Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oldenzaal

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Oldenzaal houdende subsidieregels omtrent het energiefonds Subsidieregeling Oldenzaals Energiefonds

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOldenzaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de gemeenteraad van de gemeente Oldenzaal houdende subsidieregels omtrent het energiefonds Subsidieregeling Oldenzaals Energiefonds
CiteertitelSubsidieregeling Oldenzaals Energiefonds
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Deze regeling geldt totdat het door het college wordt gewijzigd of ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene Subsidieverordening Oldenzaal 2014
  2. afdeling 4.2 Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-05-2017nieuwe regeling

18-04-2017

Gemeenteblad 2017, 79683

697

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Oldenzaals Energiefonds

De raad van de gemeente Oldenzaal;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 maart 2017, nr. 10/6, reg. nr. INTB-17-03020;

 

gelet op de Algemene Subsidieverordening Oldenzaal 2014 en afdeling 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de navolgende Subsidieregeling Oldenzaals Energiefonds,

A. Overwegingen

  • 1.

    De Subsidieregeling Oldenzaals Energiefonds heeft als doel het versnellen van de energietransitie door investeringen op het gebied van energiebesparing en duurzame energie-opwekking door Organisaties mogelijk te maken.

  • 2.

    De Subsidieregeling Oldenzaals Energiefonds draagt bij aan de realisatie van deze doelstellingen door projecten gedreven vanuit Organisaties zoals bedrijven, instellingen en georganiseerde initiatieven financieel te ondersteunen met subsidies in de vorm van leningen.

  • 3.

    Subsidies in de vorm van leningen aan Organisaties die een economische activiteit uitoefenen, waarbij sprake is van staatssteun, zullen uitsluitend worden verleend binnen de kaders van de verordening EU Nr. 1407/2013 d.d.18 december 2013, waarbij onder voorwaarden de-minimissteun mag worden verleend, PbEU L 352/1 van 24 december 2013;

  • 4.

    In deze Subsidieregeling wordt nader uiteengezet

    • (i)

      welke projecten financieel kunnen worden ondersteund,

    • (ii)

      op welke wijze dit kan en

    • (iii)

      de wijze waarop beslissingen daartoe tot stand komen, dit mede in verband met de Europese regelgeving inzake staatssteun.

B. REGLEMENT

Artikel 1. Definities

Aanvrager: organisatie die een financiering aanvraagt voor een project.

AGVV: Verordening EG Nr. 651/2014 d.d. 17 juni 2014 (dan wel de publicatie die hiervoor op enig moment in de plaats treedt), betreffende de Algemene Groepsvrijstellingsverordening waarbij bepaal-de categorieën steun op grond van de artikelen art. 107 en 108 van het Verdrag betreffende de wer-king van de Europese Unie met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard,

PbEU L 187/1 van 26 juni 2014.

Basistarief: looptijd vaste marktconforme basisrente zijnde het gemiddelde van de top-25 geldgever-tarieven in Nederland, zoals bepaald en gepubliceerd door SVn (www.svn.nl).

College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal

De-minimisverordening: Verordening EG Nr. 1407/2013 d.d.18 december 2013 (dan wel de publicatie die hiervoor op enig moment in de plaats treedt), waarbij onder voorwaarden de-minimissteun mag worden verleend, PbEU L 352/1 van 24 december 2013.

Doelstelling Regeling: het versnellen van de energietransitie door het mogelijk maken van investerin-gen op het gebied van energiebesparing en duurzame energieopwekking door bedrijven en instellin-gen

Duurzame energie: energie opgewekt met installaties waarbij uitsluitend van hernieuwbare energie-bronnen wordt gebruikgemaakt, alsmede het aandeel in calorische waarde van de met hernieuwbare energiebronnen in hybride installaties opgewekte energie die ook conventionele energiebronnen ge-bruiken.

Energielening Oldenzaal: lening op grond van deze regeling

Energietransitie: het proces waarbij de energievoorziening op korte en lange termijn wordt verduur-zaamd door (investeringen in) energiebesparing en opwekking van duurzame energie.

Financiering: subsidie in de vorm van een Lening op grond van deze regeling.

Financieringsaanvraag: dossier aangeleverd door een initiatiefnemer van een project met alle relevante informatie (technisch financieel, organisatorisch en anderszins) nodig voor de beoordeling en be-sluitvorming. De eisen die worden gesteld aan een financieringsaanvraag kunnen per project verschil-len.

