Organisatie | Westland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland houdende regels betreft Bijzondere Bijstand en Individuele Inkomenstoeslag Beleidsregels Bijzondere Bijstand en Individuele Inkomenstoeslag Westland 2016 |
Citeertitel | Beleidsregels Bijzondere Bijstand en Individuele Inkomenstoeslag Westland 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting Beleidsregels bijzondere bijstand en Individuele Inkomenstoeslag Westland 2015 |
Deze regeling is vervangen door de Bijzondere Bijstand en Individuele Inkomenstoeslag Westland 2017
Deze regeling vervangt de Beleidsregels bijzondere bijstand Westland september 2015.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-01-2017 | 20-04-2017 | nieuwe regeling | 13-12-2016 Gemeenteblad Groot Westland, 12-01-2017 | Gbw 2017, 03 |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
alleenstaande ouder: de ongehuwde die de volledige zorg heeft voor een of meer tot zijn ten laste komende kinderen en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad (ouders-volwassen kind) of een bloedverwant in de tweede graad (broers/zussen/kleinkinderen) indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte;
Artikel 4 Vorm van de bijstand aan zelfstandigen
Analoog aan de verstrekking van de uitkering levensonderhoud van het Bbz, wordt de bijzondere bijstand aan zelfstandigen verstrekt in de vorm van een lening. Als na afloop van een boekjaar de Bbz-uitkering voor levensonderhoud omgezet wordt in een verstrekking om niet omdat het inkomen lager dan of gelijk is aan de bijstandsnorm, wordt de verleende bijzondere bijstand ook omgezet naar verstrekking om niet.
Artikel 5 Toegang tot bijzondere bijstand
De toegang tot de bijzondere bijstand is als volgt:
Wanneer een aanvrager een inkomen heeft dat hoger is dan de toegang, wordt de draagkracht in het inkomen berekend zoals beschreven in artikel 8, tenzij het gaat om een aanvraag voor het Kindpakket Westland of de CAV-Westland.
Draagkracht is dat deel van het inkomen of vermogen, genoemd in artikel 35 lid 1 van de wet, dat belanghebbende moet inzetten om de bijzondere kosten te voldoen.
Artikel 7 Draagkracht in het vermogen
In afwijking van het genoemde in lid 1 wordt bij een aanvraag voor algemene kosten van het bestaan (genoemd in hoofdstuk 4 en 5) géén vermogensvrijlating op grond van artikel 34 lid 2 onder c en lid 3 van de wet toegepast. Hierbij wordt, vanwege de verschillende betalingsmomenten van inkomsten, 1,5 maal de bijstandsnorm vrijgelaten en het overige in zijn geheel in aanmerking genomen.
HOOFDSTUK 4 DUURZAME GEBRUIKSGOEDEREN EN WONINGINRICHTING
Het uitgangspunt is dat kosten van vervanging of aanschaf van gebruiksgoederen en inrichting behoren tot de algemene kosten van het bestaan. Men wordt geacht voor deze kosten te reserveren en te betalen uit het inkomen, het vermogen of de individuele inkomenstoeslag.
Draagkracht: 100% van het inkomen boven de bijstandsnorm en 100% van het beschikbare vermogen.
Deze kosten behoren tot de algemene kosten van bestaan en moeten uit het inkomen, het vermogen of de individuele inkomenstoeslag worden betaald. Alleen op grond van bijzondere omstandigheden waarbij de gemeente de noodzaak heeft vastgesteld, kan bijstand verleend worden voor het verhuizen van verhuisbare goederen en opknapkosten en stofferingskosten
Draagkracht: 100% van het inkomen boven de bijstandsnorm en 100% van het beschikbare vermogen.
Deze kosten behoren tot de algemene kosten van bestaan en de eigen verantwoording van de belanghebbende(n). In het geval een beroep op bijzondere bijstand moet worden gedaan, op grond van lid 2 t/m 5 van dit artikel, is de bijstand bedoeld als overbrugging naar de situatie tot deze kosten wel weer uit het inkomen kunnen worden voldaan.
