Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht

Verordening U-pas 2017 gemeente Utrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening U-pas 2017 gemeente Utrecht
CiteertitelVerordening U-pas 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpU-pas
Externe bijlageToelichting op de artikelen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-05-201821-01-2019gewijzigde regeling n.a.v. inwerkintreding Algemene Verordening Gegevensbescherming

01-05-2018

gmb-2018-93757

Onbekend
01-07-201704-05-2018Onbekend

01-06-2017

Gemeenteblad

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening U-pas 2017 gemeente Utrecht

 

 

Verordening U-pas 2017 gemeente Utrecht

(raadsbesluit van 01 juni 2017)

De raad van de gemeente Utrecht;

Gelezen:

het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op:

Artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet (Gw); en

De nota ‘Utrecht inclusief’: Armoedeaanpak Utrecht 2016–2019 en

De nota ‘Utrecht Inclusief deel 2: Inzet van de armoederegelingen’;

Overwegende:

dat het van wezenlijk belang wordt geacht dat Utrechters en hun minderjarige kinderen zich door maatschappelijke participatie kunnen ontplooien en ontwikkelen en daarin niet belemmerd worden door hun financiële positie;

dat de gemeente Utrecht daaraan wenst bij te dragen door het voeren van beleid, gericht op bevordering van maatschappelijke participatie, waaronder wordt verstaan deelname aan activiteiten die het mogelijk maken mee te doen in de samenleving;

besluit vast te stellen de Verordening U-pas 2017 gemeente Utrecht

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Definities en begrippen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    U-pas: een door of namens het college verstrekt document dat strekt ter bevordering van maatschappelijke participatie;

  • b.

    U-pashouder: de rechtmatige houder van de U-pas;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

  • d.

    inwoner: de persoon die op het moment van aanvraag ingeschreven staat in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Utrecht, dan wel van één van de gemeenten die de U-pas aanbiedt aan de eigen inwoners;

  • e.

    belanghebbende: de inwoner (18+) die een U-pas aanvraagt ten behoeve van zichzelf of zijn kind;

  • f.

    inkomen: de inkomsten van de aanvrager en zijn eventuele partner uit of in verband met arbeid of sociale zekerheidsuitkeringen, met uitzondering van de inkomsten uit arbeid van het ten laste komende kind of kinderen;

  • g.

    wettelijk sociaal minimum: de bijstandsnorm bedoeld in artikel 20 t/m 23 van de Participatiewet inclusief toeslag, vakantiegeldreservering, exclusief eventuele heffingskortingen;

  • h.

    maatschappelijke participatie: Maatschappelijke participatie, ofwel meedoen, kan op verschillende manieren:

    • ·

      Schoolactiviteiten

    • ·

      Sport- of culturele activiteiten

    • ·

      Wijkactiviteiten

    • ·

      Sociale contacten

  • i.

    kind: het ten laste komende kind als bedoeld in artikel 4, eerste lid, aanhef en onderdelen d en e, van de Participatiewet, alsmede het pleegkind waarvoor de pleegouder een vergoeding ontvangt;

  • j.

    schoolgaand kind: het in onderdeel i. bedoelde kind, voor wie de leer- of kwalificatieplicht, bedoeld in artikel 4 van de Leerplichtwet, geldt.

  • k.

    U-pasjaar: het jaar waarin een U-pas geldig is, lopend van 1 juli tot 1 juli.

  • l.

    budget: het bedrag waarop de U-pashouder in een U-pasjaar aanspraak heeft ter besteding aan sportieve en culturele activiteiten.

  • m.

    U-pasbureau: de externe partij die in opdracht en onder verantwoordelijkheid van het college de U-pasregeling uitvoert.

     

Artikel 1.2 Doel en toepassingsbereik

  • 1.

    Het college verstrekt aan inwoners van de gemeente Utrecht en hun gezinsleden, die voldoen aan de in hoofdstuk 2 van deze verordening omschreven voorwaarden een U-pas, ter bevordering van de maatschappelijke participatie. Het college realiseert deze doelstelling door het verstrekken van de U-pas aan inwoners en door het voorzien in het bijbehorende aanbod.

  • 2.

    De bepalingen in deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing op inwoners van andere gemeenten, indien die gemeente het product U-pas ten behoeve van de eigen inwoners heeft ingekocht.

  • 3.

    De gemeente, bedoeld in het tweede lid, kan ten behoeve van de eigen inwoners de hoogte van de inkomensgrens, de leeftijdscategorieën en de bijbehorende bedragen naar eigen inzicht vaststellen.

Hoofdstuk 2: Het recht op een U-pas

Artikel 2.1 Het recht op een U-pas

  • 1.

    Recht op een U-pas heeft de inwoner met diens gezinsleden als het totale inkomen van het gezin maximaal 125% van het wettelijk sociaal minimum bedraagt.

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde inkomen wordt getoetst over het kalenderjaar voorafgaand aan de aanvraagdatum, dan wel over de periode van drie maanden direct voorafgaand aan de aanvraagdatum in de gevallen waarin het inkomen in de periode tussen het voorgaande kalenderjaar en de aanvraagdatum gedaald is.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid heeft de inwoner van 18 jaar of ouder, die student of scholier is en uit 's Rijks kas bekostigd voltijds onderwijs volgt en aanspraak kan maken op studiefinanciering op grond van de Wet Studiefinanciering (WSF) 2000, geen recht op een U-pas, tenzij hij een of meer ten laste komende kinderen heeft en beschikt over een gezinsinkomen dat, inclusief de toelage WSF, niet meer bedraagt dan het inkomen bedoeld in het eerste lid.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid heeft recht op de U-pas het kind van de inwoner die is toegelaten tot de WSNP of een minnelijke schuldregeling en daardoor over een inkomen kan beschikken dat niet meer bedraagt dan 125% van het wettelijk sociaal minimum.

Artikel 2.2 Uitsluitingsgronden

Van het recht op een U-pas is uitgesloten de inwoner:

  • a.

    die niet rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, onderdelen a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000, met uitzondering van de vreemdeling die met instemming van de Nederlandse overheid verblijft in een instelling bedoeld voor de opvang van asielzoekers;

  • b.

    die onbetaald verlof geniet als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de Werkloosheidswet, of gehuwd is met een zodanig persoon, voor zover het gebrek aan inkomen daarvan het gevolg is;

  • c.

    die rechtens van zijn vrijheid is beroofd, anders dan op grond van bepalingen in de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ).

Artikel 2.3 Aanvraag en toekenning

1. De U-pas wordt jaarlijks op aanvraag verstrekt. De belanghebbende dient zijn aanvraag in bij het U-pasbureau en verstrekt bij zijn aanvraag de noodzakelijke bewijsstukken omtrent het inkomen als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid.

2. In afwijking van het eerste en tweede lid verstrekt het college een U-pas ambtshalve indien de belanghebbende:

- bijstand of een uitkering op grond van de IOAW of IOAZ ontvangt;

- tot wederopzegging uitdrukkelijk toestemming aan het college heeft verleend om aan het U-pasbureau de volgende gegevens van hem en zijn gezinsleden te verstrekken: naam, adres, woonplaats, geboortedatum, gezinssamenstelling alsmede de bevestiging dat belanghebbende bijstand, IOAW of IOAZ ontvangt; en

- ervan op de hoogte is gesteld dat hij zijn toestemming kan weigeren c.q. op ieder gewenst moment weer kan intrekken en, desgewenst, een aanvraag kan indienen overeenkomstig het eerste en tweede lid.

Hoofdstuk 3: Maatregelen ter bevordering van maatschappelijke participatie

Artikel 3.1 Het aanbod

  • 1.

    Het college voorziet in aanbod ter bevordering van de maatschappelijke participatie, waarvan met de U-pas gebruik gemaakt kan worden en zorgt voor bekendmaking ervan.

  • 2.

    Het aanbod voldoet in ieder geval aan de volgende kenmerken: a. de activiteit behoort tot de reguliere taak van de rechtspersoon; b. deze activiteit bevordert het maatschappelijk participeren als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel h; c. deze activiteit moet uitdrukkelijk door de gemeente Utrecht worden goedgekeurd, en d. de activiteit vindt plaats in een gemeente als bedoeld in artikel 1.2, lid 2.

Artikel 3.2 Activiteiten volwassenen

  • 1.

    De U-pas voor volwassen U-pashouders van 18 jaar en ouder heeft als doel om te ondersteunen bij het meedoen in de samenleving. Hiervoor kunnen U-pashouders jaarlijks een budget inzetten ten behoeve van goederen of activiteiten die maatschappelijke participatie bevorderen.

  • 2.

    De hoogte van het in het eerste lid genoemde budget bedraagt EUR 120,00 per U-pasjaar voor de U-pashouder van 18 jaar en ouder. De U-pashouder heeft vanaf het tijdstip van toekenning van de U-pas aanspraak op het volledige bedrag voor het desbetreffende U-pasjaar.

  • 3.

