Organisatie | Weert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert houdende regels omtrent verstrekken subsidie Subsidieregeling Burgerinitiatieven Weert 2017 |
Citeertitel | Subsidieregeling Burgerinitiatieven Weert 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze subsidieregeling vervalt per 1 juli 2019.
artikel 3 Algemene Subsidieverordening Weert 2017
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-07-2019 | artikel 13, 15 | 18-12-2018 | DJ-635853 | |
22-06-2017 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 13-06-2017 | DJ-4686 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Subsidie op grond van deze regeling kan uitsluitend worden verstrekt aan natuurlijke personen en rechtspersonen zonder winstoogmerk, die woonachtig of gevestigd zijn in de gemeente Weert.
Deze regeling is van toepassing op initiatieven die de leefbaarheid en sociale cohesie in wijken en dorpen in de gemeente Weert bevorderen.
Hoofdstuk 4 Subsidiegrondslagen
De subsidie voor burgerinitiatieven is uitsluitend bedoeld voor activiteiten die zonder een bijdrage op grond van deze regeling niet kunnen worden uitgevoerd.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Het college handelt overeenkomstig deze subsidieregeling, tenzij dat voor de subsidieaanvrager gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de subsidieregeling te dienen doelen.
Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Weert op 13 juni 2017.
De secretaris, de burgemeester,
Toelichting subsidieregeling Burgerinitiatieven Weert 2017
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Om interpretatieverschillen te voorkomen zijn in artikel 1 ter verduidelijking enkele specifieke begrippen nader omschreven.
In sub c is gedefinieerd wat er onder een burgerinitiatief wordt verstaan en wat het doel is van de beoogde initiatieven.
In sub d en e wordt de vorm en het doel van verslaglegging toegelicht die achteraf ter informatie moet worden overlegd. Deze verslaglegging is niet bedoeld als verantwoording, maar om het college inzicht te geven in het gebruik en de effectiviteit van deze subsidieregeling. Met beeldmateriaal worden zowel digitale filmopnames als foto’s bedoeld.
In artikel 2 lid 1 wordt expliciet vastgelegd dat deze regeling voortvloeit uit artikel 3 lid 2 ASV 2017. Daarmee heeft de raad op grond van artikel 156 lid 1 en 3 Gemeentewet de bevoegdheid aan het college gedelegeerd om ter uitvoering van de ASV 2017, binnen de door de raad vastgestelde beleidskaders, nadere regels vast te stellen. Deze nadere regels bevatten algemeen verbindende voorschriften en hebben dezelfde status als een verordening.
In lid 2 wordt bepaald dat alle bepalingen van de ASV 2017 van toepassing zijn, tenzij er in deze regeling van wordt afgeweken.
Artikel 3 Bevoegdheden college
Het college is belast met de uitvoering van de ASV 2017. Dat betekent dat het college niet alleen bevoegd is te beslissen op aanvragen voor subsidie en deze vast te stellen, maar deze bijvoorbeeld ook mag intrekken of wijzigen als ook alle andere bevoegdheden mag uitvoeren die voortvloeien uit de Awb, de ASV 2017 en deze regeling, voor zover de raad deze niet aan zichzelf heeft voorbehouden.
In dit artikel wordt de doelgroep beschreven, die voor subsidie op grond van deze regeling in aanmerking kan komen.
De subsidie op grond van deze regeling is uitsluitend bedoeld voor activiteiten die de leefbaarheid en sociale cohesie in wijken en dorpen in de gemeente Weert bevorderen.
In dit artikel zijn enkele aanvullende weigeringsgronden opgenomen.
Zo komt de aanvrager niet voor subsidie in aanmerking als er al op andere wijze subsidie van de gemeente Weert wordt verkregen. Dit is ook het geval als er op andere wijze subsidie zou kunnen worden verkregen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan evenementensubsidie of de subsidie die aan wijk- en dorpsraden wordt verleend.
Daarnaast wordt de subsidie geweigerd indien het initiatief niet als uniek of vernieuwend kan worden aangemerkt voor het gebied waarop de activiteit betrekking heeft.
Hoofdstuk 2 Aanvraag en verlening
Artikel 7 Eisen aan de aanvraag
In artikel 15 ASV 2017 staan de eisen opgenomen waaraan een subsidieaanvraag dient te voldoen.
In artikel 7 is een aanvullende eis opgenomen. De aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling moet middels het formulier worden ingediend dat het college hiervoor specifiek heeft vastgesteld. Hiermee wordt geborgd dat het college over alle relevante informatie beschikt om de aanvraag te kunnen beoordelen.
Het college kan besluiten om op grond van de hardheidsclausule van de gestelde termijn af te wijken. Er moet dan sprake zijn van bijzondere gevallen.
In dit artikel zijn aanvullende verplichtingen opgenomen.
Met het opnemen van deze verplichtingen borgt het college dat de beleidsdoelstellingen worden gerealiseerd die de gemeenteraad heeft vastgesteld.
In sub a is de verplichting opgenomen dat de aanvrager bereid moet zijn om door middel van een presentatie een toelichting op de aanvraag te geven. Deze presentatie vindt plaats in het Stadhuis of op locatie en kan eventueel ook worden opgenomen. Aangezien het in het kader van deze subsidieregeling gaat om vernieuwende initiatieven kan een dergelijke presentatie inzicht in de aard en het doel van de activiteit verschaffen.
