Ontheffingenbeleid ten aanzien van afsluitingen voor gemotoriseerd verkeer in het kader van uitvoering van het VCP

Ontwerp besluit:

• A.

  de volgende beleidsregel vast te stellen:

  I. voor een ontheffing van afsluitingen voor motorvoertuigen in het kader van het VCP komen in aanmerking: 

  voor de gehele stad:

  • 1.

    lijndienstbussen, taxi’s, groepsvervoer scholieren, politie, brandweer en ambulance

  • 2.

    (huis)artsen en verloskundigen

    voor De Enk en Eme:

• gemotoriseerd verkeer dat geen gebruik mag maken van de N314 

  II. geen ontheffingen worden verleend ten behoeve van:

  • 1.

    woon— werkverkeer

  • 2.

    invaliden 

• B.

  deze beleidsregel openbaar bekend te maken

Dekking:

--

Concept raadsvoorstel bijgevoegd: nee

Begrotingswijziging: n.v.t.

-

Beslissing B&W d.d.: 20-10-1998

• -

  Conform voorstel

• -

  Hardheidsclausule toevoegen = het college kan in individuele gevallen ontheffing verlenen

Opmerkingen: Advies:

Bij de behandeling van de bezwaarschriften tegen de afsluitingen in De Enk is het verstrekken van ontheffingen aan de orde geweest. Daarna is onder meer met de hulpverleningsdiensten en met een taxi-onderneming meer in het algemeen gesproken over de consequenties van de afsluitingen die her en der in de stad in verband met de uitvoering van het VCP zijn of nog zullen worden gerealiseerd.

Om enige lijn te brengen in het beleid ten aanzien van  het verstrekken van ontheffingen lijkt het mij gewenst zoveel als mogelijk een algemene beleidsregel op te stellen, waaraan aanvragen getoetst kunnen worden. Uitzonderingen daarop zijn uiteraard altijd mogelijk, omdat toch iedere aanvraag apart moet worden beoordeeld. Het voordeel van een beleidsregel is echter dat er een duidelijk toetsingskader is en dat in een concreet besluit op een aanvraag om een ontheffing volstaan kan worden met een verwijzing naar die beleidsregel en een overweging dat er geen sprake is van een bijzonder geval dat aanleiding geeft tot afwijking van die regel.

De bevoegdheid tot het verlenen van ontheffingen is neergelegd in artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990.

De beleidsregel kan worden gesplitst in regels die voor de gehele stad gelden en regels alleen t.b.v. De Enk/Eme (al dan niet tijdelijk).

Uitgangspunt van het VCP is het creëren van verblijfsgebieden, waaruit doorgaand verkeer wordt geweerd. Korte fietsverbindingen moeten er zijn om korte verplaatsingen per fiets te stimuleren en automobiliteit te beperken. Verder moet openbaar vervoer en carpoolen gestimuleerd worden.

De afsluitingen om deze doelstellingen te bereiken hebben in sommige opzichten niet bedoelde nadelige consequenties: autoverkeer onmogelijk maken door een fysieke afsluiting betekent ook dat de bus er niet door kan. Ik stel voor de taxi als collectief vervoersysteem in dit geval gelijk te schakelen met een lijndienstbus. Hetzelfde geldt voor dat groepsvervoer dat in feite beschouwd kan worden als vervangend voor het openbaarvervoer, zoals het leerlingen vervoer (derhalve niet de -recreatieve- busreizen).

Voorts moeten in noodsituaties hulpverleners de afsluitingen kunnen passeren.

Ontheffingen kunnen de onbedoelde effecten van de maatregelen wegnemen.

Woon— werkverkeer behoort, gezien de doelstellingen van het VCP juist niet tot de uitzonderingen. Fietsgebruik en carpoolen worden juist gestimuleerd door voor het autoverkeer wat belemmeringen in de vorm van omwegen op te werpen. Ongetwijfeld zal een aantal personen vanwege het werk niet buiten het gebruik van de auto kunnen, maar dit is naar mijn mening geen grond voor het verstrekken van een ontheffing.

Een uitzondering hierop kan wel worden gemaakt voor (huis)artsen en verloskundigen die soms in levensbedreigende situaties snel naar een patiënt moeten kunnen gaan.

Hoewel invaliden soms uitsluitend zijn aangewezen op vervoer per auto, ben ik van mening dat zij evenals de overige bewoners, niet in aanmerking dienen te komen voor een ontheffing. Zij worden evenzeer als anderen die bijvoorbeeld voor hun werk afhankelijk zijn van de auto “getroffen" door de maatregel. Het algemeen belang dient wat dit aangaat te prevaleren boven het individueel belang.

Voor De Enk en Eme zijn verder ontheffingen nodig voor verkeer dat geen gebruik mag maken van de N314: landbouwvoertuigen en voertuigen die niet sneller mogen c.q. kunnen rijden dan 25 km/u. Omdat hiervoor geen alternatieven aanwezig zijn, moeten ontheffingen altijd worden verstrekt. Naar verwachting is dit echter een zeer klein aantal.

Verder is het mogelijk dat aan invaliden met een zogenaamde brommobiel (gelijkgesteld aan brommers) een apparaat moet worden gegeven om de afsluitingen te bedienen, omdat zij deze anders niet kunnen passeren vanwege hun breedte. Een ontheffing is niet aan de orde, omdat bord C12 zich richt op motorvoertuigen, dus niet op brommers.

Nadat u over de beleidsregel een besluit heeft genomen zullen de reeds ingediende verzoeken om een ontheffing worden afgedaan.