirecteur cluster Werk en Inkomen met alle leden van de cliëntenraad individueel te sluiten vrijwilligersovereenkomsten wordt opgenomen hoeveel uur die persoon besteedt aan de cliëntenraad. Daarmee wordt vervolgens rekening gehouden bij gesprekken over verplichtingen als werkzoekende die voortvloeien uit de Participatiewet. 

Dit gemeenteblad 2017, nummer 76, is uitgegeven op 15 juni 2017 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)