Als de gemeente de presentatie wil gebruiken voor communicatiedoeleinden, zal dit vooraf met de aanvrager worden afgestemd.
In sub b is het criterium vastgelegd dat inwoners zelf bij de voorbereiding en uitvoering van het initiatief actief moeten zijn. Hiermee wordt sociale cohesie en samenwerking binnen de gemeente Weert nagestreefd en een actief vrijwilligersklimaat gestimuleerd.
In sub c is bepaald dat de activiteit gericht moet zijn op inwoners van de gemeente Weert.
In sub d zijn de termijnen opgenomen waarbinnen de activiteit ten minste moet plaatsvinden. Hiermee beoogt het college te voorkomen dat activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of pas op een heel laat moment plaatsvinden.
In sub e is het criterium vastgelegd waarvoor de subsidieregeling is bedoeld, namelijk: het stimuleren en faciliteren dat inwoners onderling voor elkaar actief zijn en zich inzetten voor sociale samenhang en leefbaarheid.
In sub f is opgenomen dat de subsidieaanvrager binnen 6 weken nadat het initiatief is afgerond een inhoudelijk en financieel verslag aan het college overlegt. Dit verslag is niet bedoeld als verantwoording, maar biedt het college inzicht in het verloop van de activiteit, de gerealiseerde doelstellingen en de kosten/baten.
In sub g is opgenomen dat de subsidieaanvrager door het college gevraagd kan worden een presentatie te geven over het afgeronde initiatief. Als het college bijvoorbeeld op basis van de verslaglegging aanvullende vragen heeft, kan de aanvrager worden uitgenodigd voor een mondelinge, aanvullende toelichting of presentatie. Deze presentatie kan ook gebruikt worden ter inspiratie voor andere initiatiefnemers en voor de evaluatie van de regeling. De aanvrager is verplicht aan dit verzoek gehoor te geven.
Hoofdstuk 4 Subsidiegrondslagen
In artikel 9 is expliciet opgenomen dat de subsidie op grond van deze regeling uitsluitend bedoeld is voor activiteiten die zonder deze subsidie niet kunnen worden uitgevoerd. Bij het beoordelen van de hoogte van de subsidie wordt gekeken naar dat deel van het bedrag dat ook daadwerkelijk noodzakelijk is om de activiteit uit te kunnen voeren. Als de initiatiefnemer zelf al over voldoende middelen of andere subsidiemogelijkheden beschikt om de activiteit te realiseren, is er geen subsidie op grond van deze regeling noodzakelijk.
Het is wenselijk en wordt gestimuleerd dat ook naar andere financieringsbronnen wordt gekeken. Andere financieringsbronnen kunnen bijvoorbeeld zijn subsidies op grond van andere lokale, provinciale of landelijk regelingen, giften, sponsoring, cofinanciering, eigen bijdrage etc.
In artikel 10 is vastgelegd op basis waarvan het college de aanvraag beoordeelt.
In lid 1 is de subsidiegrondslag opgenomen waarop aanvragers maximaal aanspraak kunnen maken.
In lid 2 is vastgelegd dat bij de berekening van de subsidie alleen de kosten betrokken worden die rechtstreeks verband houden met het doel van deze regeling. Hiermee wordt beoogd te voorkomen dat er subsidie verleend wordt voor kosten die naar het oordeel van het college niet noodzakelijk zijn om de activiteit uit te kunnen voeren.
Artikel 12 Vaststelling direct
In artikel 12 ASV 2017 staan de bepalingen opgenomen hoe het college de aangevraagde subsidie vaststelt. Afhankelijk van de hoogte van de subsidie worden subsidies direct of achteraf vastgesteld. In artikel 12 lid 6 ASV 2017 staat echter opgenomen dat het college categorieën van subsidies of subsidieontvangers kan aanwijzen, waarvoor de subsidie altijd direct wordt vastgesteld. Dit betekent dat de subsidieontvanger in die gevallen geen aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.
Ten aanzien van de subsidie op grond van deze regeling, heeft het college bepaald dat deze altijd direct wordt vastgesteld. Dit voorkomt onnodige administratieve lasten voor zowel subsidieontvanger als de gemeente.
Door middel van lid 3 behoudt het college zich het recht voor om verstrekte subsidies achteraf te controleren. Organisaties zijn verplicht hieraan hun medewerking te verlenen. Indien uit deze controle blijkt dat er onjuiste gegevens zijn verstrekt, of dat de subsidieontvanger niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, is het college bevoegd om de subsidiebeschikking te herzien.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
In lid 1 is het subsidieplafond voor deze regeling vastgelegd. Het subsidieplafond bedraagt € 45.250,00 per kalenderjaar.
In lid 2 is bepaald dat de beschikbare subsidie wordt verdeeld op basis van volgorde van binnenkomst. Hierbij geldt de datum waarop de aanvraag helemaal volledig is.
In dit artikel is de hardheidsclausule opgenomen. Hierin is bepaald dat het college gebonden is aan deze regeling en daarvan in principe niet kan afwijken.
Het college kan alleen afwijken indien er sprake is van:
De toepassing van de hardheidsclausule dient beperkt te blijven tot zeer bijzondere gevallen. De toepassing en motivering daarvan dient duidelijk uit de betreffende subsidiebeschikking en het onderliggend subsidiedossier te blijken.
Artikel 15 Inwerkingtreding en duur
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.