HOOFDSTUK 3 WERKWIJZE EN BESLUITVORMING
Artikel 5: Vergadercyclus
De Monumentencommissie vergadert ten minste twee (2) maal per jaar.
Artikel 6: Vergaderingen
- 1.
De vergaderingen worden in overleg met de voorzitter door de secretaris aan het eind van het jaar in principe voor het gehele komende jaar belegd;
- 2.
De secretaris zorgt dat ieder commissielid tenminste vijf (5) werkdagen vóór het houden van de vergadering hiertoe schriftelijk wordt uitgenodigd;
- 3.
De te behandelen onderwerpen worden op de uitnodiging vermeld en de benodigde informatie wordt bij de uitnodiging gevoegd;
- 4.
Wanneer voor een onderwerp het agendapunt of de benodigde informatie niet op tijd verstuurd is, wordt dit onderwerp verplaatst naar een volgende vergadering. Dit geldt niet voor onderwerpen waarvan de voorzitter of tenminste drie (3) commissieleden een directe behandeling noodzakelijk achten.
Artikel 7: Doorgang
De vergadering van de Monumentencommissie wordt alleen gehouden als tenminste de voorzitter en drie (3) andere leden aanwezig zijn.
Artikel 8: Extra vergadering of onderzoek
- 1.
Indien de voorzitter of tenminste drie (3) commissieleden het noodzakelijk achten, wordt een extra vergadering belegd.
- 2.
Indien blijkt dat voor het uitbrengen van advies nader onderzoek noodzakelijk is, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verzoek van de commissie dit onderzoek houden of van de aanvrager verlangen.
- 3.
De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in (digitaal) afschrift aan de leden van de commissie toegezonden.
Artikel 9: Besluitvorming
- 1.
De Monumentencommissie besluit bij meerderheid van stemmen;
- 2.
Bij het staken van de stemmen vindt herstemming plaats in de eerstvolgende vergadering;
- 3.
Bij het staken van de herstemming geeft de stem van de voorzitter de doorslag;
- 4.
De leden van de Monumentencommissie nemen niet deel aan de behandeling van zaken als daarbij hun belang dan wel onpartijdigheid in het geding zijn.
Artikel 10: Verslaglegging
Van elke vergadering dient een verslag gemaakt te worden dat aan alle leden vóór de eerstvolgende vergadering dient te worden toegezonden. Het verslag dient tevens ter kennisgeving aan het college van burgemeester en wethouders voorgelegd te worden
HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN
Artikel 13: Uitleg verordening
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, bij twijfel over de toepassing van deze verordening, alsmede bij gerezen geschillen aangaande de Monumentencommissie, beslist het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 14: Vervallen verordeningen
- -
Verordening op de monumentencommissie Groenlo 24 september 2002
- -
Verordening op de monumentencommissie Lichtenvoorde 2 mei 1991
Artikel 15: Inwerkingtreding
Deze verordening treedt op 7 januari 2005 in werking.
Artikel 16: Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening voor de Monumentencommissie gemeente Groenlo 2005”
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 januari 2005
griffier,
voorzitter,