    Het budget is bestemd voor één U-pasjaar en niet overdraagbaar naar andere U-pasjaren.

  • 4.

    Het budget is alleen bestemd voor goederen die opgenomen zijn in het aanbod van de U-pas, of deelname aan activiteiten die aangesloten bij de U-pas

  • 5.

    Het budget wordt rechtstreeks aan de rechtspersoon, die de activiteit aanbiedt, uitbetaald.

  • 6.

    De rechtspersoon vraagt het budget of een gedeelte daarvan aan volgens de bepalingen van de overeenkomst die wordt gesloten met hen.

Artikel 3.3 U-pas Kindpakket

  • 1.

    Kinderen van U-pashouders, die jonger zijn dan 18 jaar, kunnen aanspraak maken op een U-pas Kindpakket, dat uit een jaarlijks budget bestaat en naar keuze kan worden besteed aan activiteiten of goederen die maatschappelijke participatie bevorderen.

  • 2.

    Het U-pas Kindpakket bestaat uit de volgende onderdelen:

    • ·

      deelname aan sport- en culturele activiteiten;

    • ·

      deelname aan schoolactiviteiten;

    • ·

      gebruiksgoederen die naar het oordeel van het college de maatschappelijke participatie bevorderen.

  • 3.

    Jaarlijks kan er tot een maximum bedrag aan de in lid 2 genoemde activiteiten of producten besteed worden. Het U-Pas Kindpakket is vastgesteld op de volgende bedragen:

    • ·

      0-4 jaar: €150 per jaar

    • ·

      4 jaar tot en met groep 8 basisschool: €275 per jaar

    • ·

      start (eerste klas) voortgezet onderwijs: €575

    • ·

      overig voortgezet onderwijs tot 18 jaar: €325 per jaar

  • 4.

    Het budget is bestemd voor één U-pasjaar en niet overdraagbaar naar andere U-pasjaren.

  • 5.

    De in artikel 1.2, tweede lid, bedoelde gemeente heeft de bevoegdheid om, in afwijking van het eerste lid, voor de eigen inwoners een ander inhoud van het U-pas Kindpakket te bepalen en daarnaast andere bedragen er aan te koppelen.

Artikel 3.4 Bevoegdheid college

  • 1.

    Het college heeft de bevoegdheid de in de artikelen 2.1 en 3.3 genoemde bedragen jaarlijks per 1 juli aan te passen.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de omvang en frequentie van afzonderlijke onderdelen van het in artikel 3.3, tweede lid, bedoelde U-pas Kindpakket.

  • 3.

    Het college behoudt zich het recht voor te bepalen welke rechtspersonen als bedoeld in artikel 3.1 worden opgenomen in het U-pas aanbod. Het college let bijvoorbeeld op: a. de mate waarin de door de rechtspersoon aangeboden activiteit bijdraagt aan de maatschappelijke participatie; b. de mate waarin het sociale cohesie stimuleert, en c. de mate waarin de rechtspersoon een maatschappelijke functie heeft.

Hoofdstuk 4: Slotbepalingen

Artikel 4.1 Overgangsbepalingen

Deze verordening treedt in de plaats van de Verordening U-pas 2016, vastgesteld bij raadsbesluit van 9 juni 2016 (gepubliceerd in Gemeenteblad VO 2016, nr. 11) welke bij inwerkingtreding van deze verordening komt te vervallen.

Artikel 4.2 Inwerkintreding

Deze verordening treedt in werking op 01 juli 2017 en is mede van toepassing op besluiten en overeenkomsten die op grond van de Verordening U-pas 2016 zijn genomen respectievelijk zijn aangegaan.

Artikel 4.3 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening U-pas 2017.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 01 juni 2017

De griffier, De burgemeester,

Toelichting op de artikelen

TOELICHTING

AlgemeenDe raad heeft in 1993 een eerste verordening vastgesteld. In de loop der jaren is de verordening enkele malen opnieuw vastgesteld. De laatste verordening, de Verordening U-pas 2016, is vastgesteld op 9 juni 2016 (gepubliceerd in Gemeenteblad VO 2016, nr. 11). De Verordening U-pas 2017 komt hiervoor in de plaats.

De U-pas heeft als doel mensen met een laag inkomen te ondersteunen bij het meedoen in de samenleving. Dit wordt mogelijk gemaakt door deelname aan sportieve, culturele, sociale en maatschappelijke activiteiten:

• school: ontwikkeling van talent en mee kunnen doen aan activiteiten

• sport en culturele activiteiten

• het opbouwen van sociale contacten

• meedoen in de wijk: wijkactiviteiten

Het budget wordt niet rechtstreeks aan de pashouders betaald. De organisatie declareert de activiteit bij de gemeente. Het bedrag is in Utrecht €120 per jaar voor volwassenen. Voor kinderen hebben wij het U-pas Kindpakket met verschillende bedragen. De U-pas kan ook gebruikt worden als kortingspas. Bij verschillende organisaties krijgen U-pashouders korting bij het tonen van de U-pas.

In deze verordening is een extra bepaling opgenomen die aan de regiogemeenten de mogelijkheid geeft om voor de eigen inwoners een inkomensgrens van 110% vast te stellen. Daarnaast mogen deze regiogemeenten zelf bepalen wat de inhoud is van hun U-pas Kindpakket en welke bedragen hieraan gekoppeld zijn.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1.1 Definities en begrippen

In dit artikel leggen wij begrippen uit en geven wij een toelichting op definities.

Onderdeel d:Inwoner. De verordening geldt voor inwoners van regiogemeenten die de U-pas hebben ingekocht.

Onderdeel f: Inkomen. Het inkomen bestaat uit werk (ook werk als zelfstandige), pensioen of uitkering. De aanvrager levert hiervoor als bewijsstuk een jaaropgave in. Als iemand geen jaaropgave heeft, dan wordt gekeken naar bankafschriften. Een zelfstandige levert de jaarcijfers in als bewijsstuk.

Onderdeel i: Kind. Met kind en ten laste komend kind wordt bedoeld:

Het minderjarige eigen kind of stiefkind waarvoor iemand kinderbijslag kan krijgen

• Het kind dat geen deel uitmaakt van het huishouden van de aanvrager, maar wel volledig door hem wordt onderhouden en voor wie hij dus ook kinderbijslag krijgt. Een minderjarig pleegkind waarvoor de ouders een vergoeding ontvangen wordt ook aangemerkt als kind.

• Het pleegkind dat tot het huishouden behoort en waarvoor de pleegouders een vergoeding krijgen.

Artikel 1.2 Doel en toepassingsbereik

In dit artikel staat wat wij willen met het geven van de U-pas. De U-pas is voor mensen is die door een laag inkomen niet of niet helemaal mee kunnen doen in de samenleving.

Artikel 2.1 Het recht op een U-pasEerste lid:

Hierin is opgenomen dat de inwoner, zijn eventuele partner en kinderen met een inkomen tot maximaal 125% van het wettelijke sociaal minimum in aanmerking komt voor een U-pas. Het gaat om het belastbaar loon, dat is het loon vóór inhoudingen van premies en belastingen. Omgerekend naar een nettobedrag is dit gemiddeld gelijk aan 125% van de netto bijstandsnorm volgens de Participatiewet ofwel het wettelijk sociaal minimum. In individuele gevallen kan daar iets van worden afgeweken. Als aanvrager geen gegevens heeft over het voorgaande jaar, kijken wij naar het inkomen van de laatste 3 maanden voorafgaande aan de aanvraag.

Tweede lid: Hier staan enkele uitgangspunten voor toetsing van het recht op een U-pas.

Derde lid: Deze bepaling sluit studerenden zonder ten laste komende kinderen uit van het recht op een U-pas. Deze groep heeft vaak een laag inkomen, maar meestal kunnen zijn volledig meedoen in de samenleving door deelname aan activiteiten. Studenten met minderjarige kinderen kunnen wel een aanvraag voor een U-pas doen. Ook studenten met een avondstudie kunnen een aanvraag doen.

Vierde lid: Met deze bepaling kunnen wij aan minderjarige kinderen van personen die in een WSNP-traject of een minnelijke schuldregeling zitten een U-pas geven. Deze mensen hebben vaak geen inkomen boven 125% van het sociaal minimum.

Artikel 2.2 Uitsluitingsgronden

Dit artikel beperkt de groep die recht heeft op een U-pas.

Onderdeel a sluit de niet-rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdeling van het recht op een U-pas uit. Aangesloten wordt bij de bepalingen hierover in artikel 11 van de Participatiewet. Wij maken een uitzondering voor asielzoekers die in de opvang verblijven. Zij kunnen wel een U-pas aanvragen.

Onderdeel b geeft aan dat er geen recht is op een U-pas als het inkomen door onbetaald verlof lager is dan de in artikel 2 eerste lid bedoelde inkomensgrens. Is het inkomen ook zónder het onbetaalde verlof minder dan dat bedrag, dan kan wel een U-pas aangevraagd worden.

