Organisatie | Velsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels handhaving drugs in woningen en lokalen 2017 |
Citeertitel | Beleidsregels Handhaving Hennepplantages gemeente Velsen |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 13b Opiumwet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-06-2017 | 11-10-2018 | Nieuwe regeling | 12-06-2017 Elektronisch gemeenteblad en Jutter/Hofgeest van 22 juni 2017 | B17.0209 |
In deze Beleidsregels Handhaving drugs in woningen en lokalen 2017 staat hoe de burgemeester van Velsen omgaat met zijn bevoegdheid op grond van artikel 13b Opiumwet. Die bevoegdheid houdt in dat de burgemeester woningen of lokalen kan sluiten als er een handelshoeveelheid harddrugs of softdrugs wordt aangetroffen.
De aanleiding om deze beleidsregels op te stellen is dat in Velsen met regelmaat drugs of een hennepkwekerij wordt aangetroffen in woningen of lokalen. Op grond van de Opiumwet is het verboden om drugs te verkopen, af te leveren of te verstrekken dan wel daartoe aanwezig te zijn in een woning of lokaal. Daarnaast kan drugshandel in een woning of lokaal voor gevaar, overlast en/of geweld zorgen:
De burgemeester van Velsen wil dit voorkomen door de loop naar woningen en lokalen die bekend staan als drugspand eruit te halen. Dat doet hij door woningen waar drugshandel plaatsvindt tijdelijk te sluiten.
Het College van Burgemeester en Wethouders van Velsen heeft op 17 januari 2017 besloten om een regionaal hennepconvenant in de politie-eenheid Noord-Holland aan te gaan. In dit convenant staan samenwerkingsafspraken tussen de Nationale Politie, woningcorporaties, gemeenten, het Openbaar Ministerie, netbeheerders van het elektriciteitsnet, het UWV en PWN ten behoeve van de gezamenlijke aanpak van hennepteelt binnen de politie-eenheid Noord-Holland. Iedere partij heeft in deze aanpak zijn eigen taak. In het convenant staat opgenomen dat elke gemeente een beleidsregel vaststelt die toeziet op de bevoegdheid van de burgemeester tot het sluiten van drugspanden
Deze beleidsregels zijn niet van toepassing op coffeeshops. Voor coffeeshops geldt het Beleid coffeeshops en illegale verkooppunten verdovende middelen gemeente Velsen 2013.
Wettelijk kader sluiten woningen en lokalen
Artikel 174a Gemeentewet geeft de burgemeester de mogelijkheid om een woning of lokaal te sluiten wegens verstoring van de openbare orde of ernstige vrees daarvoor. Er zijn echter panden van waaruit in drugs wordt gehandeld zonder dat dit voor verstoring van de openbare orde zorgt. Daar voorziet artikel 13b Opiumwet in. Op grond van artikel 13b Opiumwet kan de burgemeester bestuursdwang toepassen als in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Die bestuursdwang houdt in dat de burgemeester een lokaal of woning voor bepaalde tijd kan sluiten.
Jurisprudentie gedogen handelshoeveelheid en openbare ordeverstoringen
Zoals gezegd is het verkopen, afleveren of te verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van softdrugs en harddrugs verboden. Dat geldt ook voor het aantreffen van minder dan vijf hennepplanten, het aantreffen van een hoeveelheid minder dan 5 gram softdrugs en de aanwezigheid van minder dan 0,5 gram harddrugs, alleen wordt dat niet strafrechtelijk vervolgd en hiermee dus gedoogd.
Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State blijkt dat alleen al de aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs voldoende basis vormt voor toepassing van artikel 13b van de Opiumwet. Het aantreffen van een handelshoeveelheid drugs duidt er volgens deze jurisprudentie op dat deze aanwezig was om te worden verkocht, afgeleverd of verstrekt. [1] Ook hoeft niet worden aangetoond dat de handel, het gebruik en de aanwezigheid van drugs een nadelig effect hebben op de openbare orde. Dat betekent dat de openbare ordeverstoring niet met feiten en omstandigheden hoeft te worden vastgesteld als vaststaat dat er een handelshoeveelheid drugs aanwezig is.
[1] ABRvS 11 december 2013. ECLI:NL:RVS:2013:2365
4. Handhavingsrichtlijnen Velsen
De volgende richtlijnen geldt bij de handhaving van het aantreffen van een handelshoeveelheid drugs:
Op het moment dat sprake is van recidive telt de laatste constatering in de handhavingstabellen. Ter illustratie twee voorbeelden:
Op het moment dat bij een eerste constatering 6 hennepplanten in een lokaal en een tweede keer meer dan 300 planten worden aangetroffen volgt een sluiting voor 6 maanden.
Op het moment dat bij een eerste constatering meer dan 300 planten in een woning en een tweede keer 6 planten worden aangetroffen, volgt een sluiting voor 3 maanden
Indien gedurende twee jaar na de eerste of tweede overtreding geen nieuwe constatering plaatsvindt, zal de zaak als afgedaan worden beschouwd. Een latere constatering op dezelfde locatie zal dan niet gelden als recidive maar als eerste overtreding.
