Marktreglement 2017

De in artikel 1 van de Marktverordening 2017 gegeven begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op deze nadere regels.

• 1.

  Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

  • a.

    de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • b.

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

  • c.

    de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

  • d.

    het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de ver-gunninghouder behoort;

  • e.

    de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;

  • f.

    dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

  • g.

    de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

  • h.

    welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

  • i.

    welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

• 2.

  Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Tevens wordt op deze lijst aangetekend of de vergunninghouder heeft aangegeven in aanmerking te willen komen voor standplaatsverbetering.

• 1.

  Het college maakt bekend dat voor de markt één of meer vaste markstandplaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.

• 2.

  De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving op de website van de gemeente Reusel-De Mierden en door het schriftelijk informeren van de vergunninghouders.

• 3.

  Bij de beoordeling van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

  • a.

    of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassortiment vormt (25);

  • b.

    de uitstraling van de uitstalling (25);

  • c.

    het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt (25);

  • d.

    de verkooptechniek (15);

  • e.

    of bij de gegadigde sprake is van maatschappelijk verantwoord ondernemen (10).

• 4.

  Mocht een aanvraag niet binnen de branche of artikelgroep vallen dan zal deze worden afgewezen zonder dat er punten worden toegekend.

• 5.

  Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten.

• 1.

  In geval van overlijden, of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, of ingeval van bedrijfsbeëindiging kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

• 2.

  Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind of een medewerk(st)er van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen, met een proeftijd van een jaar, indien hij ten minste een halfjaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.

• 3.

  Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder, nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld, dan wel het bedrijf is beëindigd.

• 4.

  Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

• 1.

  Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

• 2.

  De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 10.00 uur aanmelden bij de marktmeester.

• 3.

  Een dagplaats wordt alleen toegewezen aan gegadigden met artikelen die nog niet op de markt verkrijgbaar zijn.

• 1.

  Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting. De standwerker meldt zich om 10.45 uur bij de marktmeester. De standwerker is verplicht de standplaats tot 16.30 uur te blijven innemen.

• 2.

  Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

• 3.

  Een standwerkersplaats wordt alleen toegewezen aan standwerkers met een artikel dat nog niet op de markt verkrijgbaar is.

• 1.

  De houder van een vaste standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

• 2.

  In afwijking van het eerste lid, is het een vergunninghouder in geval van vakantie, ziekte of bijzondere omstandigheden toegestaan zijn vaste standplaatsvergunning, zoals bedoeld in artikel 2, te laten uitoefenen door een daartoe door vergunninghouder schriftelijk gemachtigde persoon.

• 3.

  In afwijking van het eerste lid, kan in geval van vakantie, ziekte of bijzondere omstandigheden de marktmeester toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger. Een aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

• 4.

  De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

• 1.

  Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is, of op grond van artikel 8, tweede lid, door vergunninghouder schriftelijk is gemachtigd.

• 2.

  De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

• 1.

  Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan vier uur voor aanvang en meer dan anderhalf uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren. De markt vangt aan om 11.00 uur en duurt tot 17.00 uur.

• 2.

  De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt (17.00 uur) te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

• 3.

  Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 11 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

• 1.

  Gelet op de beschikbare ruimte en in het belang van de orde op de markt is het vergunninghouders en standwerkers niet toegestaan voertuigen gedurende de markt op de markt/standplaats te parkeren, één en ander met uitzondering van verkoopwagens en koelwagens.

• 2.

  Slechts met toestemming van de marktmeester kan tijdelijk worden afgeweken van lid 1 indien sprake is van extreme weersomstandigheden of ernstige gezondheidsredenen (aan te tonen met medische verklaring), één en ander ter beoordeling van de marktmeester.

Losse kramen moeten worden afgenomen van de door de gemeente aangewezen verhuurder van kramen, tenzij de verhuurder van kramen hier andere afspraken over maakt.

• 1.

  Het is de standplaatshouder zonder ontheffing van het college verboden om op zijn standplaats:

  • a.

    Gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting

  • b.

    Elektriciteit te betrekken van een ander dan degene die door het college voor het leveren daarvan is aangewezen of om zelf hierin te voorzien.

• 2.

  De kosten van het elektriciteitsverbruik tijdens de markt zijn voor rekening van de standplaatshouder. Het tarief wordt bepaald door het college.

Het Marktreglement 2011, vastgesteld bij collegebesluit van 8 maart 2011, wordt ingetrokken.

Dit reglement treedt in werking op de dag dat de Marktverordening 2017 in werking treedt.

Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement 2017.