Onderdeel c sluit gedetineerden, personen in voorarrest en voorlopige hechtenis en personen die om andere redenenzijn ingesloten (denk aan tbs) uit. Het gebruik van de U-pas door een persoon die rechtens van zijn vrijheid is beroofd, staat gelijk aan oneigenlijk gebruik en kan een reden zijn voor beëindiging van het recht (zie ook de toelichting bij artikel 3, tweede lid). De achterblijvende gezinsleden van een gedetineerde kunnen wel een U-pas krijgen. De uitsluitingsgrond geldt echter niet voor de achterblijvende gezinsleden van de gedetineerde. Bijvoorbeeld als het inkomen door detentie van de kostwinner lager is dan de inkomensgrens. Deze situatie zal zich bijna alleen voordoen bij langgestraften. De verordening maakt uitdrukkelijk een uitzondering voor personen die op grond van de Wet BOPZ in gedwongen opname verkeren. Zij kunnen aanspraak (blijven) maken op een U-pas.

Artikel 3.1 Het aanbod

In dit artikel wordt uitgelegd dat wij zorgen dat er een aanbod aan activiteiten is om mee te doen in de samenleving. Ook wordt uitgelegd aan welke voorwaarden het aanbod moet voldoen en welke aanbod in aanmerking komt. Activiteiten die in strijd zijn met de openbare orde en veiligheid zijn nooit onderdeel van het aanbod. Het U-pasaanbod wordt bekendgemaakt via de website van de U-pas.

Artikel 3.2 U-pas volwassenen

In dit artikel wordt het bedrag genoemd dat aan de U-pas voor volwassenen is gekoppeld en hoe de declaraties worden verwerkt wanneer de U-pas gebruikt wordt. U-pashouders krijgen op vertoon van de U-pas de kosten voor de activiteit of product vergoed, tot een bepaald budget. Te denken valt aan bijvoorbeeld de contributie van een sportvereniging of muziekschool, het lesgeld van een cursus of een bijeenkomst in een buurthuis. Dit budget wordt voor hen direct verrekend door de aanbieder van de activiteit die is aangesloten bij het U-pas Bureau. Aanbieders kunnen zich aanmelden bij het U-pas Bureau als mogelijke aanbieder. Het college bepaalt welke aanbieders worden opgenomen in het aanbod. De richtlijnen hiervoor worden in artikel 3.4 genoemd.

Artikel 3.3 U-pas Kindpakket

Het U-pas Kindpakket bestaat uit een aantal onderdelen waar het budget per U-pasjaar aan besteed kan worden. Op vertoon van de U-pas krijgen U-pashouders de activiteit of ander doel vergoed, als dit binnen het U-pas Kindpakket valt. Het budget is een vast bedrag dat volledig kan worden gebruikt in het U-pasjaar waarin een U-pas geldig is, ook als de U-pas op een tijdstip laten in de loop van het U-pasjaar is toegekend.

Sport- en cultuuractiviteiten Zie hiervoor de toelichting van artikel 3.2.

Schoolactiviteiten Binnen schoolactiviteiten kan men denken aan schooluitjes, schoolprojecten en excursies waar een bijdrage van ouders voor nodig is. Het budget dat aan schoolactiviteiten wordt besteed wordt rechtstreeks aan de school van het kind uitbetaald.

Laptop, computer of tabletHet budget voor een laptop, tablet of computer is bedoeld voor kinderen met een U-pas die voor het eerst naar het voortgezet onderwijs gaan. Dat betekent dat kinderen die voor de tweede maal de eerste klas van het voortgezet onderwijs doorlopen, geen aanspraak op het budget voor dit doel kunnen maken. Het budget dat aan een laptop, tablet of computer wordt besteed, wordt rechtstreeks aan de desbetreffende leverancier uitbetaald.

Fiets U-pashouders mogen een fiets aanschaffen binnen het U-pas Kindpakket. Het budget dat aan een fiets wordt besteed wordt rechtstreeks aan de desbetreffende leverancier uitbetaald. Dit mag voor U-pashouders vanaf 4 jaar tot 18 jaar en dit mag één keer vier jaar gedaan worden.

Artikel 3.4 Bevoegdheid college

De hoogte van het U-pas budget en het U-pas Kindpakket budget wordt jaarlijks bepaald aan de hand van het budget voor het armoedebeleid. Het budget voor het armoedebeleid wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld. Daarnaast heeft het college de bevoegdheid om aanvullende regels op te stellen voor de U-pas en het U-pas Kindpakket. Deze regels zullen in beleidsregels opgesteld worden.