Indien er een handelshoeveelheid drugs wordt aangetroffen in een huurwoning of huurlokaal, wordt de verhuurder hiervan zo spoedig mogelijk door de gemeente op de hoogte gesteld. De verhuurder wordt eerst in de gelegenheid gesteld passende maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen. Een passende maatregel kan bijvoorbeeld inhouden dat de verhuurder een procedure voert om het huurcontract te ontbinden van een huurder die in zijn pand hennep teelt. Indien er geen of onvoldoende inspanningen zijn verricht door de verhuurder en er wordt opnieuw een handelshoeveelheid drugs in de huurwoning aangetroffen, treedt de burgemeester op conform de handhavingsmatrix op basis van recidive.
8 Toepassing last onder bestuursdwang
Op grond van artikel 13b Opiumwet kan de burgemeester een last onder bestuursdwang opleggen bij een overtreding. De last onder bestuursdwang houdt in geval van overtreding van de Opiumwet in dat een woning of pand wordt gesloten voor bepaalde tijd. Het opleggen van een last onder bestuursdwang is nader uitgewerkt in de Algemene wet bestuursrecht onder titel 5:3. De last onder bestuursdwang is een herstelsanctie. Het uitgangspunt daarbij is het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van een overtreding. De bevoegdheid is dus niet gericht op straf.
Ter voorbereiding van een besluit tot het opleggen van een last onder bestuursdwang wordt in beginsel het voornemen bekend gemaakt waartegen mondelinge of schriftelijke zienswijzen kunnen worden ingediend (artikel 4:8 en 4:9 Awb). Hiervan wordt afgezien indien de vereiste spoed zich daartegen verzet (4:11 onder a Awb).
In een last onder bestuursdwang moet in de regel een begunstigingstermijn worden opgenomen. Overtreders krijgen 48 uur de tijd om zelf aan het bevel te voldoen. In die tijd kunnen ze persoonlijke spullen of winkelvoorraden uit het pand halen.
In spoedeisende situaties kan daar vanaf worden gezien en wordt er geen last opgelegd maar volgt spoedeisende bestuursdwang (artikel 5:24 lid 5 Awb). Daar is in ieder geval sprake van bij het aantreffen van drugs in combinatie met een overtreding van de Wet Wapens en Munitie: de burgemeester is van oordeel dat hierdoor de openbare orde in zeer ernstige mate verstoord wordt.
De overtreder is zelf verantwoordelijk voor de gevolgen van de aanwezigheid van drugs in een pand. De kosten van bestuursdwang zijn volgens art. 5:25 lid 1 Awb voor rekening van de overtreder, tenzij deze kosten redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoren te komen en worden bij aparte beschikking vastgesteld (art. 5:25 lid 1 Awb).
9. Effectuering van de sluiting
Wanneer de burgemeester overgaat tot sluiting, wordt het besluit bekend gemaakt aan de rechthebbende en eventueel de aanvrager op de zaak (artikel 5:24 lid 3 Awb). De burgemeester zal de woning, het lokaal of gebouw in eerste instantie ontoegankelijk maken door verzegeling. Verbreken van de verzegeling is strafbaar (artikel 199 Wetboek van Strafrecht). Als geen gevolg gegeven wordt aan de last en de woning toch betreden wordt dan zal de burgemeester het pand op een andere wijze ontoegankelijk maken, bijvoorbeeld door andere sloten op de toegangsdeuren aan te brengen.
Per situatie wordt beoordeeld of het gehele pand (woning of lokaal) of een gedeelte gesloten moet worden om te zorgen dat de loop naar een drugspand eruit wordt gehaald.
De bevoegdheid tot sluiting omvat - via het van overeenkomstige toepassing verklaren van artikel 5:27 Awb - de bevoegdheid om zich toegang te verschaffen tot elke plaats, voor zover het betreden of binnentreden nodig is voor de effectuering van de sluiting.
Het kan bij de uitvoering van bestuursdwang nodig blijken dat een woning zonder toestemming van de bewoner moet worden betreden. Indien dit inderdaad het geval is, dan is hiervoor een machtiging op grond van de Algemene wet op het binnentreden vereist. Deze machtiging wordt afgegeven door het orgaan dat de bestuursdwang toepast. Dat is in dit geval de burgemeester. Degene die binnentreedt moet zich kunnen legitimeren, het doel van het binnentreden bekend maken en achteraf een verslag van het binnentreden opsturen aan de betrokkenen
De betrokkenen moeten in beginsel zelf voor vervangende woonruimte zorgen bij sluiting van zijn (huur)woning. Ook moeten ze zelf voor opslag van hun huisraad of ruimte voor hun huisdieren zorgen.
Bekendmaking en registratie van het besluit
Het besluit tot sluiting van een woning of een lokaal op grond van artikel 13b Opiumwet wordt
geregistreerd en gepubliceerd in de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen
onroerende zaken (WKPB). Het WKPB-register houdt deze publiekrechtelijke beperking over
de onroerende zaak bij. Indien de sluiting wordt opgeheven, wordt dit aangepast in het WKPB-register.
Op verzoek van de belanghebbenden kan de sluiting worden ingetrokken, mist schriftelijk ingediend en gemotiveerd. Dat gebeurt alleen in uitzonderingsgevallen, namelijk alleen als het voldoende zeker is dat de doelen die met de sluiting worden beoogd reeds zijn bereikt
10. Andere bestuurlijke bevoegdheden
De herstelsanctie van de burgemeester laat onverlet de toepassing van andere bestuursrechtelijke bevoegdheden, zoals: