Organisatie | Terneuzen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening Terneuzen 2017 |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening Terneuzen 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2017 | Onbekend | 01-06-2017 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening verstaan we onder:
Artikel 8 Beoordeling van de aanvraag
We beoordelen de aanvraag aan de hand van het beleid van de gemeente voor de activiteitensoort.
Toelichting bij Algemene subsidieverordening Terneuzen 2017
De huidige subsidieverordening dateert van 2008. Op zich kunnen we nog steeds heel goed uit de voeten met die verordening. In deze nieuwe verordening hebben we dan ook geen grote wijzigingen opgenomen. Als we naar de inhoud kijken, hebben we het eigenlijk maar over één wijziging : de accountantsverklaring.
In de huidige verordening gaat het om: een “accountantsverklaring als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek”. Die maakt bij subsidies van meer dan
€ 100.000,00 onderdeel uit van de verantwoording. We hebben het dan over een controleverklaring. Dat is de zwaarste vorm van accountantsverklaring. En de duurste.
In de nieuwe verordening moet het bij subsidies vanaf € 500.000,00 gaan om een controleverklaring. Voor subsidies van € 100.000,00 tot € 500.000,00 kan de ontvanger volstaan met een samenstellingsverklaring. Dat is de lichtste vorm van een accountantsverklaring. Dit geldt voor zover het college niet anders met de ontvanger is overeengekomen in een (exploitatie-)overeenkomst.
Verder hebben we bepalingen opgenomen voor het bij voorkeur digitaal indienen van aanvraag en verantwoording.
Voor het overige hebben we de verordening B1 gemaakt. B1 is een taalniveau met korte zinnen en zonder moeilijke woorden. En met een actief taalgebruik.
We geven alleen een toelichting bij die artikelen, waarbij we denken dat dat handzaam is.
Artikel 2 (reikwijdte verordening)
We stellen alleen subsidie beschikbaar voor de organisatie van activiteiten. En dan alleen voor activiteiten, die daarvoor in aanmerking komen. Voor de instandhouding van organisaties en instellingen stellen we dus geen subsidie beschikbaar. Ook de deelname aan activiteiten subsidiëren we niet.
Artikel 4 (vaststelling subsidieplafond)
Met dit artikel hebben we de mogelijkheid om een subsidieplafond vast te stellen, als we dat nodig vinden.
Onder subsidieplafond verstaan we het bedrag, dat:
Het vaststellen van een subsidieplafond kan een open-eind-regeling voorkomen. En dat is vooral handig als we niet weten hoeveel aanvragers gebruik zullen maken van een regeling.
We kunnen subsidie weigeren als we het plafond zouden overschrijden.
Artikel 7 (bij de aanvraag over te leggen stukken)
Bij de aanvraag moet de aanvrager de gegevens voegen, die we nodig hebben om de aanvraag te beoordelen. In de regel gaat het dan om een activiteitenplan en een begroting. Maar niet in alle gevallen hebben we die stukken nodig om de aanvraag te beoordelen.
Bijvoorbeeld bij een kleinere vrijwilligers-organisatie die subsidie vraagt voor een activiteit waarvoor we een bepaald vast bedrag hanteren. Dan zou het opvragen van die ontbrekende gegevens onnodig werk opleveren voor de aanvrager.
Of in het geval van een nieuwe aanvraag, waarvan duidelijk is dat er geen mogelijkheid is voor subsidie. Dan betekent het opvragen van die gevens vertraging in het proces van besluitvorming. Bovendien geven we de aanvrager misschien valse hoop.
In de regel moet de aanvrager de ontbrekende gegevens binnen twee weken alsnog toesturen. Maar die termijn kan ook langer of korter zijn. Dat is afhankelijk van de aard van de ontbrekende gegevens. En ook van de tijd die nodig is voor een besluit. Bovendien houden we bij vrijwilligers-organisaties rekening met de omstandigheden. Bijvoorbeeld de vakantieperiode of ziekte van een bestuurslid van die organisatie.
Artikel 9 (weigering subsidieverlening)
We geven geen subsidie als een aanvrager niet heeft aangetoond dat subsidie nodig is. Dat is bijvoorbeeld het geval als hij ook zonder subsidie voldoende geld heeft of kan hebben. Een activiteit die geldinzameling tot doel heeft komt daarom niet voor subsidie in aanmerking.
Een voorbeeld van een activiteit die niet algemeen toegankelijk is, is een reünie. De deelnemers vormen namelijk een besloten gezelschap.
Artikel 12 (ter verantwoording over te leggen stukken)
De verantwoording moet in de regel bestaan uit een activiteitenverslag en een financieel verslag. Maar niet altijd. Soms geeft een financieel verslag voldoende inzicht in de activiteiten die plaats hebben gevonden. Dan is een activiteitenverslag niet nodig.
Bij subsidies tot € 2.500,00 hoeft het in de regel alleen te gaan om een beknopt activiteitenverslag. Maar er zijn gevallen waarin we de vinger aan de pols willen houden. Dan vragen we toch een activiteitenverslag en een financieel verslag op.
Artikel 13 (definitieve vaststelling subsidie)
In de regel stelt het college subsidies van minder dan € 2.500,00 al bij toekenning definitief vast. Maar in de gevallen waarin we de vinger aan de pols willen houden doen we dat niet.