Financieringsovereenkomst: overeenkomst tussen gemeente en een organisatie waarin de voorwaar-den van een financiering van een project zijn vastgelegd. Een model is opgenomen in het Intern pro-cedurehandboek.

Geoorloofde staatssteun: alle financiële steun op basis van deze regeling aan een project uitgevoerd door een organisatie conform de De-minimisverordening.

Grensoverschrijdend effect: mogelijke beïnvloeding van het handelsverkeer tussen EU-lidstaten door toedoen van een voorgenomen financiering zoals uitgewerkt in de Richtlijnen financiële voorwaarden

Hernieuwbare energiebronnen: de volgende hernieuwbare, niet-fossiele energiebronnen: windenergie, zonne-energie, aerothermische, geothermische, hydrothermische energie en energie uit de oceanen, waterkracht (mits niet in strijd met Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement), biomassa, stortgas, rioolwaterzuiveringsgas en biogas.

Investering: het aangaan van verplichtingen ter zake van een project inclusief eventuele arbeidskosten en exclusief de kosten voor zover deze door de aanvrager kunnen worden teruggevorderd.

Kosteneffectiviteit: de gangbare verhouding tussen de prijs van een technologie en de energieop-brengst van deze technologie.

Lening: verstrekking van een geldsom door het college aan een organisatie welke op een overeenge-komen moment of momenten moet worden terugbetaald.

Minimaal rentetarief: looptijdvaste minimale rente die in rekening wordt gebracht.

Organisatie: rechtspersoon, samenwerkingsverband van rechtspersonen of samenwerkingsverband van natuurlijke personen, naar Nederlands recht met volledige rechtsbevoegdheid.

Organisatie in moeilijkheden: een onderneming die in financiële moeilijkheden verkeert, als bedoeld in artikel 2, onder 18 van de AGVV.

Project: een activiteit gericht op de energietransitie uitgevoerd door een organisatie in de gemeente Oldenzaal waaraan het college financiering zal bieden of overweegt te bieden.

Regeling: onderhavig Subsidieregeling Oldenzaals Energiefonds.

Rentekorting: vaste korting in %-punten ten opzichte van het basistarief.

Staatssteuntoets: toets zoals opgenomen in het Intern procedurehandboek om te bepalen of er al dan niet sprake is geoorloofde staatssteun.

Subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan gelever-de goederen of diensten.

SVn: Stichting Volkshuisvesting Nederland

Artikel 2. Algemene bepalingen

  • 1.

    Het college kan onder hierna te noemen voorwaarden financiering verschaffen aan een project in de gemeente Oldenzaal.

  • 2.

    Een financiering mag gestapeld worden met andere subsidies. Indien ter zake van het project reeds door een bestuursorgaan of de Europese Commissie subsidie is verstrekt, wordt de hoogte van de financiering zodanig aangepast dat het totale bedrag aan steun niet meer bedraagt dan volgens de De-minimisverordening is toegestaan.

  • 3.

    Het college verricht een staatssteuntoets om te borgen dat er sprake is van geoorloofde staats-steun. Daarbij bepaalt het college:

    • a.

      of er sprake is van een grensoverschrijdend effect, en zo ja,

    • b.

      of de De-minimisverordening van toepassing kan worden verklaard op de voorgenomen finan-ciering

  • 4.

    Het college hanteert de volgende algemene uitsluitingscriteria:

    • a.

      het college verstrekt geen financiering aan projecten gedreven door organisaties in moeilijkhe-den.

    • b.

      het college verstrekt geen financiering aan projecten gedreven door organisaties ten aanzien waarvan er een uitstaand bevel tot terugvordering is ingevolge een eerdere beschikking van de Europese commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeen-schappelijke markt is verklaard.

    • c.

      het college verstrekt geen financiering als de staatssteuntoets als uitkomst heeft dat er bij financiering geen sprake is van geoorloofde staatssteun

Artikel 3. Aard van de projecten

  • 1.

    Financiering kan verstrekt worden aan een project dat:

    • a.

      aantoonbaar zal bijdragen aan de doelstelling van het fonds;

    • b.

      zich in de gemeente oldenzaal bevindt of zal bevinden en

    • c.

      zicht heeft op realisatie binnen een periode van 0,5 jaar.

  • 2.

    Het college vergewist zich ervan dat financiering direct ten goede komt aan het project waarvoor het kapitaal wordt verstrekt en niet ten goede komt aan andersoortige activiteiten die door moeder-, dochter-, of zusterentiteiten van de organisatie worden uitgevoerd.

Artikel 4. Bepalingen omtrent de financiering

  • 1.

    Een financiering wordt aangehaald als energielening Oldenzaal.

  • 2.

    Een financiering bedraag minimaal € 5.000,00.

  • 3.

    Een organisatie kan per project één financiering aanvragen. De som aan financieringen aan één organisatie mag niet meer bedragen dan € 50.000,00.

  • 4.

    Het college hanteert voor financieringen

    • a.

      Vanaf € 5.000,00 tot € 25.000,00 een financieringspercentage dat maximaal gelijk is aan 75% van de investering van een project.

    • b.

      Vanaf € 25.000,00 tot € 50.000,00 een financieringspercentage dat maximaal gelijk is aan 50% van de investering van een project

  • 5.

    Indien door een nieuwe financiering aan een organisatie de som aan financieringen boven € 25.000,00 komt, dan geldt voor deze nieuwe financiering een financieringspercentage van 50%.

  • 6.

    De financiering betreft een annuïtaire lening met maandelijkse aflossing op basis van een automa-tische incasso.

  • 7.

    Het rentetarief is afhankelijk van de looptijd en bestaat uit het basistarief op het moment van toe-kenning van de financiering en een mogelijke rentekorting:

    • a.

      looptijd 5 jaar: 5-jaars basistarief minus rentekorting;

    • b.

      looptijd 10 jaar: 10-jaars basistarief minus rentekorting;

    • c.

      looptijd 15 jaar: 15-jaars basistarief minus rentekorting.

  • 8.

    Het rentetarief zal nooit lager zijn dan het minimale rentetarief.

  • 9.

    Het college stelt de rentekorting en de minimaal rentetarief vast en behoudt zich het recht voor om deze tussentijds aan te passen. Rentekorting en minimaal rentetarief worden gepubliceerd op de daartoe bestemde website.

  • 10.

    Wijzigingen van rentekorting en/of minimaal rentetarief zijn niet van toepassing op reeds afgeslo-ten leningen

Artikel 5. Plafond

  • 1.

    het plafond voor deze regeling bedraagt in totaal € 1.000.000,00 (zegge: één miljoen euro).

  • 2.

    het college kan het plafond als genoemd in het vorige lid gedurende de looptijd van de regeling bijstellen.

Artikel 6. Aanvraag en verdeelsystematiek

  • 1.

    Een aanvraag kan worden ingediend door inzending van een daartoe vastgesteld formulier op een daartoe bestemde website. Het formulier vermeldt welke bijlagen bij de aanvraag dienen te wor-den overlegd.

  • 2.

    Bij de aanvraag dient ten minste te worden overlegd:

    • a.

      een offerte voor aanschaf en/of installatie van de technologie of werkzaamheden, waarin een duidelijke specificatie en onderbouwing van de kostenposten is weergegeven;

    • b.

      een verklaring dat de organisatie geen organisatie in moeilijkheden is, ondertekend door een daarvoor gemachtigde persoon.

    • c.

      een verklaring waarin de organisatie aangeeft of, en zo ja hoeveel staatssteun zij reeds heeft ontvangen (de-minimisverklaring).

  • 3.

    Het college beslist op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager in de gelegenheid is gesteld zijn aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen als datum van ontvangst geldt.

  • 4.

    Voor zover door verstrekking van financiering op basis van aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen het plafond als genoemd in artikel 5 wordt overschreden, wordt de onderlinge rang-schikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 7. Procedure

  • 1.

    Aan de financiering moet een financieringsaanvraag ten grondslag liggen. De financieringsaanvraag wordt getoetst op de criteria in artikel 8 van deze regeling.

  • 2.

    Bij een positieve beoordeling van de financieringsaanvraag, worden de voorwaarden van een financiering vastgelegd in een financieringsovereenkomst tussen het college en organisatie.

  • 3.

    Het college stuurt twee financieringsovereenkomsten toe aan de aanvrager. Hiervan dient aanvrager één exemplaar getekend te retourneren.

  • 4.

    Uitbetaling van de financiering vindt plaats wanneer de eindfactuur is ontvangen.

  • 5.

    Het college is bevoegd om, in situaties waarbij de aanvrager op basis van de offerte een aanbetaling dient te doen, de financiering uit te betalen voordat de eindfactuur is ontvangen.