Een woonkostentoeslag voor een huurwoning of gehuurde woonwagen kan worden verleend, indien de belanghebbende een woning bewoont, waarvan de hoogte van de woonkosten gelet op artikel 13 van de Wet op de huurtoeslag géén belemmering vormt voor de toekenning van die huurtoeslag, maar hij door omstandigheden buiten zijn schuld nog geen aanspraak kan maken op deze toeslag. De woonkostentoeslag wordt verstrekt tot de datum waarop belanghebbende wel in aanmerking komt voor huurtoeslag. De woonkostentoeslag is gelijk aan het bedrag van de huurtoeslag die belanghebbende gelet op zijn financiële situatie op grond van de Wet op de huurtoeslag per maand zou ontvangen.
Een woonkostentoeslag bij een woning in eigendom kan worden verleend, indien de belanghebbende een woning bezit en bewoont, waarvan de hoogte van de woonkosten overeenkomstig artikel 13 van de Wet op de huurtoeslag géén belemmering zou vormen voor toekenning van een toeslag. De woonkostentoeslag is gelijk aan het bedrag van de huurtoeslag die belanghebbende gelet op zijn financiële situatie op grond van de Wet op de huurtoeslag per maand ontvangt, indien het een huurwoning zou betreffen.
Aan de belanghebbende met een huurwoning, waarvan de hoogte van de woonkosten gelet op artikel 13 van de Wet op de huurtoeslag wél een belemmering vormt voor de toekenning van huurtoeslag, kan voor een periode van maximaal 6 maanden een woonkostentoeslag worden verstrekt. De woonkosten die uitgaan boven de maximale rekenhuur, in afwijking van lid 2, komen volledig voor bijzondere bijstand in aanmerking , voor zover het een reële huurprijs betreft.
Het vorige lid is in zijn geheel overeenkomstig van toepassing bij bewoning van een woning in eigendom, waarvan de woonkosten gelet op artikel 13 van de Wet op de huurtoeslag wél een belemmering vormt voor huurtoeslag, indien het een huurwoning zou betreffen en voor zover het een reële maandelijkse hypotheeklast betreft. Hierbij geldt een verlaging van de woonlasten via de hypotheekverstrekker en interventie door de gemeentelijk schuldhulpverlening als een voorliggende voorziening op bijstand.
Artikel 13 Aanvulling levensonderhoud jongeren 18 t/m 20 jaar
Een jongere van 18, 19 of 20 jaar heeft slechts recht op bijzondere bijstand voor zover de bestaanskosten uitgaan boven de bijstandsnorm en voor deze kosten geen beroep kan worden gedaan op de ouders, omdat de middelen van de ouders niet toereikend zijn of de belanghebbende redelijkerwijs het onderhoudsrecht jegens de ouders niet te gelde kan maken.
De aanvullende bijzondere bijstand bedraagt het verschil tussen de norm voor een alleenstaande (ouder) van 21 jaar of ouder en de norm voor een alleenstaande (ouder) van 18, 19 of 20 jaar als bedoeld in artikel 21 van de wet. In geval van gehuwden die beide jonger zijn dan 21 jaar wordt de hoogte van de bijzondere bijstand gerelateerd aan de norm voor gehuwden waarvan 1 persoon jonger is dan 21 jaar.
Als een jongere van 18, 19 of 20 in een inrichting verblijft en geen beroep kan doen op zijn ouders, omdat de middelen van de ouders niet toereikend zijn of de belanghebbende redelijkerwijs het onderhoudsrecht jegens de ouders niet te gelde kan maken, dan draagt de hoogte van de bijzondere bijstand het bedrag van de norm uit artikel 20.lid 1 onder a, van de wet.
