Overheidsorganisatie | Gemeente Noordwijk |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2014 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, art. 2.23
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 31-12-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 19-12-2013 Het witte weekblad, 25 december 2013 | Onbekend. |
01-01-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 20-12-2012 Het witte weekblad, 27 december 2012 | Onbekend. | |
29-12-2011 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 21-12-2011 Witte Weekblad,28-12-2011 | Onbekend. | |
01-01-2010 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 17-12-2009 De Zeekant,23-12-2009 | Onbekend. | |
01-01-2009 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 18-12-2008 De Zeekant,24-12-2008 | Onbekend. | |
01-01-2008 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 18-12-2007 De Zeekant,19-12-2007 | Onbekend. |
Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 19 december 2013
De raad van de gemeente Noordwijk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2013;
gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de navolgende verordening:
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:
een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.
Onder de naam "forensenbelasting" wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.
Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt, voor het tijdvak waarbinnen het belastingjaar valt, is vastgesteld.
In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde van de woning afzonderlijk, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.
In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de waarde van de woning.
De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet, met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.
De belasting bedraagt bij een waarde van: | |
Minder dan € 125.000.00 | € 489,30 |
€ 125.000,00 tot € 220.000,00 | € 724,20 |
€ 220.000,00 tot € 475.000,00 | € 1.037,45 |
€ 475.000,00 tot € 795.000,00 | € 1.605,00 |
€ 795.000,00 of meer | € 2.153,15 |
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk 2 maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Bij de invordering van forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.
De "Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2013" van 20 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening forensenbelasting 2014".
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2013
H.C.A. Kolen, Drs. J.P.J. Lokker,
griffier voorzitter