Organisatie | Gorinchem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage voor de BI-zone gebruikers en eigenaren binnenstad Gorinchem 2018 |
Citeertitel | Verordening BI-zone binnenstad Gorinchem |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Bedrijveninvesteringszone |
Externe bijlage | Verordening BIZ bijdrage binnenstad Gorinchem |
Geen
Wet op de bedrijveninvesteringszone, artikel 1, lid 3 en artikel 7, lid 4
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-06-2017 | Onbekend | 20-04-2017 Onbekend | 2017-1798 |
De gemeenteraad van Gorinchem,
Gelet op het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 28 maart 2017
Gelet op de artikelen 1, derde lid, en 7, vierde lid van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage voor de BI-zone gebruikers en eigenaren binnenstad Gorinchem 2018.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
Hoofdstuk 2 Belastingbepalingen
Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting
Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.
Voor de toepassing van dit artikel wordt:
gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld;
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17,18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
In afwijking van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanig gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen – welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen;
onroerende zaken die worden beheerd door de gemeente, een vereniging of stichting die geen onderneming drijft, voor zover die objecten bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club- en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of cultuur, of voor andere activiteiten van sociale, culturele of maatschappelijke aard.
Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage is:
De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald:
in afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,-, doch minder is dan € 10.000,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in elf gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 10 Looptijd belastingheffing
De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.
Bij de invordering van de BIZ-bijdrage wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.
Hoofdstuk 3 Subsidiebepalingen
Artikel 13 Aanwijzing stichting
De Stichting BIZ Hartje Gorkum wordt aangewezen als stichting als bedoeld in artikel 7 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones.
Artikel 14 Buiten toepassing algemene subsidieverordening
Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene Subsidieverordening van de gemeente niet van toepassing.
De subsidie wordt jaarlijks verstrekt in termijnen, waarvan de betaaldata in de uitvoeringsovereenkomst worden bepaald.
Artikel 17 Melding van relevante wijzigingen
Artikel 18 Delegatie van de bevoegdheid tot intrekken of wijzigen subsidievaststelling
Het college is bevoegd tot het intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen van de subsidievaststelling zoals bedoeld in artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht.
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening BI-zone binnenstad Gorinchem’.