HOOFDSTUK 6 INDIVIDUELE BIJZONDERE KOSTEN
Draagkracht: Hoofdstuk 2 van de beleidsregels is van toepassing op de individuele bijzondere kostensoorten. De bijzondere bijstand wordt normaal gesproken om niet verstrekt.
Reiskosten worden geacht te kunnen worden betaald uit het inkomen ter hoogte van de bijstandsnorm. Hieronder vallen ook incidentele bezoeken aan een ziekenhuis, tandarts of psycholoog/psychiater. Voor deze incidentele reizen in de regio kan tegen een redelijke vergoeding gebruik worden gemaakt van regiovervoer.
Als gevolg van bijzondere omstandigheden kan tijdelijk extra behoefte aan vervoer buiten de regio optreden, waarvoor in de individuele situatie bijzondere bijstand kan worden verstrekt:
Artikel 17 De eigen bijdrage juridische ondersteuning
Voor de eigen bijdrage in juridische ondersteuning inclusief het griffierecht wordt bijzondere bijstand verstrekt voor zover er geen aanspraak kan worden gedaan op een verzekering voor rechtsbijstand.
Artikel 18 Kosten bewindvoering en budgetbeheer
Kosten van de bewindvoerder die voortkomen uit geheel of gedeeltelijke beschermingsbewind (curatele of bewindvoering) komen voor bijzondere bijstand in aanmerking als de rechter een beschikking heeft afgegeven, de werkzaamheden daadwerkelijk worden verricht en de kosten daadwerkelijk worden gemaakt.
Artikel 21 Kindpakket Westland
Niet uitkeringsgerechtigden kunnen het Kindpakket aanvragen via de website van het Kindpakket Westland. Zij overleggen daarbij de gegevens ten aanzien van hun inkomen en verklaren dat er geen vermogen is dat hoger is dan het vrij te laten vermogen. Het vermogen in de woning in eigendom wordt hierbij volledig buiten beschouwing gelaten.
De leeftijd die het kind bereikt in het kalenderjaar is bepalend voor de toegang van de producten in het Kindpakket. Het recht op vergoedingen wordt per kalenderjaar vastgesteld. Voldoet de belanghebbende niet langer aan de voorwaarden, dan blijft het recht gedurende de rest van het kalenderjaar bestaan.
HOOFDSTUK 7 TOESLAG ALLEENSTAANDE OUDERS
Draagkracht: Voor bijzondere bijstand voor levensonderhoud geldt dat al het meerdere inkomen boven de 100% draagkracht is. Bovendien worden op deze bijzondere bijstand inkomsten in mindering gebracht. Het vermogen boven de vermogensgrens op grond van artikel 34 lid 3 van de wet wordt in zijn geheel in aanmerking genomen als draagkracht.
HOOFDSTUK 8 CATEGORIALE BIJZONDERE BIJSTAND
Gemeente Westland en zorgverzekeraar DSW hebben een collectieve aanvullende zorgverzekering (CAV-Westland) afgesloten zodat belanghebbenden met een minimum inkomen zich extra kunnen verzekeren tegen medische kosten. Draagkracht is niet van toepassing.
Toegangsgrens: inkomen tot maximaal 110% van de geldende bijstandsnorm en maximaal het vermogen genoemd in artikel 34 lid 3 van de wet.
De bijstand wordt steekproefsgewijs gecontroleerd op misbruik. Er vindt geen directe bestedingscontrole plaats. Indien de bijstand niet besteed wordt aan het doel waarvoor deze is verstrekt, wordt het recht op bijstand herzien en/of teruggevorderd overeenkomstig artikel 58 van de wet.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 december 2016.
Burgemeester en wethouders van Gemeente Westland,
de secretaris,
M. van Beek
de burgemeester,
J. van der Tak
Toelichting Beleidsregels bijzondere bijstand en Individuele Inkomenstoeslag Westland 2015
Toelichting Beleidsregels bijzondere bijstand en Individuele Inkomenstoeslag Westland 2015