Artikel 8. Criteria

  • 1.

    Een aanvraag moet voldoen aan de volgende criteria:

    • a.

      de aanvraag dient betrekking te hebben op een project;

    • b.

      de kosteneffectiviteit van de activiteit wijkt niet meer dan 50% af van andere gangbare en ver-gelijkbare situaties.

  • 2.

    Het project zal worden gerealiseerd door of in opdracht van de aanvrager en blijft na realisatie eigendom van aanvrager.

  • 3.

    De kredietwaardigheid van de aanvrager kan getoetst worden en dient in dat geval naar oordeel van het college voldoende te zijn.

Artikel 9. Weigeringsgronden

  • 1.

    De lening kan in ieder geval worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat (maar daartoe niet beperkt):

    • a.

      de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;

    • b.

      de aanvraag niet voldoet aan de criteria als gesteld in artikel 8 van deze regeling;

    • c.

      het plafond van deze regeling als genoemd in artikel 5 is overschreden;

    • d.

      de aanvrager niet zal voldoen aan de verplichtingen uit de financieringsovereenkomst;

    • e.

      het waarschijnlijk is dat de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de lening van belang zijn.

  • 2.

    de lening kan voorts in ieder geval worden geweigerd indien:

    • a.

      de aanvrager in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beoordeling van de aanvraag zou hebben geleid;

    • b.

      de aanvrager niet heeft verklaard geen onderneming in moeilijkheden te zijn;

    • c.

      de aanvrager geen organisatie is.

    • d.

      de aanvrager naar oordeel van het college niet voldoende kredietwaardig is.

Artikel 10. In aanmerking komende kosten

  • 1.

    Ten aanzien van de kosten, waarvoor een financiering vertrekt kan worden, komen slechts in aanmerking de in redelijkheid te maken investeringen en kosten voor het project, inclusief eventuele arbeidskosten.

  • 2.

    Voor de financiering komen in ieder geval niet in aanmerking:

    • a.

      de kosten waartoe al verplichtingen zijn aangegaan vóór de ontvangst van de aanvraag;

    • b.

      de kosten voor zover deze door de aanvrager kunnen worden teruggevorderd.

Artikel 11. Verplichtingen organisatie

  • 1.

    De organisatie is verplicht alle wijzigingen in het project, ten opzichte van de financieringsaan-vraag waarop de financieringsovereenkomst is gebaseerd, binnen 30 dagen schriftelijk door te geven aan het college.

  • 2.

    Een organisatie dient deze ten minste vijf jaar na afgifte van de financieringsovereenkomst haar administratie ten aanzien van de aanvraag te bewaren en toegankelijk te houden of zoveel langer als de financiering loopt.

  • 3.

    De aanvrager dient het project binnen 6 maanden, na ondertekening van de financieringsovereenkomst, gerealiseerd te hebben.

  • 4.

    Door ondertekening van de financieringsaanvraag, stemt de organisatie ermee in dat het college over het project extern kan communiceren, waarbij de organisatie anoniem blijft.

Artikel 12. Toezicht

  • 1.

    Ten behoeve van toezicht op de uitvoering van deze regeling kunnen operationele toezichthouders worden aangewezen.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde toezichthouders zijn belast met het toezicht op de naleving van de voorwaarden uit de financieringsovereenkomst.

  • 3.

    De aanvrager dient de toezichthouder alle informatie te verschaffen die hij nodig heeft voor de uitvoering van zijn functie.

Artikel 13. Communicatie

Communicatie over het aangaan van een financieringsovereenkomst mag uitsluitend geschieden na goedkeuring van het college.

Artikel 14. Werking

Deze regeling kent geen rechten aan derden toe, met name geen rechten op financiering of ander-soortige kapitaalverschaffing door het college in enige activiteit.

Artikel 15. Inwerkingtreding, wijziging en duur

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 mei 2017.

  • 2.

    Deze regeling geldt totdat het door het college wordt gewijzigd of ingetrokken.

  • 3.

    Het college is bevoegd het reglement te wijzigen.

  • 4.

    Bij wijziging van deze regeling bepaalt het college de datum van inwerkingtreding van de wijzigingen. Wijzigingen in deze regeling hebben geen gevolgen voor bestaande financieringsovereen-komsten.

Artikel 16. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Oldenzaals Energiefonds.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 18 april 2017

de griffier, de voorzitter,