Organisatie | Maasdriel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Maasdriel |
Citeertitel | Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Maasdriel |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Maasdriel, art. 10 lid 3
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-07-2017 | nieuwe regeling | 20-06-2017 Gemeenteblad 2017, 116856 | Onbekend |
Nadere regels over nadeelcompensatie als gevolg van het op verzoek van het college verplaatsen, of het anderszins nemen van maatregelen, ten aanzien van in of op openbare grond aanwezige kabels en/of leidingen die ten dienste staan van een netwerk, met uitzondering van kabels als bedoeld in de Telecommunicatiewet.
Het college van de gemeente Maasdriel,
overwegende dat het wenselijk is om nadere regels vast te stellen met het oog op een zorgvuldige afdoening van eventuele aanvragen voor nadeelcompensatie als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Maasdriel (hierna aan te duiden als: de AVOI);
gelet op artikel 10, derde lid van de AVOI alsmede artikel 3:4, tweede lid en het bepaalde in Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
vast te stellen de volgende nadere regels: Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Maasdriel; nadere regels over nadeelcompensatie als gevolg van het verplaatsen op verzoek van het college of het anderszins nemen van maatregelen ten aanzien van in de openbare ruimte aanwezige kabels en/of leidingen die ten dienste staan van een netwerk zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel h, van de AVOI, met uitzondering van kabels als bedoeld in de Telecommunicatiewet.
De begripsbepalingen van de AVOI zijn op deze regeling van toepassing tenzij daarvan nadrukkelijk wordt afgeweken door het bepaalde in artikel 2.
In deze regeling wordt verstaan onder:
Het college draagt in het geval zoals genoemd in het tweede lid van dit artikel, de zorg dat de ongestoorde ligging van kabels en/of leidingen wordt gehandhaafd door middel van het desgevraagd vooraf aan de netbeheerder verlenen van een recht van opstal voor die kabels en/of leidingen. In het specifieke geval van transportleidingen (distributieleidingen) zal het college altijd een recht van opstal vestigen bij wijzigingen in eigendom en ingebruikneming door derden. De kosten voor het vestigen van een zakelijk recht komen in alle genoemde gevallen voor rekening van de netbeheerder. Het zakelijk recht zelf is om niet.
2.1. Nadeelcompensatie algemeen
Indien een netbeheerder ingevolge artikel 10 van de AVOI, schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale maatschappelijke risico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kent het college hem op zijn verzoek een vergoeding toe op basis van een afschrijvingstabel (bijlage 2 t/m 5).
2.2. Nadeelcompensatie voor het geval de kabel en/of leiding van belanghebbende ligt in openbare ruimte ( met instemming of vergunning )
Artikel 6: nadeelcompensatie binnen vijf jaar na aanleg
Indien de netbeheerder binnen vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van het instemmingsbesluit of vergunning maatregelen moet nemen ten aanzien van kabels en/of leidingen op grond van een aanwijzing, bedraagt de nadeelcompensatie 100% van het schadebedrag. Dit geldt zowel voor natte als droge infrastructuur.
Artikel 7: nadeelcompensatie tussen zes jaar en vijftien jaar c.q. tussen zes en dertig jaar na aanleg
Voor droge infrastructuur geldt dat indien de netbeheerder maatregelen moet nemen ten aanzien van kabels en/of leidingen op grond van een aanwijzing in de periode gelegen vanaf vijf tot en met vijftien jaren, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van het betrokken instemmingsbesluit of vergunning, zal de gemeente 80% van het schadebedrag vanaf het zesde jaar tot 0% vanaf het zestiende jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het schema weergegeven in bijlage 2.
Voor natte infrastructuur geldt dat indien de netbeheerder maatregelen moet nemen ten aanzien van kabels en/of leidingen op grond van een aanwijzing in de periode gelegen vanaf vijf tot en met dertig jaren, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van het betrokken instemmingsbesluit of vergunning, zal de gemeente 80% van het schadebedrag vanaf het zesde jaar tot 0% vanaf het eenendertigste jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het schema weergegeven in bijlage 3.
Artikel 8: nadeelcompensatie vanaf zestien jaar c.q. vanaf eenendertig jaar na aanleg
Indien de netbeheerder maatregelen moet nemen ten aanzien van kabels en/of leidingen op grond van een aanwijzing na vijftien jaar (droge infrastructuur) cq. dertig jaar (natte infrastructuur), gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van zijn instemmingsbesluit of vergunning, wordt geen nadeelcompensatie uitgekeerd.
2.3. Nadeelcompensatie ingeval de kabel en/of leiding van de belanghebbende niet ligt in openbare ruimte (zonder instemming of vergunning)
Rusten op de kabel en/of leiding van de netbeheerder geen van de rechten bedoeld in artikel 9, dan is het basisbedrag voor de berekening van de nadeelcompensatie gelijk aan de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten (zie bijlage 5). De materiaalkosten en de kosten voor het uit en in bedrijf stellen worden niet vergoed.
2.4. Algemene bepalingen bij vaststelling van nadeelcompensatie
Het college en de netbeheerder zullen bij het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken.
Indien in bijzondere omstandigheden gronden aanwezig zijn om te concluderen dat redelijkerwijs een groter of kleiner gedeelte van het schadebedrag ten laste van de netbeheerder moet blijven dan uit de toepassing van de paragrafen 2.2. of 2.3. voortvloeit, kan het college van de bepalingen van die paragrafen gemotiveerd afwijken.
Indien vanwege een gemeentelijk project sprake is van meerdere (tijdelijke) verleggingen (binnen een periode van vijf jaar) van dezelfde kabel en/of leiding, is op de eerste tijdelijke verlegging de regeling zoals aangegeven in paragraaf 2.2 van toepassing. De kosten van de overige verleggingen komen conform artikel 6 ten laste van de gemeente. Bedoeld worden meerdere verleggingen van dezelfde kabel en/of leiding, op dezelfde locatie.
Het eerste lid is niet van toepassing op tijdelijke voorzieningen van fysieke aard, zoals extra kabel- en leidingvoorzieningen die weer worden opgeheven zodra de definitieve verlegging is gerealiseerd in samenhang met de uitvoering van het gemeentelijke project. Dit wordt niet gezien als een (tijdelijke) verlegging, maar als een noodzakelijke uitvoeringswijze.
Geen nadeelcompensatie vindt plaats als in het instemmingsbesluit of vergunning een bepaling is opgenomen dat binnen een periode van vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van het instemmingsbesluit of vergunning, het nemen van maatregelen ten aanzien van de desbetreffende kabel en/of leiding is te voorzien in verband met binnen die periode uit te voeren werkzaamheden in de openbare ruimte waarin, of waarop de kabel en/of leiding is gelegen en in deze periode daadwerkelijk een aanwijzing als bedoeld in artikel 17 van deze regeling wordt gegeven.
Hoofdstuk 3 Bepalingen van procedurele aard
Het college streeft naar overeenstemming met de netbeheerder over het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen (een technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten), uitvoering en planning. Het college voert hiertoe vooroverleg met de netbeheerder.
Het college neemt het besluit tot een schriftelijke aanwijzing voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen, op grond van artikel 10, tweede lid, van de AVOI, zo mogelijk op basis van overeenstemming zoals bereikt in het vooroverleg, als bedoeld in artikel 16.
In de schriftelijke aanwijzing is een omschrijving van het werk opgenomen met vermelding van het nemen van noodzakelijke maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen.
3.2. Verzoek om vaststelling nadeelcompensatie
Indien niet kan worden aangetoond, of aannemelijk kan worden gemaakt, op welke datum een instemmingsbesluit of vergunning is verleend, dan wel op welke datum het leggen is aangevangen, wordt ervan uit gegaan dat de betreffende kabel en/of leiding langer dan vijftien jaar (droge infrastructuur) c.q. dertig jaar (natte infrastructuur) aanwezig is.
Belanghebbende dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een termijn van vijf jaar, nadat hij een aanwijzing heeft gekregen tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen bij het college een verzoek in om vaststelling van nadeelcompensatie. Het streven is echter om binnen 6 maanden na de aanwijzing het verzoek om nadeelcompensatie ingediend en afgehandeld te hebben. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het formulier, opgenomen in bijlage 1.
Hoofdstuk 4 Kostentechnische bepalingen
De hoogte van de kosten voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen wordt vastgesteld op basis van de hierna volgende bepalingen. De kosten worden vastgesteld aan de hand van werkelijke kosten voor het nemen van de maatregelen. De kosten worden onderscheiden in:
Schaderegeling voor kabels en/of leidingen (droge infrastructuur) die liggen in openbaar gebied. Het bedrag van de nadeelcompensatie is dan gelijk aan (een percentage van) de som van de kosten voor ontwerp & begeleiding, materiaalkosten, kosten voor het uit en in bedrijf stellen en de uitvoeringskosten.
Schaderegeling voor kabels en/of leidingen (natte infrastructuur) die liggen de openbare ruimte. Het bedrag van de nadeelcompensatie is dan gelijk aan (een percentage van) de som van de kosten voor ontwerp & begeleiding, materiaalkosten, kosten voor het uit en in bedrijf stellen en de uitvoeringskosten.